ECLI:NL:RBNNE:2025:2219

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
18-232791-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een leerkracht voor het vervaardigen van kinderporno en heimelijk filmen van kinderen tijdens gym- en zwemlessen

Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak tegen een leerkracht die werd beschuldigd van het vervaardigen van kinderporno en het heimelijk filmen van kinderen tijdens hun gym- en zwemlessen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 240 uren. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij kinderen betrokken waren die de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt. Dit gebeurde met behulp van een Samsung S22 en andere gegevensdragers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op meerdere momenten en op verschillende locaties deze opnamen heeft gemaakt, wat een ernstige schending van het vertrouwen van ouders en leerlingen inhoudt.

De rechtbank heeft de feiten als ernstig beoordeeld, vooral gezien de rol van de verdachte als leraar, waarbij hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie. De verdachte heeft gedurende een lange periode kinderporno verworven en in bezit gehad, wat bijdraagt aan de vraag naar dergelijk materiaal en indirect betrokkenheid bij het misbruik van kinderen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn zoektocht naar hulp en behandeling na de ontdekking van zijn daden. De rechtbank heeft besloten om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar heeft wel een taakstraf en bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf, waaronder een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling.

De benadeelde partij heeft zich in het proces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding, maar deze is door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft de relevante wetsartikelen toegepast en de verdachte veroordeeld tot de opgelegde straffen, waarbij de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden in overweging zijn genomen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/232791-24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 mei 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 april 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A. Elzinga, advocaat te Groningen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 oktober 2022 tot en met 30 april 2024 te Leeuwarden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens
afbeeldingen te weten foto(s) en/of video(s) van seksuele gedragingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een Samsung S22 en/of
harddisk(s), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten
[slachtoffer 1] (zie pagina 134 van het procesdossier) geboren op [geboortedatum] 2015 en/of
[slachtoffer 2] (zie pagina 138-139 van het procesdossier), geboren op [geboortedatum] 2016, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedraging(en) zakelijk weergegeven- bestonden uit:
- het door het camerastandpunt en/of uitsnede van de fotos/film(s) nadrukkelijk in beeld brengen van het ontblote geslachtsdeel en/of de ballen en/of billen van die [slachtoffer 1] (zie p. 134 van het procesdossier) en/of [slachtoffer 2] (zie pagina 138-139 van het procesdossier), althans deze perso(o)n(en), (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandnamen: clip, [nummer] , [nummer] , [nummer] & [nummer] , afbeeldingen 12 t/m 18 p.97);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 oktober 2022 tot en met 30 april 2024 te Leeuwarden, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [slachtoffer 1] (zie pagina 134 van het procesdossier) en/of [slachtoffer 2] (zie pagina 138-139 van het procesdossier),
een afbeelding van seksuele aard, te weten een video, foto en/of uitsnede van een filmfragment, waarop te zien is dat [slachtoffer 1] (zie pagina 134 van het procesdossier) en/of
[slachtoffer 2] (zie pagina 138-139 van het procesdossier)
  • volledig naakt is en/of
  • het camerastandpunt van onder naar boven is gericht en/of
  • de nadruk van de afbeelding/uitsnede op de penis en/of ballen is gericht heeft vervaardigd;
2.
hij op of omstreeks 11 juli 2022 tot en met 30 april 2024 te Leeuwarden, althans in Nederland, gebruik makende van een technisch hulpmiddel, te weten een Samsung S22,
althans met een mobiele telefoon, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze
kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk van een of meerdere kinderen van de klas waaraan hij les gaf, te weten [slachtoffer 1] (zie pagina 134 van het procesdossier), [slachtoffer 3] (zie pagina 146 van het procesdossier), [slachtoffer 4] (zie pagina 143 van het procesdossier), [slachtoffer 5] (zie pagina 143 van het procesdossier), [slachtoffer 6] (zie pagina 138 van het procesdossier) en/of
[slachtoffer 2] (zie pagina 138-139 van het procesdossier), welke kinderen aanwezig waren in een niet voor publiek toegankelijke plaats, te weten een kleedkamer van een gymzaal (ten behoeve van de gymles
op school) en/of een kleedkamer van een zwembad (ten behoeve van de zwemles via school) een of meer afbeeldingen (fotos en/of videos) heeft vervaardigd;
3.
hij op of omstreeks 1 januari 2017 tot en met 30 april 2024 te Zwolle en/of Leeuwarden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
telkens 1986, althans 1223 afbeeldingen te weten fotos en/of videos van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 nog niet had bereikt, is
betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven bestonden uit:
- het met een penis, voorwerp en/of vinger/hand oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of
het met een penis, voorwerp, vinger/hand oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (onder meer foto 1, 2, 3 & 28 van de toonmap p.106/107 & 120 dossier), en/of
- het met een penis, voorwerp, vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of het met een penis, voorwerp, vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer foto 4, 5, 6, 21, 22, 23, 26 & 29 van de toonmap p.107 t/m 109, 116, 117, 119 & 120 dossier), en/of
- het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt, en/of het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
dier (onder meer foto 7 toonmap p.109 dossier), en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de fotos/films nadrukkelijk het
(ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (onder meer foto 8, 9, 10, 12 t/m 18, 24 & 25 toonmap, p.110 t/m 115 & 118 dossier), en/of
- het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (onder meer foto 11 toonmap, p.111 dossier).

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft -middels haar overlegde pleitnota- het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsvrouw bepleit dat het primair ten laste gelegde kan worden bewezen en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw primair vrijspraak bepleit. Zij heeft daartoe aangevoerd dat uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij zijn telefoon zichtbaar en openlijk in zijn hand hield tijdens het filmen. Zij is dan ook van mening dat, onder verwijzing naar jurisprudentie, het bestanddeel “heimelijkheid” niet is vervuld.
Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat, gelet op het samenhangend feitencomplex tussen de feiten 1 en 2, verdachte partieel moet worden vrijgesproken ten aanzien van het slachtoffer [slachtoffer 1] Zij heeft daartoe aangevoerd, onder verwijzing naar jurisprudentie, dat verdachte wordt verweten op hetzelfde moment (kleedkamer zwembad) en ten aanzien van hetzelfde slachtoffer, te weten [slachtoffer 1] , te hebben gefilmd, wat duidt op een samenloop van feiten.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw aangevoerd zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank. Wel heeft zij aangevoerd dat de opzet van verdachte ontbreekt ten aanzien van het in het bezit hebben van dierenpornografisch materiaal, zodat verdachte hiervan partieel zou moeten worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de feiten 1 primair, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 april 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2024, opgenomen op pagina 68 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 10 juli 2024, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van binnentreden woning (met bijlage) d.d. 2 mei 2024, opgenomen op pagina 70 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 mei 2024, opgenomen op pagina 82 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 9 juli 2024, (met als bijlage een collectiescan waarin aangegeven is welke strafbare elementen en seksuele gedragingen in de kinderpornografische afbeeldingen zichtbaar zijn), opgenomen op pagina 92 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
15 mei 2024, opgenomen op pagina 132 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] ;
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juni 2024, opgenomen op pagina 138 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
8. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2024, opgenomen op pagina 149 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
9. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 mei 2024, opgenomen op pagina 134 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van aangever [aangever 1] ;
10. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 juni 2024, opgenomen op pagina 140 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van aangever
[aangever 2] ;
11. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 juni 2024, opgenomen op pagina 143 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van aangever [aangever 3] ;
11. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 juni 2024, opgenomen op pagina 146 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van aangever [aangever 4] .
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Feit 2
Ten aanzien van het primaire verweer van de raadsvrouw dat er geen sprake zou zijn van heimelijk filmen overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank acht bewezen dat sprake is van heimelijk filmen, nu er door verdachte is gefilmd in de besloten ruimte van een kleedkamer. Verdachte heeft daarbij noch aan zijn leerlingen noch aan de ouders van deze leerlingen vooraf kenbaar gemaakt dat hij opnamen van de leerlingen wilde maken, laat staan dat hij daarvoor toestemming heeft gevraagd en verkregen. Verdachte zelf heeft ten aanzien van het heimelijk filmen een bekennende verklaring afgelegd en verklaard dat de leerlingen er niks van konden merken dat hij ze filmde in de kleedkamer. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsvrouw.
Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er sprake zou zijn van een eendaadse samenloop ten aanzien van het slachtoffer [slachtoffer 1] De rechtbank verwerpt ook dit verweer en overweegt als volgt. Er is door verdachte zowel gefilmd in de kleedkamer van het zwembad, als in de kleedkamer van de gymzaal. De afbeeldingen van [slachtoffer 1] die zijn gemaakt in de kleedkamer van het zwembad zijn geclassificeerd als kinderpornografisch en ten laste gelegd onder feit 1. De afbeeldingen van [slachtoffer 1] die zijn gemaakt in de kleedkamer van de gymzaal zijn als niet kinderpornografisch geclassificeerd en ten laste gelegd onder feit 2. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van een eendaadse samenloop, nu het om verschillende afbeeldingen van [slachtoffer 1] gaat en die ook niet op hetzelfde moment zijn gemaakt.
Feit 3
Ten aanzien van het verweer van de raadsvrouw dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het in bezit hebben van dierenpornografisch materiaal overweegt de rechtbank als volg. Aan verdachte is onder feit 3 (derde gedachtestreepje) niet expliciet het in het bezit hebben van dierenpornografisch materiaal ten laste gelegd, maar het in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen met dieren. Opzet op het dierenpornografische karakter van de afbeeldingen is in dit geval niet vereist. Gelet hierop verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsvrouw.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht de feiten 1 primair, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij omstreeks 7 oktober 2022 tot en met 30 april 2024 te Leeuwarden, meermalen, telkens
afbeeldingen te weten fotos en videos van seksuele gedragingen en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een Samsung S22 en harddisks, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten
[slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum] 2015 en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2016, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven- bestonden uit:
- het door het camerastandpunt en uitsnede van de fotos/films nadrukkelijk in beeld brengen van het ontblote geslachtsdeel en de ballen en billen van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (bestandnamen: clip, [nummer] , [nummer] , [nummer] & [nummer] , afbeeldingen 12 t/m 18 p.97);
2.
hij omstreeks 11 juli 2022 tot en met 30 april 2024 te Leeuwarden, gebruik makende van een technisch hulpmiddel, te weten een Samsung S22, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk van meerdere kinderen van de klas waaraan hij les gaf, te weten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 2] , welke kinderen aanwezig waren in een niet voor publiek toegankelijke plaats, te weten een kleedkamer van een gymzaal, ten behoeve van de gymles op school, en/ een kleedkamer van een zwembad, ten behoeve van de zwemles via school fotos en videos heeft vervaardigd;
3.
hij omstreeks 1 januari 2017 tot en met 30 april 2024 te Zwolle en Leeuwarden, meermalen,
telkens 1223 afbeeldingen te weten fotos en/of videos van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven bestonden uit:
- het met een penis, voorwerp en vinger/hand oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en
het met een penis, voorwerp, vinger/hand oraal, vaginaal en anaal penetreren van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer foto 1, 2, 3 & 28 van de toonmap p.106/107 & 120 dossier), en
- het met een penis, voorwerp, vinger/hand en mond/tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en
het met een penis, voorwerp, vinger/hand en mond/tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(onder meer foto 4, 5, 6, 21, 22, 23, 26 & 29 van de toonmap p.107 t/m 109, 116, 117, 119 & 120 dossier), en
- het door een dier likken, betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een dier
(onder meer foto 7 toonmap p.109 dossier), en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en
door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze persoon en de uitsnede van de fotos/films nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en billen van die persoon in beeld gebracht worden
waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (onder meer foto 8, 9, 10, 12 t/m 18, 24 & 25 toonmap, p.110 t/m 115 & 118 dossier), en
- het houden van een stijve penis bij het gezicht en lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(onder meer foto 11 toonmap, p.111 dossier).
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd;
2. gebruikmakende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid
niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen;
3. een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het bewezenverklaarde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en onder oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier van justitie gelet op de richtlijnen van het openbaar ministerie voor het vervaardigen van kinderporno. Aangezien verdachte deze feiten heeft gepleegd in zijn hoedanigheid als leraar ziet zij geen aanleiding om van deze richtlijnen in het voordeel van verdachte af te wijken. Hoewel de officier van justitie een beroepsverbod heeft overwogen, ziet zij geen aanleiding om een dergelijk verbod te vorderen, nu verdachte heeft aangegeven niet meer te zullen gaan werken in een functie waarin hij contact heeft met kinderen en verdachte bij een veroordeling ook geen Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: VOG) meer kan krijgen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft -onder verwijzing naar jurisprudentie- gepleit voor oplegging van één dag gevangenisstraf, gelet op artikel 22b Sr, en daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf in
combinatie met een taakstraf. De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om een strafmaat die ruimte biedt voor herstel en behandeling en er rekening mee te houden dat het voor verdachte een coping mechanisme betrof. Er is echter niets wat wijst in de richting van seksuele preoccupatie en/of een deviante seksuele voorkeur. Daarnaast dient er niet alleen gekeken te worden naar de ernst van de feiten, maar ook naar de persoonlijke situatie van verdachte en de positieve stappen die hij heeft gezet. Verdachte is zich volledig bewust van de ernst van zijn daden en heeft zijn verantwoordelijkheid genomen. Hij heeft hulp gezocht en is bereid om verder te werken aan zijn herstel. Het is dan ook belangrijk dat verdachte door kan gaan op de weg die hij inmiddels heeft ingeslagen. Bovendien blijkt uit het advies van de reclassering dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een belemmering zou kunnen vormen voor verdachte zijn verdere behandeling.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van Reclassering Nederland van 7 april 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno en heimelijk filmen, door kinderen van de klas waaraan hij als leerkracht les gaf te filmen tijdens het omkleden bij de zwem- en gymles. Verdachte heeft door zijn handelen ernstig misbruik gemaakt van zijn positie als onderwijzer en het in hem gestelde vertrouwen door de school waar hij werkzaam was en de ouders en leerlingen van deze school. Ouders en collega-onderwijzers moeten er op kunnen vertrouwen dat de leerlingen bij hun eigen onderwijzer in veilige handen zijn. Dit vertrouwen heeft verdachte op bijzonder ernstige wijze geschonden. De school is immers bij uitstek een plek waar de leerlingen zich veilig en geborgen dienen te voelen. De rechtbank neemt het verdachte daarbij kwalijk dat hij niet één keer maar op meerdere momenten op verschillende locaties zijn opnamen heeft gemaakt.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in het bezit hebben van 1223 kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat verdachte gedurende een lange periode van ruim zeven jaar bezig is geweest met het verwerven van kinderporno. Door zijn handelen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de vraag naar kinderporno en is hij indirect betrokken bij het misbruik van kinderen, die worden gedwongen tot het poseren en ondergaan van handelingen die op ernstige wijze inbreuk maken op hun lichamelijke integriteit. Het enige dat de rechtbank in het voordeel van verdachte meeweegt is dat de politie geen aanwijzingen heeft gevonden dat verdachte de door hem verworven kinderporno zou hebben gedeeld met anderen.
Zorgelijk en kwalijk is dat verdachte zowel met het maken van de opnamen als het verwerven van kinderporno steeds is doorgegaan. Enkel en alleen doordat zijn toenmalige vriendin er achter kwam wat voor materiaal er op de telefoon van verdachte stond en doordat zij dit bij de politie heeft gemeld, is een einde aan dit handelen van verdachte gekomen.
De rechtbank acht deze feiten ernstig en rekent verdachte deze zwaar aan.
Persoonlijke omstandigheden
De reclassering heeft over verdachte gerapporteerd. Hieruit blijkt dat het psychosociaal functioneren van verdachte als belangrijkste delictgerelateerde factor wordt gezien. Bij verdachte wordt een hardnekkig gedragspatroon gezien dat zich uit in ongewenste coping, waarbij verdachte vanuit macht op zoek is gegaan en dit een coping is geworden om te kunnen omgaan met negatieve gevoelens en/of spanningen. Nadat de feiten ontdekt werden heeft verdachte zich gemeld bij zijn huisarts en sinds juni 2024 is hij in behandeling bij ambulante forensische GGZ instelling [instelling] . De behandeling is gericht op het verbeteren van zijn copingstijl en daarmee het voorkomen van recidive. Het risico op recidive wordt door de reclassering ingeschat als gemiddeld. Verdachte wordt gesteund door zijn familie, hetgeen als beschermende factor wordt gezien. De reclassering adviseert bij een veroordeling oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno. Oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal volgens de reclassering het reeds ingezette hulpverleningstraject bij [instelling] doorkruisen, hetgeen niet wenselijk wordt geacht. Tevens zou het onderbreken van de behandeling het risico op recidive verhogen.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Straf
Gelet op de ernst van de feiten, de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht (taakstrafverbod), is de rechtbank van oordeel dat het uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf behoort te zijn. De aard van het door verdachte vervaardigde materiaal, het misbruik dat hij van zijn positie heeft gemaakt en de lange periode waarover hij kinderporno heeft verworven rechtvaardigen zondermeer een gevangenisstraf van een behoorlijke omvang. De rechtbank stelt echter ook vast dat verdachte een blanco strafblad heeft en dat hij, doordat hij geen verklaring omtrent gedrag meer zal kunnen verkrijgen, niet meer in het onderwijs en aanverwante werkvelden werkzaam zal kunnen zijn. Daarbij komt dat verdachte kort na zijn aanhouding zelf hulpverlening heeft gezocht en al geruime tijd in behandeling is bij [instelling] met als doel om herhaling te voorkomen. Alles afwegend zal de rechtbank aan verdachte nu geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op leggen. Wel zal aan verdachte gelet op de ernst van de zaak een taakstraf opleggen voor de maximale duur van 240 uur en daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 12 maanden met een proeftijd van 3 jaar, waarin de rechtbank de ernst van de zaak tot uitdrukking brengt.
De rechtbank zal aan de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden verbinden van een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling bij [instelling] . De rechtbank ziet geen aanleiding voor het opleggen van de verplichting tot het innemen van medicatie nu deze voorwaarde niet nader geconcretiseerd is en om die reden reeds op juridische gronden niet toewijsbaar is. De rechtbank ziet af van het opleggen van een contactverbod met minderjarigen. De rechtbank acht deze voorwaarde te algemeen geformuleerd en daarmee niet goed te handhaven. Daarbij komt dat het risico dat verdachte opnieuw met kinderen zou gaan werken al afgedekt is, gelet op de onmogelijkheden voor verdachte om een VOG te verkrijgen. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding voor het opleggen van een verbod op kinderporno en controle op naleving hiervan. Het bezit van kinderporno is op zich zelf al strafbaar.
Benadeelde partij
[ benadeelde partij] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 1.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering voldoende is onderbouwd en geheel kan worden toegewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk is. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de vordering iets te matigen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij bij de gestelde immateriële schade onvoldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van een aantasting in de persoon in de zin van artikel 6:106 BW, waardoor het ontbreekt aan grondslag om tot toekenning van de schadevergoeding over te kunnen gaan. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk verklaren.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 139f en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich meldt op afspraken bij Reclassering Nederland te Zwolle, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
dat veroordeelde zich laat behandelen door [instelling] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
een taakstraf voor de duur van 240 uren.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Ten aanzien van feit 2
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [ benadeelde partij] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij haar eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Bunk, voorzitter, mr. T.M.L. Wolters en
mr. S.R. Huisman, rechters, bijgestaan door C. Vellinga-Terpstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 mei 2025.
Mr. Huisman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.