1.1RESULTATEN ANPR-GEGEVENS GRENS NEDERLAND - DUITSLAND
Naar aanleiding van de aanvraag van de ANPR-gegevens kwam als resultaat naar voren, dat op 4 oktober 2023 door de witte Peugeot Partner, gekentekend [kenteken] , omstreeks 07.08 uur de landsgrens wordt gepasseerd vanuit Nederland richting [plaatsnaam] . In dezelfde minuut gevolgd door een gehuurd voertuig, een Mercedes Benz Sprinter, gekentekend [kenteken] .
3. DOORZOEKING VOERTUIG [bedrijf]
Op 10 oktober 2023 werd het voertuig van verdachte [medeverdachte] doorzocht. In het voertuig, een witte Peugeot Partner gekentekend [kenteken] , werd een huurovereenkomst en een factuur van autohuur aangetroffen. Factuur afgegeven voor 5 oktober 17.00 uur - 6 oktober 2023 13.19 uur voor 1 dag. Op naam van:
- dhr. [verdachte] , [adres] , voor de huur van een:
- Volkswagen Crafter, gekentekend [kenteken] .
OVC VRIJDAG 6 OKTOBER 2023
OVC Sessie 10452 vrijdag 6 oktober omstreeks 09.50 uur. [medeverdachte] : Mooi, hou dan maar [plaatsnaam] aan ofzo. [verdachte] : [naam] is dat toch?
[medeverdachte] : Wat zei je?
[medeverdachte] : [plaatsnaam] ? [plaatsnaam] , [plaatsnaam] , [plaatsnaam] . [plaatsnaam] zijn we al bijna.
[verdachte] : [naam] [medeverdachte] : Hier zitten wij. [verdachte] : Dan over de 31 terug. [medeverdachte] : Ofzo?
[medeverdachte] : Ik weet niet hoor, dan pakken we gewoon de grote weer, gas dr op. [verdachte] : Afslag [plaatsnaam] , naast [plaatsnaam]
[medeverdachte] : [plaatsnaam] uit, je kan op je navigatie [plaatsnaam] aanhouden ja? Je hebt navigatie op je telefoon?
[verdachte] : Ja.
[medeverdachte] : Pakken we gewoon de grote weg. Weet je wat we kunnen doen [verdachte] ? We gaan zo meteen rijden we gewoon voor jou uit, nou ja als jij op je telefoon navigatie hebt staan
[medeverdachte] : [plaatsnaam] .
[medeverdachte] : Dat rijdt zoveel om hè? Ik kan vanaf, ik kan zo meteen eigenlijk wel gas geven, dat ik bijna 20 minuten voor je uitrij. En als het bij de grote weg gewoon goed is, dan pak je hem daar gewoon ja.
[verdachte] : Is goed. [medeverdachte] : Ja?
[verdachte] : Ik neem aan als je de afslag toch neemt dat je dan ook gewoon, dan rij ik gewoon naar [plaatsnaam] toe toch?
Opvolgende OVC Sessie 10453 vrijdag 6 oktober omstreeks 09:55 uur.
[medeverdachte] legt uit dat zij 20 minuten voor [verdachte] uit rijden. Dan kan [verdachte] nog overal afslaan. In Duitsland houden ze je toch niet aan. Als er dan wel wat is bij [plaatsnaam] , dan kan [verdachte] nog achterlangs.
[verdachte] vindt dat prima.
Te horen: “Willkommen in Deutschland".
OBSERVATIE VRIJDAG 6 OKTOBER 2023 TERUG UIT DUITSLAND
Om 11.17 uur werd verdachte [medeverdachte] , als bestuurder van het voertuig, een zwarte Volkswagen Golf, gekentekend [kenteken] gezien, terwijl hij over de N34 ter hoogte van [plaatsnaam] , richting Groningen, reed. Achter verdachte [medeverdachte] reed een witte Volkswagen Crafter, gekentekend [kenteken] . Als bestuurder van deze Crafter werd [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] herkend.
OBSERVATIE VRIJDAG 6 OKTOBER 2023
Het observatieteam ziet om 11:41 uur beide voertuigen, de VW Golf en de Crafter, stilstaan op de [adres] , ter hoogte van de loodsen 11-2 tot en met 11-7. Vervolgens wordt gezien dat
[medeverdachte] met zijn Peugeot richting de loods [adres] reed, waar [medeverdachte] loods 5-25 naar binnen ging. Twee minuten later parkeert [medeverdachte] zijn Golf langs de doorgaande weg aan de [adres] en loopt in de richting van de loods. De Crafter rijdt het terrein in de richting van de loods 5-25 en rijd hier achteruit naar binnen. [medeverdachte] en [medeverdachte] zijn beide de loods naar binnen gegaan. Om 11.55 uur verlaten [medeverdachte] , [medeverdachte] en [verdachte] de loods. [medeverdachte] en [medeverdachte] stappen in de Golf en [verdachte] in de Peugeot (van [medeverdachte] ). Om 12.14 uur wordt gezien dat de Golf bij de Peugeot aan de [adres] staat. [verdachte] en [medeverdachte] gaan loods 5-25 binnen, terwijl [medeverdachte] met zijn Golf vertrekt. Om 12.20 uur staat de Golf geparkeerd bij de [adres] en opent [medeverdachte] loods [adres] . Een minuut later staat de Peugeot bij de [adres] en rijdt de Crafter achteruit loods [adres] in. De Crafter staat hier tot 12:46 uur binnen, waarna [medeverdachte] , [medeverdachte] en [verdachte] om 12:48 uur samen buiten staan Hierna haalt [medeverdachte] een tas uit zijn Golf en loopt naar de bestuurderszijde van de Crafter, waar [verdachte] zit. [medeverdachte] geeft [verdachte] minimaal 1 briefje van 50 euro.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen inclusief bijlagen d.d. 11 oktober 2023, opgenomen op pagina 1692 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisant:
Op 10 oktober 2023 was ik verbalisant bij het perceel [adres] .
In de loods zag ik dat er een grote hoeveelheid vuurwerkdozen opgestapeld aanwezig waren. Ik zag dat op de zijkanten van het merendeel van de dozen het oranje gevaaretiket UN 0335 vuurwerk 1.3G was aangebracht. Nadat de dozen vervoersklaar waren bleek mij dat er in totaal 165 kg 1.1G en 1489 kg 1.3G professioneel vuurwerk was opgeslagen.
De rechtbank is anders dan de raadsman van oordeel dat sprake is van voorwaardelijk opzet op de import en het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk, gelet op het volgende. Uit bovenstaande bewijsmiddelen blijkt dat verdachte, zonder vragen te stellen en tegen betaling, samen met medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] tweemaal vanuit Duitsland pallets met dozen heeft vervoerd naar loodsen aan de [adres] en de [adres] in Groningen, Nederland. De gesprekken die tussen hen worden gevoerd in de auto gaan over welke route ze het beste kunnen rijden en dat medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] vooruit rijden, zodat ze verdachte kunnen waarschuwen en hij nog een andere route (“achterlangs”) kan nemen als dat nodig is. Ook wordt er
gezegd dat ze in Duitsland toch niet worden aangehouden. Op 4 oktober 2023 wordt door het observatieteam gezien dat verdachte pallets met dozen uit de Sprinter laadt en daarmee vervolgens een loods in gaat. Slechts enkele dagen later is deze loods aan de [adres] doorzocht en zijn er dozen met professioneel vuurwerk aangetroffen. Op de zijkanten van het merendeel van de dozen was het oranje gevaaretiket UN 0335 vuurwerk 1.3G aangebracht. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat verdachte deze etiketten bij het in- en uitladen van de dozen niet heeft gezien. Door dit in het oog springende gevaaretiket te negeren en door geen vragen te stellen ondanks dat in ieder geval uit de gesprekken tijdens de autorit naar Duitsland duidelijk bleek dat er een strafbaar feit gepleegd zou worden heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hetgeen hij voorhanden had en hielp te vervoeren vanuit Duitsland naar Nederland professioneel vuurwerk betrof.
Feit 2: deelname aan een criminele organisatie
Juridisch kader
Volgens vaste jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr (hierna: een criminele organisatie) worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Van een dergelijke duurzaamheid dan wel structuur kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van misdrijven. Daarbij is voor een bewezenverklaring voldoende dat het plegen van misdrijven wordt beoogd, zodat nog geen aanvang hoeft te zijn gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan.
Van deelneming aan een criminele organisatie is sprake als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband én als de verdachte een aandeel heeft in gedragingen, dan wel gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van hierboven bedoeld oogmerk. In het bestanddeel “deelneming aan” ligt tevens het opzet van de verdachte besloten. Niet is vereist dat komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan een criminele organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Ook is niet vereist dat verdachte opzet heeft gehad op de door de criminele organisatie beoogde concrete misdrijven. Het opzet moet zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie. Bovendien hoeft niet te worden deelgenomen aan de misdrijven waarop het oogmerk is gericht. Medeplichtigheid aan enig misdrijf waarop het oogmerk van de organisatie was gericht, kan voldoende zijn om van deelneming in de zin van artikel 140 Sr te spreken.
Vaststelling van de feiten
Op grond van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast.
De criminele organisatie
Om te beginnen blijkt uit het onderzoek Koolzaad (parketnummer 18-142965-24) dat tijdens het opzetten van de cocaïnewasserij in [plaatsnaam] al contact was tussen medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] en tussen [medeverdachte] en verdachte.1 Vanaf 24 mei 2023 komen medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] ook in beeld als zij worden herkend bij ontmoetingen met [medeverdachte] na de ontdekking van het drugslab in [plaatsnaam] .2 Uit diverse opsporingsmiddelen (waaronder OVCs3 en observaties4) blijkt dat alle verdachten vanaf dan onderling contact met elkaar hebben, waarin veelvuldig wordt gesproken over criminele activiteiten, zoals het opzetten van drugslabs en hennep- en vuurwerkhandel. Ook blijkt uit die gesprekken dat [medeverdachte] veel zaken met zowel verdachte als [medeverdachte] overlegt en dat zij en [medeverdachte] geld investeren in met name de hennep- en vuurwerkhandel. De criminele activiteiten worden in wisselende samenstellingen uitgevoerd. Er is sprake van een zeker(e) tijdsverloop en onderlinge verdeling, waarmee de duurzaamheid en structuur van de organisatie kan worden vastgesteld.5
De rechtbank oordeelt op grond van het voorgaande dat in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 sprake is geweest van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, met het oogmerk om misdrijven te plegen, namelijk (het voorbereiden van) het produceren van harddrugs, het importeren en verhandelen van hennep en vuurwerk en/of witwassen.
Deelname aan de criminele organisatie door verdachte
Uit het onder feit 1 bewezen verklaarde volgt dat verdachte zich onder andere schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de import van illegaal vuurwerk uit Duitsland en het opslaan daarvan. Dit feit heeft verdachte in vereniging gepleegd met [medeverdachte] en [medeverdachte] . De rol van verdachte bestond uit het (twee maal) in een gehuurde auto helpen ophalen en vervoeren en vervolgens naar twee verschillende loodsen in Groningen brengen van vuurwerk. Daarbij reed hij achter [medeverdachte] en [medeverdachte] aan en bepaalde [medeverdachte] waar hij langs moest rijden. Toen het vuurwerk eenmaal uit de auto en in de loodsen was geladen, is door het observatieteam gezien (en door verdachte bevestigd) dat verdachte door [medeverdachte] werd betaald. Naast dit feit heeft verdachte nog wat klusjes gedaan voor de organisatie. Zo is verdachte samen met [medeverdachte] en [medeverdachte] door het observatieteam gezien, terwijl hij een auto achteruit de loods aan de [adres] in Groningen in reed, waarin later versnijdingsmiddelen voor cocaïne zijn aangetroffen. Tot slot heeft verdachte bekend dat hij de stroom heeft aangelegd in de schuur in [plaatsnaam] , waar uiteindelijk een cocaïnewasserij is ontdekt.
Ten aanzien van de verweren van de raadsman overweegt de rechtbank het volgende.
Zoals reeds overwogen onder feit 1 acht de rechtbank de wetenschap van verdachte ten aanzien van het importeren van illegaal vuurwerk aanwezig. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij werd gevraagd voor klusjes, omdat hij geen vragen stelde. Dat deed hij naar eigen zeggen ook niet toen hij stroom moest aanleggen in [plaatsnaam] . Verdachte heeft naar eigen zeggen bij het aanleggen en vervolgens verzwaren van de stroom nog wel gedacht dat lijkt bijna een (wiet)plantage. Voor beide klussen heeft verdachte geld ontvangen. Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank voldoende dat verdachte op de hoogte was van het feit dat de criminele organisatie het oogmerk had om misdrijven te plegen. Daarmee is de rechtbank van oordeel dat het opzet van verdachte, al dan niet in voorwaardelijke zin, gericht was op deelname aan de criminele organisatie.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van het voorgaande vast dat verdachte in de periode van 10 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
Feit 3: aanwezig hebben en handelen in lachgas
De rechtbank acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [adres] (garage) d.d. 8 november 2023, opgenomen op pagina 2707 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met proces-verbaalnummer NNRAA23010 (onderzoek [naam] ) d.d. 3 mei 2024, inhoudend de verklaring van verbalisanten;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 7 maart 2024, opgenomen op pagina 2683 en verder van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 5 maart 2024, opgenomen op pagina 2694 van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten.