Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
De door verdachte ter zitting van 8 juli 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 november 2024, opgenomen op pagina 217 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] (VISSEN/NN3R024103) d.d. 2 april 2025, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 november 2024, opgenomen op pagina 240 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
De eigen waarneming van de rechtbank die bij het onderzoek ter terechtzitting van 8 juli 2025 door haar persoonlijk is geschied, voor zover inhoudende:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever (met bijlagen) d.d. 3 december 2024, opgenomen op pagina 225 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 26 november 2024, opgenomen op pagina 303 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Herkenning
Grondslag herkenning
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 26 november 2024, opgenomen op pagina 307 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Grondslag herkenning
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 december 2024, opgenomen op pagina 351 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 december 2024, opgenomen op pagina 360 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Benadeelde partij
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
een gedeelte, groot 4 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- het bedrag van 3.039,87 (zegge: drieduizend negenendertig euro en zevenentachtig cent). Dit bedrag bestaat uit 1.839,87 aan materiële schade en 1.200,00 aan immateriële schade;
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 november 2024 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.