Op 30 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 1 juli 2021 in Groningen, waar de verdachte zou hebben geprobeerd een rugtas, een iPhone, een pinpas en een fiets van een slachtoffer te stelen, vergezeld van geweld. Tijdens de zitting op 16 januari 2025 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.H. Veltkamp, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. E.C. Hellinga.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren. De getuigenverklaringen en het signalement van de dader waren niet voldoende om de verdachte als dader aan te wijzen. De rechtbank heeft ook de betrouwbaarheid van een enkelvoudige fotoconfrontatie in twijfel getrokken, waarbij het slachtoffer de verdachte herkende op basis van een foto die op sociale media was geplaatst. De rechtbank concludeert dat de resultaten van deze herkenning niet betrouwbaar zijn voor bewijsvoering.
Daarnaast heeft de benadeelde partij, het slachtoffer, een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar de rechtbank heeft deze vordering niet-ontvankelijk verklaard, gezien de vrijspraak van de verdachte. De rechtbank heeft bepaald dat de benadeelde partij haar vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. A. Nieuwenhuis, en is openbaar uitgesproken op 30 januari 2025.