ECLI:NL:RBNNE:2025:284
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 21 januari 2025, wordt het verzoek van de verzoeker om een veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland in de proceskosten beoordeeld. De verzoeker had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van 25 november 2024, maar trok zijn verzoek om voorlopige voorziening in nadat het college had aangegeven dat zij een voorschot op een uitkering op grond van de Participatiewet over de maand december zouden uitbetalen.
De voorzieningenrechter heeft het college de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. Het college heeft aangegeven zich te kunnen vinden in een veroordeling van de proceskosten. De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting en baseert zich op artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat de rechtbank het bestuursorgaan kan veroordelen in de kosten indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen.
De voorzieningenrechter concludeert dat het college zich kan vinden in een proceskostenveroordeling conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. De totale proceskosten worden vastgesteld op € 907,-, wat het college moet vergoeden aan de verzoeker. Daarnaast kan de verzoeker zich rechtstreeks tot het college wenden voor vergoeding van het griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.