ECLI:NL:RBNNE:2025:2441

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 juni 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
18-332327-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege in verband met passantenproblematiek

Op 17 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, uitspraak gedaan in de zaak tegen de veroordeelde, geboren in 1971 en thans verblijvende in een instelling. De rechtbank heeft de termijn van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege verlengd met één jaar. De officier van justitie had gevorderd om de termijn met twee jaren te verlengen, maar de rechtbank heeft besloten tot een kortere verlenging vanwege de passantenproblematiek. De veroordeelde is momenteel in afwachting van plaatsing in een instelling en ontvangt daar nog geen adequate hulp. De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor misdrijven die gevaar veroorzaken voor de lichamelijke integriteit van anderen, waardoor verlenging mogelijk is. De rechtbank heeft het advies van de psychiater, die de verlenging van de terbeschikkingstelling adviseerde, in overweging genomen, maar ook de situatie van de veroordeelde als passant in de wacht op plaatsing. De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en heeft de beslissing genomen om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, om de situatie van de veroordeelde opnieuw te evalueren.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/332327-22
beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 17 juni 2025 in de rechtbank Noord-Nederland
in de zaak tegen

[veroordeelde]

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] , thans verblijvende in het [instelling] .
Hierna te noemen: veroordeelde.
Procesverloop
De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 3 juni 2025, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. M.W. Bouwman en de officier van justitie.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door dr. T.W.D.P. van Os, forensisch psychiater, opgemaakte rapport d.d. 11 april 2025.
Motivering
De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 20 juni 2023 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, veroordeelde ter beschikking gesteld met voorwaarden wegens onder andere brandstichting, mishandeling en bedreiging. De terbeschikkingstelling met voorwaarden is door de rechtbank dadelijk uitvoerbaar
verklaard. De terbeschikkingstelling met voorwaarden is derhalve aangevangen op 21 juni 2023. Bij beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, d.d. 13 februari 2025 is de terbeschikkingstelling met voorwaarden omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege.
Het advies van de deskundige
In het psychiatrisch Pro Justitia rapport van 11 april 2025 wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In voornoemd rapport is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
De diagnostiek van veroordeelde is onduidelijk, omdat hij niet tot beperkt heeft meegewerkt aan het onderzoek. Veroordeelde spreekt zelf van het syndroom van Korsakov, ook wel alcoholdementie. De psychiater adviseert derhalve om veroordeelde grondig neurologisch en neuropsychologisch te laten onderzoeken om na te gaan of er sprake is van neurologische schade. Vanwege de beperkte medewerking van veroordeelde aan het onderzoek heeft de psychiater geen risicotaxatie kunnen doen. Op basis van de geraadpleegde stukken concludeert de psychiater dat er tot op heden geen behandeling werd uitgevoerd dan wel interventies zijn gedaan die het recidiverisico hebben doen verminderen. Indien uit nader onderzoek blijkt dat er sprake is van neurologische schade dan is een groeimodel (behandeling gericht op verandering) niet mogelijk en gedoemd te mislukken, slechts leidend tot machteloosheid en hopeloosheid van alle partijen. In het geval van neurologische schade moet men uitgaan van het handicapmodel waarbij men gericht dient te zijn op het creëren van een optimale omgevingsprothese. Er dient eerst meer duidelijk te worden omtrent de diagnostiek van veroordeelde voordat een gedegen plan voor behandeling/ bejegening tot stand kan komen. Recentelijk is de terbeschikkingstelling met voorwaarden onherroepelijk omgezet in de terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Het is niet te verwachten -gezien alle diagnostische onduidelijkheden- dat er voorlopig therapeutisch maatwerk
geleverd kan worden ter reductie van het recidiverisico. Derhalve adviseert de psychiater om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te continueren met twee jaar.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsvrouw
De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. De raadsvrouw heeft echter wel aangevoerd dat veroordeelde in de [instelling] op dit moment niet de hulp en zorg krijgt die hij nodig heeft. Veroordeelde is inmiddels aangemeld bij [instelling] , maar staat daar naar verwachting nog geruime tijd op de wachtlijst alvorens hij daar daadwerkelijk geplaatst kan worden. Tot die tijd wordt hem de juiste hulp ontzegd, hetgeen de situatie van veroordeelde schrijnend maakt.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de overwegingen in het onderliggende vonnis van 20 juni 2023 vast dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van misdrijven gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betekent dat de maatregel niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Voorts stelt de rechtbank vast dat het verlengingsadvies van het behandelteam van de instelling waar veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd, alsmede de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van veroordeelde in het dossier ontbreken, simpelweg omdat veroordeelde nog niet behandeld wordt in het [instelling] . De rechtbank acht de situatie van veroordeelde waarbij hij als zogeheten passant in afwachting van plaatsing bij het [instelling] in het [instelling] moet verblijven, betreurenswaardig en sluit zich aan bij hetgeen de raadsvrouw van veroordeelde heeft opgemerkt.
Ondanks voornoemde gebreken ziet de rechtbank zich genoodzaakt om over te gaan tot het verlengen van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Op grond van de inhoud van het advies van de psychiater en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank namelijk van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. Anders dan zoals door de officier van justitie gevorderd ziet de rechtbank in de reeds benoemde passantenproblematiek aanleiding om de terbeschikkingstelling van veroordeelde te verlengen met een termijn van één jaar, teneinde op kortere termijn de stand van zaken omtrent de plaatsing van veroordeelde bij [instelling] opnieuw in kaart te brengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.R. Eising, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. M. van der Veen, rechters, bijgestaan door mr. A. Kamphuis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 juni 2025.
Mr. J. van Bruggen en mr. M. van der Veen zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.