ECLI:NL:RBNNE:2025:2366

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
17 juni 2025
Zaaknummer
11301272 BU VERZ 24-2189
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) wegens snelheidsovertreding

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, die een boete van € 213,00 had ontvangen voor het rijden van 21 km per uur boven de toegestane snelheid op een weg buiten de bebouwde kom, heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting was de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. S. Bayram, aanwezig. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de verbalisant ter plaatse was en de bebording heeft gecontroleerd. De kantonrechter heeft echter ook geconstateerd dat de redelijke termijn voor het behandelen van de zaak was geschonden, wat heeft geleid tot een vermindering van de boete met 25% tot € 162,00. De officier van justitie is veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene, die zijn vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door kantonrechter H.J. Bastin, met griffier W.B. Jongsma, en biedt de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de datum van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 255975970
zaaknummer: 11301272 BU VERZ 24-2189

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van12 juni 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats],
(gemachtigde: mr. drs. R. de Nekker, Zaakrecht).

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘21 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1)’, verricht op 22 februari 2023, om 07:56 uur, op de Leeuwarderstraatweg in Heerenveen, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde boete bedraagt € 213,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op de zitting van 12 juni 2025 behandeld. Daarbij was aanwezig: de vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. S. Bayram.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Gemachtigde voert aan dat er geen A1-bord staat dat een lagere snelheid van 80 km/u aangeeft.
3. De vertegenwoordigster is van mening dat het beroep ongegrond moet worden verklaard.
Overwegingen
4. Deze beroepsgrond slaag niet. De kantonrechter ziet hierin geen aanleiding om te twijfelen aan verklaring van de verbalisant en de gegevens in het zaakoverzicht. Uit het dossier blijkt dat de verbalisant ter plekke fysiek aanwezig was en betrokkene ook heeft staande gehouden. Hierdoor mag worden aangenomen dat de verbalisant de bebording heeft gecontroleerd. [1] Daarnaast heeft betrokkene tijdens de staandehouding niets verklaard over de bebording, maar enkel het volgende verklaard: ‘
doe ik niet’. De gedraging kan daarom worden vastgesteld.
5. Vervolgens ziet de kantonrechter zicht de vraag gesteld of er omstandigheden zijn die aanleiding geven om de sanctie te matigen of te vernietigen.
6. De kantonrechter zal de boete matigen met 25% tot € 162,00 (inclusief administratiekosten), omdat de redelijke termijn is geschonden. In deze zaak is namelijk meer dan twee jaar verstreken tussen het moment waarop betrokkene kon verwachten dat hij een boete zou krijgen en deze uitspraak.
7. Omdat de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond zal verklaren in verband met de schending van de redelijke termijn, zal hij de officier van justitie veroordelen in de proceskosten van betrokkene in de kantonfase. Hij zal één punt toekennen voor het indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter met een waarde van € 907,00. Gelet op de aard van de zaak past de kantonrechter de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toe. Hij zal de officier van justitie veroordelen in de kosten van € 453,50.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt de sanctie tot € 162,00 (inclusief administratiekosten);
  • bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
  • veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten van betrokkene van € 453,50.
Waarvan proces-verbaal,
mr. W.B. Jongsma, griffier mr. H.J. Bastin, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 28 februari, ECLI:NL:GHARL:2020:1803.