ECLI:NL:RBNNE:2025:2905

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
18 juli 2025
Zaaknummer
18-730292-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met dwangverpleging voor een veroordeelde met ernstige psychopathologie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 8 juli 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een 66-jarige man, die in 2016 ter beschikking was gesteld wegens verkrachting en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De officier van justitie had op 19 mei 2025 gevorderd om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen. Tijdens de zitting op 24 juni 2025 werd het advies van het behandelteam besproken, waarin werd gesteld dat de veroordeelde lijdt aan een autismespectrumstoornis, een stoornis in middelengebruik en een depressieve stoornis. Ondanks zijn therapietrouw en werkplezier, zijn er zorgen over zijn onbetrouwbare gedrag met betrekking tot het gebruik van erotisch materiaal, wat zijn resocialisatie bemoeilijkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen vereist dat de tbs-maatregel wordt verlengd, omdat er geen gronden zijn om te verwachten dat de verpleging na één jaar kan worden beëindigd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de tbs-maatregel met twee jaar verlengd, waarbij de rechtbank zich baseerde op de adviezen van deskundigen en de inhoud van het onderzoek ter zitting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-730292-14
Beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 8 juli 2025 in de rechtbank Noord-Nederland
in de zaak tegen

[veroordeelde]

geboren op [geboortedatum] 1958 te [geboorteplaats] , wonende [instelling ] ,
hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 19 mei 2025 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 24 juni 2025, waarbij aanwezig waren:
  • de officier van justitie mr. M. Kappeyne van de Coppello;
  • de veroordeelde;
  • zijn raadsvrouw mr. B.N.R. Maenen, advocaat te Maastricht;
  • mevr. drs. M. van den Bremer als deskundige.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 8 mei 2025, van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd en de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.
De rechtbank heeft voorts gelet op de adviezen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), opgemaakt door H. Kondakçi (psychiater) en M.D. Beijer-Holtman (GZ-psycholoog i.o.t. klinisch psycholoog), beiden niet verbonden aan de instelling waar de veroordeelde wordt verpleegd.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van 25 januari 2016 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (locatie Leeuwarden) de veroordeelde ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens verkrachting en wederrechtelijke vrijheidsberoving.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 17 juli 2018 en laatstelijk op 9 juli 2024 verlengd met één jaar.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven.
Veroordeelde is een 66-jarige man. Bij veroordeelde is sprake van een autismespectrumstoornis, een stoornis in middelengebruik (in langdurige remissie gedurende institutionalisering) en een depressieve stoornis (in langdurige volledige remissie). Aan veroordeelde is voor de derde maal de tbs-maatregel opgelegd voor vrijwel identieke feiten.
Veroordeelde verblijft in de kliniek op een behandelafdeling die is gericht op een individuele behandeling en benadering. Er is meermalen onbegeleid verlof aangevraagd, maar telkens afgewezen door het AVt (Adviescollege Verloftoetsing tbs). Na hun laatste negatieve advies op 22 maart 2024 is een zorgconferentie aangevraagd, maar ook een zorgconferentie is in juni 2024 afgewezen. Hierdoor stagneert het resocialisatietraject. Vanwege de langdurige stagnatie zijn verschillende andere mogelijkheden onderzocht, zoals een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging met intensieve begeleiding en toezicht.
Ondertussen blijkt van (een toename van) het opzoeken van (legaal) erotisch/pornografisch materiaal door veroordeelde op zijn telefoon. Ook in de pauze van zijn werk. Veroordeelde gebruikt daarbij zoektermen die zijn afgestemd met het behandelingsteam, maar ook andere zoektermen. Mogelijk wijst dit op een toename van seksuele preoccupatie, maar dit kan (voor nu) onvoldoende worden onderbouwd omdat veroordeelde beperkt inzicht geeft. Veroordeelde is in dat opzicht aangemerkt als onbetrouwbaar.
De begeleide verloven verlopen doorgaans naar wens. Veroordeelde werkt met plezier, is therapietrouw en heeft afspraken met een therapeut. Sinds eind 2024 staat veroordeelde op de wachtlijst voor een nieuwe therapeut.
Tijdens een intercollegiaal overleg eind 2024 (met ook de reclassering en [instelling ] ) is geconcludeerd
dat een route richting voorwaardelijke beëindiging niet tot de mogelijkheden behoort wegens onder meer het onbetrouwbare gedrag van veroordeelde met zijn telefoon, het ontbreken van gronden voor reclasseringstoezicht en het uitbreiden van verlof niet is gelukt.
Op 14 april 2025 is tijdens een overleg met het behandelingsteam, het multidisciplinaire strafberaad en veroordeelde besproken dat de voorkeur uitgaat naar een longcare traject bij afdeling [instelling ] (onderdeel van de kliniek). Deze stap zal de komende periode verder worden onderzocht. Veroordeelde heeft last van perspectiefloosheid, hetgeen zich uit in terugtrekken op de kamer, weinig contacten aangaan en minder recreatieve verloven praktiseren. Er wordt een pas op de plaats gemaakt qua inhoudelijk moeilijke onderwerpen. Er is voorlopig dus geen inzet op het verkrijgen van inzicht in de (seksuele) belevingswereld van veroordeelde.
Zonder de tbs-maatregel wordt het risico op terugval in seksueel gewelddadig gedrag ingeschat als hoog. Zonder hulpverlening is veroordeelde niet in staat gebleken om psychische en maatschappelijke teloorgang te voorkomen met alle risico's van dien.
Geadviseerd is de verlening van de tbs-maatregel met dwangverpleging met twee jaren.
De deskundige drs. M. van den Bremer heeft tijdens de terechtzitting van 24 juni 2025 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
Vorig jaar is geprobeerd om de impasse te doorbreken, maar dat is niet gelukt. Een voorwaarde voor het verblijf in [instelling ] was minutieus betrouwbaar gedrag vertonen in het bijzonder over seksualiteit.
Veroordeelde is echter herhaaldelijk onbetrouwbaar gebleken als het gaat over het kijken naar erotisch en pornografisch materiaal. Daar zijn mogelijkheden voor, maar alleen als veroordeelde daar open over is.
Veroordeelde wil geen openheid geven en dat kan de kliniek niet verklaren. De zorgen omtrent veroordeelde zijn toegenomen. Een jaar geleden was dit anders. Veroordeelde verwijt ons onbetrouwbaar gedrag, maar dit jaar is er geen gesprek meer met veroordeelde mogelijk.
Een nieuwe therapeut moet gevonden worden, niet voor een behandeldoel maar vanwege de communicatie met veroordeelde en dat hij zich gehoord voelt. Veroordeelde staat op een wachtlijst, maar door onvoorziene omstandigheden laat dit op zich wachten. Het heeft wel onze aandacht.
Longcare was eerder niet aan de orde, maar nu wel. De kliniek ziet dit als enige uitstroomroute. Een longcare biedt kansen voor de kwaliteit van leven. Een verblijf bij [instelling ] is afhankelijk van het beveiligingsniveau. Er is landelijk schaarste in voor veroordeelde geschikte plekken.
De gezondheidsklachten van veroordeelde waren ook al aanwezig bij het indexdelict. Toen reed hij ook al in een scootmobiel. De gezondheidsklachten leiden dus niet tot een lager recidiverisico.
De adviezen van de deskundigen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid Sv.
Uit het psychiatrisch onderzoek PRO JUSTITIA van 14 maart 2025, opgesteld door H. Kondakçi, psychiater, en het psychologisch onderzoek PRO JUSTITIA van 1 april 2025, opgesteld door M.D. Beijer-Holtman, GZ- psycholoog i.o.t. klinisch psycholoog, blijkt telkens dat veroordeelde niet heeft meegewerkt aan het onderzoek.
De psychiater heeft gesteld dat op basis van de gegevens dat er bij veroordeelde zeer waarschijnlijk sprake is van ernstige, naar zich laat aanzien, therapieresistente psychopathologie. Ook de psycholoog heeft gesteld dat het niet waarschijnlijk lijkt dat er nu geen psychopathologie meer bij veroordeelde is.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsvrouw
De raadsvrouw heeft primair bepleit de vordering tot verlening van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging af te wijzen. Niet gesteld kan worden dat de veiligheid van anderen een verlenging vereist, omdat, mede gelet op de gezondheid van veroordeelde, niet blijkt van een recidiverisico.
Subsidiair heeft de raadsvrouw zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de overwegingen in het onderliggende arrest vast dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
De rechtbank is van oordeel dat is voldaan aan de formele eisen om te komen tot een verlenging van de terbeschikkingstelling. Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd.
Uitgangspunt is dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de veroordeelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een termijn van één jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. Dit kan anders zijn indien de reële kans bestaat dat de maatregel al na verloop van één jaar kan worden gewijzigd of beëindigd dan wel indien het verloop van de behandeling daartoe aanleiding geeft.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de verlengingstermijn dat er geen gronden aanwezig zijn om te verwachten dat de verpleging van overheidswege na één jaar voorwaardelijk zal worden beëindigd. Het is de rechtbank niet gebleken van feiten of omstandigheden waaruit aannemelijk is geworden dat de kliniek de behandeling van veroordeelde niet voortvarend ter hand heeft genomen of dat de kliniek dat in de toekomst zal nalaten. De rechtbank ziet daarom geen redenen om af te wijken van voornoemd algemene uitgangspunt.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.H. Kielman, voorzitter, mr. S.T. Kooistra en
mr. S.R. Huisman, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 8 juli 2025.
Mrs. Kielman en Huisman zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.