ECLI:NL:RBNNE:2025:2557

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
18-253234-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor voorbereiden productie MDMA en cocaïne, veroordeling voor synthetische drugs, vuurwerk en deelname criminele organisatie

De rechtbank heeft op 27 juni 2025 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 54-jarige man, die werd beschuldigd van het voorbereiden van de productie van MDMA en cocaïne. De rechtbank sprak de man vrij van deze beschuldigingen, maar veroordeelde hem wel voor het medeplegen van het voorbereiden van de productie van synthetische drugs, de invoer en opslag van professioneel vuurwerk, en deelname aan een criminele organisatie. De man kreeg een gevangenisstraf van 5 jaar opgelegd, met aftrek van voorarrest. Daarnaast moet hij een bedrag van € 6.294,87 en € 3.669,37 aan de Staat betalen ter vergoeding van de opruim- en vernietigingskosten van de drugslabs. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en anderen met betrekking tot de drugslabs, maar dat er wel voldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid bij andere strafbare feiten. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.253234.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 juni 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 en 22 mei 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Zevenboom, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Houwink en mr. B. Broerse.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 24 mei 2023, althans in of omstreeks 2023, te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of Groningen en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, geleverd, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig gehad, (in een pand aan of nabij de [adres] ) -(in totaal ongeveer) 25,6 kilogram MDMA (kristallen) en/of amfetamine, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal of preparaat bevattende (zouten van) MDMA en/of MDMA HCL en/of amfetamine, in elk geval (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
EN/OF
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 24 mei 2023, althans in of omstreeks 2023, te [adres] en/of [plaatsnaam] en/of Groningen en/of
[plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken,
vervoeren en/of vervaardigen van
-een hoeveelheid MDMA en/of amfetamine, althans van een materiaal of preparaat bevattende (zouten van) MDMA en/of MDMA HCL en/of amfetamine,
in elk geval (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of
ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, opzettelijk
- een of meer (geschikte) productielocatie(s) voor synthetische drugs (hierna ook: drugslab) te (doen/laten) zoeken en/of aandragen en/of beoordelen, en/of,
ten aanzien van die/een productielocatie te [adres] (aan/nabij [adres] ):
  • die locatie te (doen/laten) huren, al dan niet via een derde/katvanger, en/of
  • die locatie te (doen/laten) inrichten en/of voorzien van een of meer vaten en/of kookplaten en/of luchtafzuigers en/of filters en/of ventilatoren en/of jerrycans en/of pannen en/of vrieskisten en/of gasmaskers en/of andere gereedschappen, materialen en/of hulpmiddelen, geschikt voor de productie van PMK en/of (uiteindelijk) MDMA (HCL), althans dat/die voorwerpen (daartoe) te regelen en/of aan te schaffen en/of te vervoeren, en/of
en/of
- een of meer hoeveelheden van chemische stoffen bevattende ethylester van PMK-glycidezuur en/of PMK en/of methylamine en/of natriumboorhydride en/of aceton en/of andere chemicaliën of (chemische) (hulp)stoffen, bedoeld voor de productie van PMK en/of MDMA of amfetamine, in te kopen en/of voorhanden te hebben en/of op te slaan, en/of te vervoeren,
en/of
- een (grote) hoeveelheid van die (aldus geproduceerde) MDMA en/of MDMA HCL (kristallen) op te slaan ofte doen/laten opslaan;
2.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2023 tot en met 10 oktober 2023 te [plaatsnaam] en/of Groningen en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van (meth)amfetamine, althans een materiaal bevattende (meth)amfetamine, althans (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of
ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, opzettelijk
- een of meer (geschikte) locatie(s) ten behoeven van de productie en/of opslag van (precursoren van) synthetische drugs te (doen/laten) zoeken en/of aandragen en/of beoordelen,
en/of,
  • ten aanzien van een productielocatie te [plaatsnaam] (in een pand op/aan/nabij de [adres] ):
  • die locatie te (doen/laten) huren, al dan niet via een derde/katvanger, en/of
  • een deel van (de toegang van/tot) die locatie dicht te (doen/laten) timmeren en/of de vloer van die locatie te (doen/laten) egaliseren, en/of die locatie van afzuigunits en/of ventilatoren en/of koolstoffilters te (doen/laten) voorzien en/of daartoe gereed te maken, en/of
  • die locatie (verder) te (doen/laten) verbouwen/vertimmeren en/of in te richten ofte voorzien van rvc- tafels en/of vaten en/of jerrycans en/of zakken met een hoeveelheid methylthioglycolaat en/of AIBN (een peroxide) en/of L-wijnsteenzuur (in totaal ongeveer 925 kilogram) en/of een hoeveelheid tolueen en/of aceton en/of methanol en/of en/of zoutzuur en/of methylamine en/of caustic soda (natriumhydroxide), en/of andere gereedschappen, materialen en/of hulpmiddelen, geschikt voor de productie van dat/die synthetische drugs/(meth)amfetamine, althans middel(en),
en/of
- ( (daartoe tevens) een of meer jerrycans met een hoeveelheid aceton (in totaal ongeveer 1280 liter) en/of zoutzuur (in totaal ongeveer 380 liter), en/of maatbekers en/of kookplannen en/of centrifuges, en/of andere goederen en/of chemicaliën of (chemische) (hulp)stoffen, geschikt/bedoeld voor die productie van (meth)amfetamine, althans dat/die middel(en), in te kopen, te vervoeren en/of nabij die locatie (onder dekzeilen en/of buiten/nabij dat pand) voorhanden te hebben en/of op te slaan,
en/of (ook)
-dat (aldus) ingerichte drugslab/locatie te [plaatsnaam] aan een of meer derde(n) (deels) aan te bieden en/of te verkopen/verhuren, ten einde daar (mede) synthetische drugs te (doen/laten) vervaardigen;
3.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2023 tot en met 11 oktober 2023 te [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden
en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van (meth)amfetamine en/of MDMA, althans een materiaal bevattende (meth)amfetamine, althans (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of
ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, opzettelijk
-te vervoeren en/of (doen/laten) opslaan en/of voorhanden hebben (in een garagebox/pand aan of nabij de [adres] ) van een of meer
jerrycans met een hoeveelheid formamide (in totaal ongeveer 480 liter) en/of zoutzuur (in totaal ongeveer 300 liter), geschikt voor de productie van (meth)amfetamine en/of MDMA, althans dat/die synthetische drugs/middel(en);
4.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode 1 oktober 2023 tot en met 12 oktober 2023 te Groningen en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van cocaïne, althans (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of
ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, opzettelijk
-te vervoeren en/of (doen/laten) opslaan en/of voorhanden hebben (in een loods aan/nabij de [adres] van een (grote) hoeveelheid fenacetine
en/of boorzuur, zijnde (versnijdings)middel(en) geschikt voor de bereiding en/of bewerking en/of verwerking van (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2023 tot en met 6 oktober 2023 te Groningen en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland en/of (vanuit) Duitsland,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik,
-binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (vanuit Duitsland), en/of heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
6.
hij op of omstreeks 10 oktober 2023 te Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten (in totaal ongeveer)
  • 300 stuks knalvuurwerk (super cobra 6), en/of
  • 1560 stuks knalvuurwerk (caramella 16g), en/of
  • 1476 kilogram siervuurwerk (te weten cakeboxen en/of vuurwerk van het soort batterij enkelschotsbuizen),
in elk geval een (grote) hoeveelheid zwaar knalvuurwerk en/of (flash)bangers en/of siervuurwerk, zijnde een (grote) hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik,
-in een loods aan of nabij de [adres] , heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
7.
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023, te [plaatsnaam] en/of Groningen en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, al dan niet als oprichter en/of leider en/of bestuurder, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten: verdachte en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
te weten:
  • het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, in de zin van artikel 10a Opiumwet, namelijk het opbouwen en/of inrichten van een drugslaboratorium en/of het opslaan van een of meer precursoren en/of chemicaliën en/of andere goederen en/of stoffen geschikt voor en/of in verband met de (voorgenomen) productie van synthetische drugs, en/of
  • het opzettelijk bereiden, bewerken en/of verwerken en/of het verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van MDMA en/of (meth)amfetamine en/of andere
middel(en), zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of al dan niet bedrijfsmatig telen en/of bereiden, bewerken en/of verwerken en/of het verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van hennep, althans (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
en/of
  • het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en/of voorwerpen als bedoeld in artikel 11a Opiumwet, en/of
  • het opzettelijk aanwezig hebben van (een grote hoeveelheid) van (bovengenoemde) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of II, en/of
  • het opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland brengen, op te slaan en/of voorhanden hebben, en/of
  • het al dan niet opzettelijk witwassen van geld, althans het plegen van een of meer misdrijven.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor alle feiten. Daartoe hebben zij ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde het volgende aangevoerd. Het voertuig in gebruik bij verdachte
( [kenteken] ) wordt diverse malen bij de lablocatie gezien door het observatieteam. Verder blijkt uit een opgenomen gesprek tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (opgenomen op pagina 495) dat verdachte zou hebben verdiend aan het lab in [plaatsnaam] , als hier geen inval was gedaan.
Bovendien wordt verdachte na de inval in het lab direct gealarmeerd en moet dan geld gaan veiligstellen. Het voorgaande maakt dat verdachte moet worden gezien als medepleger ten aanzien van het drugslab in [plaatsnaam] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van feiten 1, 2, 3 en 4 en partieel moet worden vrijgesproken van het element “al dan niet als oprichter en/of leider en/of bestuurder” onder feit 7. Ten aanzien van het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat geen sprake is van medeplegen, nu uit de bewijsmiddelen geenszins volgt dat verdachte betrokken is geweest bij de inrichting van het lab en het aanvoeren en/of aanleggen van de aangetroffen middelen. Verdachte heeft verklaard dat hij de schuur slechts heeft opgeruimd. Die handeling is van onvoldoende gewicht om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking bij het voorbereiden of bevorderen van de productie van (meth)amfetamine.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman primair aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de aanwezigheid van de ten laste gelegde goederen. Verdachte had de garagebox enkel op zijn naam staan, maar had hem niet in gebruik. Dit wordt bevestigd door de verklaring van getuige [naam] . Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat met het ter beschikking stellen van de garagebox aan een derde geen sprake is van medeplegen, maar van de lichtere, niet ten laste gelegde variant, medeplichtigheid.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feiten 1 en 4
De rechtbank acht feiten 1 en 4 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank is het ten aanzien van feit 1 met de raadsman eens dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen ten aanzien van het drugslab in [plaatsnaam] . De auto waar verdachte gebruik van maakte ( [kenteken] ) is slechts eenmalig op de betreffende locatie geweest en in de opgenomen gesprekken voert met name medeverdachte [medeverdachte] het woord. Daarin geeft [medeverdachte] aan verdachte weliswaar de opdracht om geld op te halen uit een woning in [plaatsnaam] , maar uit het dossier volgt niet dat verdachte dit ook daadwerkelijk heeft gedaan of geprobeerd. Het voorgaande acht de rechtbank onvoldoende om te kunnen spreken van een significante bijdrage aan het vervaardigen en voorhanden hebben van de aangetroffen MDMA, dan wel het verrichten van voorbereidingshandelingen hiertoe.
Ten aanzien van feit 4 overweegt de rechtbank dat uit het dossier volgt dat ene [naam] eigenaar is van de loods aan de [adres] en hier ook aanwezig was tijdens de doorzoeking. Derhalve had hij (ook) beschikkingsmacht over deze loods. Op grond van het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet buiten redelijke twijfel worden uitgesloten dat iemand anders dan verdachte de aangetroffen versnijdingsmiddelen in de loods heeft geplaatst zonder dat verdachte hier wetenschap van heeft gehad.
Bewezenverklaring feiten 2, 3, 5, 6 en 7
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen1, het volgende.
Feit 2: synthetisch drugslab [plaatsnaam]
In de periode van 21 juni 2023 tot 10 oktober 2023 wordt er vertrouwelijke communicatie opgenomen in het voertuig van medeverdachte [medeverdachte] . Uit gesprekken met onder andere verdachte wordt duidelijk dat [medeverdachte] bezig is met de inrichting van een drugslab bij [naam] . Er wordt gesproken over ketels van 1.500 liter, het aanleggen van water en stroom, het vlak maken van de vloer en dat er moet worden opgeruimd. Ze zijn met verschillende partijen in gesprek die op deze locatie zouden kunnen draaien. Ondertussen willen ze ook op een andere locatie een drugslab inrichten. Hier zou dan een andere partij aan het werk moeten. Op het moment dat de politie het ene lab ontdekt kan de ander dan gewoon doordraaien. Op 31 augustus 2023 zegt [medeverdachte] in een telefoon gesprek tegen verdachte dat ze bijna groen licht hebben en dat hij verwacht dat ze olie gaan draaien. Ook bespreken ze de verwachte opbrengsten. Verder zegt [medeverdachte] dat hij vanavond nog even langs [naam] gaat, maar dat hij geen sleutel van het hek heeft. Hij moet de sleutel daarom op de afgesproken plek ophalen, omdat verdachte de sleutel heeft. 234
Vanaf 10 juni 2023 is in het voertuig dat in gebruik is bij verdachte (kenteken [kenteken] ) een baken geplaatst. Uit deze bakengegevens blijkt dat verdachte samen met [medeverdachte] op 2 augustus 2023 naar [plaatsnaam] rijdt en onderweg stopt bij de [bedrijf] .5 Op de camerabeelden van de [bedrijf] is te zien dat verdachte en [medeverdachte] samen bij de [bedrijf] naar binnen gaan. Tijdens dit bezoek worden er werkhandschoenen gekocht.6 Zowel uit de bakengegevens als uit de beelden van de camera die aan de [adres] is geplaatst, blijkt dat verdachte in de periode van 3 augustus 2023 tot en met 26 september 2023 meerdere malen met [medeverdachte] dan wel alleen op de locatie in [plaatsnaam] is geweest. 78
Naar aanleiding van het voorgaande is de locatie in [plaatsnaam] op 10 oktober 2023 doorzocht.9 Er werd een ingericht en dichtgetimmerd (nog) niet in werking zijnde drugslab aangetroffen. Er waren chemicaliën10 (waaronder 1.280 liter aceton en 380 liter zoutzuur) en andere goederen (zoals tonnen, pannen, maatbekers, centrifuges, e.d.) aanwezig die volgens het LFO typische materialen zijn die worden gebruikt bij de vervaardiging c.q. bewerking van met name (meth)amfetamine. Ook werd bij de inval onder andere de hoofdbewoner, [naam] , aangetroffen.11 Bij de politie heeft hij verklaard dat zijn roepnaam [naam] is.12
Verdachte heeft in zijn schriftelijke verklaring erkend dat hij meerdere malen in [plaatsnaam] is geweest en daar heeft opgeruimd. Dit heeft hij ter zitting op 20 mei 2025 bevestigd.
Conclusie
Anders dan de raadsman heeft aangevoerd, volgt uit het voorgaande dat verdachte heeft meegedacht en - geholpen bij de opbouw van het drugslab. Ook zou verdachte delen in de opbrengsten. Daarmee is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het verrichten van voorbereidingshandelingen voor het vervaardigen van (meth)amfetamine.
Feit 3: voorbereidingshandelingen ten aanzien van de productie van (meth)amfetamine
Uit de opgenomen vertrouwelijke communicatie in het voertuig van medeverdachte [medeverdachte] blijkt dat hij op 4 augustus 2023 (dus in de periode waarin het drugslab in [plaatsnaam] wordt opgebouwd) met verdachte bespreekt dat er een extra opslagruimte moet komen, zodat ze daar hun spullen kunnen neerzetten.13
Op 6 oktober 2023 had verdachte een telefonisch gesprek, waarin hij zei dat hij belde over de box die hij per 1 oktober 2023 had gehuurd van ene [naam] . Er werd in dit gesprek een afspraak gemaakt om de volgende dag een contract te ondertekenen. Uit de bakengegevens blijkt dat het voertuig van verdachte (kenteken [kenteken] ) zich de volgende dag alsook op 7 oktober 2023 aan de [adres] bevond.14
Op 10 oktober 2023 is verdachte vervolgens aangehouden in zijn auto. In deze auto is een huurcontract aangetroffen betreffende een garagebox aan de [adres] .15 De volgende dag is deze garagebox doorzocht. Daarbij zijn in totaal 39 jerrycans met vloeistof aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat het ging om in totaal 480 liter formamide en 300 liter zoutzuur.16 Het LFO stelt vast dat de aangetroffen chemicaliën typische chemicaliën zijn die worden gebruikt op locaties waar (synthetische) drugs en/of precursoren vervaardigd of bewerkt worden.17
De vorige huurder van de garagebox, [naam] , is gehoord als getuige. Hij verklaarde bij de politie op de vraag wie er gebruik maakte van de garagebox onder andere: “
Dat weten jullie al”.18Bij de rechter- commissaris heeft [naam] verklaard dat de box leeg was toen hij hem opleverde.19
Verdachte heeft erkend dat de garagebox op zijn naam stond, dat hij op 7 oktober 2023 het contract heeft getekend en dat hij de sleutel had.
Ten aanzien van het verweer van de raadsman overweegt de rechtbank dat de verdediging geen stukken heeft aangeleverd waaruit blijkt dat de door verdachte gehuurde garagebox (ook) in gebruik was bij iemand anders dan verdachte. Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen in combinatie met het ontbreken van dergelijke stukken gaat de rechtbank er aldus vanuit dat de garagebox alleen bij verdachte in gebruik was en dat verdachte degene is geweest die de feitelijke macht kon uitoefenen over de spullen die daarin stonden.
Conclusie
De rechtbank is daarom van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring van het medeplegen van het verrichten van voorbereidingshandelingen ten aanzien van de productie van synthetische drugs te komen.
Feiten 5 en 6: import en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk
De rechtbank acht feiten 5 en 6 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 mei 2025;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2024, opgenomen op pagina 1900 en verder van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2023, opgenomen op pagina 1692 en verder van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk
d.d. 19 oktober 2023, opgenomen op pagina 1703 en verder van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant.
Feit 7: deelname aan een criminele organisatie
Juridisch kader
Volgens vaste jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr (hierna: een criminele organisatie) worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Van een dergelijke duurzaamheid dan wel structuur kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van misdrijven. Daarbij is voor een bewezenverklaring voldoende dat het plegen van misdrijven wordt beoogd, zodat nog geen aanvang hoeft te zijn gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan.
Van deelneming aan een criminele organisatie is sprake als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband én als de verdachte een aandeel heeft in gedragingen, dan wel gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van hierboven bedoeld oogmerk. In het bestanddeel “deelneming aan” ligt tevens het opzet van de verdachte besloten. Niet is vereist dat komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan een criminele organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Ook is niet vereist dat verdachte opzet heeft gehad op de door de criminele organisatie beoogde concrete misdrijven. Het opzet moet zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie. Bovendien hoeft niet te worden deelgenomen aan de misdrijven waarop het oogmerk is gericht. Medeplichtigheid aan enig misdrijf waarop het oogmerk van de organisatie was gericht, kan voldoende zijn om van deelneming in de zin van artikel 140 Sr te spreken.
Vaststelling van de feiten
Op grond van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast.
De criminele organisatie
Om te beginnen blijkt uit het onderzoek [naam] (parketnummer 18-142965-24) dat tijdens het opzetten van de cocaïnewasserij in [plaatsnaam] al contact was tussen medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] en tussen [medeverdachte] en medeverdachte [medeverdachte] .20 Vanaf 24 mei 2023 komen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] ook in beeld als zij worden herkend bij ontmoetingen met verdachte na de ontdekking van het drugslab in [plaatsnaam] .21 Uit diverse opsporingsmiddelen (waaronder OVCs22 en observaties23) blijkt dat alle verdachten vanaf dan onderling contact met elkaar hebben, waarin veelvuldig wordt gesproken over criminele activiteiten, zoals het opzetten van drugslabs en hennep- en vuurwerkhandel. Ook blijkt uit die gesprekken dat [medeverdachte] veel zaken met zowel verdachte als [medeverdachte] overlegt en dat zij en [medeverdachte] geld investeren in met name de hennep- en vuurwerkhandel. De criminele activiteiten worden in wisselende samenstellingen uitgevoerd. Er is sprake van een zeker(e) tijdsverloop en onderlinge verdeling, waarmee de duurzaamheid en structuur van de organisatie kan worden vastgesteld.24
De rechtbank oordeelt op grond van het voorgaande dat in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 sprake is geweest van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, met het oogmerk om misdrijven te plegen, namelijk (het voorbereiden van) het produceren van harddrugs, het importeren en verhandelen van hennep en vuurwerk en/of witwassen.
Deelname aan de organisatie door verdachte
Uit de bewezenverklaarde feiten 2, 3, 5 en 6 blijkt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen ten aanzien van de productie van (meth)amfetamine en/of MDMA en het invoeren en opslaan van professioneel vuurwerk. Al deze feiten heeft verdachte in vereniging gepleegd met [medeverdachte] en soms met [medeverdachte] . De rol van verdachte heeft met name bestaan uit het overleg voeren met [medeverdachte] over het vinden, opruimen, inrichten en opbouwen van geschikte locaties voor de productie van harddrugs. Ook hebben zij gesproken over de verdeling van de opbrengsten.
Verder heeft verdachte geholpen met werkzaamheden omtrent verschillende lablocaties. Zo kreeg hij toen het drugslab in [plaatsnaam] was ontmanteld van [medeverdachte] de opdracht om een grote hoeveelheid verstopt geld op te halen. Ook vond er toen direct een ontmoeting plaats tussen verdachte en [medeverdachte] . Tot slot heeft verdachte geholpen met het in- en vervoeren van illegaal vuurwerk en het opslaan daarvan.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van het voorgaande vast dat verdachte in de periode van 10 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 2, 3, 5, 6 en 7 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 juli 2023 tot en met 10 oktober 2023 te [plaatsnaam] , meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/
ofte bevorderen,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en vervaardigen van (meth)amfetamine,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid en middelen te verschaffen, en
  • zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en
  • voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader(s), wist(en) dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), opzettelijk
  • ten aanzien van een productielocatie te [plaatsnaam] (in een pand nabij de [adres] ):
  • die locatie te (doen/laten) huren, en
  • een deel van (de toegang van/tot) die locatie dicht te (doen/laten) timmeren en de vloer van die locatie te (doen/laten) egaliseren, en die locatie van afzuigunits en ventilatoren en koolstoffilters te (doen/laten) voorzien en/
  • die locatie (verder) te (doen/laten) verbouwen/vertimmeren en in te richten of te voorzien van rvc-tafels en vaten en jerrycans en zakken met een hoeveelheid methylthioglycolaat en AIBN (een peroxide) en L- wijnsteenzuur (in totaal ongeveer 925 kilogram) en een hoeveelheid tolueen en aceton en methanol en zoutzuur en methylamine en caustic soda (natriumhydroxide), en andere gereedschappen, materialen en
hulpmiddelen, geschikt voor de productie van die synthetische drugs/(meth)amfetamine, en
- ( (daartoe tevens) een of meer jerrycans met een hoeveelheid aceton (in totaal ongeveer 1280 liter) en zoutzuur (in totaal ongeveer 380 liter), en maatbekers en kookplannen en
centrifuges, en andere goederen en chemicaliën of (chemische) (hulp)stoffen, geschikt/bedoeld voor die productie van (meth)amfetamine, nabij die locatie (onder dekzeilen en nabij dat pand) voorhanden te hebben en op te slaan, en (ook)
-dat (aldus) ingerichte drugslab/locatie te [plaatsnaam] aan derde(n) aan te bieden of te verkopen/verhuren, ten einde daar (mede) synthetische drugs te (doen/laten) vervaardigen;
3.
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 oktober 2023 tot en met 11 oktober 2023 te [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken envervaardigen van (meth)amfetamine en/of MDMA,
  • zich en een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en
  • voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen, voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader(s), wist(en) dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), opzettelijk
-te (doen/laten) opslaan en voorhanden hebben (in een garagebox aan de [adres] ) van jerrycans met een hoeveelheid formamide (in totaal ongeveer 480 liter) en zoutzuur (in totaal ongeveer 300 liter), geschikt voor de productie van (meth)amfetamine en MDMA;
hij in de periode van 4 oktober 2023 tot en met 6 oktober 2023 te Groningen en (vanuit) Duitsland, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik,
-binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (vanuit Duitsland), heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad;
hij op 10 oktober 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten (in totaal ongeveer)
  • 300 stuks knalvuurwerk (super cobra 6), en
  • 1560 stuks knalvuurwerk (caramella 16g), en
  • 1476 kilogram siervuurwerk (te weten cakeboxen en vuurwerk van het soort batterij enkelschotsbuizen),
-in een loods aan of nabij de [adres] , heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad;
hij in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023, te [plaatsnaam] , Groningen en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten: verdachte en [medeverdachte] en [verdachte] en [medeverdachte] en/
of[medeverdachte] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
  • het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, in de zin van artikel 10a Opiumwet, namelijk het opbouwen en inrichten van een drugslaboratorium en het opslaan van een of meer precursoren en chemicaliën en andere goederen en stoffen geschikt voor en in verband met de (voorgenomen) productie van synthetische drugs, en
  • het opzettelijk bereiden, bewerken en verwerken en vervaardigen van MDMA en (meth)amfetamine, en
  • het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van hennep, en
  • het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en voorwerpen als bedoeld in artikel 11a Opiumwet, en
  • het opzettelijk aanwezig hebben van (een grote hoeveelheid) van (bovengenoemde) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of II, en
  • het opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland brengen, op te slaan en/
  • het al dan niet opzettelijk witwassen van geld.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
2.
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen, daarbij behulpzaam te zijn en gelegenheid en middelen te verschaffen, zich gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.
3.
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
5.
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd,

strafbaar gesteld bij artikel 1a juncto artikel 6 van de Wet op de economische delicten.

6.
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, strafbaar gesteld bij artikel 1a juncto artikel 6 van de Wet op de economische delicten, opzettelijk begaan.
7.
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van alle feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7,5 jaren met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, de door verdachte afgelegde verklaring en het positieve beeld dat de reclassering schetst.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportage van de reclassering
d.d. 2 mei 2025 en het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 april 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode vanaf 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 schuldig gemaakt aan een vijftal strafbare feiten. Allereerst heeft verdachte zich bezig gehouden met het voorbereiden van het produceren van (meth)amfetamine en/of MDMA. Verder heeft verdachte een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk ingevoerd en opgeslagen. Deze feiten werden door verdachte telkens gepleegd binnen een crimineel samenwerkingsverband. Verdachte was binnen dat samenwerkingsverband vooral op het gebied van drugsproductie de rechterhand van medeverdachte [medeverdachte] , die op zijn beurt een sterk organiserende rol had. Zo overlegden zij veel over het gereedmaken, inrichten en opbouwen van drugslabs en was verdachte behulpzaam bij het uitvoeren daarvan. Verdachte heeft tevens een uitvoerende rol gehad bij het invoeren en opslaan van professioneel vuurwerk uit Duitsland. Verder heeft hij een loods in [plaatsnaam] gehuurd, zodat daar stoffen konden worden opgeslagen voor de productie van harddrugs elders.
Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van de (internationale) drugshandel en hij kan medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. De harddrugs die mede door verdachte zijn geproduceerd werken sterk verslavend en zijn schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers ervan. De handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen bovendien vele vormen van (zware) criminaliteit met zich mee. Ten aanzien van het vervoeren en opslaan van professioneel vuurwerk geldt dat dit enorme risicos met zich mee brengt, omdat dit type vuurwerk fors explosief kan reageren. Illegaal vuurwerk zorgt bovendien voor ongevallen en voor hoge materiële schade en overlast. Hier heeft verdachte met zijn handelen aan bijgedragen.
De rechtbank rekent verdachte dit alles aan, ook omdat hij kennelijk heeft gehandeld vanuit financiële motieven en zich niet om de gevolgen voor de maatschappij heeft bekommerd. Bovendien heeft verdachte bijna geen verantwoordelijkheid genomen.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft bij de strafbepaling naast de ernst van de feiten rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daartoe heeft de rechtbank allereerst acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Forse eerdere veroordelingen hebben verdachte er niet van weerhouden
opnieuw (vergelijkbare) strafbare feiten te plegen.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de door de reclassering opgemaakte rapportage. Daaruit volgt dat verdachte ten tijde van de gepleegde feiten niet kon werken, ten gevolge van letsel ontstaan bij een ongeval. Ook werd zijn uitkering niet verlengd. Momenteel woont verdachte in een huurwoning, waarvan de huur wordt betaald met het geld van de door hem ontvangen schadevergoeding voor eerdergenoemd ongeval. Verdachte heeft geen zinvolle dagbesteding of structureel inkomen, maar wel een hoge schuld. Het risico op recidive wordt ingeschat als laag. Dat heeft volgens de reclassering onder andere te maken met het feit dat verdachte momenteel een gevangenisstraf ondergaat in een andere zaak. De reclassering adviseert oplegging van een straf zonder bijzondere voorwaarden, gelet op de aard van de delicten en de pro-criminele houding van verdachte.
Strafoplegging
Gelet op het voorgaande, alsmede de oriëntatiepunten van het LOVS, acht de rechtbank een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Aangezien de rechtbank verdachte voor feiten 1 en 4 heeft vrijgesproken, komt de rechtbank tot een lagere straf dan is geëist door de officieren van justitie. Alles afwegend zal de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Vorderingen maatregel kostenverhaal

De maatregel in artikel 13d van de Opiumwet maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de Staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp.
Feit 2
De rechtbank stelt vast dat aan voornoemde vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. In het drugslab in [plaatsnaam] waren namelijk stoffen aanwezig die een ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid en daarnaast heeft de Staat kosten gemaakt voor vernietiging daarvan.
Bij de stukken bevindt zich een factuur van [bedrijf] met een kostenoverzicht van het ontmantelen van het drugslab, inclusief de afvoer van chemicaliën en restafval en het vernietigen van hardware. Totaal gaat het om een bedrag van 25.719,46. De rechtbank is van oordeel dat de kosten voldoende zijn onderbouwd en zijn aan te merken als kosten in de zin van artikel 13d van de Opiumwet. Uit het dossier blijkt tevens dat de factuur van [bedrijf] door de Staat is betaald.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank conform de vordering van de officieren van justitie aan verdachte de maatregel kostenverhaal opleggen. De rechtbank legt aan verdachte de verplichting op om een vierde van het totaalbedrag, te weten 6.429,87, te betalen aan de Staat ter vergoeding van de kosten
als bedoeld in artikel 13d van de Opiumwet. Indien dit bedrag niet wordt voldaan, kunnen 125 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Feit 4
De rechtbank stelt vast dat aan voornoemde vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. In de garagebox in [plaatsnaam] waren namelijk stoffen aanwezig die een ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid en daarnaast heeft de Staat kosten gemaakt voor vernietiging daarvan.
Bij de stukken bevindt zich een factuur van [bedrijf] met een kostenoverzicht van het ontmantelen van de loods, inclusief de afvoer van chemicaliën en restafval en het vernietigen van hardware. Totaal gaat het om een bedrag van 3.669,37. De rechtbank is van oordeel dat de kosten voldoende zijn onderbouwd en zijn aan te merken als kosten in de zin van artikel 13d van de Opiumwet. Uit het dossier blijkt tevens dat de factuur van [bedrijf] door de Staat is betaald.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank conform de vordering van de officieren van justitie aan verdachte de maatregel kostenverhaal opleggen. De rechtbank legt aan verdachte de verplichting op om 3.669,37 te betalen aan de Staat ter vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 13d van de Opiumwet. Indien dit bedrag niet wordt voldaan, kunnen 73 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.

Inbeslaggenomen goederen

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen Volkswagen (goednummer 1) en de Samsung telefoon terug kunnen worden gegeven aan verdachte. De contante geldbedragen en de Peugeot Partner (kenteken [kenteken] ) acht de rechtbank vatbaar voor verbeurdverklaring, nu dit voorwerpen betreffen met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid (de Peugeot Partner) dan wel ermee zijn verkregen (het geld). Tot slot moeten de in beslag genomen drugs en het namaakhorloge (B.03.03.002) worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 47, 57 en 140 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3, 10a en 11b van de Opiumwet, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel
9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feiten 1 en 4 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feiten 2, 3, 5, 6 en 7 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Vorderingen maatregel kostenverhaal Ten aanzien van feit 2
Legt op als maatregel de verplichting tot vergoeding van het bedrag van 6.294,87, aan de Staat. Bepaalt de duur van de gijzeling op 125 dagen.
Ten aanzien van feit 4
Legt op als maatregel de verplichting tot vergoeding van het bedrag van 3.669,37, aan de Staat. Bepaalt de duur van de gijzeling op 73 dagen.
Ten aanzien van het beslag
  • Gelast de teruggavevan de in beslag genomen Volkswagen en Samsung telefoon aan verdachte;
  • Verklaart verbeurdde in beslag genomen geldbedragen en de Peugeot Partner ( [kenteken] );
  • Onttrekt aan het verkeerde in beslag genomen drugs, productie gerelateerde goederen en het
namaakhorloge (B.03.03.002).
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. F.C.A. Fierstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 juni 2025.
Mr. H.M. Lenting is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. De processen-verbaal waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen in het dossier van de Politie Noord-
Nederland met nummer 2023117254 (onderzoek [naam] ) d.d. 6 mei 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2 P. 656 e.v.
3 P. 566 e.v.
4 P. 2547 e.v. (vanaf p. 2560 e.v.).
5 P. 512 e.v.
6 P. 522 e.v.
7 P. 566 e.v.
8 P. 519 e.v.
9 P. 542 e.v.
10 P. 560 e.v.
11 P. 539 e.v.
12 P. 421 e.v.
13 P. 2435 (vanaf P. 2588 e.v.)
14 P. 517 e.v.
15 P. 905 e.v.
16 Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 februari 2024,
inhoudend de verklaring van deskundige ing. P.H. Walinga.
17 Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO d.d. 14 mei 2024, inhoudend de
verklaring van verbalisant.
18 P. 922 e.v.
19 Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 9 december
2024.
20 P. 1024 e.v.
21 P. 488 e.v.
22 P. 2345 e.v. en p. 2547 e.v.
23 P. 2368 e.v., p. 2389 e.v., p. 2396 e.v., p. 2399 e.v., p. 2401 e.v., p. 2408 e.v., p. 2413 e.v. en p. 2421
e.v.
24 P. 2327 e.v.