ECLI:NL:RBNNE:2025:268

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 januari 2025
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
198394
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 22 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en thans verblijvende op een onbekend adres. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, dat op 20 januari 2025 bij de griffie is ingekomen, en van verschillende bijlagen, waaronder een medische verklaring en een beschikking van de burgemeester. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de betrokkene en zijn advocaat, mr. H.C.L. Crozier, gehoord, evenals de psychiater M. Schuster. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft de onafhankelijkheid van de psychiater, S.O. de Vries, ter discussie gesteld, omdat deze recent zorg heeft verleend aan de betrokkene. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat de medische verklaring niet aan de wettelijke vereisten voldeed, maar de rechtbank oordeelde dat de psychiater onafhankelijk was en dat de medische verklaring geldig was. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene vermoedelijk lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, en dat de crisismaatregel noodzakelijk was om dit nadeel af te wenden.

De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De beschikking is mondeling gegeven op 22 januari 2025 en schriftelijk uitgewerkt op 28 januari 2025. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaaknummer / rekestnummer: C/17/198394 / FA RK 25-130
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 22 januari 2025naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende [adres] ,
thans verblijvende bij [verblijfsadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.C.L. Crozier, kantoorhoudende te Sneek.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 20 januari 2025, en van de volgende bijlagen:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Heerenveen d.d. 19 januari 2025;
  • de medische verklaring d.d. 19 januari 2025;
  • een verklaring van de griffie dat het curatele- en bewindregister ten aanzien van betrokkene geen gegevens bevat;
  • strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 januari 2025, op het verblijfsadres van betrokkene. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. H.C.L. Crozier;
  • M. Schuster, arts en psychiater in opleiding.
De officier van justitie heeft op voorhand aangegeven niet op de mondelinge behandeling te
zullen verschijnen.

2.De beoordeling

2.1.
Voordat de rechtbank toekomt aan een inhoudelijke beoordeling tot afgifte van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, zoals genoemd in hoofdstuk 7 van de Wvggz, dient te worden getoetst of is voldaan aan de wettelijke vereisten voor de voorbereiding en de inhoud van een voortzetting van de crisismaatregel.
2.2.
Door de advocaat van betrokkene is aangevoerd, zo begrijpt de rechtbank, dat dit niet het geval is nu de medische verklaring is opgesteld in strijd met artikel 5:7 sub d Wvggz. Dit artikel stelt de wettelijke verplichting dat de psychiater die de medische verklaring ter voorbereiding van de zorgmachtiging opstelt in elk geval één jaar geen zorg heeft verleend aan betrokkene. De medische verklaring is opgesteld door de heer S.O. de Vries. Op de beschikking van de burgemeester is aangegeven dat de heer S.O. de Vries de zorgverantwoordelijke is. De advocaat voert aan dat de heer S.O. de Vries in dit geval niet de medische verklaring had mogen afgeven.
2.3.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. De psychiater S.O. de Vries heeft betrokkene recent beoordeeld ten behoeve van de crisismaatregel. Door en namens betrokkene is niet gesteld dat deze psychiater ten tijde van het opstellen van de medische verklaring daadwerkelijk zorg aan betrokkene verleende dan wel dat in het jaar voorafgaand aan deze procedure heeft gedaan. Hiervan blijkt ook niet uit de stukken, noch uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek zelfs aangegeven dat hij psychiater S.O. de Vries niet kende. Dit maakt dat aan de voorwaarde, zoals gesteld in art. 5:7, aanhef en onder d, Wvggz, is voldaan. Uit het episodejournaal blijkt ook dat de heer De Vries het veld
‘zorgverantwoordelijk is gevuld met ‘Vries, S.O. de dhr. dr.”heeft ingevuld op 19 januari 2025 om 16:24 uur, terwijl de medische verklaring daarvoor is ondertekend om 15:48 uur
.Ook uit het Episode journaal kan niet worden afgeleid dat de psychiater niet onafhankelijk is.
Daarnaast heeft de psychiater zijn onafhankelijkheid in de medische verklaring bevestigd en beschreven. Gelet op voorgaande ziet de rechtbank dan ook geen reden om aan de onafhankelijkheid van de psychiater te twijfelen.
2.4.
Daarnaast heeft betrokkene aangegeven dat de heer S.O. de Vries niet in het bezit is van een BIG registratienummer. Het BIG registratienummer van de heer S.O. de Vries is opgenomen in het Episode journaal, zodat deze stelling van betrokkene onjuist is. De rechtbank zal gelet op voorgaande het standpunt van betrokkenen, inhoudende dat de medische verklaring niet aan de wettelijke vereisten voldoet, passeren.
Inhoudelijke beoordeling.
2.5.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier van justitie ten aanzien van een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.6.
Door en namens betrokkene is primair afwijzing van het verzoek bepleit. Betrokkene herkent zich niet in de stoornissen die in de overgelegde stukken en tijdens de mondelinge behandeling naar voren zijn gekomen. Volgens de advocaat zou er een second opinion moeten worden uitgevoerd. Daarnaast wil betrokkene op vrijwillige basis zijn verblijf in de kliniek voortzetten.
2.7.
Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene (vermoedelijk) lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.8.
De rechtbank is verder van oordeel dat deze stoornis leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel.
Betrokkene is recent met een crisismaatregel opgenomen op zijn huidige verblijfsplaats in verband met een waanstoornis. Daarnaast is betrokkene bekend met een autismespectrumstoornis. Voorafgaand aan de opname voelde betrokkene zich zodanig bedreigd door zijn buurvrouw dat hij heeft aangegeven haar van het balkon te willen gooien. Volgens betrokkene was de buurvrouw een op afstand aangestuurde kloon van de minister van asielzaken. Hij was er zeker van dat zij zijn huis is binnengedrongen en een jeugdfoto van hem heeft zoekgemaakt. Betrokkene hield er rekening mee dat de buurvrouw hem zou opzoeken met een groot mes om hem te doden. Daarnaast bracht hij de buurvrouw in verband met onbetrouwbare figuren in onder andere Workum en met de moordenaar van Marianne Vaatstra. Betrokkene is ervan overtuigd dat hij in contact staat met satellieten en astrale lichamen.
2.9.
Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek is gebleken dat betrokkene momenteel is opgenomen met een psychotisch toestandsbeeld. Betrokkene is tijdens opname ingesteld op medicatie, maar er is nog wel sprake van een psychose. Zo is betrokkene nog achterdochtig en dreigend naar zijn buurvrouw. Een langere opname is noodzakelijk voor het verder instellen op medicatie en het uitvoeren van nadere diagnostiek. Het voorgaande maakt dat de rechtbank van oordeel is dat er sprake is van een dusdanige crisissituatie dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.10.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van zorgnoodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. Het gaat hierbij om:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • opnemen in een accommodatie.
De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg met de psychiater en de
advocaat van betrokkene besproken. Door de officier van justitie is verplichte zorg in de vorm van ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’, ‘controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ en ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ niet verzocht. De arts heeft ter zitting aangegeven dat deze vormen van zorg wel noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Betrokkene is recent op basis van een crisismaatregel opgenomen. Betrokkene is bekend met cannabisgebruik. Daarnaast heeft betrokkene in de thuissituatie veelvuldig de hulpdiensten gebeld waardoor het mogelijk moet zijn het gebruik van communicatiemiddelen te beperken. Tevens moet in de thuissituatie het mogelijk zijn om ambulante nazorg te geven. Om deze reden is het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten noodzakelijk. Namens betrokkene is bezwaar gemaakt tegen toevoeging van deze vormen van zorg. De rechtbank is van oordeel dat deze vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden en zal deze ambtshalve (met toepassing van art. 7:8, lid 2 Wvggz) toevoegen.
2.11.
Ondanks dat door en namens betrokkene naar voren is gebracht dat betrokkene wel langer in de kliniek wil blijven, is de rechtbank van oordeel dat er geen vrijwilligheid is ten aanzien van de vormen van zorg. Betrokkene heeft ter zitting aangegeven dat hij is ontvoerd naar de kliniek. Hij is enkel bereid om in de kliniek te verblijven, omdat hij zich daar veilig voelt en hier goed kan slapen. Betrokkene heeft geen ziektebesef en weigert de medicatie. Eerdere pogingen om hem ambulant te behandelen zijn op niets uitgelopen. Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek heeft de arts aangegeven dat het van belang is dat betrokkene langer wordt opgenomen om hem in te stellen op medicatie om weer tot een stabiel toestandsbeeld te komen. Daarnaast moet er nadere diagnostiek worden uitgevoerd. De rechtbank is van oordeel dat onder andere een opname in de accommodatie en het gebruik van medicatie noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen en af te wenden. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.12.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief (artikel 3:3 Wvggz). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.13.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.
2.14.
Na de mondelinge behandeling is op een kennisgeving van de mondelinge uitspraak uitgereikt aan de zorgaanbieder.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedatum] , inhoudende dat gedurende de geldigheid van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 februari 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 22 januari 2025 door mr. J. Teertstra, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 28 januari 2025.
..
fn. 998
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.