Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Beoordeling van het bewijs
(de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer 2] )kwam de kade op. De andere man
(de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer 1] )wilde hem
de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer 2] )die nu in het ziekenhuis ligt. Hij kwam in botsing met een jongen. Deze jongen begon hem te beledigen. Ongeveer een kwartier/20 minuten later kwam deze jongen met 3 of 4 vrienden van hem. Ze stonden op de kade dingen naar ons te schreeuwen, zo van kom dan. Mijn vriend raakte opgehitst en die ging die kant uit. Ik rende achter hem aan. Ik wilde hem stoppen. Ik had mijn vriend beet. Op dat moment begonnen ze mij aan te vallen. Ze begonnen op mij in te slaan, volgens mij met zijn tweeën of drieën. Ze gooiden mij op de grond. Ik kan mij herinneren dat ik 2 keer in mijn gezicht ben geslagen en 1 keer op mijn gezicht ben geschopt voordat ik bewusteloos raakte. Toen ik op de grond lag ben ik 3 keer geschopt of geslagen. Het laatste wat ik mij herinner is dat ik zag dat er een voet naar mijn gezicht kwam.
(de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer 2] )een paar stoten gegeven. Ik heb hem nog een tik gegeven. Dat was met mijn vuist op zijn hoofd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
Een jeugddetentie voor de duur van 50 dagen.
25 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
twee jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 30 uren.
15 dagenzal worden toegepast.
[slachtoffer 1]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 1] te betalen:
- het bedrag van 3.151,63 (zegge: drieduizend honderdeenenvijftig euro en drieënzestig eurocent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 mei 2024 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 1]aan de Staat te betalen een bedrag van 3.151,63 (zegge: drieduizend honderdeenenvijftig euro en drieënzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 2.021,63 aan materiële schade en 1.130,- aan immateriële schade.
[slachtoffer 2]gedeeltelijk toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 2] te betalen:
- het bedrag van 26.771,73 (zegge: zesentwintigduizend zevenhonderdeenenzeventig euro en drieënzeventig eurocent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 mei 2024 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 2]aan de Staat te betalen een bedrag van 26.771,73 (zegge: zesentwintigduizend zevenhonderdeenenzeventig euro en drieënzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 15.521,73 aan materiële schade en 11.250,- aan immateriële schade.
[slachtoffer 2]voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.