ECLI:NL:RBNNE:2025:1913

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
18-220003-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van de productie van metamfetamine en MDMA in drugslaboratoria in Friesland en Groningen

Op 26 februari 2021 werd een in werking zijnde drugslaboratorium aangetroffen in Friesland, wat leidde tot het onderzoek SORA. Tijdens dit onderzoek kwamen er verdenkingen naar voren van een tweede drugslaboratorium in Groningen. Verdachte, geboren in 1965, werd beschuldigd van het medeplegen van de productie van metamfetamine en MDMA. Hij had een faciliterende rol en was de enige contactpersoon voor de kok van het laboratorium. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks dat hij niet fysiek aanwezig was in het laboratorium, voldoende betrokkenheid had bij de productieprocessen. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn en de ernst van de feiten. De verdachte had gebruik gemaakt van cryptotelefoons om onder de radar te blijven, wat de ernst van zijn daden onderstreept. De rechtbank benadrukte de gevaren van de productie van synthetische drugs, zowel voor de gezondheid als voor de samenleving.

Uitspraak

Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-220003-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 mei 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] , thans (uit andere hoofde) gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het inhoudelijke onderzoek ter terechtzitting van 24 maart 2025, 25 maart 2025 en 25 april 2025. De strafzaak tegen verdachte is eerder behandeld op de zitting van 9 november 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.A.M. Pijnenburg, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Homans-De Boer.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging d.d. 24 maart 2025, ten laste gelegd dat:
1
Hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 30 januari 2021 tot en met 26 februari 2021, te [plaats] , in de gemeente Achtkarspelen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
  • ongeveer 94,2 kilogram l-metamfetamine tartraat, en/of
  • ongeveer 90 liter metamfetamine (en BMK in zure vloeistof), en/of
  • ongeveer 60 liter metamfetamine (en BMK in aceton),
in elk geval een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] , [medeverdachte] , [verdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) verdachte(n), op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 januari 2021 tot en met 26 februari 2021, te [plaats] , in de gemeente Achtkarspelen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
  • ongeveer 94,2 kilogram l-metamfetamine tartraat, en/of
  • ongeveer 90 liter metamfetamine (en BMK in zure vloeistof), en/of
  • ongeveer 60 liter metamfetamine (en BMK in aceton),
in elk geval een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van voornoemd misdrijf verdachte, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 30 januari 2021 tot en met 26 februari 2021, te [plaats] , in de gemeente Achtkarspelen, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
  • een locatie voor een drugslab te regelen en/of te laten regelen aan de [adres] te [plaats] en/of
  • contact te hebben en/of onderhouden met die [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] en/of een of meer (onbekend gebleven) personen, en/of
  • grondstoffen, ingrediënten en/of (andere) benodigdheden te regelen en/of te (laten) brengen naar de locatie aan de [adres] te [plaats] , en/of
  • een of meer geldbedragen te (laten) geven aan [medeverdachte] , en/of
  • een of meer chauffeurs, althans vervoer, te regelen voor die [medeverdachte] , [medeverdachte] en/of een of meer (onbekend gebleven) personen;
2
hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 31 januari 2021, te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
- een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of metamfetamine, zijnde MDMA en/of metamfetamine, een of meer middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 31 januari 2021, te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten:
  • het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
  • het opzettelijk vervaardigen,
van een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine en/of MDMA, zijnde metamfetamine en/of MDMA, een of meer middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
immers hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
  • een schuur, althans een ruimte van een pand aan de [adres] te [plaats] geregeld, gehuurd en/of laten huren en/of gebruikt en/of laten gebruiken voor de productie van synthetische drugs, en/of
  • vervoer geregeld en/of laten regelen naar/in de richting van voornoemde ruimte en/of medeverdachte(n) (laten) vervoeren naar/in de richting van voornoemde ruimte, en/of
  • (benodigde) goederen en/of voorwerpen voorhanden gehad, waaronder een of meer containers, vaten, koolstoffilters, trechters, gasflessen, emmers, jerrycans, gieters en/of vrieskisten en/of andere goederen, voorwerpen en/of apparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs voorhanden gehad, en/of
  • chemicaliën, althans materialen, voorhanden gehad, waaronder zoutzuur, tolueen en/of aceton en/of een of meer hoeveelheden (restanten) van een stof bevattende metamfetamine en/of MDMA, voorhanden gehad.

Beoordeling van het bewijs Standpunt van de officier van justitie Feit 1

De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van het ten laste gelegde, in de variant van het medeplegen van het bereiden en bewerken van metamfetamine. Uit het dossier blijkt dat verdachte in de ten laste gelegde periode de tussenpersoon is van de kok (medeverdachte [medeverdachte] ) en anderen. Verdachte is op de locatie geweest om te kijken, zorgt voor afscherming, regelt vervoer van personen en zorgt voor de betaling van de kok.
Feit 2
De officier van justitie heeft tevens veroordeling gevorderd van het ten laste gelegde, in de variant van het medeplegen van het bereiden en bewerken van metamfetamine en MDMA. Uit het dossier blijkt dat verdachte ervoor zorgt dat de kok (medeverdachte [medeverdachte] ) in het drugslaboratorium aan het
werk gaat. Verdachte is met de kok op de locatie geweest om deze te beoordelen. Ook zorgt verdachte met medeverdachte [medeverdachte] voor de benodigde goederen en stoffen.
Standpunt van de verdediging
Feit 1
De raadsman heeft vrijspraak van het primaire feit bepleit, omdat verdachte niet aangemerkt kan worden als medepleger. Uit het handelen van verdachte blijkt niet van een nauwe en bewuste samenwerking met anderen. Uit de aan verdachte toegeschreven berichten blijkt niet van een aansturende maar van een ondersteunende rol. Verdachte heeft geen rol gehad in de productie van metamfetamine. Ook heeft hij geen wetenschap gehad van de in het drugslaboratorium aangetroffen hoeveelheid metamfetamine.
Ten aanzien van het subsidiaire feit heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 2
De raadsman heeft vrijspraak van het primaire en subsidiaire feit bepleit, omdat niet blijkt van enige betrokkenheid van verdachte bij dit specifieke drugslaboratorium in [plaats] . Niet blijkt dat verdachte in dit drugslaboratorium is geweest dan wel dat zijn telefoon een mast in [plaats] heeft aangestraald.

Oordeel van de rechtbank 1

Inleiding
De politie Noord-Nederland krijgt op 26 februari 2021 een TCI melding met de inhoud: “Op locatie [adres] in [plaats] wordt drugs geproduceerd”. De locatie blijkt de helft van een vrijstaande loods. Op basis van de TCI informatie is diezelfde dag om 21.24 uur de loods binnengetreden. In de loods is een in werking zijnde drugslaboratorium aangetroffen. Hierop is een onderzoek gestart genaamd SORA.
Gedurende het onderzoek ontstaat, op basis van berichten uit een inbeslaggenomen telefoon en een tapgesprek, het vermoeden dat er op het adres [adres] in [plaats] ook een drugslaboratorium heeft gezeten. Op 10 maart 2021 is het achterste gedeelte van de losstaande schuur behorende bij dit perceel binnengetreden en zijn restanten van een drugslaboratorium aangetroffen. Uiteindelijk zijn er acht verdachten in beeld gekomen.
De rechtbank zal per verdachte beoordelen of er sprake is van een strafbare betrokkenheid bij deze drugslaboratoriums, een en ander specifiek ten aanzien van het aan die verdachte ten
laste gelegde.
FEIT 1
Aantreffen drugslaboratorium [plaats]
Op 26 februari 2021 zijn [medeverdachte] en [medeverdachte] aangehouden in het drugslaboratorium aan de [adres] in [plaats] .2
In het drugslaboratorium zijn onder meer drie blauwe vaten aangetroffen waarvan er twee wit en één lichtroze poeder bevatten (L2-A). De totale hoeveelheid poeder is 94,2 kilogram. Een willekeurige bemonstering is onderzocht en bevat metamfetamine (vermoedelijk als tartraatzout).3
Verder zijn twee blauwe vaten met in totaal ongeveer 90 liter lichtzure lichtroze vloeistof aangetroffen (L5- A en L5-B). Beide vaten zijn bemonsterd, onderzocht en blijken metamfetamine (en BMK in een zwak zure waterige stof te bevatten).4
Ook zijn drie witte 30 liter jerrycans met in totaal ongeveer 60 liter lichtbruine vloeistof aangetroffen (L13- A). Een willekeurige bemonstering is onderzocht en bevat metamfetamine (en BMK in aceton).5
In het onderzoeksmateriaal is dus metamfetamine aangetoond. Metamfetamine is vermeld op lijst I van de Opiumwet.6
Nadere bewijsmiddelen
Tijdlijn [plaats]
Uit de WhatsApp berichten, de Sky-berichten, alle historische verkeersgegevens en andere bewijsmiddelen blijkt met betrekking tot het drugslaboratorium in [plaats] onder meer het volgende.
Op 9 december 2020 vraagt [nummer] (in gebruik bij [medeverdachte]7) aan [nummer] (in gebruik bij [medeverdachte]8) hoe groot de werkruimte is. [nummer] ( [medeverdachte] ) zegt 60m2.9
Op 10 december 2020 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of er zaterdag al spul gebracht kan worden.10
Op 12 december 2020 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) wederom aan [nummer]
( [medeverdachte] ) of de werkruimte 60m2 is en hij geeft aan dat eventuele gemaakte kosten betaald zullen worden.11
Op 14 december 2020 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of er ook in het weekend gewerkt kan worden. Na een bevestigend antwoord zegt [nummer] ( [medeverdachte] ) dat hij dat door zal geven. Enkele uren later vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer]
( [medeverdachte] ) hoeveel zijn kar kan hebben, waarop 1500 kilo is geantwoord. Daarop zegt [nummer] ( [medeverdachte] ) dat zij van de week gaan rijden, want het gaat door.12
Op 14 januari 2021 geeft [nummer] ( [medeverdachte] ) aan dat het komende week bij hem los gaat. Als ze het op de rit hebben dan gaan ze een goede week later [
de rechtbank begrijpt: 25 januari2021] naar [nummer] ( [medeverdachte] ).13
Op 19 januari 2021 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) om vrijdagavond
[de rechtbank begrijpt: 22 januari 2021]te gaan blinderen.14
Uit de historische verkeersgegevens van [nummer] blijkt dat de telefoon van [medeverdachte] , na voornoemde afspraak om op vrijdag te blinderen, op vrijdag 22 januari 2021 tussen 19.56 uur en 21.26 uur in [plaats] aanstraalt.15
Op 28 januari 2021 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) of [nummer] ( [medeverdachte] ) er morgen is. Daarop antwoordt [nummer] ( [medeverdachte] ) dat hij de sleutel ook wel onder de steen kan leggen.
Vervolgens zegt [nummer] ( [medeverdachte] ) dat dit te moeilijk is voor ze, maar dat hij het wel uitlegt.16
Uit de historische verkeersgegevens van [nummer] blijkt dat de telefoon van [medeverdachte] op 29 januari 2021 tussen 9.00 uur en 9.15 uur een mast aanstraalt in [plaats] .17
Op 29 januari 2021 geeft [naam] ( [medeverdachte]18) bij [naam] ( [verdachte]19) aan dat hij de auto niet meer vertrouwt na de aanhouding van [naam] ( [verdachte] ) door de politie. [naam] ( [verdachte] ) geeft aan dat zij niet meer in die auto naar de locatie rijden, maar wisselen van auto. [naam]
( [verdachte] ) geeft aan dat zij nog een auto hebben en dat zij alleen bij de locatie gaan kijken en [naam] ( [medeverdachte] ) later zelf mag beslissen. Ook moet de [naam] man luisteren naar [naam]
( [medeverdachte] ) over hoe te werken.20
Op 30 januari 2021 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of diegene om 15.30 uur langs kan komen. Daarop is een bevestigend antwoord gekregen. Later die dag om 17.14 uur vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) of het is gelukt, waarop [nummer] ( [medeverdachte] ) aangeeft dat hij zo belt.21
Uit historische verkeersgegevens van [nummer] (het privénummer van [medeverdachte]22) blijkt dat de telefoon op 30 januari 2021 tussen 16.01-17.05 uur masten in [plaats] en [plaats] aanstraalt.23 Ook blijkt uit historische verkeersgegevens van [nummer] ( [medeverdachte]24) dat deze telefoon op 30 januari 2021 tussen 16.46-17.07 uur een mast in [plaats] aanstraalt.25
Ook blijkt uit historische verkeersgegevens van IMEI [nummer] dat het Sky-account [naam] ( [verdachte] ) op 30 januari 2021 om 16:36 uur een mast in [plaats]26 aanstraalt.27
Op 1 februari 2021 zegt [naam] ( [medeverdachte]28) in een gesprek met [naam] (een onbekende) dat ze onderweg zijn. [naam] ( [medeverdachte] ) zegt tegen [naam] (een onbekende) dat hij alles aan het regelen is voor die plek. [naam] ( [medeverdachte] ) vraagt aan [naam] (een onbekende) of die gast is gesproken van die vriezer en die base olie. Ook geeft [naam] ( [medeverdachte] ) aan dat het gewoon een industrieterrein is. [naam] ( [medeverdachte] ) zegt tegen [naam] (een onbekende) dat hij (een derde) gewoon naar zijn werk kan gaan, als die de deur open laat.29
Later diezelfde dag geeft [nummer] ( [medeverdachte] ) aan dat ze het bij hem zouden leeghalen en dan naar [nummer] ( [medeverdachte] ) toe brengen. Daarop antwoordt [nummer] ( [medeverdachte] ) aanvankelijk dat het niet is gelukt, maar geeft later (om 19.53 uur) aan dat ze net wat gebracht hebben.30
Uit historische verkeersgegevens van [nummer] ( [medeverdachte]31) blijkt dat het telefoonnummer op 1 februari 2021 tussen 18.11-19.48 uur onder meer een mast in [plaats] aanstraalt.32 Uit de historische verkeersgegevens van [nummer] (het privénummer van [medeverdachte] ) blijkt dat het telefoonnummer op 1 februari 2021 tussen 18.26-20.01 uur o.a. een mast in [plaats] aanstraalt.33
Op 2 februari 2021 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) om 9.20 uur aan [nummer]
( [medeverdachte] ) of er verder afspraken gemaakt zijn over wanneer ze komen, hetgeen ontkennend wordt beantwoord. Daarop stelt [nummer] ( [medeverdachte] ) dat zij ze er niet meer in laten als ze er buiten de afgesproken tijd niet zijn.34
Uit historische verkeersgegevens blijkt dat het telefoonnummer [nummer] ( [medeverdachte] ) op 2 februari 2021 tussen 11.42-13.31 uur onder meer een mast aanstraalt in [plaats] .35 Ook het telefoonnummer [nummer] (het privénummer van [medeverdachte] ) straalt diezelfde dag tussen 10.45-
13.43
uur aan in onder andere [plaats] en [plaats] .36
Later die dag geeft [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) door dat hij een sample of pasta for washing heeft. In de avond stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ): “Oke, ik ga vragen ze hebben alles verhuisd.”37
Op 3 februari 2021 zegt [nummer] ( [medeverdachte] ) om 14.33 uur dat [nummer] ( [medeverdachte] ) alles op slot moet doen en dat er eerst goed gecommuniceerd moet worden met de tussenpersoon, anders gebeurt er niks. Tussen 17.31-17.46 uur zegt [nummer] ( [medeverdachte] ) dat [nummer]
( [medeverdachte] ) het alarm er op moet doen, zodat duidelijk is of ze een sleutel hebben bijgemaakt.38
Uit historische verkeersgegevens van [nummer] ( [medeverdachte] ) blijkt dat het telefoonnummer op 3 februari 2021 tussen 20.06-20.55 uur onder meer een mast in [plaats] heeft aangestraald.39 Het telefoonnummer [nummer] (het privénummer van [medeverdachte] ) heeft die dag om 19.51 uur een mast in [plaats] aangestraald.40
Op 3 februari 2021 geeft [naam] ( [verdachte] ) aan dat zij morgen [naam] ( [medeverdachte] ) ophalen. Daarmee gaat [naam] ( [medeverdachte] ) mee akkoord. Hij moet een uur werken en dan een dag wachten op de volgende stap. Hij wil om 14.00 uur opgehaald worden en daar slapen en vrijdag om 17.00 uur opgehaald worden. Op verzoek van [naam] ( [medeverdachte] ) zal [naam] ( [verdachte] ) hem vierduizend euro geven.41
[naam] ( [medeverdachte] ) stuurt diezelfde dag aan [naam] ( [verdachte] ): dan olie gwn brengen en “ja zelfde vaste chauffeur gaat hun brengen.42
Op 4 februari 2021 stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ) dat hij slecht nieuws heeft, want de metholie is er nog niet. Er is vertraging. Dit bericht is vervolgens tien minuten later doorgestuurd door [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) met de mededeling dat zij afwachten. Later die dag stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ) dat het om 19.00 uur in [plaats] moet worden opgehaald.43 Vervolgens stuurt [naam] ( [verdachte] ) aan [naam]
( [medeverdachte] ) dat de m olie om 19.00 uur komt, dus morgen wordt hij opgehaald om 12.30 uur.44
[naam] ( [medeverdachte] ) vraagt daarop aan [naam] ( [verdachte] ) of de [naam] morgen of maandag gaat werken.45
Op 4 februari 2021 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of alles op slot zit en of het alarm er op zit, hetgeen wordt bevestigd. Ook volgt er van [nummer]
( [medeverdachte] ) een verzoek om wat fotos te sturen van de situatie. Daarop vraagt [nummer]
( [medeverdachte] ) of dat vertrouwd is om te sturen via de app, waarop [nummer] ( [medeverdachte] ) aangeeft dat het gesprek daarna gewist moet worden.46
Daarop heeft [nummer] ( [medeverdachte] ) drie berichten gestuurd die zijn gewist en niet meer traceerbaar zijn. In de telefoon van [medeverdachte] zijn wel drie fotos gevonden die zijn gemaakt in de loods die kort na het verzoek van [nummer] ( [medeverdachte] ) om fotos zijn gemaakt47.
Op 5 februari 2021 vraagt [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ) hoe laat de [naam] op de plek komt.48
Diezelfde dag om 12.38 uur49 vraagt [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) om door te geven aan [naam] “ [adres] , [plaats] .”50 Dit adres is teruggevonden in de navigatie van de VW Passat op naam van [medeverdachte] .51
[naam] ( [medeverdachte] ) vraagt vervolgens aan [naam] ( [verdachte] ) om een digitale keukenweegschaal, anders kan hij niet beginnen.52
[naam] ( [medeverdachte] ) zegt tegen [naam] ( [verdachte] ) dat de chauffeur daar op hem wacht. Een andere chauffeur is olie halen en brengen. Om 14.56 uur53 zegt [naam] ( [medeverdachte] ) tegen [naam] ( [verdachte] ) dat ze er zijn. Twee minuten later stuurt [naam] ( [verdachte] ) terug dat de chauffeur er ook is. Weer anderhalf uur later zorgt [naam] ( [verdachte] ) ervoor dat [naam] er is om [naam] ( [medeverdachte] ) op te halen (16.36 uur).54
Uit historische verkeersgegevens van [nummer] ( [medeverdachte] ) en [nummer] (het privénummer van [medeverdachte] ) blijkt dat beide telefoonnummers op 5 februari 2021 tussen 13.28-17.10 uur en 13.47-
16.31
uur een mast in [plaats] aanstralen.55 Ook blijkt dat [naam] ( [medeverdachte] ) dezelfde dag tussen 14.19-16.29 uur een mast in [plaats] aanstraalt.56 Ook een ander telefoonnummer [nummer] ( [medeverdachte] ) straalt om 15.17 uur een mast aan in [plaats] .5758
Ook blijkt dat [medeverdachte] ( [nummer] ) op 5 februari 2021 veelvuldig telefonisch en SMS contact heeft met [nummer] ( [medeverdachte] )59 en dat [nummer] ( [medeverdachte] ) diezelfde dag om 12:16 uur stuurt “ik ben er over 10 min”.60
Op 5 februari 2021 laat [naam] ( [medeverdachte] ) s avonds aan [naam] ( [verdachte] ) weten dat hij niet alle benodigdheden heeft om te beginnen met werken. Olie, goede tartaric61 en blauwe vaten zijn er niet. [naam] ( [verdachte] ) reageert daarop dat de olie vandaag komt en vraagt of zij tot maandag
[de rechtbank begrijpt: 8 februari 2021]zullen wachten.62
Kort hierna stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) naar [naam] ( [verdachte] ) dat de olie om 18 uur gebracht zou worden en dat hij dacht dat hij daar gaat slapen.63
[naam] ( [medeverdachte] ) geeft hierop bij [naam] ( [verdachte] ) aan dat hij daar in het weekend niet blijft slapen. Volgens [naam] ( [medeverdachte] ) zijn de filters en ventilatie niet goed en hebben ze alleen maar afval gebracht die hij op de andere plek heeft achtergelaten. Hij zal voor maandag bij hem checken of alles gereed is en anders start hij niet. Ook benadrukt [naam] ( [medeverdachte] ) dat hij alleen met [naam] ( [verdachte] ) praat en geen direct contact wil met anderen. 64
[naam] ( [medeverdachte] ) vraagt vervolgens aan [naam] ( [verdachte] ) om de volgende dag af te spreken bij het huis van “ [naam] ”.65
Op 6 februari 2021 stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) naar [naam] ( [verdachte] ) twee fotos met telkens een lijst met spullen die hij nodig heeft. [
De rechtbank leest op de geschreven lijsten in ieder geval de woorden:, vaten 8 blauw, olie, tartaric l:90, afzuig, tolueien, witte emmers 20 l, centrifuge, gedestileerd water, koolbox, kippengaas, muskietengaas.] Ook geeft [naam] ( [medeverdachte] ) daarbij aan dat een goed filtersysteem het belangrijkste is. [naam] ( [verdachte] ) reageert daarop door te zeggen dat hij vandaag een foto maakt en zal sturen.66
Een klein uur later stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) naar [naam] ( [verdachte] ) dat de blauwe vaten, olie, wijnsteenzuur en tolueen er al staan. Ook laat hij iemand vaten brengen en het afzuigsysteem doen. [naam] ( [medeverdachte] ) vraagt aan [naam] ( [verdachte] ) wat kippengaas en muskietengaas is.
Vervolgens stuurt hij een foto en vraagt of dat de goede kippengaas is.67
Op 8 februari 2021 in de ochtend zegt [naam] ( [medeverdachte] ) tegen [naam] ( [verdachte] ) dat de afzuiging nog gedaan moet worden. [naam] ( [verdachte] ) zegt daarna tegen [naam]
( [medeverdachte] ) dat het ventilatie materiaal een dag later komt. Hopelijk is vandaag of morgen alles klaar.68
Diezelfde dag vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) om 20.28 uur aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of hij de sleutel van het hok op de bekende plek wil leggen voor de mannen.69
Op 9 februari 2021 geeft [nummer] ( [medeverdachte] ) om 17.24 uur aan [nummer] ( [medeverdachte] ) door dat hij is geweest en van tevoren heeft gebeld.70
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat [nummer] ( [medeverdachte] ) op 9 februari 2021 om 14.28 uur telefonisch contact heeft gehad met [nummer] ( [medeverdachte] ).71
Ook blijkt dat [nummer] ( [medeverdachte] ) en [nummer] (het privénummer van [medeverdachte] ) op 9 februari 2021 tussen 16.28-19.07 uur een mast in [plaats] aanstralen.72
Uit berichten op 11 en 12 februari 2021 van [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) volgt dat alles klaar is en zij maandag
[de rechtbank begrijpt: 15 februari 2021]kunnen beginnen.73
Op 15 februari 2021 laat [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ) weten dat hij wijnsteen heeft gevonden en vanavond gaat ophalen. De wijnsteen zal een dag later worden gebracht. Verder vraagt hij of de [naam] morgen of overmorgen wil en stuurt hij: “Die taxi had foto gemaakt, ik ga straks foto maken met deze telefoon.”74
Enkele uren later stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) drie fotos naar [naam] ( [verdachte] ). Eén van de fotos wordt daarna door [naam] ( [verdachte] ) doorgestuurd aan [naam] ( [medeverdachte] ) waarop [naam] ( [medeverdachte] ) terugstuurt dat de filters belangrijk zijn. Hierover geeft hij instructies en stuurt een foto van een tekening mee.75
Op 16 februari 2021 vraagt [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ) of die de foto heeft gezien en of hij het systeem snapt. Hierop bevestigt [naam] ( [verdachte] ) dat het systeem nu goed is.76
Enkele uren later stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) naar [naam] ( [verdachte] ) dat het zo is gegaan “op zolder van filter 1 naar filter 2 dan pas naar buiten”. Hierop stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam]
( [medeverdachte] ) dat het filtersysteem volgens zijn vriend is gemaakt zoals door [naam] ( [medeverdachte] ) is getekend; eerste filter, tweede filter en daarna naar buiten.77
Op 18 februari 2021 zegt [naam] ( [medeverdachte] ) tegen [naam] ( [verdachte] ) dat de wijnsteen daar is. Alles is klaar en hij wacht op hem wanneer [naam] kan beginnen. Hierop stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat [naam] hem morgen om 11.00 komt ophalen. Dit vindt [naam]
( [medeverdachte] ) goed, maar hij benadrukt bij [naam] ( [verdachte] ) dat hij morgen dan wel een blauw vat van 120 liter en goede tartaric nodig heeft. Verder blijkt dat [naam] ( [medeverdachte] ) de taxi regelt.78
Kort hierna geeft [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ) de volgende hoeveelheden door: 5 x 120 liter, 100 kilo wijnsteen en 200 liter tolueen en stuurt twee fotos door. Hierna stuurt [naam]
( [verdachte] ) een foto aan [naam] ( [medeverdachte] ), die aangeeft dat het de juiste tartaric is en daarnaast vraagt om een centrifuge en weegschaal. In reactie hierop geeft [naam] ( [verdachte] ) aan dat er een nieuwe weegschaal is gekocht en [naam] ( [medeverdachte] ) bevestigt tegen [naam]
( [verdachte] ) dat er een centrifuge is.79
Uit de berichten op 19 februari 2021 tussen [naam] ( [verdachte] ) en [naam] ( [medeverdachte] ) volgt dat afgesproken wordt om de dag erna tartaric te maken, omdat alleen de eigenaar de sleutel heeft en die is vandaag pas om 16.00 uur thuis. Een reservesleutel zal dezelfde avond nog worden opgehaald door een vriend. Daarbij geeft [naam] ( [medeverdachte] ) aan dat hij morgen the colo and black man zal sturen om de tartaric te maken. Zij kunnen dat en dat moet één dag rusten. Zelf zal hij de week daarop van maandag tot vrijdag gaan80
[de rechtbank begrijpt: van maandag 22 februari tot en met vrijdag 26 februari 2021].
Op 20 februari 2021 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of er actie is. Ook vraagt hij nogmaals het nummer te sturen. Hierop geeft [nummer] ( [medeverdachte] ) aan dat dit niet het geval is en stuurt het telefoonnummer [nummer] ( [medeverdachte] ) door.81
Op 21 februari 2021 stelt [naam] ( [medeverdachte] ) in een bericht aan [naam] ( [verdachte] ) dat hij zorgt dat de taxi daar is. Diezelfde dag stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat [naam] hem morgen
[de rechtbank begrijpt: 22 februari 2021]om 12.00 uur komt ophalen.82
Op de telefoon van [medeverdachte] zijn drie filmpjes aangetroffen die zijn gemaakt op 21 februari 2021. Uit de metadata van de filmpjes blijkt dat deze zijn gemaakt in het drugslaboratorium in [plaats] .
Verbalisant [naam] herkent de ruimtes telkens als zijnde het drugslaboratorium in [plaats] .83
Op 22 februari 2021 geeft [naam] ( [medeverdachte] ) bij [naam] ( [verdachte] ) aan dat vandaag de stap met de tarta wordt gedaan en dat zij dan terugkomkomen, omdat het eerst een dag moet blijven staan.
Hierna volgt gelijktijdig een discussie tussen [naam] ( [medeverdachte] ) en [naam] ( [verdachte] ) en tussen [naam] ( [medeverdachte] ) en [naam] ( [verdachte] ) over de locatie waar [naam]
( [medeverdachte] ) zou worden opgehaald, omdat daar volgens [naam] ( [medeverdachte] ) een politieacademie is. [naam] ( [medeverdachte] ) zegt dat er een andere locatie geregeld moet worden en vraagt aan [naam] ( [verdachte] ) waarom hij en [naam] dat niet hebben geregeld. Ook stelt [naam]
( [medeverdachte] ) dat zijn werk ziet op het werk binnen en dat het werk buiten voor [naam] is. [naam] ( [medeverdachte] ) stelt dat [naam] ( [verdachte] ) verantwoordelijk voor hem ( [naam] ) is.84
[naam] ( [verdachte] ) stelt dat [naam] ( [medeverdachte] ) vandaag klaar is met werken. Uit de gesprekken daarna blijkt dat [naam] ( [medeverdachte] ) enkele uren later (vanaf een onbekende locatie) is opgehaald door [naam] . 85
Uit historische verkeersgegevens blijkt dat [nummer] ( [medeverdachte] ) en [nummer] ( [medeverdachte]86) op 22 februari 2021 om 11.54 uur telefonisch contact hebben.87
Uit historische verkeersgegevens van [nummer] ( [medeverdachte] ) en [nummer] (het privénummer van [medeverdachte] ) blijkt dat beide telefoonnummers op 22 februari 2021 tussen 12.44-17.38 uur en 13.22-17.16 uur een mast in [plaats] aanstralen.88
Uit de camerabeelden blijkt dat op 22 februari 2021 om 13.01 uur89 een donkere Volkswagen Passat met blauwe kentekenplaat komt aanrijden bij de loods aan de [adres] in [plaats] . De auto rijdt naar de achterzijde van de loods.90 Om 13.07 uur91 vertrekt de donkere Volkswagen Passat met blauwe kentekenplaat en een taxibordje op het dak.92 Om 16.51 uur komt een witte bus van GEA het terrein op.93 Om 16.56 uur94 komt een Volkswagen Passat met blauwe kentekenplaat aanrijden richting het achterste gedeelte van de loods.95 Om 17.00 uur rijdt de Volkswagen Passat weer weg.96
Ook blijkt dat [naam] ( [medeverdachte] ) op 22 februari 2021 tussen 14.44-16.35 uur een mast in [plaats] aanstraalt.97
Uit historische verkeersgegevens blijkt ook dat de telefoonnummers [nummer] ( [medeverdachte]98) en [nummer] ( [medeverdachte]99) in de omgeving van [plaats] aanstralen, te weten [nummer]
( [medeverdachte] ) om 16.14 uur in Leeuwarden100 en [nummer] ( [medeverdachte] ) om 13.55 uur in [plaats]101.
Op 22 februari 2021 om 17.23 uur zegt [naam] ( [medeverdachte] ) tegen [naam] ( [verdachte] ) dat hij nog een extra centrifuge moet halen voor woensdag. Even later zegt [naam] ( [medeverdachte] ) dat hij [naam] ( [verdachte] ) wil ontmoeten, waarop [naam] ( [verdachte] ) zegt dat zij elkaar morgen zullen ontmoeten.102
Op 23 februari 2021 hebben [naam] ( [medeverdachte] ) en [naam] ( [verdachte] ) een gesprek over het ventilatiesysteem dat nog niet naar behoren werkt. Dit zou door een vriend worden verbeterd.103 Ook zegt [naam] ( [medeverdachte] ) tegen [naam] ( [verdachte] ) dat er twee vaten van 200 liter nodig zijn voor de ventilatie en vraagt waar de foto is die hij heeft verzonden. Hij stelt dat hij het perfect heeft uitgelegd en vraagt waarom het niet zo is gemaakt. Ook heeft hij meer emmers van 20 liter of meer nodig en twee andere centrifuges. [naam] ( [verdachte] ) reageert daarop dat de centrifuges zijn gekocht en dat
zij morgen zullen zorgen voor alles op het lijstje.104
[naam] ( [medeverdachte] ) zegt later die dag tegen [naam] ( [verdachte] ): [naam] deze week goed werken dan genoeg klaar.105
Op 23 februari 2021 zegt [nummer] ( [medeverdachte] ) tegen [nummer] ( [medeverdachte] ) dat het de volgende dag los gaat.106
Op 24 februari 2021 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of het nummer gewijzigd is, waarop [nummer] ( [medeverdachte] ) het nummer + [nummer]
( [medeverdachte] ) doorgeeft. Vervolgens laat [nummer] ( [medeverdachte] ) om 19.51 uur weten dat hij er zo aan komt. Hierop stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) terug dat [nummer] ( [medeverdachte] ) moet opletten hoeveel man er zijn en of er ook Mexicanen bij zijn.107
Uit de camerabeelden blijkt dat op 24 februari 2021 om 21.08 uur108 een donkere auto met blauwe gloed bij de kentekenplaat het terrein van de loods aan de [adres] in [plaats] op komt rijden. De auto rijdt vermoedelijk naar de achterzijde van de loods en vertrekt na zeven minuten weer.109
Uit historische verkeersgegevens blijkt dat [medeverdachte] ( [nummer] ) en [medeverdachte]
( [nummer] ) op 24 februari 2021 tussen 5.39-21.37 uur veelvuldig SMS- en telefonisch contact hebben (40 contactmomenten).110
Uit de historische verkeersgegevens blijkt eveneens dat [nummer] ( [medeverdachte] ) op 24 februari 2021 tussen 20.37-21.40 uur een mast in [plaats] aanstraalt111 en [nummer] (het privénummer van [medeverdachte] ) om 20.35 uur een mast in [plaats] aanstraalt.112
Op 25 februari 2021 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of ze morgen om 13.00 uur kunnen komen. Hierop laat [nummer] ( [medeverdachte] ) weten dat dit goed is.113
Op 25 februari 2021 laat [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) weten dat [naam] hem de volgende dag om 11.00 uur ophaalt. Hierop stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) terug dat hij niet gaat werken als het systeem niet goed is. Als het niet goed is neemt hij de olie mee en gaat hij voor anderen werken. Ook stuurt hij een foto [
De rechtbank ziet hierop een doek]
en vraagt aan [naam] ( [verdachte] ) of zij zon doek voor het filter hebben, want anders kan hij niet beginnen met werken.114
[naam] ( [medeverdachte] ) laat hierna aan [naam] ( [verdachte] ) weten dat die rol van de oude plek is en stuurt een foto mee. Hierop stuurt [naam] ( [verdachte] ) dezelfde foto door naar [naam]
( [medeverdachte] ) en laat hem weten dat het goed is en dat hij heeft aangegeven dat het er al is en van de oude plek komt.115
Op 26 februari 2021 om 10.35 uur116 stuurt [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) dat [naam] daar is om 11.10 uur. Om 13.30117 uur stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) dat zij bij de McDonalds zijn. [naam] ( [verdachte] ) reageert daarop dat hij (een derde) zijn chauffeur naar de McDonalds laat komen.118
[naam] ( [medeverdachte] ) stuurt om 13.49 uur119 aan [naam] ( [verdachte] ) dat ze samen zijn.120
Uit de camerabeelden van de McDonalds in [plaats] blijkt dat op 26 februari 2021 om 13.31 uur een Peugeot (kenteken [nummer] ) de McDrive inrijdt. Verbalisant herkent [medeverdachte] als de bijrijder in voornoemde auto. De bestuurder is omschreven als een oudere man121 en blijkt later te zijn herkend als [medeverdachte] .122
Uit historische verkeersgegevens van [nummer] ( [medeverdachte] ) blijkt dat de telefoon op 26 februari 2021 een mast in [plaats] aanstraalt.123 Ook blijkt dat [nummer] (het privénummer van [medeverdachte] ) die dag een mast in [plaats] heeft aangestraald.124
Op 26 februari 2021 heeft [nummer] ( [medeverdachte] ) om 13.37 uur telefonisch contact met [nummer] ( [medeverdachte] ).125 Twee minuten later stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) naar [nummer]
( [medeverdachte] ) dat hij er met een half uur is. Dit vindt [nummer] ( [medeverdachte] ) super. 126
Uit de observatie op 26 februari 2021 blijkt dat is gezien dat om 13.50 uur bij de McDonalds in [plaats] een taxi (Volkswagen Passat met kenteken [nummer] op naam van [medeverdachte]127) staat. Er zit een man achter het stuur en een man op de achterbank. Om 13.51 uur vertrekt de taxi. Om 14.06 uur staat deze taxi stil aan de [adres] in [plaats] ter hoogte van een grijze roldeur. Om 14.07 uur staat de taxi niet meer voor deze roldeur. Om 14.12 uur rijdt de taxi het terrein af.128
Uit de camerabeelden aan de voorzijde van de loods gevestigd aan de [adres] in [plaats] blijkt dat op 26 februari 2021 om 14.04 uur een donkere Volkswagen Passat (met blauw kenteken aan de voorzijde) het terrein op komt en naar de achterzijde van de loods rijdt. Om 14.15 uur komt een bestelbus het terrein oprijden en rijdt door naar de achterzijde van de loods. Deze bestelbus is gelijkend op de bestelbus die op naam staat van [medeverdachte] .
Om 14.21 uur rijdt de Volkswagen Passat (met blauwe kentekenplaat met een taxibordje) weer weg.129
Uit historische verkeersgegevens van [nummer] ( [medeverdachte] ) blijkt dat dit telefoonnummer op 26 februari 2021 tussen 14.17-14.22 uur een mast in [plaats] aanstraalt.130 Ook blijkt dat [naam]
( [medeverdachte] ) dezelfde dag tussen 13.29-20.12 uur onder meer een mast in [plaats] aanstraalt.131
[medeverdachte] heeft verklaard dat hij op 26 februari 2021 samen met [medeverdachte] naar [plaats] is afgereisd. Eerst zijn ze door een oudere man bij de McDonalds in [plaats] afgezet. Daarna zijn ze overgestapt op een ander voertuig en door een Marokkaanse taxichauffeur naar de loods in [plaats] gebracht.132 De Marokkaanse taxichauffeur heeft bij aankomst het huis van de eigenaar van de loods aangewezen.133
Op 26 februari 2021 om 14.27 uur134 stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ) dat er geen caustic soda is en er maar één centrifuge is. Ook stuurt hij een foto
[de rechtbank ziet hierop een maatbeker]en zegt dat hij daarvan meer nodig heeft.135
[naam] ( [medeverdachte] ) zegt tegen [naam] ( [verdachte] ) dat hij de chauffeur gaat bellen want hij had twee gekocht. Hierop stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat hij twee extra centrifuges zal brengen en vraagt hoeveel caustic soda nodig is. [naam] ( [medeverdachte] ) reageert daarop dat hij 50 kilo caustic nodig heeft. Ook klaagt hij over het ventilatiesysteem. [naam]
( [verdachte] ) reageert dat later vandaag de maatbekers en caustic soda wordt gebracht.136
Op 26 februari 2021 om 17.54 uur geeft [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer]
( [medeverdachte] ) door dat zijn contact heeft gezegd dat ze aan het werk zijn, draaien dus. Hierop bevestigt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan dat ze aan het rommelen zijn.137
[naam] ( [medeverdachte] ) stuurt vervolgens op 26 februari 2021 om 20.48 uur138 naar [naam] ( [verdachte] ) dat de chauffeur onderweg is en 50 kilo caustic, 2 centrifuges en 4 maatbekers meeneemt.139
Om 20.53 uur140 stuurt [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) dat over een uur alles wat nodig is zal worden gebracht. [naam] ( [medeverdachte] ) geeft aan dat nu niemand kan komen want het is te gevaarlijk. Het moet morgenochtend gebracht worden. [naam] ( [verdachte] ) reageert nog dat dit geen probleem is, omdat hij papieren heeft om te mogen reizen, maar [naam] ( [medeverdachte] ) blijft erbij dat het de volgende ochtend tussen 8.00-9.00 uur gebracht moet worden.141
Op 27 februari 2021 tussen 00.38 en 8.22 uur is met het telefoonnummer [nummer] ( [medeverdachte] ) veertien keer geprobeerd contact te krijgen met [nummer] ( [medeverdachte] ).142
Op 27 februari 2021 om 8.23 uur143 geeft [naam] ( [medeverdachte] ) aan bij [naam] ( [verdachte] ) dat de chauffeur daar bijna is.144
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat het telefoonnummer [nummer] ( [medeverdachte] ) op 27 februari 2021 om 8.38 uur een mast in [plaats] aanstraalt.145
Op 27 februari 2021 stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) om 8.55 uur146 naar [naam] ( [verdachte] ) dat er daar problemen zijn en vraagt of de ander al iets heeft gehoord. Een uur later geeft hij aan dat de telefoon ook uit is gevolgd door het bericht om 11.44 uur147 dat 2 man zijn aangehouden, maar eigenaar en vrouw waarschijnlijk niet. Staat artikel, maar telefoon eigenaar ook uit.148
Diezelfde dag stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) een attachment naar 9ZQFIL (onbekende) met de volgende tekst:
From [naam] : Zo, dit is gebeurd gisteravond of van ochtend vroeg
From [naam] : Toen hij vanochtend ging om spullen te brengen hij zag daar politie.149
Op 27 februari 2021 om 11.59 uur150 stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) aan [naam] ( [verdachte] ) dat hij nu geen [naam] meer heeft. [naam] ( [verdachte] ) reageert dat [naam] net aangehouden is en al in het nieuws is.151
Uit een telefoontap tussen [nummer] ( [medeverdachte] ) en [nummer] ( [medeverdachte] ) blijkt dat [medeverdachte] vlak voor het gebeurde
[de rechtbank begrijpt: de inval bij de loods van [medeverdachte] ]met een ander nummer heeft gebeld en zei het is in de war, het is in de war.152
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat [nummer] ( [medeverdachte] ) op 26 februari 2021 om
21.38
uur is gebeld door 06- [nummer] , op naam [naam] , welke de vriendin is van [medeverdachte] . 153
Overwegingen medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een
voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook wanneer het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte als enige rechtstreeks contact heeft onderhouden met de in het druglaboratorium aangehouden kok ( [medeverdachte] ). Dit wordt ook door [medeverdachte] zelf bevestigd. Hij geeft immers aan dat hij alleen met verdachte en niet rechtstreeks met anderen contact wil.
Ook blijkt dat verdachte de locatie van het druglaboratorium heeft geregeld voor [medeverdachte] . Op 30 januari 2021 zijn zij immers samen, volgens afspraak, naar [plaats] gegaan om de locatie te bekijken.
Kennelijk is de locatie geschikt bevonden, want daarna hebben verdachte en [medeverdachte] overleg over op welke dagen en tijden [medeverdachte] in het drugslaboratorium werkzaam is. Verdachte heeft bovendien mede via [medeverdachte] vervoer voor [medeverdachte] geregeld.
[medeverdachte] geeft ook aan verdachte door welke spullen (o.a. centrifuges en maatbekers) en stoffen (o.a. metamfetamine olie, wijnsteenzuur en tolueen) hij nodig heeft voor zijn werk, hetgeen verdachte aan [medeverdachte] doorgeeft om te regelen. Daarbij komt dat verdachte ook zorg heeft gedragen voor de betaling van [medeverdachte] .
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de bijdrage van verdachte bij de productie van metamfetamine in [plaats] van voldoende gewicht is om te komen tot een bewezenverklaring van medeplegen. Verdachte heeft immers als enige contact met de kok ( [medeverdachte] ) en zorgde in zijn hoedanigheid van tussenpersoon/facilitator voor alle benodigdheden, zoals de locatie, de inzet van [medeverdachte] en alle voorwerpen en stoffen benodigd voor het productieproces van metamfetamine. Dat verdachte niet zelf in het drugslaboratorium is geweest dan wel wetenschap had van de exacte hoeveelheden geproduceerde metamfetamine doet hieraan niet af.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en overwegingen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het bereiden, bewerken, verwerken en vervaardigen van hoeveelheden metamfetamine in de periode van 30 januari 2021 tot en met 26 februari 2021 in [plaats] .
FEIT 2
Aantreffen restanten drugslaboratorium [plaats]
Op 10 maart 2021 zijn de restanten van een drugslaboratorium aangetroffen in een schuur aan de [adres] in [plaats] .154
In het drugslaboratorium is onder meer een witte emmer met vloeistof aangetroffen en veiliggesteld onder SIN AA001766NL.155 De bemonstering is onderzocht en bevat een lage concentratie metamfetamine in tolueen.156
In een koelbox is een substantie aangetroffen en veiliggesteld onder SIN [nummer] .157 De bemonstering is onderzocht en bevat metamfetamine.158
Verder is in een zwarte emmer vloeistof aangetroffen en veiliggesteld onder SIN [nummer] .159 De bemonstering is onderzocht en bevat metamfetamine en MDMA in een waterige vloeistof.160
De hiervoor genoemde aangetoonde stoffen metamfetamine en MDMA zijn vermeld op lijst I van de Opiumwet.161
Nadere bewijsmiddelen
Aanloop naar aantreffen restanten drugslaboratorium [plaats]
Uit de WhatsApp- en Sky-berichten, het tapgesprek tussen [medeverdachte] en een broer van hem, alle historische verkeersgegevens en andere bewijsmiddelen blijkt met betrekking tot het drugslaboratorium in [plaats] onder meer het volgende.
Op 23 juli 2020 stuurt [nummer] ( [medeverdachte]162) naar [nummer] (een onbekende) dat hij nu naar die boer gaat, want hij had tegen de boer gezegd dat we vandaag zouden langskomen.163
Op 24 juli 2020 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) naar [nummer] (een onbekende) dat de plek goed is. Hij gaat er de volgende dag naar toe en vraagt hoeveel ruimte [nummer] denkt dat ze nodig hebben om te pegelen.164
Uit berichten op 27 en 28 juli 2020 tussen [nummer] ( [medeverdachte] ) en [nummer] (een onbekende) blijkt dat de boer twijfelde, maar uiteindelijk toch wil doorgaan.165
Op 31 juli 2020 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan TUKMJL (een onbekende) of het morgenochtend uitkomt om naar die plek te gaan. Hij wil vroeg gaan, omdat die boer morgenmiddag weg moet.166
De daarop volgende dag (1 augustus 2020) stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) een zestal fotos naar [nummer] (een onbekende) van een loods en kelder en geeft aan dat het een goede plek is.167 Deze fotos zijn door verbalisant [naam] herkend als de locatie waar hij tijdens een doorzoeking aan de [adres] in [plaats] restanten van een drugslaboratorium heeft aangetroffen.168
Uit berichten die [nummer] ( [medeverdachte] ) op 8 augustus 2020, 12 augustus 2020 en 8 september 2020 stuurt naar [nummer] en [nummer] (onbekenden) volgt dat de boer ongeduldig wordt.169
Op 12 september 2020 laat [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] (een onbekende) weten dat alles gedaan kan worden wat de kok van [nummer] (een onbekende) wil en stuurt hij op verzoek van [nummer] (een onbekende) een foto waarop een afdruk van het perceel [adres] in [plaats] is te zien.
Daarbij geeft [nummer] ( [medeverdachte] ) aan dat hij daar ook een caravan heeft staan die hij heeft overgekocht van de boer. Daar kunnen ze in slapen en koken. In datzelfde gesprek geeft hij aan dat iedereen uiteindelijk genoeg verdient en dat hij het belangrijker vindt om daar zo spoedig mogelijk iets te hebben staan voor die boer, omdat hij al zes weken verder is met hem.170
Uit berichten op 15 en 16 september 2020 volgt dat [nummer] ( [medeverdachte] ) op 16 september 2020 met de mensen van [nummer] (een onbekende) bij de boer is geweest en dat hij (een derde) het een mooie plek vond en er wil werken als er een goede afzuiging komt of als er een hok wordt gebouwd met koelcelplaten. De geur kan opgelost worden door in fases te filteren.171
Op 19 september 2020 vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] (een onbekende) of die [naam] daar meteen blijft. Ook geeft hij aan dat hij er zelf niet meer wil komen en die bouwer ze wel laat brengen.172
Op 20 september 2020 laat [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] (een onbekende) weten dat de boer ervan op de hoogte is dat er morgen iemand komt.173
Op 22 september 2020 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] (een onbekende) dat er geen heftruck staat, maar dat die boer dat wel kon regelen. Verder vraagt hij aan [nummer] (een onbekende) of de base olie klaar is.174
Op 30 september 2020 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] (een onbekende) onderweg te zijn naar die boer. De boer klaagt dat hij aan het lijntje wordt gehouden, terwijl [nummer]
( [medeverdachte] ) de boer al twee maanden betaalt en nog niks heeft verdiend.175
[medeverdachte] heeft erkend dat hij aan een ander toestemming heeft gegeven om zijn schuur in [plaats] te gebruiken voor illegale activiteiten.176
Op 3 december 2020 stuurt [naam] ( [verdachte]177) naar [naam] (een onbekende) dat zijn [naam] graag wil werken en overmorgen naar de plek kan kijken. Als het goed is kan er gelijk gestart worden. [naam] ( [verdachte] ) vraagt vervolgens of [naam] (een onbekende) voor een bezoekafspraak kan zorgen. [naam] ( [verdachte] ) zal dan een chauffeur regelen van ams [
de rechtbank begrijpt: Amsterdam] om [naam] daar te brengen.178
Een uur later stuurt [naam] (een onbekende) naar [naam] ( [medeverdachte]179) dat de Chinees hem net vroeg om zaterdag met hem af te spreken zodat die [naam] kan komen kijken.180
Op 7 december 2020 vraagt [naam] (een onbekende) aan [naam] ( [verdachte] ) of die [naam] morgen komt kijken voor die locatie. Direct hierna stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam]
( [medeverdachte]181) dat ze elkaar morgen om 14:00 uur ontmoeten bij [naam] . Hij heeft paper [
de rechtbank begrijpt: geld] voor [naam] ( [medeverdachte] ) en wil met hem een mooie plek bezoeken. [naam] ( [verdachte] ) zal een auto voor hen regelen. Hierop stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) dat dit goed is.182
Op 8 december 2020 vraagt [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) om eerder (13:30 uur) af te spreken, omdat het 2,5 uur duurt om er te komen. [naam] ( [medeverdachte] ) vindt dit goed.183
Hierop laat [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] (een onbekende) weten dat hij met [naam] om 13:30 uur vertrekt naar Groningen en er rond 16:00 uur is. Ze rijden in een grijze Peugeot.184
Gebleken is dat IMEI [nummer] (in gebruik bij [medeverdachte]185) op 8 december 2020 tussen 17.48 en
18.12
uur zendmasten in [plaats] aanstraalt.186
Op 11 januari 2021 stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat ze volgende week [
de rechtbank begrijpt: vanaf 18 januari 2021] starten met 150 goede meth olie in een grote plaats en dat hij het later met hem hierover zal hebben.187
Op 12 januari 2021 stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat zijn [naam] na het weekend wil beginnen met het grote werk. Hij wil vier tot vijf dagen doorwerken en daarna pauze.188
Op 14 januari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] en tevens de eigenaar van de schuur waar de restanten van het drugslaboratorium zijn aangetroffen189) naar [nummer] ( [medeverdachte]190) dat het komende week [
de rechtbank begrijpt: vanaf 18 januari 2021] bij hem losgaat. Als ze het bij hem op de rit hebben gaan ze een goede week later naar [medeverdachte] (de eigenaar van de loods waar het drugslaboratorium in [plaats] is aangetroffen).191
Op 15 januari 2021 stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat [naam] maandag [
de rechtbank begrijpt: 18 januari 2021] wel kan beginnen. [naam] ( [verdachte] ) geeft daarbij aan dat hij denkt dat het eerst met oude olie kan, maar zal dit nog navragen.192
Op 20 januari 2021 stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat [naam] zegt dat alleen paar kg in de oude olie is en dat hij liever gelijk begint met nieuwe meth olie. Ook vraagt [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) of hij morgen een afspraak kan maken naar Groningen. [naam] wil eerst bezoeken en kijken of alles klaar is om te beginnen. Hij wil liever eerst met groot aantal meth werken en daarna samen collect nummer 2 werken, dat is makkelijk en snel. Ook vraagt [naam]
( [verdachte] ) of [naam] ( [medeverdachte] ) 1 of 2 liter voor hem heeft. [naam] ( [verdachte] ) zal het laten testen en als het goed is kan hij misschien wel direct afdraaien. Uiteindelijk wordt afgesproken dat [naam] ( [verdachte] ) overmorgen op vrijdag [
de rechtbank begrijpt: 22 januari 2021] eerst met [naam] naar Utrecht komt bij [naam] ( [medeverdachte] ) en dat ze daarna naar Groningen gaan.193
Op 30 januari 2021 straalt [nummer] ( [medeverdachte]194) en IMEI [nummer] ( [verdachte]195) rond hetzelfde tijdstip (16.36 uur en 16.46 uur) zendmasten aan in [plaats] .196 Deze plaats ligt op een afstand van tien kilometer van [plaats] .197
Op 1 februari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) om 18:41 uur een bericht naar [nummer]
( [medeverdachte] ) dat ze bij hem zouden leeghalen en dan naar [medeverdachte] toe zouden brengen. Een uur later geeft [medeverdachte] aan dat ze net wat hebben gebracht.198 Op diezelfde dag straalt de telefoon [nummer] ( [medeverdachte] )199 tussen 18.26 en 20.01 uur een zendmast aan in [plaats] .200
Op 2 februari 2021 stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) naar [naam] ( [verdachte] ) dat ze alles hebben verhuisd. Op diezelfde dag straalt de telefoon [nummer] ( [medeverdachte] )201 tussen 10.45 en 13.43 uur zendmasten aan in onder meer [plaats] en [plaats] .202
Op 5 februari 2021 klaagt [naam] ( [medeverdachte] ) bij [naam] ( [verdachte] ) dat hij niet de spullen en het materiaal heeft om te kunnen beginnen met werken en dat ze alleen maar afval hebben gebracht dat hij op de andere plek had achtergelaten.203 Dit herhaalt [naam] ( [medeverdachte] ) op 6 februari 2021.204
Uit het tapgesprek tussen [medeverdachte] en [medeverdachte] van 3 maart 2021 volgt dat [medeverdachte] na de politie inval bij [medeverdachte] had verwacht dat de politie ook bij hem zou invallen. Hij vertelt dat [medeverdachte] hem kort voor de inval nog had gebeld en toen heeft hij nog wat kunnen regelen voor de volgende ochtend. In datzelfde gesprek geeft [medeverdachte] aan dat het spul bij hem weg is en dat er in principe niks meer bij hem staat. Ook benadrukt hij dat iemand specifiek van de situatie daar [
de rechtbank begrijpt: bij [medeverdachte]] moet hebben geweten, want anders waren ze ook wel bij hem geweest. [medeverdachte] is blij dat hij [medeverdachte] vaak gewaarschuwd heeft dat het op eigen risico is en dat hij, wat er ook gebeurt, keihard moet liegen, onthouden wat je hebt gezegd en dit vol moet houden.205
Overwegingen medeplegen
De rechtbank stelt allereerst vast dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte] door anderen wordt aangeduid als de [naam] .
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte] aan een ander toestemming heeft gegeven om zijn schuur in [plaats] te gebruiken voor illegale activiteiten. Onbekend is gebleven of [medeverdachte] rechtstreeks aan [medeverdachte] die toestemming heeft gegeven. Wel blijkt dat [medeverdachte] met anderen spreekt over het produceren van harddrugs op deze locatie in [plaats] . [medeverdachte] wil [medeverdachte] daar laten werken. Vervolgens bezoeken verdachte en [medeverdachte] begin december 2020 die locatie in [plaats] .
Daarna bespreekt verdachte met [medeverdachte] dat zij vanaf 18 januari 2021 beginnen met het produceren van harddrugs. Verdachte geeft deze planning door aan [medeverdachte] . Ook [medeverdachte] geeft aan [medeverdachte] door dat er vanaf 18 januari 2021 bij hem zal worden gestart, waarna de productielocatie zal overgaan naar [medeverdachte] .
Vervolgens blijkt dat het drugslaboratorium van [plaats] daadwerkelijk naar [plaats] is verplaatst. [medeverdachte] heeft hierover geklaagd, want hij stelt dat het door hem achtergelaten afval is meegenomen. [medeverdachte] is op dat moment aanwezig in [plaats] .
Anders dan door de verdediging is betoogd, blijkt uit de bewijsmiddelen en overwegingen dat er harddrugs is geproduceerd in [plaats] . Ook blijkt van de betrokkenheid hierbij van verdachte, soortgelijk als bij feit
1. De rechtbank is van oordeel dat de bijdrage van verdachte bij de productie van metamfetamine en MDMA in [plaats] van voldoende gewicht is om te komen tot een bewezenverklaring van medeplegen. Verdachte heeft immers als enige contact met de kok ( [medeverdachte] ). Ook heeft hij in zijn hoedanigheid van tussenpersoon gezorgd voor de inzet van [medeverdachte] op de locatie. Via [medeverdachte] laat verdachte ook spullen regelen om te testen.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en overwegingen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het bereiden, bewerken, verwerken en vervaardigen van hoeveelheden metamfetamine en MDMA in de periode van 1 december 2020 tot en met 1 februari 2021 in [plaats] .
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feit 1 primair en 2 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair)
hij in de periode van 30 januari 2021 tot en met 26 februari 2021, te [plaats] , in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2 ( primair)
hij in de periode van 1 december 2020 tot en met 31 januari 2021, te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en metamfetamine, zijnde MDMA en metamfetamine, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair
ten aanzien van het bereiden, bewerken en verwerken
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het vervaardigen
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
2 primair
ten aanzien van het bereiden, bewerken en verwerken
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het vervaardigen
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en 2 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaren, alsmede een geldboete van
25.000,00 (subsidiair 160 dagen vervangende hechtenis).
De officier van justitie heeft tevens de opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis bij vonnis gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om een taakstraf op te leggen met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Er dient rekening gehouden te worden met de overschrijding van de redelijke termijn. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (verder: Sr) brengt met zich mee dat rekening gehouden moet worden met de veroordeling van 1 oktober 2024. De bij dat vonnis ingezette plan tot resocialisatie (middels opgelegde bijzondere voorwaarden) moet niet worden doorkruist door de oplegging van een forse gevangenisstraf.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapporten, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan de productie van metamfetamine en MDMA. Verdachte heeft een belangrijke faciliterende rol gehad (gekwalificeerd als medepleger) bij twee drugslaboratoriums op het platteland van Friesland en Groningen in de periode van 1 december 2020 tot en met 26 februari 2021. Verdachte heeft daarbij als enige contact gehad met de kok (medeverdachte [medeverdachte] ).
Verdachte heeft gebruik gemaakt van cryptotelefoons (met de applicatie Sky), kennelijk met het doel om zelf zoveel mogelijk onder de radar te blijven.
Het produceren van synthetische drugs is een zeer ernstig strafbaar feit.
De productie van synthetische drugs, zoals de harddrugs metamfetamine en MDMA, brengt ernstige gevaren met zich mee. Zo bestaat er gevaar voor brand, ontploffing en het vrijkomen van giftige stoffen. Uit het dossier blijkt dat de kok (medeverdachte [medeverdachte] ) herhaaldelijk wijst op het dodelijke gevaar van de in zijn ogen gebrekkige ventilatie. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de
productie van synthetische drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat zeer schadelijk is voor het milieu.
Ook gaat de productie van en de handel in harddrugs gepaard met diverse vormen van ondermijnende criminaliteit, omdat er snel en veel geld wordt verdiend. Dit gaat veelal gepaard met zware en georganiseerde criminaliteit, waarbij geweld dan wel dreiging daarmee niet wordt geschuwd.
Tevens is het een feit van algemene bekendheid dat harddrugs schadelijk zijn voor de gezondheid en sterk verslavend werken. Verslaafden aan harddrugs plegen, om in hun dagelijkse behoefte te voorzien, vaak vermogensdelicten.
Documentatie
De rechtbank heeft kennis genomen van het uittreksel justitiële documentatie van 25 februari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte eerder (in 2018) is veroordeeld wegens een soortgelijk feit. De rechtbank dient ook rekening te houden met artikel 63 Sr, gelet op de veroordeling van verdachte op 1 oktober 2024 tot een gevangenisstraf van vier jaren waarvan één jaar voorwaardelijk. Deze veroordeling ziet op feiten gepleegd tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis in de onderhavige zaak. Ook constateert de rechtbank dat die veroordeling is gebaseerd op feiten strafbaar gesteld in de Opiumwet.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het (meest recente) reclasseringsrapport van 7 februari 2025, opgesteld door [naam] , reclasseringswerker van de Reclassering Nederland (Amsterdam). Hieruit blijkt onder meer dat verdachte na schorsing van de voorlopige hechtenis is veroordeeld. De reclassering constateert een hardnekkig delictpatroon aangaande drugsdelicten. De kans op recidive wordt ingeschat als gemiddeld.
Sinds 2016 is verdachte de enige kostwinner. Verdachte ontwikkelde slaapproblemen en ging alcohol drinken. Mogelijk door spanningen en de druk als kostwinner maakte verdachte pro-criminele keuzes om aan geld te komen. Er is een gebrek aan oplossingsvaardigheden. Verdachte wil pro-sociale keuzes maken en staat open voor gedragsverandering. Interventies gericht op het maken van pro-sociale keuzes en omgaan met druk en spanningen zijn geïndiceerd. Ook kan een zinvolle dagbesteding (welke structuur, ritme en een inkomen genereert) bijdragen aan het verlagen van het risico op recidive. In de strafzaak uit 2024 zijn bijzondere voorwaarden (waaronder reclasseringstoezicht) opgelegd. Aanvullende interventies of toezicht is niet nodig.
Overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat tegenover de verdachte een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem voor een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie heeft niet steeds als een zodanige handeling te gelden. Wel moeten de inverzekeringstelling van de verdachte en de betekening van de dagvaarding als zon handeling worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
In deze zaak is de redelijke termijn aangevangen bij de inverzekeringstelling van verdachte op 16 augustus 2021 en geëindigd op 15 augustus 2023. Er is derhalve sprake van een overschrijding. Er zijn geen feiten en/of omstandigheden bekend aan de zijde van het openbaar ministerie dan wel de verdediging die deze overschrijding verontschuldigen. De rechtbank is van oordeel dat de overschrijding dient te worden verdisconteerd in de straf op nader te bepalen wijze.
Straf
Vanwege het ondermijnende en lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs moeten straffen voldoende afschrikwekkende werking hebben. Voor deelname aan een drugslaboratorium worden daarom in de regel doorgaans langdurige gevangenisstraffen opgelegd.
Hoewel er sprake is van een forse overschrijding van de redelijke termijn en toepassing van artikel 63 Sr, kan de rechtbank niet anders dan tot het oordeel komen dat een gevangenisstraf de enige passende straf is, omdat de aard en de ernst van de feiten door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. De rechtbank ziet geen redenen om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Daarnaast is de rol van verdachte vergeleken met die van de medeverdachten en de straffen die de rechtbank aan hen oplegt.
De officier van justitie heeft bij de strafeis rekening gehouden met de OM richtlijn die een gevangenisstraf voorschrijft in combinatie met een geldboete in verband met het financieel gewin. De rechtbank overweegt dat in de onderliggende zaak echter niets blijkt van enig financieel gewin. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om naast een gevangenisstraf ook een geldboete op te leggen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 18 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank stelt vast dat de verdachte thans gedetineerd is uit andere hoofde, te weten naar aanleiding van de veroordeling door de rechtbank Overijssel van 1 oktober 2024. Gelet op de duur van de rechtbank Overijssel opgelegde gevangenisstraf zal verdachte nog geruime tijd in detentie verblijven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het reeds om die reden niet noodzakelijk is om te komen tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. H. van der Werff en
mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. M. Linde en mr. R.G. Bakker-Dees, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 mei 2025.
Mr. H. van der Werff en mr. H.M. Lenting zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpaginas, zijn dit paginas uit het dossier van de politie
Eenheid Noord-Nederland, Dienst Regionale Recherche, met het proces-verbaal nummer 2021052624 (genaamd SORA), doorgenummerd 1 tot en met 1684, met losse aanvullingen. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van voornoemd dossier.
2 Paginas 1056A en 1058.
3 Paginas 1120 en 1151.
4 Paginas 1120 en 1151.
5 Paginas 1121 en 1151.
6 Pagina 1152.
7 Pagina 719.
8 Pagina 635.
9 Pagina 1174.
10 Pagina 1174.
11 Pagina 1174.
12 Pagina 1175.
13 Pagina 1175.
14 Pagina 1175.
15 Pagina 1210.
16 Pagina 1175.
17 Pagina 1210.
18 Paginas 1357 tot en met 1362.
19 Paginas 1348 tot en met 1353.
20 Paginas 1409 en 1410.
21 Pagina 1176.
22 Pagina 972.
23 Paginas 149, 1492 en 1512.
24 Paginas 403, 1227 en 1315.
25 Paginas 1492 en 1508.
26 Feit van algemene bekendheid: uit Google maps blijkt de afstand tussen [plaats] en [plaats] ongeveer 6
kilometer te zijn.
27 Paginas 1492 en 1501.
28 Paginas 1363 tot en met 1367.
29 Pagina 1411.
30 Pagina 1176.
31 Paginas 1527 tot en met 1530.
32 Pagina 1286.
33 Paginas 1492 en 1512.
34 Pagina 1176.
35 Pagina 1286.
36 Paginas 1493 en 1512.
37 Pagina 1411.
38 Paginas 1176 en 1177.
39 Pagina 1286.
40 Pagina 1494.
41 Pagina 1412.
42 Pagina 1412.
43 Pagina 1413.
44 Pagina 1414.
45 Pagina 1414.
46 Pagina 1177.
47 Paginas 1177 tot en met 1179.
48 Pagina 1414.
49 Pagina 1404.
50 Pagina 1414.
51 Paginas 1445 en 1446.
52 Pagina 1414.
53 Pagina 1404.
54 Pagina 1414.
55 Paginas 1286, 1494, 1495 en 1512.
56 Paginas 1319 en 1494.
57 Feit van algemene bekendheid: uit Google maps blijkt de afstand tussen [plaats] en [plaats] ongeveer 5
kilometer te zijn.
58 Paginas 1494 en 1508.
59 Pagina 1192.
60 Pagina 1180.
61 Google translate: tartaric in het Engels betekent in het Nederlands wijnsteenzuur.
62 Pagina 1415.
63 Pagina 1415.
64 Paginas 1415 en 1416.
65 Pagina 1417.
66 Pagina 1417.
67 Paginas 1418 en 1419.
68 Pagina 1419.
69 Pagina 1179.
70 Pagina 1179.
71 Pagina 1192.
72 Paginas 1286, 1495 en 1512.
73 Pagina 1420.
74 Pagina 1420.
75 Pagina 1421.
76 Pagina 1422.
77 Pagina 1422.
78 Pagina 1422.
79 Paginas 1422, 1423 en 1424.
80 Paginas 1424 en 1425.
81 Pagina 1179.
82 Pagina 1425.
83 Paginas 1169 tot en met 1172 en 1182 tot en met 1184.
84 Paginas 1425 en 1426.
85 Paginas 1425 en 1426.
86 Pagina 1527
87 Pagina 1193.
88 Paginas 1290, 1496 en 1513.
89 Pagina 1260.
90 Pagina 1243.
91 Pagina 1260.
92 Pagina 1244.
93 Pagina 1245.
94 Pagina 1260.
95 Pagina 1246.
96 Paginas 1247 en 1260.
97 Pagina 1319.
98 Pagina 1518
99 Pagina 1315 tot en met 1317
100 Pagina 1520.
101 Pagina 1316.
102 Paginas 1426 en 1427.
103 Pagina 1427.
104 Pagina 1428.
105 Pagina 1428.
106 Pagina 1180.
107 Pagina 1180.
108 Pagina 1260.
109 Paginas 1248 en 1249.
110 Pagina 1193.
111 Pagina 1291.
112 Pagina 1513.
113 Pagina 1180.
114 Pagina 1431.
115 Paginas 1431 en 1432.
116 Pagina 1404.
117 Pagina 1404.
118 Pagina 1432.
119 Pagina 1404.
120 Pagina 1432.
121 Paginas 1216 en 1217.
122 Paginas 1224 en 1226.
123 Pagina 1520.
124 Pagina 1513.
125 Pagina 1193.
126 Pagina 1181.
127 Pagina 1300.
128 Pagina 1236.
129 Paginas 1250, 1251, 1252 en 1260.
130 Pagina 1295.
131 Pagina 1319.
132 Paginas 584, 592 en 593.
133 Pagina 4 van het getuigenverhoor van [medeverdachte] bij de rechter-commissaris d.d. 1 april 2022.
134 Pagina 1404.
135 Paginas 1432 en 1433.
136 Pagina 1433.
137 Pagina 1181.
138 Pagina 1404.
139 Pagina 1434.
140 Pagina 1404.
141 Pagina 1435.
142 Pagina 1196.
143 Pagina 1404.
144 Pagina 1435.
145 Pagina 1513.
146 Pagina 1404.
147 Pagina 1404.
148 Pagina 1435.
149 Pagina 1435.
150 Pagina 1404.
151 Paginas 1435 en 1436.
152 Paginas 1204 en 1205.
153 Pagina 1209.
154 Pagina 1632.
155 Paginas 1643, 1644 en 1674.
156 Pagina 1684.
157 Paginas 1643, 1644, 1674 en 1675.
158 Pagina 1684.
159 Paginas 1643, 1644 en 1675.
160 Pagina 1684.
161 Pagina 1684.
162 Paginas 1456, 1457 en 1458.
163 Pagina 1462.
164 Pagina 1463.
165 Paginas 1465 en 1466.
166 Pagina 1466.
167 Paginas 1467 en 1468.
168 Paginas 1468, 1631, 1632 en 1633.
169 Pagina 1469 en 1472.
170 Paginas 1473 en 1474.
171 Paginas 1474 en 1475.
172 Pagina 1476.
173 Pagina 1476.
174 Pagina 1477.
175 Pagina 1478.
176 Pagina 757.
177 Pagina 1348 ev.
178 Pagina 1478.
179 Pagina 1363 ev.
180 Pagina 1478.
181 Pagina 1357 ev.
182 Pagina 1479.
183 Pagina 1479.
184 Pagina 1480.
185 Pagina 1358, 1360 en 1361
186 Paginas 1319 en1320.
187 Pagina 1406.
188 Pagina 1407.
189 Pagina 1632.
190 Pagina 635.
191 Pagina 1175.
192 Pagina 1407.
193 Pagina 1408.
194 Paginas 403, 1535 en 1536.
195 Paginas 1348, 1449, 1350.
196 Paginas 1500, 1501 en 1508.
197 Pagina 1501.
198 Pagina 1176.
199 Paginas 456, 457, 1580 en 1581.
200 Pagina 1512.
201 Paginas 456, 457, 1580 en 1581.
202 Pagina 1512.
203 Paginas 1415 en 1416.
204 Pagina 1418.
205 Paginas 1204 en 1205.