ECLI:NL:RBNNE:2025:2561

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
18.253252.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor drugshandel, gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie

Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een 32-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaren voor verschillende strafbare feiten, waaronder het voorhanden hebben van hennep en cocaïne, gewoontewitwassen, deelname aan een criminele organisatie en het voorbereiden van de productie van synthetische drugs. De rechtbank legde ook een verplichting op tot betaling van € 6.294,87 aan de Staat ter vergoeding van de opruim- en vernietigingskosten van een drugslab. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon in juni 2022, waarbij verdachte betrokken was bij de inrichting van een drugslaboratorium en de handel in drugs en professioneel vuurwerk. Tijdens de zittingen op 20 en 22 mei en 2 juni 2025 werd vastgesteld dat verdachte samen met anderen handelingen verrichtte die gericht waren op het produceren en verhandelen van drugs. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van verdachte bij de criminele organisatie en de gepleegde feiten, ondanks de verdediging die pleitte voor vrijspraak van enkele beschuldigingen. De rechtbank vond de straf passend gezien de ernst van de feiten en de rol van verdachte binnen de organisatie.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.253252.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 juni 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboorte datum] 1992 te [geboorte plaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 en 22 mei en 2 juni 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Houwink en mr. B. Broerse.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2023 tot en met 10 oktober 2023 te [plaats] en/of Groningen en/of ' [plaats] en/of [plaats] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van (meth)amfetamine, althans een materiaal bevattende (meth)amfetamine, en/of cocaïne, althans (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, - een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, opzettelijk - een of meer (geschikte) locatie(s) ten behoeven van de productie en/of opslag van (precursoren van) synthetische drugs te (doen/laten) zoeken en/of aandragen en/of beoordelen, en/of, - ten aanzien van een productielocatie te [plaats] (in een pand op/aan/nabij de Hoofdstraat
222a):
  • die locatie te (doen/laten) huren, al dan niet via een derde/katvanger, en/of - een deel van (de toegang van/tot) die locatie dicht te (doen/laten) timmeren en/of de vloer van die locatie te (doen/laten) egaliseren, en/of die locatie van afzuigunits en/of ventilatoren en/of koolstoffilters te (doen/laten) voorzien en/of daartoe gereed te maken, en/of
  • die locatie (verder) te (doen/laten) verbouwen/vertimmeren en/of in te richten of te voorzien van rvc- tafels en/of vaten en/of jerrycans en/of zakken meteen hoeveelheid methylthioglycolaat en/of
AIBN (een peroxide) en/of L-wijnsteenzuur (in totaal ongeveer 925 kilogram) en/of een hoeveelheid tolueen en/of aceton en/of methanol en/of en/of zoutzuur en/of methylamine en/of caustic soda (natriumhydroxide), en/of andere gereedschappen, materialen en/of hulpmiddelen, geschikt voor de productie van dat/die synthetische drugs/(meth)amfetamine, althans middel(en),
en/of
- ( (daartoe tevens) een of meer jerrycans met een hoeveelheid aceton (in totaal ongeveer 1280 liter) en/of zoutzuur (in totaal ongeveer 380 liter), en/of maatbekers en/of kookplannen en/of
centrifuges, en/of andere goederen en/of chemicaliën of (chemische) (hulp)stoffen, geschikt/bedoeld voor
die productie van (meth)amfetamine, althans dat/die middel(en), in te kopen,
te vervoeren en/of nabij die locatie (onder dekzeilen en/of buiten/nabij dat pand) voorhanden te hebben en/of op te slaan,
en/of (ook)
-dat (aldus) ingerichte drugslab/locatie te [plaats] aan een of meer derde(n) (deels) aan te bieden en/of te verkopen/verhuren, ten einde daar (mede) synthetische drugs te (doen/laten)
vervaardigen;
2.
A. hij op of omstreeks 10 oktober 2023 te Groningen en/of [plaats] en/of elders in Nederland, (in totaal ongeveer)
-364,26 gram cocaïne (in de woning aan/nabij [adres] te Groningen), en/of
-0,27 gram cocaïne (in de woning aan/nabij [adres] te [plaats] ), althans (in totaal) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende bevattende cocaïne,
zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van die wet,
heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig heeft gehad;
EN/OF
hij op of omstreeks 10 oktober 2023 te Groningen en/of elders in Nederland, (in totaal ongeveer)
-502 gram en/of 494 gram hennep (in de woning [adres] te Groningen) en/of
althans (in totaal) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep of delen van hennepplanten, zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van die wet, heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 2 augustus 2023, althans in 2023, te Groningen en/of ' [plaats] en/of [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk (in totaal ongeveer) twee kilogram hennep, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep en/of delen van hennepplanten en/of hasjiesj, zijnde meer dan 30 gram,
althans een of meer middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van die wet, heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 10 oktober 2023 te Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten (in totaal ongeveer)
  • 300 stuks knalvuurwerk (super cobra 6), en/of
  • 1560 stuks knalvuurwerk (caramella 16g), en/of
-1476 kilogram siervuurwerk (te weten cakeboxen en/of vuurwerk van het soort batterij enkelschotsbuizen), in elk geval een (grote) hoeveelheid zwaar knalvuurwerk en/of (flash)bangers en/of siervuurwerk,
zijnde een (grote) hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik,
-in een loods aan of nabij de [adres] te Groningen, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
5.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 4 oktober 2023 tot en met 9 oktober 2023 te Groningen en/of [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, teneinde, handelingen als bedoeld in het eerste lid van artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit, te weten, het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of mede te plegen om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
  • heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het verrichten van die handelingen te verschaffen en/of
  • voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die handelingen, immers, heeft hij, verdachte,
  • aan een onbekend gebleven persoon via snapchat, gorilla Purple, Royal gorilla, Cobra 6 en/of Vlinders, in ieder geval professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te koop
aangeboden (p. 1183), en/of
- prijslijst en/of advertentie waarin professioneel vuurwerk (onder meer Cobra 6, Vlinders, 100 Shots cakes. Shells en/of Vlinders) te koop werden aangeboden verstuurd en/of doorgezet en/of opgesteld en/of op zijn telefoon voorhanden gehad (p. 1195);
6.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 9 mei 2023 tot en met 10 oktober 2023, in elk geval in 2023, te Groningen en/of ' [plaats] en/of [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, op verschillende tijdstippen in die periode, (van) (een) voorwerp(en), te weten:
  • (telkens) een hoeveelheid (contant) geld, en/of
  • (in totaal ongeveer) 19.415 euro en/of 690 euro en/of 1895 euro (contant), althans een hoeveelheid geld,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) was of wie bovenomschreven voorwerp(en) voorhanden had, door (telkens) dat (contante) geld onder zich te nemen en/of te vervoeren en/of in de woning van verdachtes vriendin ( [adres] te Groningen) op te bergen en/of te verstoppen en/of te bewaren en/of om (later) (deels) af te geven aan een ander/derde (al dan niet in overleg), althans (van) dat/die geldbedrag(en) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen en/of omgezet en/of gebruik heeft gemaakt;
terwijl hij (telkens) wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit het misdrijf;
7.
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023, te' [plaats] en/of Groningen en/of [plaats] en/of elders in Nederland, al dan niet als oprichter en/of leider en/of bestuurder,
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten: verdachte en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of
[medeverdachte] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
te weten:
- het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, in de zin van artikel 10a Opiumwet, namelijk het opbouwen en/of inrichten van een
drugslaboratorium en/of het opslaan van een of meer precursoren en/of chemicaliën en/of andere
goederen en/of stoffen geschikt voor en/of in verband met de (voorgenomen) productie van synthetische drugs, en/of
- het opzettelijk bereiden, bewerken en/of verwerken en/of het verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van MDMA en/of (meth)amfetamine en/of andere
middel(en), zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of al dan niet bedrijfsmatig telen en/of bereiden, bewerken en/of verwerken en/of het verkopen, afleveren, verstrekken en/of
vervoeren van hennep, althans (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, en/of
  • het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en/of voorwerpen als bedoeld in artikel 11a Opiumwet, en/of
  • het opzettelijk aanwezig hebben van (een grote hoeveelheid) van (bovengenoemde) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of II, en/of
  • het opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland brengen, op te slaan en/of voorhanden hebben, en/of
  • het al dan niet opzettelijk witwassen van geld, althans het plegen van een of meer misdrijven.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor alle feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van feiten 1 en 4 en partieel moet worden vrijgesproken van het element “al dan niet als oprichter en/of leider en/of bestuurder” onder feit 7 en de ten laste gelegde 364,26 gram cocaïne onder feit 2. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat verdachte concrete voorbereidingshandelingen zou hebben verricht ten aanzien van het lab in [plaats] . Uit de jurisprudentie volgt dat belastende uitspraken via de tap, waarbij niet is gebleken van een daadwerkelijke uitvoering van de snode plannen onvoldoende is om te kunnen spreken van een actieve bijdrage aan voorbereidingshandelingen.
Ten aanzien van het onder feit 2 ten laste gelegde cocaïnebezit (364,26 gram) heeft de raadsman aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt dat de aangetroffen stoffen dezelfde zijn als die uiteindelijk door het NFI zijn onderzocht en bestempeld als cocaïne. Verdachte heeft daarnaast aangevoerd dat hij een doos moest bewaren voor een kennis, genaamd [naam] , maar dat hij niet wist wat er in zat.
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen beschikkingsmacht had over het aangetroffen vuurwerk, aangezien hij geen enkele betrokkenheid had bij het huren van de loods en niet over een sleutel beschikte.
Ten aanzien van feit 7 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte wel deelnam aan de criminele organisatie, maar voor een kortere periode dan ten laste is gelegd.
Oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen1, het volgende.
Feit 1: synthetisch drugslab [plaats]
In de periode van 21 juni 2023 tot 10 oktober 2023 wordt er vertrouwelijke communicatie opgenomen in het voertuig van medeverdachte [medeverdachte] . Uit gesprekken die [medeverdachte] voert met onder andere verdachte2 wordt duidelijk dat [medeverdachte] bezig is met de inrichting van een drugslab bij [naam] . Verdachte en [medeverdachte] bespreken namelijk dat een schuur netjes moet worden gemaakt voor de verkoop, dat ze hem gaan bevoorraden en het afval willen dumpen. Uit een gesprek op 31 juli 2023 blijkt dat verdachte die week gaat helpen in de schuur:

[medeverdachte] : Ja, want deze week moeten we even meters gaan verzetten. Als we geluk hebben, dan hebben wij eind van deze week ook dertig ruggen hè. Ja, want dat geld wil ik wel vooraf hebben, als het wat minder is, dan is het wat minder, als we dertig hebben, dan hebben we ieder tien, weetje, dan kunnen we daar weer dingen mee gaan doen, weetje. Ja, goed vroeg knallen, ik wil om acht uur eigenlijk beginnen, man. Om acht uur beginnen man, dan
zijn we ook gewoon op tijd klaar.
NNM 2: Ik heb om drie uur een afspraak in het ziekenhuis.
[medeverdachte] : Ja, dat moet ook door gaan. Dan zetten we jou even af, desnoods zet jij jouw auto even redelijk daar in de buurt, ik weet wel waar, dan zal ik daar wel even komen, dan halen wij jou daar op, weetje, dan kan je gelijk in één keer door.
[medeverdachte] : Als je om twee uur weg gaat, dan neem je schone kleren mee. Zorg dat je ouwe kleren mee hebt, ja?”.
Verder spreken verdachte en [medeverdachte] over het verdelen van de opbrengsten. Verdachte zegt tegen [medeverdachte] dat hij het ding sowieso eerst zou laten draaien en dan pas verkopen. Op 3 augustus 2023 wordt er gesproken over een ontmoeting met potentiële kopers uit Leeuwarden. Verdachte stemt ermee in om hierbij aanwezig te zijn. Ook zegt hij dingen uit te gaan zoeken voor het opstellen van een contract.3
Uit de telefoon- en bakengegevens van [medeverdachte] blijkt dat hij en verdachte op 31 augustus 2023 afspreken en samen naar [plaats] rijden. In de auto wordt gesproken over wat ze kunnen gaan verdienen. Vervolgens wordt door het observatieteam waargenomen dat zij samen gaan hardlopen en ongeveer een halfuurtje later door een blauwe Peugeot 306 Break weer bij hun auto worden afgezet.4 De eigenaar van de boerderij in [plaats] waar het drugslab is aangetroffen, [naam] , heeft in zijn verhoor erkend in het bezit te zijn van een blauwe Peugeot 306 Break.5
Op 10 oktober 2023 is de locatie in [plaats] doorzocht.6 Er werd een ingericht en dichtgetimmerd (nog) niet in werking zijnde drugslab aangetroffen. Er waren chemicaliën7 (waaronder 1.280 liter aceton en 380 liter zoutzuur) en andere goederen (zoals tonnen, pannen, maatbekers, centrifuges, e.d.) aanwezig die
volgens het LFO typische materialen zijn die worden gebruikt bij de vervaardiging c.q. bewerking van met name (meth)amfetamine.
Conclusie
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat op grond van de voorgaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een actieve bijdrage heeft geleverd aan de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen met betrekking tot het drugslab in [plaats] . Hieruit blijkt namelijk dat verdachte de volgende concrete handelingen heeft verricht:
  • het gereed maken van de locatie;
  • het geven van advies over de verkoop van het ingerichte drugslab;
  • het aanwezig zijn bij een ontmoeting met potentiële kopers van het ingerichte drugslab;
  • het uitzoeken van het opstellen van een (vals) contract ten behoeve van de huur van de schuur waarin
het drugslab zich bevond.
Feit 2: bezit cocaïne en hennep
Op 10 oktober 2023 is de woning van de vriendin van verdachte aan [adres] te Groningen doorzocht.8 Daar werden onder andere sealbags en een gripzak met daarin 364,26 gram brokken en poeder in beslag genomen.910 De inhoud van deze gripzak is vervolgens bemonsterd en onderzocht door het NFI. Het NFI heeft geconcludeerd dat dit monster cocaïne bevat.11 Uit onderzoek van het NFI is verder gebleken dat de aangetroffen sealbags in totaal 502 en 494 gram hennep bevatten.1213
De vriendin van verdachte heeft verklaard dat verdachte regelmatig bij haar verblijft aan [adres] te Groningen en dat de cocaïne niet van haar is.14
Verdachte heeft ter zitting op 20 mei 2025 verklaard dat de aangetroffen hennep van hem was. Ten aanzien van de cocaïne heeft verdachte verklaard dat een kennis, genaamd [naam] , aan hem had gevraagd om een doos te bewaren.
Op 10 oktober 2023 is ook het huis van verdachte aan de [adres] te [plaats] doorzocht. Daarbij is onder andere een gripzakje met wit poeder aangetroffen en in beslag genomen. 15 Dit poeder had een nettogewicht van 0,27 gram.16 Door het NFI is hier vervolgens onderzoek naar gedaan en daaruit is gebleken dat het poeder cocaïne bevatte.17
De rechtbank overweegt ten aanzien van het verweer van de raadsman dat deze wordt weerlegd door de inhoud van bovengenoemde bewijsmiddelen. Verder acht de rechtbank de verklaring van verdachte zo weinig concreet en onvoldoende onderbouwd dat de rechtbank hier mede gelet op en in samenhang bezien met voorgaande bewijsmiddelen geen waarde aan hecht.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte alle ten laste gelegde hoeveelheden cocaïne en hennep aanwezig heeft gehad.
Feit 3: verhandelen van 2 kilogram hennep
Uit de opnames van de vertrouwelijke communicatie in het voertuig van medeverdachte [medeverdachte] met kenteken [kenteken] , blijkt dat hij samen met verdachte bezig is met de handel in wiet. In
gesprekken die zij in de auto hebben gevoerd op 2 augustus 2023 wordt door verdachte onder andere gezegd dat hij 2 kilo in die tas heeft gedaan. Vervolgens stapt er een onbekende persoon bij hen in de auto, waarna wordt gezegd dat ze naar [naam] rijden. De onbekende persoon stapt vervolgens uit.
Verdachte vraagt of hij zijn tas weer mee terug wil nemen. In de tijd dat de onbekende man weg is, zegt verdachte om 17:31 uur tegen [medeverdachte] : “
kijk zoals deze jongen, is perfect toch broer. Wij pakken die spullen, wij rijden met hem daarheen, hij verkoopt die wiet en hij komt gelijk met geld terug. Geen stress.”Even later zegt verdachte: “
oh daar is die al, de zak is weg, dat scheelt, hij heeft het verkocht.”De onbekende man stapt weer bij hen in de auto en zegt dat hij een paar toppen had gebroken en het voor één puntje minder wilde hebben, omdat het nog een beetje vochtig was. Ze bespreken bedragen en tellen geld. 18
Op diezelfde dag is door het observatieteam waargenomen dat [medeverdachte] in zijn auto (met kenteken [kenteken] ) reed en dat er een man op de bijrijdersstoel zat. Vervolgens werd omstreeks 17:30 uur gezien dat de auto stil stond op de parkeerplaats van het [adres] in Groningen.19 [naam] is gelegen aan de [adres] te Groningen.20 Verbalisanten van het observatieteam herkennen de bijrijder als zijnde één van de tweelingbroers [naam] . Bovendien wordt de stem van verdachte herkend.21
Conclusie
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte samen anderen 2 kilogram hennep voorhanden heeft gehad, heeft vervoerd en verkocht.
Feiten 4 en 5: voorhanden hebben professioneel vuurwerk en verrichten voorbereidingshandelingen voor het verhandelen van professioneel vuurwerk
Vanaf 21 juni 2023 tot de aanhouding van verdachte op 10 oktober 2023 is vertrouwelijke communicatie (OVC) opgenomen in het voertuig van medeverdachte [medeverdachte] . Hieruit blijkt dat [medeverdachte] , [medeverdachte] en [medeverdachte] op 4 en 6 oktober 2023 vuurwerk hebben geïmporteerd uit Duitsland en naar de loods aan de [adres] te Groningen hebben gebracht. Ook blijkt hieruit dat verdachte betrokken is bij de opslag van illegaal vuurwerk. 22
In een gesprek op 25 september 2023 zegt [medeverdachte] tegen verdachte dat hij net bij een loods is wezen kijken en dat hij hem heeft gehuurd. Daarna zegt hij dat verdachte hem ook mag gebruiken voor 3 meier per maand. Op 4 oktober 2023 zegt [medeverdachte] in een telefoongesprek tegen verdachte dat de jongen van de coffeeshop wat vuurwerk komt ophalen. Verdachte zegt dan dat hij toch over Groningen gaat, dus dat hij dat ding wel even kan pakken. Ze bespreken dat [medeverdachte] de sleutel dan even moet klaarleggen. De volgende dag hebben verdachte en [medeverdachte] om 09:25 uur het volgende telefoongesprek:

[medeverdachte] zegt Ja, is goed, geef ik je ook even die sleutel van die loods, kan je daar ook gelijk even in, ja
[verdachte] lacht, hij weet nog niet eens waar het is. [medeverdachte] : Gaan we gelijk even heen zo ja? Is goed.
[medeverdachte] is er over een klein half uurtje. [verdachte] komt naar beneden.”23
Omstreeks 10:56 uur is door het observatieteam waargenomen dat verdachte samen met [medeverdachte] de loods aan de [adres] te Groningen heeft betreden, nadat [medeverdachte] deze heeft geopend met een sleutel.24
Uit onderzoek aan de telefoon van verdachte blijkt dat hij op 4 en 5 oktober 2023 via Snapchat vuurwerk te koop aan heeft geboden, waaronder Cobras en Vlinders. Ook is er een op 9 oktober 2023 aangemaakte notitie op de telefoon aangetroffen met een prijslijst van allerlei soorten illegaal vuurwerk. 25
Op 10 oktober 2023 is de loods aan de [adres] te Groningen doorzocht en zijn er dozen met illegaal vuurwerk aangetroffen. Dit betrof onder andere knalvuurwerk, namelijk Cobras en Vlinders.26
Conclusie
Uit bovenstaande bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat verdachte op 5 oktober 2023 van [medeverdachte] een sleutel krijgt van de loods aan de [adres] . Vlak daarna wordt gezien dat verdachte samen met [medeverdachte] de loods binnen gaat en op diezelfde dag biedt verdachte hetzelfde soort vuurwerk te koop aan als het soort vuurwerk dat is aangetroffen in de loods, namelijk Cobras en Vlinders. In tegenstelling tot de raadsman is de rechtbank van oordeel dat daarmee voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat verdachte de beschikkingsmacht had over het aangetroffen vuurwerk. Ook acht de rechtbank op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de handel in professioneel vuurwerk.
Feit 6: gewoontewitwassen
Op 10 oktober 2023 is de woning van de vriendin van verdachte aan [adres] te Groningen doorzocht.27 Daarbij zijn diverse geldbedragen in beslag genomen, waaronder:
  • 1.895,-, in een zwart Gucci tasje;
  • 19.415,- in een rugzak; en
  • 690,- bovenop een kastje in de slaapkamer.28
In de rugzak werd ook het paspoort van verdachte aangetroffen.29 Daarnaast is er DNA aangetroffen op één van de plastic zakjes waarin een deel van het geld zat dat in de rugzak is aangetroffen.30 Na onderzoek bleek dat het aangetroffen DNA-profiel afkomstig kan zijn van minimaal twee personen en dat het aantreffen van dit DNA-profiel meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is wanneer het DNA afkomstig is van verdachte (dan wel zijn tweelingbroer) en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van twee willekeurige onbekende personen.31
De vriendin van verdachte, getuige [getuige] , heeft ten aanzien van het geld in de rugzak verklaard dat het van verdachte is, aangezien het niet van haar is.32
Op de in beslag genomen telefoon van verdachte zijn fotos gevonden waarop verdachte staat afgebeeld, terwijl hij een zwart Gucci tasje draagt. Deze foto is genomen op 10 juni 2023. 33
Verder is er onderzoek gedaan naar de financiële positie en de bankgegevens van verdachte. Hieruit blijkt dat de aangetroffen geldbedragen niet van legale afkomst kunnen zijn.34 Bovendien is in verschillende opgenomen gesprekken te horen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] spreken over illegale vuurwerk- en hennephandel en de winst daarvan. In een gesprek op 3 oktober 2023 vraagt [medeverdachte] of verdachte het geld toevallig al had opgehaald, omdat hij morgen voor 35 rooien vuurwerk gaat ophalen. Verdachte reageert met “
ja man, heb ik hier bij me”.Daarna is te horen dat zij geld aan het tellen zijn.35
Conclusie
Al het voorgaande in samenhang bezien leidt de rechtbank tot het oordeel dat voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat verdachte van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt door de ten laste gelegde bedragen in de woning van zijn vriendin op te bergen, terwijl hij wist dat dit afkomstig was uit enig misdrijf.
Feit 7: deelname aan een criminele organisatie
Juridisch kader
Volgens vaste jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr (hierna: een criminele organisatie) worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Van een dergelijke duurzaamheid dan wel structuur kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van misdrijven. Daarbij is voor een bewezenverklaring voldoende dat het plegen van misdrijven wordt beoogd, zodat nog geen aanvang hoeft te zijn gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan.
Van deelneming aan een criminele organisatie is sprake als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband én als de verdachte een aandeel heeft in gedragingen, dan wel gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van hierboven bedoeld oogmerk. In het bestanddeel “deelneming aan” ligt tevens het opzet van de verdachte besloten. Niet is vereist dat komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan een criminele organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Ook is niet vereist dat verdachte opzet heeft gehad op de door de criminele organisatie beoogde concrete misdrijven. Het opzet moet zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie. Bovendien hoeft niet te worden deelgenomen aan de misdrijven waarop het oogmerk is gericht. Medeplichtigheid aan enig misdrijf waarop het oogmerk van de organisatie was gericht, kan voldoende zijn om van deelneming in de zin van artikel 140 Sr te spreken.
Vaststelling van de feiten
Op grond van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast.
De criminele organisatie
Om te beginnen blijkt uit het onderzoek Koolzaad (parketnummer 18-142965-24) dat tijdens het opzetten van de cocaïnewasserij in [plaats] al contact was tussen medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] en tussen [medeverdachte] en medeverdachte [medeverdachte] .36 Vanaf 24 mei 2023 komen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] ook in beeld als zij worden herkend bij ontmoetingen met [medeverdachte] na de ontdekking van het drugslab in [plaats] .37 Uit diverse opsporingsmiddelen (waaronder OVCs38 en observaties39) blijkt dat alle verdachten vanaf dan onderling contact met elkaar hebben, waarin veelvuldig wordt gesproken over criminele activiteiten, zoals het opzetten van drugslabs en hennep- en vuurwerkhandel. Ook blijkt uit die gesprekken dat [medeverdachte] veel zaken met zowel verdachte als [medeverdachte] overlegt en dat zij en [medeverdachte] geld investeren in met name de hennep- en vuurwerkhandel. De criminele activiteiten worden in wisselende samenstellingen uitgevoerd. Er is sprake van een zeker(e) tijdsverloop en onderlinge verdeling, waarmee
de duurzaamheid en structuur van de organisatie kan worden vastgesteld.40
De rechtbank oordeelt op grond van het voorgaande dat in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 sprake is geweest van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, met het oogmerk om misdrijven te plegen, namelijk (het voorbereiden van) het produceren van harddrugs, het importeren en verhandelen van hennep en vuurwerk en/of witwassen.
Deelname aan de organisatie door verdachte
Uit de bewezenverklaarde feiten 1, 3, 4 en 5 volgt dat verdachte zich onder andere schuldig heeft gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen voor de productie van (meth)amfetamine en het (voorbereiden van) verhandelen van hennep en vuurwerk. Al deze feiten zijn in vereniging gepleegd met in ieder geval [medeverdachte] en soms ook met [medeverdachte] . De rol van verdachte bij het plegen van deze feiten heeft concreet bestaan uit [medeverdachte] voorzien van advies en hulp ten aanzien van het drugslab in [plaats] en het proberen te verhandelen van het door [medeverdachte] , [medeverdachte] en [medeverdachte] ingevoerde professionele vuurwerk. Ook heeft hij samen met [medeverdachte] 2 kilogram hennep verkocht aan een coffeeshop. Tot slot bespreken [medeverdachte] en verdachte investeringen, opbrengsten en verdelingen van de buit.41
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van het voorgaande vast dat verdachte in de periode van 10 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 juli 2023 tot en met 10 oktober 2023 te [plaats] en, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en te bevorderen,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en vervaardigen van (meth)amfetamine,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid en middelen te verschaffen, en
  • zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en
  • voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader(s), wist(en) dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), opzettelijk
  • ten aanzien van een productielocatie te [plaats] (in een pand nabij de [adres] ):
  • die locatie te (doen/laten) huren, en
  • een deel van (de toegang van/tot) die locatie dicht te (doen/laten) timmeren en de vloer van die locatie te (doen/laten) egaliseren, en die locatie van afzuigunits en ventilatoren en koolstoffilters te (doen/laten) voorzien en/
  • die locatie (verder) te (doen/laten) verbouwen/vertimmeren en in te richten of te voorzien van rvc-tafels en vaten en jerrycans en zakken met een hoeveelheid methylthioglycolaat en AIBN (een peroxide) en L- wijnsteenzuur (in totaal ongeveer 925 kilogram) en een hoeveelheid tolueen en aceton en methanol en zoutzuur en methylamine en caustic soda (natriumhydroxide), en andere gereedschappen, materialen en
hulpmiddelen, geschikt voor de productie van die synthetische drugs/(meth)amfetamine, en
- ( (daartoe tevens) een of meer jerrycans met een hoeveelheid aceton (in totaal ongeveer 1280 liter) en zoutzuur (in totaal ongeveer 380 liter), en maatbekers en kookplannen en
centrifuges, en andere goederen en chemicaliën of (chemische) (hulp)stoffen, geschikt/bedoeld voor die productie van (meth)amfetamine, nabij die locatie (onder dekzeilen en nabij dat pand) voorhanden te hebben en op te slaan, en (ook)
-dat (aldus) ingerichte drugslab/locatie te [plaats] aan derde(n) aan te bieden of te verkopen/verhuren, ten einde daar (mede) synthetische drugs te (doen/laten) vervaardigen;
2.
A. hij op 10 oktober 2023 te Groningen en [plaats] (in totaal ongeveer)
-364,26 gram cocaïne (in de woning aan [adres] te Groningen), en
-0,27 gram cocaïne (in de woning aan [adres] te [plaats] ), aanwezig heeft gehad;
EN
hij op 10 oktober 2023 te Groningen (in totaal ongeveer)
-502 gram en/
of494 gram hennep (in de woning [adres] te Groningen) aanwezig heeft gehad;
3.
hij op 2 augustus 2023, te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk (in totaal ongeveer) twee kilogram hennep, heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd;
4.
hij op 10 oktober 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten (in totaal ongeveer)
  • 300 stuks knalvuurwerk (super cobra 6), en
  • 1560 stuks knalvuurwerk (caramella 16g), en
  • 1476 kilogram siervuurwerk (te weten cakeboxen en vuurwerk van het soort batterij enkelschotsbuizen),
-in een loods aan of nabij de [adres] te Groningen, heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad;
5.
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 4 oktober 2023 tot en met 9 oktober 2023 te Groningen en [plaats] opzettelijk, teneinde, handelingen als bedoeld in het eerste lid van artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit, te weten, het voorhanden hebben en opslaan en aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voor te bereiden en te bevorderen,
  • heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of mede te plegen
  • heeft getracht anderen gelegenheid en middelen en inlichtingen tot het verrichten van die handelingen te verschaffen en
  • voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die handelingen, immers, heeft hij, verdachte,
  • aan een onbekend gebleven persoon via snapchat, gorilla Purple, Royal gorilla, Cobra 6 en Vlinders, te koop aangeboden , en/
  • prijslijst waarin professioneel vuurwerk (onder meer Cobra 6, Vlinders, 100 Shots cakes. Shells en Vlinders) te koop werden aangeboden op zijn telefoon voorhanden gehad;
6.
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 9 mei 2023 tot en met 10 oktober 2023, te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met (een) ander(en), meermalen, op verschillende tijdstippen in die periode, (van) (een) voorwerp(en), te weten:
- ( in totaal ongeveer) 19.415 euro en 690 euro en 1895 euro (contant),
de werkelijke aard en de herkomst en de vindplaats verborgen en verhuld, door (telkens) dat (contante) geld onder zich te nemen en in de woning van verdachtes vriendin ( [adres] te Groningen) op te bergen en te verstoppen en te bewaren;
terwijl hij (telkens) wist dat die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit het misdrijf;
7.
hij in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023, te Groningen en [plaats] en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten: verdachte en [medeverdachte] en [medeverdachte] en [verdachte] en [medeverdachte] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, in de zin van artikel 10a Opiumwet, namelijk het opbouwen en inrichten van een drugslaboratorium en het opslaan van een of meer precursoren en chemicaliën en andere goederen en/of stoffen geschikt voor de (voorgenomen) productie van synthetische drugs, en
- het opzettelijk bereiden, bewerken en/of verwerken en vervaardigen van MDMA en/of (meth)amfetamine, en
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van hennep, en
- het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en voorwerpen als bedoeld in artikel 11a Opiumwet, en
- het opzettelijk aanwezig hebben van (een grote hoeveelheid) van (bovengenoemde) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en II, en
- het opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland brengen, op te slaan en/
ofvoorhanden hebben, en
- het al dan niet opzettelijk witwassen van geld.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen, daarbij behulpzaam te zijn en gelegenheid en middelen te verschaffen, zich gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod

EN

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.

3.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
4.
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, strafbaar gesteld bij artikel 1a juncto artikel 6 van de Wet op de economische delicten, opzettelijk begaan.
5.
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, strafbaar gesteld bij artikel 1a juncto artikel 6 van de Wet op de economische delicten, opzettelijk begaan.
6.
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
7.
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van alle feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een straf waarbij het onvoorwaardelijk strafdeel gelijk is aan het ondergane voorarrest, met eventueel een voorwaardelijk deel. Daarbij heeft de raadsman verwezen naar een aantal uitspraken in vergelijkbare zaken en naar de persoonlijke omstandigheden van verdachte, bestaande uit het feit dat hij in mei 2024 vader is geworden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportage van de reclassering
d.d. 29 april 2025 en het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 april 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode van 20 juni 2022 tot 10 oktober 2023 schuldig gemaakt aan zeven strafbare feiten. Zo heeft verdachte voorbereidingshandelingen verricht voor het produceren van
(meth)amfetamine. Daarnaast heeft verdachte cocaïne voorhanden gehad en hennep en professioneel vuurwerk voorhanden gehad en verkocht. Verdachte heeft kennelijk met zijn criminele activiteiten grote geldbedragen buitgemaakt, nu hij zich tevens schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen. Deze feiten werden door verdachte telkens gepleegd binnen een crimineel samenwerkingsverband, met uitzondering van het voorhanden hebben van cocaïne en hennep. Verdachte was binnen dat samenwerkingsverband de rechterhand van medeverdachte [medeverdachte] , die op zijn beurt een sterk organiserende rol had. Zo overlegden zij veel over het gereedmaken, inrichten en opbouwen van drugslabs en was verdachte behulpzaam bij de uitvoering. Op het gebied van de handel in hennep en vuurwerk trok verdachte de kar. Hij beschikte over het netwerk en hij initieerde en faciliteerde deze handel.
Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van de (internationale) drugshandel en hij kan medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. De harddrugs die mede door verdachte zijn geproduceerd werken sterk verslavend en zijn schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers ervan. De handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen bovendien vele vormen van (zware) criminaliteit met zich mee. In mindere mate geldt hetzelfde rondom de import en handel in softdrugs. Ten aanzien van het opslaan van professioneel vuurwerk geldt dat dit enorme risicos met zich mee brengt, omdat dit type vuurwerk fors explosief kan reageren. Illegaal vuurwerk zorgt bovendien voor ongevallen en voor hoge materiële schade en overlast. Hier heeft verdachte met zijn handelen aan bijgedragen.
De rechtbank rekent verdachte dit alles aan, ook omdat hij kennelijk heeft gehandeld vanuit financiële motieven en zich niet om de gevolgen voor de maatschappij heeft bekommerd. Bovendien heeft verdachte geen enkele verantwoordelijkheid genomen, met uitzondering van het hennepbezit.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft bij de strafbepaling naast de ernst van de feiten rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daartoe heeft de rechtbank allereerst acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Wel is verdachte vele malen veroordeeld voor andersoortige strafbare feiten, in het bijzonder vermogensfeiten.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de door de reclassering opgemaakte rapportage. Daaruit volgt dat verdachte zijn leven op orde heeft, maar dat de reclassering desondanks geen beschermende factoren ziet. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden, omdat verdachte ondanks dat hij zijn leven op orde had tot de weloverwogen keuze is gekomen om onderhavige feiten te plegen, waarbij winstbejag een grote rol speelde.
Strafoplegging
Gelet op het voorgaande, alsmede de oriëntatiepunten van het LOVS, acht de rechtbank een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank komt alles afwegend tot een lagere straf dan is geëist door de officieren van justitie, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Vordering maatregel kostenverhaal
De maatregel in artikel 13d van de Opiumwet maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de Staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp.
De rechtbank stelt vast dat aan voornoemde vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. In het drugslab in [plaats] waren namelijk stoffen aanwezig die een ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid en daarnaast heeft de Staat kosten gemaakt voor vernietiging daarvan.
Bij de stukken bevindt zich een factuur van [naam] met een kostenoverzicht van het ontmantelen van het drugslab, inclusief de afvoer van chemicaliën en restafval en het vernietigen van hardware. Totaal gaat het om een bedrag van 25.719,46. De rechtbank is van oordeel dat de kosten voldoende zijn onderbouwd en zijn aan te merken als kosten in de zin van artikel 13d van de Opiumwet. Uit het dossier blijkt tevens dat de factuur van [naam] door de Staat is betaald.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank conform de vordering van de officieren van justitie aan verdachte de maatregel kostenverhaal opleggen. De rechtbank legt aan verdachte de verplichting op om 6.294,87 te betalen aan de Staat ter vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 13d van de Opiumwet. Indien dit bedrag niet wordt voldaan, kunnen 125 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.

Inbeslaggenomen goederen

Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de in beslag genomen iPhone telefoon en het in beslag genomen geld
( 22.000,-) vatbaar voor verbeurd verklaring, nu dit voorwerpen betreffen met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid (de telefoon) dan wel ermee zijn verkregen (het geld). De in beslag genomen drugs en productie gerelateerde goederen dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 47, 57, 140 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 3, 10, 10a en 11b van de Opiumwet, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Vorderingen maatregel kostenverhaal
Legt op als maatregel de verplichting tot vergoeding van het bedrag van 6.294,87 aan de Staat. Bepaalt de duur van de gijzeling op 125 dagen.
Ten aanzien van het beslag
  • Verklaart verbeurdde in beslag genomen iPhone telefoon en het in beslag genomen geld ( 22.000,-);
  • Onttrekt aan het verkeerde in beslag genomen drugs en productie gerelateerde goederen.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. F.C.A. Fierstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 juni 2025.
Mr. H.M. Lenting is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. De processen-verbaal waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen in het dossier van de Politie Noord-
Nederland met nummer 2023117254 (onderzoek Star05) d.d. 6 mei 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde
personen, opgemaakt proces-verbaal.
2 P. 583 e.v.
3 P. 656 (sessies 5501, 5514, 5468 en 5622)
4 P. 566 e.v.
5 P. 421 e.v.
6 P. 542 e.v.
7 P. 560 e.v.
8 P. 1155 e.v.
9 P. 1155 e.v. en p. 2182 e.v.
10 P. 6 en p. 73 e.v. (forensisch dossier)
11 P. 1204 e.v.
12 P. 1443 e.v.
13 P. 5 (forensisch dossier)
14 P. 1160 e.v. en 1164 e.v.
15 P. 1158 e.v.
16 P. 13 e.v. (forensisch dossier)
17 P. 1205 e.v.
18 P. 1241 e.v.
19 P. 69 e.v.
20 P. 1349 e.v.
21 P. 584 e.v.
22 P. 1463 e.v.
23 P. 1900 e.v.
24 P. 1675 e.v.
25 P. 1888 e.v.
26 P. 1703 e.v.
27 P. 2178 e.v.
28 P. 2121 e.v.
29 P. 2185 e.v.
30 P. 31 e.v. (forensisch dossier)
31 P. 2188 e.v.
32 P. 2214 e.v.
33 P. 2232 e.v.
34 P. 2236 e.v. en p. 1258 e.v.
35 P. 1 e.v. (dossier bevindingen baken-, OVC- en tapgegevens (sessies 6142, 6164, 10198 en 10199)
36 P. 1024 e.v.
37 P. 488 e.v.
38 P. 2345 e.v. en p. 2547 e.v.
39 P. 2368 e.v., p. 2389 e.v., p. 2396 e.v., p. 2399 e.v., p. 2401 e.v., p. 2408 e.v., p. 2413 e.v. en p. 2421
e.v.
40 P. 2327 e.v.
41 P. 2547 e.v.