In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 6 juni 2025 een tussenvonnis gewezen in de zaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van aanzienlijke hoeveelheden drugs, waaronder amfetamine, MDMA en 2C-B. Tijdens het onderzoek is er behoefte ontstaan aan meer duidelijkheid over een DNA-spoor dat is aangetroffen op de knoop van de verpakking van 2C-B. De rechtbank kan op basis van de huidige processtukken niet vaststellen of het DNA-spoor celmateriaal van de verdachte bevat en of dit als bewijsmiddel kan worden gebruikt. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) opdracht te geven om te onderzoeken of het DNA-hoofdprofiel op de knoop van de verpakking overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rechter-commissaris om dit onderzoek te laten uitvoeren. De rechtbank heeft ook besloten het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd te schorsen totdat het NFI-onderzoek is afgerond. Verdachte is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.L. L'Homme, en het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. D. Roggen. De rechtbank heeft de verdachte opgeroepen voor een nader te bepalen datum waarop het onderzoek zal worden hervat.