ECLI:NL:RBNNE:2025:288

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
18-730039-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden en afwijzing aanhoudingsverzoek

Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde die ter beschikking was gesteld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, toegewezen. De zaak betreft een veroordeelde die in 2016 ter beschikking was gesteld wegens herhaaldelijk plegen van (poging tot) feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en een psychiater in overweging genomen, waarin werd geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen vanwege de kwetsbare situatie van de veroordeelde en het risico op recidive bij een verandering van omgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van terbeschikkingstelling wordt verlengd, mede gezien het recente drugsgebruik van de veroordeelde. Het verzoek van de raadsman om de behandeling van de zaak aan te houden, is afgewezen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met het belang van de veroordeelde bij zijn verblijf in de huidige instelling, waar hij een stabiele situatie doormaakt. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18-730039-14
beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 28 januari 2024 in de rechtbank Noord-
Nederland
in de zaak tegen

[veroordeelde]

veroordeelde,
geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Procesverloop
De officier van justitie heeft op 19 december 2024 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van veroordeelde zal verlengen met één jaar.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 januari 2025, waarbij aanwezig waren veroordeelde, zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, de officier van justitie en dhr. [naam] (reclasseringswerker) en dhr. [naam] (zorgmanager [instelling] ) als deskundigen.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder het door de unitmanager en de reclasseringswerker ondertekende verlengingsadvies d.d. 29 november 2024 van het LdH Noord-Nederland alsmede de aanvulling daarop d.d. 9 januari 2025, en het uitgebrachte Pro Justitia rapport van psychiater T.W.D.P van Os d.d. 15 november 2024, alsmede de voortgangsverslagen tbs van LdH Noord-Nederland omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van 29 juli 2016 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, veroordeelde ter beschikking gesteld onder voorwaarden wegens het meermalen plegen van (poging tot) feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 31 januari 2017 en laatstelijk op 26 januari 2023 verlengd met twee jaren.
Het advies van de reclassering
In het verlengingsadvies van de reclassering d.d. 9 januari 2025 wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. In dit advies (en in het eerdere verlengingsadvies d.d. 29 november 2024) is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Bij veroordeelde is sprake van een licht verstandelijke beperking, een schizotypische persoonlijkheidsstoornis, een ongespecificeerde schizofrenie spectrumstoornis of andere psychotische stoornis en een frotteurisme stoornis. Daarnaast bestaan er diverse stoornissen in middelen- en medicatiegebruik. Het risico op recidive werd ingeschat als laag/gemiddeld, waarbij de meest risico- verhogende factor het drugsgebruik is. Veroordeelde is blijvend kwetsbaar en impulsief en hij zal aangewezen blijven op een constante omgeving met sturing, structuur en bemoediging en die kan ingrijpen en sanctioneren indien hij zich niet aan de afspraken houdt. Veroordeelde verblijft in [instelling] waarbij de maximaal haalbare situatie bereikt lijkt en waarin hij een opmerkelijk stabiele situatie doormaakt. Desalniettemin moet [instelling] per 1 januari 2025 stoppen met het huisvesten van justitiabelen en is dan niet langer gecontracteerd voor forensische zorg. Als de tbs met voorwaarden wordt verlengd en veroordeelde in 2025 gedwongen moet verhuizen, zal hij weer op nul moeten beginnen in een vreemde omgeving zonder sociale contacten, met andere begeleiding en een nieuwe toezichthouder. Door de stress die dit zal veroorzaken zal hij door zijn gebrekkige copingvaardigheden nagenoeg zeker ontregelen en mogelijk weer drugs gebruiken, met een serieuze toename van recidivegevaar als gevolg.
De maximale termijn voor de tbs met voorwaarden wordt in januari 2026 bereikt en dus is er onvoldoende
tijd om hierop in te grijpen. De reclassering heeft zich daarom afgevraagd wat de meerwaarde zou zijn van een verlenging en er is daarom aanvankelijk geadviseerd om de tbs met voorwaarden te beëindigen, omdat veroordeelde wel als niet-justitiabele in [instelling] zou kunnen verblijven.
In haar nieuwste advies komt de reclassering hierop terug. Veroordeelde heeft op 13 december 2024 een officiële waarschuwing ontvangen wegens cocaïnegebruik. Specifiek drugsgebruik is voor veroordeelde een risicoverhogende factor en hierdoor kan zijn afwijkende seksuele interesse tot uiting komen. Veroordeelde heeft aangetoond dat hij niet kan zonder stringent kader met toezicht, controle en mogelijkheid tot sanctionering. Achterhaald door de realiteit en vanwege zijn zeer criminogene cocaïnegebruik is derhalve geadviseerd om de tbs met voorwaarden te verlengen met één jaar.
De deskundige, de heer [naam] , heeft tijdens de terechtzitting van 14 januari 2025 het advies toegelicht en bevestigd.
Het advies van de psychiater
In het door de psychiater opgemaakte rapport wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Het advies houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
De psychiater komt met betrekking tot de beperking en stoornissen tot dezelfde conclusies als de reclassering. Het toekomstige risico op recidive wordt zonder het huidige risicomanagement ingeschat als hoog en als laag/gemiddeld met het huidige risicomanagement. De psychiater heeft zich door de zorgmanager van [instelling] laten overtuigen dat veroordeelde op zijn plek kan blijven wonen indien de tbs met voorwaarden wordt verlengd. De psychiater heeft daarom geadviseerd om de tbs met voorwaarden te verlengen met één jaar.
Visie van zorgmanager t Achterhuus
De deskundige, de heer [naam] , heeft tijdens voornoemde terechtzitting de visie van [instelling] toegelicht. Deze toelichting houdt zakelijk weergegeven in:
Er is voor veroordeelde, gelet op zijn zorgdossier, geen betere plek dan in [instelling] . Hij functioneert hier goed. Ondanks het dispuut tussen [instelling] en het departement, wil hij zich ervoor inzetten dat veroordeelde op zijn huidige plek kan blijven wonen. Op dit moment is er door het departement geen deadline gesteld voor de verhuizing van justitiabelen, maar mocht het departement besluiten dat justitiabelen wel dit jaar nog moeten verhuizen, dan zal dit voor veroordeelde negatief uitpakken.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar.
Het standpunt van veroordeelde en zijn raadsman
De raadsman heeft bepleit dat hij geen opmerkingen heeft ten aanzien van de formele vereisten voor verlenging van de tbs met voorwaarden en heeft zich op het standpunt gesteld dat de behandeling van de zaak moet worden aangehouden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat veroordeelde de overgang moet maken naar een civiel zorgkader, zodat hij zijn plek in [instelling] niet zal verliezen. Indien veroordeelde gedwongen moet verhuizen, zal het recidiverisico toenemen en dat is zeer ongewenst. De zaak moet worden aangehouden zodat de officier van justitie de mogelijkheden van de overgang naar een civiel zorgkader kan onderzoeken.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van misdrijven gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundigen gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. Mede gelet op het recente drugsgebruik en de nog steeds aanwezige hoge kans op recidive bij het wegvallen van de huidige structuur, ziet de rechtbank thans geen aanleiding om de behandeling van de zaak aan te houden in afwachting van een onderzoek naar de mogelijkheden van een civiel zorgkader. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en de verlengingsadviezen, dan ook met één jaar verlengen. De rechtbank overweegt daarbij dat bij de tenuitvoerlegging rekening gehouden dient te worden met het belang van veroordeelde bij diens verblijf in [instelling] .
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek van de raadsman tot aanhouding af.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[veroordeelde]met
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door A.L.J.M.A. Janssens, voorzitter, mr. L.W. Janssen en mr. H.J. Schuth, rechters, bijgestaan door mr. J. van der Wiel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 januari 2025.