Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, en de Dienst Uitvoering Onderwijs, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder om haar aanvraag voor erkenning van de Nederlandse onderwijsbevoegdheid niet inhoudelijk te behandelen. De rechtbank beoordeelt of de beslissing van verweerder rechtmatig was, gezien het feit dat eiseres haar bezwaarschrift na de wettelijke termijn van zes weken had ingediend. Eiseres stelde dat zij het besluit pas in de tweede helft van augustus 2023 had ontvangen, maar de rechtbank oordeelde dat deze verklaring onvoldoende onderbouwd was. De rechtbank concludeerde dat eiseres te laat was met het indienen van haar bezwaar en dat er geen sprake was van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op de termijnoverschrijding rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontving. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.