ECLI:NL:RBNNE:2025:1966

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 mei 2025
Publicatiedatum
21 mei 2025
Zaaknummer
23/5442
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van studiefinanciering voor migrerend werknemer na vertrek naar Japan

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 16 mei 2025, wordt de intrekking van de studiefinanciering van eiseres beoordeeld. Eiseres, een migrerend werknemer, ontving studiefinanciering van de Nederlandse overheid, maar verloor deze status toen zij naar Japan vertrok voor haar studie. De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de studiefinanciering door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid terecht was. De rechtbank komt tot de conclusie dat eiseres geen recht meer had op studiefinanciering voor de periode van augustus 2022 tot en met december 2022, omdat zij niet voldeed aan de werkurennorm die vereist is voor het behoud van de status als migrerend werknemer. Eiseres had in augustus 2022 vakantie en vertrok in september 2022 naar Japan voor haar studie, zonder een arbeidsovereenkomst te hebben. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond voor de maand juli 2022, omdat de minister heeft besloten om voor deze maand studiefinanciering toe te kennen. Voor de overige maanden is het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank bepaalt dat de minister het griffierecht en proceskosten moet vergoeden aan eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 23/5442

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 mei 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. P.S. Folsche),
en

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder

(gemachtigde: N. Fazli).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de intrekking van de studiefinanciering van eiseres. Zij is het hier niet mee eens en voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of het besluit rechtmatig is genomen door verweerder.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Eiseres krijgt dus geen gelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Na een controle heeft verweerder op 5 september 2023 besloten het recht in te trekken van eiseres op studiefinanciering, voor de periode juli 2022 tot en met december 2022. Met het bestreden besluit van 7 november 2023 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij zijn beslissing gebleven.
2.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit en verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.2.
In het verweerschrift heeft verweerder kenbaar gemaakt dat hij aan het bezwaar van eiseres tegemoet zal komen voor wat betreft de maand juli 2022. Voor wat betreft de periode augustus 2022 tot en met december 2022 handhaaft verweerder zijn besluit.
2.3.
De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld op 23 april 2025. Daaraan heeft de gemachtigde van verweerder deelgenomen. Eiseres en haar gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

Omvang van het geding
3. Verweerder heeft besloten alsnog aan eiseres studiefinanciering toe te kennen over de maand juli 2022. De rechtbank beoordeelt daarom alleen de intrekking van de studiefinanciering van eiseres voor de periode augustus 2022 tot en met december 2022.
Wettelijk kader
4. Na het bestreden besluit, is op 9 mei 2024 de Beleidsregel controlebeleid migrerend werknemerschap met terugwerkende kracht tot en met 1 september 2023 komen te vervallen. Ten aanzien van het bestreden besluit is de opvolgende Beleidsregel migrerend werknemerschap en studiefinanciering (de Beleidsregel) van toepassing.
Standpunten van partijen
5.1.
Eiseres stelt dat de intrekking van de studiefinanciering onrechtmatig is. Eiseres is migrerend werknemer en ontvangt op grond van het EU-recht Nederlandse studiefinanciering. In augustus 2022 heeft eiseres vakantie genoten van haar studie in Nederland en voorbereidingen getroffen voor haar vertrek naar Japan. Vanaf september 2022 tot en met maart 2023 verbleef zij daar voor een minorstudie. Verweerder voert beleid waarbij EU-studenten die migrerend werknemer zijn, de Nederlandse studiefinanciering kunnen behouden wanneer zij door verblijf in het buitenland niet aan de werkurennorm kunnen voldoen. Eiseres stelt dat van verweerder daarom mag worden verwacht dat hij deze informatie betrekt bij de besluitvorming.
5.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat het bestreden besluit niet onrechtmatig is. Hij licht toe dat uit de systemen is gebleken dat eiseres geen dienstverband had in de maanden augustus en september van 2022. Uit de Beleidsregel volgt dat in een studiejaar één maand vakantie mag worden genoten, zonder dat dit gevolgen heeft voor de status en toekenning van de studiefinanciering. Uit de door haar overgelegde stukken blijkt dat eiseres de opleiding in Japan is begonnen per 1 oktober 2022. Dit betekent in het geval van eiseres dat zij na haar vakantie in augustus, in september 2022 moet hebben gewerkt om de Nederlandse studiefinanciering in Japan te kunnen behouden. Nu hiervan geen sprake is geweest, moet verweerder er daarom vanuit gaan dat eiseres de status van migrerend werknemer heeft verloren per 1 augustus 2022 en is de studiefinanciering daarom terecht ingetrokken.
5.3.
Het betoog van eiseres kan niet slagen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Uit de Beleidsregel volgt dat de studiefinanciering wordt toegekend aan een migrerend werknemer voor de duur van een arbeidsovereenkomst. Daarbij wordt één coulancemaand gehanteerd tussen het stoppen met werken en de start van het buitenlands verblijf. In het geval van eiseres betekent dit dat zij in de maand augustus van 2022 dus nog over de status migrerend werknemerschap beschikte. Dit geldt echter niet voor de maand september. Zij had op dat moment geen arbeidsovereenkomst. Blijkens de stukken ving de studie aan per
1 oktober 2022 en heeft geduurd tot en met maart 2023. Als gevolg hiervan was eiseres geen migrerend werknemer meer, met ingang van de maand september 2022. Haar recht op Nederlandse studiefinanciering is hierdoor komen te vervallen. Naar het oordeel van de rechtbank is het besluit van verweerder daarom niet onrechtmatig.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is gegrond voor zover het betreft de maand juli 2022. Verweerder heeft al besloten eiseres voor deze maand studiefinanciering toe te kennen, zodat de rechtbank hierin niet meer hoeft te voorzien. Voor het overige is het beroep ongegrond.
6.1.
Verweerder moet het griffierecht vergoeden dat eiseres heeft betaald. Dit omdat hij tegemoet is gekomen aan de bezwaren van eiseres voor wat betreft de maand juli 2022 en eiseres daarvoor in beroep moest komen.
6.2.
Ook krijgt eiseres een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt € 907,00 toegekend (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, bij een wegingsfactor 1). Verweerder moet die vergoeding betalen. Voor een vergoeding van overige kosten bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond voor zover betreft de maand juli 2022;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,00 aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 907,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Bastin, rechter, in aanwezigheid van
K.D. Bosklopper, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 16 mei 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “
Formulieren en inloggen (https://mijn.rechtspraak.nl/keuze)” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Beleidsregel controlebeleid migrerend werknemerschap
[Regeling vervallen per 09-05-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-09-2023.]
Geldend van 25-11-2020 t/m 31-08-2023
Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 december 2012, nr. HO&S/463528 (…)
Beleidsregel migrerend werknemerschap en studiefinanciering
(…)
DUO kent studiefinanciering toe voor de duur van de arbeidsovereenkomst.
(…)
Als DUO constateert dat de student over de gecontroleerde periode niet kon worden beschouwd als migrerend werknemer, wordt de studiefinanciering over die periode teruggevorderd.
(…)
De Beleidsregel controlebeleid migrerend werknemerschap wordt ingetrokken.
(…)
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatcourant waarin hij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2023.