ECLI:NL:RBNNE:2025:2245

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
C/18/244967 / JE RK 25-324
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 5 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende de uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam kind]. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft een spoedverzoek ingediend om [naam kind] uit huis te plaatsen vanwege ernstige zorgen over haar welzijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdbeschermer niet op de juiste wijze heeft gehandeld, aangezien er geen zicht was op de thuissituatie van [naam kind] totdat de situatie kritiek werd. De kinderrechter heeft op basis van de ingediende informatie en de urgentie van de situatie, een machtiging verleend voor de uithuisplaatsing van [naam kind] in een gezinshuis of accommodatie jeugdhulpaanbieder, met ingang van 5 juni 2025 tot 3 juli 2025. De ouders van [naam kind] zijn niet gehoord in deze procedure, en er is een mondelinge behandeling gepland op 17 juni 2025 om de zaak verder te bespreken. De kinderrechter heeft benadrukt dat de GI niet op de juiste wijze heeft gehandeld en dat de uithuisplaatsing zonder voorafgaande machtiging van de kinderrechter heeft plaatsgevonden, wat inbreuk maakt op fundamentele rechten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Groningen
Zaaknummer: C/18/244967 / JE RK 25-324

Beschikking van 5 juni 2025 over een (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak van
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
die is gevestigd in Amsterdam,
en die hierna "de GI" wordt genoemd,
die betrekking heeft op

[naam kind] ,

die is geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats] ,
en die hierna " [naam kind] " wordt genoemd.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

die woont in [woonplaats] ,
en die hierna "de moeder" wordt genoemd,

[naam vader] ,

die woont in [woonplaats] ,
en die hierna "de vader" wordt genoemd,

Het verloop van de procedure

Deze procedure is ingeleid met een verzoekschrift van de GI, dat door de rechtbank is ontvangen op 5 juni 2025. Daarin verzoekt de GI om aan haar met een spoed, en daarom zonder voorafgaande mondelinge behandeling, een machtiging te verlenen om [naam kind] uit huis te plaatsen in een netwerkpleeggezin en daaropvolgend in een accommodatie jeugdhulpaanbieder eerst voor de duur van vier weken en na mondelinge behandeling, aansluitend voor de resterende duur van de ondertoezichtstelling.
Op 5 juni heeft de kinderrechter naar aanleiding van het verzoek van de GI telefonisch nadere informatie ingewonnen bij de GI en vervolgens mondeling een machtiging gegeven om [naam kind] uit huis te plaatsen in een gezinshuis of een accommodatie jeugdhulpaanbieder.
De kinderrechter heeft daarbij aangekondigd dat hij de gronden waarop zijn mondelinge uitspraak rust zal uitwerken in deze, vandaag te geven, beschikking.
De feiten
De kinderrechter kan bij de beoordeling van het verzoek uitgaan van de volgende feiten.
[naam kind] staat sinds 20 december 2023 onder toezicht van de GI. De GI ervaart dat deze kinderbeschermingsmaatregel op dit moment ontoereikend is om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen. Zij heeft daarom een spoedverzoek gedaan om het mogelijk te maken dat [naam kind] uit de voor haar onveilige opvoedsituatie wordt gehaald, door haar uit huis te plaatsen.
De zorgen over de veiligheid van [naam kind] zijn gelegen in de meldingen die vanuit de politie, Veilig Thuis, Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN) en de gemeente worden gedaan over een terugval van de vader in drank- en/of middelengebruik op een zodanige wijze dat er directe risico's voor de veiligheid voor [naam kind] in de thuissituatie zijn ontstaan, zoals die nader in het verzoekschrift van de GI zijn beschreven.
De GI heeft daarom besloten om zonder voorafgaande machtiging van de kinderrechter, [naam kind] te plaatsen in een netwerkpleeggezin. Dat netwerkpleeggezin kan en wil die plaatsing slechts voor enkele dagen, zodat de GI alsnog werd genoodzaakt een machtiging tot uithuisplaatsing te verzoeken.

De beoordeling

Uit het verzoekschrift en de daarop gegeven telefonische toelichting kan de kinderrechter afleiden dat de veiligheid van [naam kind] in onmiddellijk gevaar is wanneer zij voor haar verzorging afhankelijk is van haar vader die, naar nu kan worden aangenomen wordt overspoeld door persoonlijke- en/of verslavingsproblematiek, met alle daarvan door de GI in haar verzoekschrift beschreven gevolgen.
De kinderrechter stelt het belang van het beschermen van het welzijn van [naam kind] voorop en heeft daarom onmiddellijk een machtiging verleend. Een mondelinge behandeling van het verzoek kon niet worden afgewacht zonder het welzijn van [naam kind] in direct gevaar te brengen, als de kinderrechter uitgaat van de nu aan hem gepresenteerde feiten.
Daarbij plaatst de kinderrechter een kanttekening. Uit het verzoekschrift en de nader gegeven toelichting van de GI, blijkt dat de GI niet op de wijze die van een redelijk handelend en redelijk vakbekwaam jeugdbeschermer mag worden verwacht, heeft gehandeld. Niet alleen valt op dat de jeugdbeschermer kennelijk geen enkel zicht had op het welzijn van [naam kind] in haar thuissituatie en dat zicht pas verkreeg nadat de situatie zich daar zodanig ernstig heeft ontwikkeld dat werkelijk van alle kanten zorgmeldingen bij de GI terechtkwamen. Toen is wel ingegrepen, zij het op een wijze die strijdig is met de wet en een ontoelaatbare inbreuk maakt op fundamentele rechten. De jeugdbeschermer heeft ervoor gekozen om eigenmachtig te handelen en [naam kind] uit huis te plaatsen in een netwerkpleeggezin, dat kennelijk ook niet is toegerust om aan te sluiten bij wat [naam kind] nodig heeft.
Van een redelijk handelend en redelijk vakbekwaam jeugdbeschermer mag worden verwacht dat op het moment dat zich ernstige incidenten omrent het welzijn van een kind voordoen die aanleiding geven een kind uit huis te plaatsen, direct de kinderrechter wordt gebeld met het verzoek om te toetsen of een machtiging kan worden verleend. Bij de kinderrechter ontstaat het beeld dat wanneer het netwerkpleeggezin niet had aangegeven nog langer voor [naam kind] te kunnen of te willen zorgen, het volledig aan zijn zicht zou zijn onttrokken dat [naam kind] gedurende haar ondertoezichtstelling uit huis is geplaatst, zonder toets van de onafhankelijke kinderrechter of de inbreuk die met de uithuisplaatsing wordt gemaakt op het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven in het licht van de concrete feiten en omstandigheden van het geval zo noodzakelijk is dat die inbreuk is gerechtvaardigd.
De kinderrechter verleent de machtiging en beperkt de machtiging tot een gezinshuis of accommodatie jeugdhulpaanbieder, op de grond dat uit de door de GI verstrekte informatie reeds volgt dat het netwerkpleeggezin niet kan bieden en ook niet meer wil bieden wat [naam kind] nodig heeft.
Omdat de machtiging is verleend zonder dat de ouders van [naam kind] als belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld om op het verzoek te worden gehoord, zal de kinderrechter hierna een datum en tijdstip bepalen waarop de zaak mondeling moet worden behandeld. De belanghebbenden worden dan in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken. Tijdens die mondelinge behandeling zal verder worden beoordeeld of een machtiging tot uithuisplaatsing moet worden verleend voor de resterende duur van de ondertoezichtstelling.
De kinderrechter neemt de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een gezinshuis of een accommodatie jeugdhulpaanbieder met ingang van 5 juni 2025 tot 3 juli 2025;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat het verzoek mondeling wordt behandeld door mr. T. ter Brugge op 17 juni 2025 om 12:05 uur in het gerechtsgebouw van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, aan Guyotplein 1 in Groningen;
wijst de ouders en de GI erop dat deze beschikking geldt als oproep voor de mondelinge behandeling op 17 juni 2025 en dat zij voor deze mondelinge behandeling geen nadere oproep zullen ontvangen;
bepaalt dat [naam kind] per afzonderlijke brief zal worden opgeroepen voor een gesprek met de kinderrechter voorafgaand aan de mondelinge behandeling;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.R. Tromp, kinderrechter, bijgestaan door M.C. Boskma LLM, en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2025. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 juni 2025.
Als u het niet eens met de beslissingen die de rechter heeft genomen, kunt u in hoger beroep. Maar let op! Hoger beroep kunt u niet zelf instellen. U moet daarvoor naar een advocaat. Een advocaat kan voor u hoger beroep instellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Belangrijk is dat u snel naar een advocaat gaat. Hoger beroep moet bijna altijd binnen drie maanden na de dag van de uitspraak worden ingesteld.
Voor de Raad of de GI geldt dat zij zelf hoger beroep kunnen instellen.