18.12uur zendmasten in [plaats] aanstraalt.186
Op 11 januari 2021 stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat ze volgende week [
de rechtbank begrijpt: vanaf 18 januari 2021] starten met 150 goede meth olie in een grote plaats en dat hij het later met hem hierover zal hebben.187
Op 12 januari 2021 stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat zijn [naam] na het weekend wil beginnen met het grote werk. Hij wil vier tot vijf dagen doorwerken en daarna pauze.188
Op 14 januari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] en tevens de eigenaar van de schuur waar de restanten van het drugslaboratorium zijn aangetroffen189) naar [nummer] ( [medeverdachte]190) dat het komende week [
de rechtbank begrijpt: vanaf 18 januari 2021] bij hem losgaat. Als ze het bij hem op de rit hebben gaan ze een goede week later naar [medeverdachte] (de eigenaar van de loods waar het drugslaboratorium in [plaats] is aangetroffen).191
Op 15 januari 2021 stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat [naam] maandag [
de rechtbank begrijpt: 18 januari 2021] wel kan beginnen. [naam] ( [verdachte] ) geeft daarbij aan dat hij denkt dat het eerst met oude olie kan, maar zal dit nog navragen.192
Op 20 januari 2021 stuurt [naam] ( [verdachte] ) naar [naam] ( [medeverdachte] ) dat [naam] zegt dat alleen paar kg in de oude olie is en dat hij liever gelijk begint met nieuwe meth olie. Ook vraagt [naam] ( [verdachte] ) aan [naam] ( [medeverdachte] ) of hij morgen een afspraak kan maken naar Groningen. [naam] wil eerst bezoeken en kijken of alles klaar is om te beginnen. Hij wil liever eerst met groot aantal meth werken en daarna samen collect nummer 2 werken, dat is makkelijk en snel. Ook vraagt [naam]
( [verdachte] ) of [naam] ( [medeverdachte] ) 1 of 2 liter voor hem heeft. [naam] ( [verdachte] ) zal het laten testen en als het goed is kan hij misschien wel direct afdraaien. Uiteindelijk wordt afgesproken dat [naam] ( [verdachte] ) overmorgen op vrijdag [
de rechtbank begrijpt: 22 januari 2021] eerst met [naam] naar Utrecht komt bij [naam] ( [medeverdachte] ) en dat ze daarna naar Groningen gaan.193
Op 30 januari 2021 straalt [nummer] ( [medeverdachte]194) en IMEI [nummer] ( [verdachte]195) rond hetzelfde tijdstip (16.36 uur en 16.46 uur) zendmasten aan in [plaats] .196 Deze plaats ligt op een afstand van tien kilometer van [plaats] .197
Op 1 februari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) om 18:41 uur een bericht naar [nummer]
( [medeverdachte] ) dat ze bij hem zouden leeghalen en dan naar [medeverdachte] toe zouden brengen. Een uur later geeft [medeverdachte] aan dat ze net wat hebben gebracht.198 Op diezelfde dag straalt de telefoon [nummer] ( [medeverdachte] )199 tussen 18.26 en 20.01 uur een zendmast aan in [plaats] .200
Op 2 februari 2021 stuurt [naam] ( [medeverdachte] ) naar [naam] ( [verdachte] ) dat ze alles hebben verhuisd. Op diezelfde dag straalt de telefoon [nummer] ( [medeverdachte] )201 tussen 10.45 en 13.43 uur zendmasten aan in onder meer [plaats] en [plaats] .202
Op 5 februari 2021 klaagt [naam] ( [medeverdachte] ) bij [naam] ( [verdachte] ) dat hij niet de spullen en het materiaal heeft om te kunnen beginnen met werken en dat ze alleen maar afval hebben gebracht dat hij op de andere plek had achtergelaten.203 Dit herhaalt [naam] ( [medeverdachte] ) op 6 februari 2021.204
Uit het tapgesprek tussen [medeverdachte] en [medeverdachte] van 3 maart 2021 volgt dat [medeverdachte] na de politie inval bij [medeverdachte] had verwacht dat de politie ook bij hem zou invallen. Hij vertelt dat [medeverdachte] hem kort voor de inval nog had gebeld en toen heeft hij nog wat kunnen regelen voor de volgende ochtend. In datzelfde gesprek geeft [medeverdachte] aan dat het spul bij hem weg is en dat er in principe niks meer bij hem staat. Ook benadrukt hij dat iemand specifiek van de situatie daar [
de rechtbank begrijpt: bij [medeverdachte]] moet hebben geweten, want anders waren ze ook wel bij hem geweest. [medeverdachte] is blij dat hij [medeverdachte] vaak gewaarschuwd heeft dat het op eigen risico is en dat hij, wat er ook gebeurt, keihard moet liegen, onthouden wat je hebt gezegd en dit vol moet houden.205
Overwegingen medeplegen
De rechtbank stelt allereerst vast dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte] door anderen wordt aangeduid als de [naam] .
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte] aan een ander toestemming heeft gegeven om zijn schuur in [plaats] te gebruiken voor illegale activiteiten. Onbekend is gebleven of [medeverdachte] rechtstreeks aan [medeverdachte] die toestemming heeft gegeven. Wel blijkt dat [medeverdachte] met anderen spreekt over het produceren van harddrugs op deze locatie in [plaats] . [medeverdachte] wil [medeverdachte] daar laten werken. Vervolgens bezoeken verdachte en [medeverdachte] begin december 2020 die locatie in [plaats] .
Daarna bespreekt verdachte met [medeverdachte] dat zij vanaf 18 januari 2021 beginnen met het produceren van harddrugs. Verdachte geeft deze planning door aan [medeverdachte] . Ook [medeverdachte] geeft aan [medeverdachte] door dat er vanaf 18 januari 2021 bij hem zal worden gestart, waarna de productielocatie zal overgaan naar [medeverdachte] .
Vervolgens blijkt dat het drugslaboratorium van [plaats] daadwerkelijk naar [plaats] is verplaatst. [medeverdachte] heeft hierover geklaagd, want hij stelt dat het door hem achtergelaten afval is meegenomen. [medeverdachte] is op dat moment aanwezig in [plaats] .
Anders dan door de verdediging is betoogd, blijkt uit de bewijsmiddelen en overwegingen dat er harddrugs is geproduceerd in [plaats] . Ook blijkt van de betrokkenheid hierbij van verdachte, soortgelijk als bij feit
1. De rechtbank is van oordeel dat de bijdrage van verdachte bij de productie van metamfetamine en MDMA in [plaats] van voldoende gewicht is om te komen tot een bewezenverklaring van medeplegen. Verdachte heeft immers als enige contact met de kok ( [medeverdachte] ). Ook heeft hij in zijn hoedanigheid van tussenpersoon gezorgd voor de inzet van [medeverdachte] op de locatie. Via [medeverdachte] laat verdachte ook spullen regelen om te testen.
De rechtbank acht, gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en overwegingen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het bereiden, bewerken, verwerken en vervaardigen van hoeveelheden metamfetamine en MDMA in de periode van 1 december 2020 tot en met 1 februari 2021 in [plaats] .
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feit 1 primair en 2 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair)
hij in de periode van 30 januari 2021 tot en met 26 februari 2021, te [plaats] , in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2 ( primair)
hij in de periode van 1 december 2020 tot en met 31 januari 2021, te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en metamfetamine, zijnde MDMA en metamfetamine, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair
ten aanzien van het bereiden, bewerken en verwerken
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het vervaardigen
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
2 primair
ten aanzien van het bereiden, bewerken en verwerken
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het vervaardigen
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en 2 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaren, alsmede een geldboete van
25.000,00 (subsidiair 160 dagen vervangende hechtenis).
De officier van justitie heeft tevens de opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis bij vonnis gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om een taakstraf op te leggen met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Er dient rekening gehouden te worden met de overschrijding van de redelijke termijn. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (verder: Sr) brengt met zich mee dat rekening gehouden moet worden met de veroordeling van 1 oktober 2024. De bij dat vonnis ingezette plan tot resocialisatie (middels opgelegde bijzondere voorwaarden) moet niet worden doorkruist door de oplegging van een forse gevangenisstraf.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapporten, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan de productie van metamfetamine en MDMA. Verdachte heeft een belangrijke faciliterende rol gehad (gekwalificeerd als medepleger) bij twee drugslaboratoriums op het platteland van Friesland en Groningen in de periode van 1 december 2020 tot en met 26 februari 2021. Verdachte heeft daarbij als enige contact gehad met de kok (medeverdachte [medeverdachte] ).
Verdachte heeft gebruik gemaakt van cryptotelefoons (met de applicatie Sky), kennelijk met het doel om zelf zoveel mogelijk onder de radar te blijven.
Het produceren van synthetische drugs is een zeer ernstig strafbaar feit.
De productie van synthetische drugs, zoals de harddrugs metamfetamine en MDMA, brengt ernstige gevaren met zich mee. Zo bestaat er gevaar voor brand, ontploffing en het vrijkomen van giftige stoffen. Uit het dossier blijkt dat de kok (medeverdachte [medeverdachte] ) herhaaldelijk wijst op het dodelijke gevaar van de in zijn ogen gebrekkige ventilatie. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de
productie van synthetische drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat zeer schadelijk is voor het milieu.
Ook gaat de productie van en de handel in harddrugs gepaard met diverse vormen van ondermijnende criminaliteit, omdat er snel en veel geld wordt verdiend. Dit gaat veelal gepaard met zware en georganiseerde criminaliteit, waarbij geweld dan wel dreiging daarmee niet wordt geschuwd.
Tevens is het een feit van algemene bekendheid dat harddrugs schadelijk zijn voor de gezondheid en sterk verslavend werken. Verslaafden aan harddrugs plegen, om in hun dagelijkse behoefte te voorzien, vaak vermogensdelicten.
Documentatie
De rechtbank heeft kennis genomen van het uittreksel justitiële documentatie van 25 februari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte eerder (in 2018) is veroordeeld wegens een soortgelijk feit. De rechtbank dient ook rekening te houden met artikel 63 Sr, gelet op de veroordeling van verdachte op 1 oktober 2024 tot een gevangenisstraf van vier jaren waarvan één jaar voorwaardelijk. Deze veroordeling ziet op feiten gepleegd tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis in de onderhavige zaak. Ook constateert de rechtbank dat die veroordeling is gebaseerd op feiten strafbaar gesteld in de Opiumwet.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het (meest recente) reclasseringsrapport van 7 februari 2025, opgesteld door [naam] , reclasseringswerker van de Reclassering Nederland (Amsterdam). Hieruit blijkt onder meer dat verdachte na schorsing van de voorlopige hechtenis is veroordeeld. De reclassering constateert een hardnekkig delictpatroon aangaande drugsdelicten. De kans op recidive wordt ingeschat als gemiddeld.
Sinds 2016 is verdachte de enige kostwinner. Verdachte ontwikkelde slaapproblemen en ging alcohol drinken. Mogelijk door spanningen en de druk als kostwinner maakte verdachte pro-criminele keuzes om aan geld te komen. Er is een gebrek aan oplossingsvaardigheden. Verdachte wil pro-sociale keuzes maken en staat open voor gedragsverandering. Interventies gericht op het maken van pro-sociale keuzes en omgaan met druk en spanningen zijn geïndiceerd. Ook kan een zinvolle dagbesteding (welke structuur, ritme en een inkomen genereert) bijdragen aan het verlagen van het risico op recidive. In de strafzaak uit 2024 zijn bijzondere voorwaarden (waaronder reclasseringstoezicht) opgelegd. Aanvullende interventies of toezicht is niet nodig.
Overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat tegenover de verdachte een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem voor een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie heeft niet steeds als een zodanige handeling te gelden. Wel moeten de inverzekeringstelling van de verdachte en de betekening van de dagvaarding als zon handeling worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
In deze zaak is de redelijke termijn aangevangen bij de inverzekeringstelling van verdachte op 16 augustus 2021 en geëindigd op 15 augustus 2023. Er is derhalve sprake van een overschrijding. Er zijn geen feiten en/of omstandigheden bekend aan de zijde van het openbaar ministerie dan wel de verdediging die deze overschrijding verontschuldigen. De rechtbank is van oordeel dat de overschrijding dient te worden verdisconteerd in de straf op nader te bepalen wijze.
Straf
Vanwege het ondermijnende en lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs moeten straffen voldoende afschrikwekkende werking hebben. Voor deelname aan een drugslaboratorium worden daarom in de regel doorgaans langdurige gevangenisstraffen opgelegd.
Hoewel er sprake is van een forse overschrijding van de redelijke termijn en toepassing van artikel 63 Sr, kan de rechtbank niet anders dan tot het oordeel komen dat een gevangenisstraf de enige passende straf is, omdat de aard en de ernst van de feiten door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. De rechtbank ziet geen redenen om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Daarnaast is de rol van verdachte vergeleken met die van de medeverdachten en de straffen die de rechtbank aan hen oplegt.
De officier van justitie heeft bij de strafeis rekening gehouden met de OM richtlijn die een gevangenisstraf voorschrijft in combinatie met een geldboete in verband met het financieel gewin. De rechtbank overweegt dat in de onderliggende zaak echter niets blijkt van enig financieel gewin. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om naast een gevangenisstraf ook een geldboete op te leggen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 18 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank stelt vast dat de verdachte thans gedetineerd is uit andere hoofde, te weten naar aanleiding van de veroordeling door de rechtbank Overijssel van 1 oktober 2024. Gelet op de duur van de rechtbank Overijssel opgelegde gevangenisstraf zal verdachte nog geruime tijd in detentie verblijven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het reeds om die reden niet noodzakelijk is om te komen tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. H. van der Werff en
mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. M. Linde en mr. R.G. Bakker-Dees, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 mei 2025.
Mr. H. van der Werff en mr. H.M. Lenting zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpaginas, zijn dit paginas uit het dossier van de politie
Eenheid Noord-Nederland, Dienst Regionale Recherche, met het proces-verbaal nummer 2021052624 (genaamd SORA), doorgenummerd 1 tot en met 1684, met losse aanvullingen. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van voornoemd dossier.
2 Paginas 1056A en 1058.
3 Paginas 1120 en 1151.
4 Paginas 1120 en 1151.
5 Paginas 1121 en 1151.
6 Pagina 1152.
7 Pagina 719.
8 Pagina 635.
9 Pagina 1174.
10 Pagina 1174.
11 Pagina 1174.
12 Pagina 1175.
13 Pagina 1175.
14 Pagina 1175.
15 Pagina 1210.
16 Pagina 1175.
17 Pagina 1210.
18 Paginas 1357 tot en met 1362.
19 Paginas 1348 tot en met 1353.
20 Paginas 1409 en 1410.
21 Pagina 1176.
22 Pagina 972.
23 Paginas 149, 1492 en 1512.
24 Paginas 403, 1227 en 1315.
25 Paginas 1492 en 1508.
26 Feit van algemene bekendheid: uit Google maps blijkt de afstand tussen [plaats] en [plaats] ongeveer 6
kilometer te zijn.
27 Paginas 1492 en 1501.
28 Paginas 1363 tot en met 1367.
29 Pagina 1411.
30 Pagina 1176.
31 Paginas 1527 tot en met 1530.
32 Pagina 1286.
33 Paginas 1492 en 1512.
34 Pagina 1176.
35 Pagina 1286.
36 Paginas 1493 en 1512.
37 Pagina 1411.
38 Paginas 1176 en 1177.
39 Pagina 1286.
40 Pagina 1494.
41 Pagina 1412.
42 Pagina 1412.
43 Pagina 1413.
44 Pagina 1414.
45 Pagina 1414.
46 Pagina 1177.
47 Paginas 1177 tot en met 1179.
48 Pagina 1414.
49 Pagina 1404.
50 Pagina 1414.
51 Paginas 1445 en 1446.
52 Pagina 1414.
53 Pagina 1404.
54 Pagina 1414.
55 Paginas 1286, 1494, 1495 en 1512.
56 Paginas 1319 en 1494.
57 Feit van algemene bekendheid: uit Google maps blijkt de afstand tussen [plaats] en [plaats] ongeveer 5
kilometer te zijn.
58 Paginas 1494 en 1508.
59 Pagina 1192.
60 Pagina 1180.
61 Google translate: tartaric in het Engels betekent in het Nederlands wijnsteenzuur.
62 Pagina 1415.
63 Pagina 1415.
64 Paginas 1415 en 1416.
65 Pagina 1417.
66 Pagina 1417.
67 Paginas 1418 en 1419.
68 Pagina 1419.
69 Pagina 1179.
70 Pagina 1179.
71 Pagina 1192.
72 Paginas 1286, 1495 en 1512.
73 Pagina 1420.
74 Pagina 1420.
75 Pagina 1421.
76 Pagina 1422.
77 Pagina 1422.
78 Pagina 1422.
79 Paginas 1422, 1423 en 1424.
80 Paginas 1424 en 1425.
81 Pagina 1179.
82 Pagina 1425.
83 Paginas 1169 tot en met 1172 en 1182 tot en met 1184.
84 Paginas 1425 en 1426.
85 Paginas 1425 en 1426.
86 Pagina 1527
87 Pagina 1193.
88 Paginas 1290, 1496 en 1513.
89 Pagina 1260.
90 Pagina 1243.
91 Pagina 1260.
92 Pagina 1244.
93 Pagina 1245.
94 Pagina 1260.
95 Pagina 1246.
96 Paginas 1247 en 1260.
97 Pagina 1319.
98 Pagina 1518
99 Pagina 1315 tot en met 1317
100 Pagina 1520.
101 Pagina 1316.
102 Paginas 1426 en 1427.
103 Pagina 1427.
104 Pagina 1428.
105 Pagina 1428.
106 Pagina 1180.
107 Pagina 1180.
108 Pagina 1260.
109 Paginas 1248 en 1249.
110 Pagina 1193.
111 Pagina 1291.
112 Pagina 1513.
113 Pagina 1180.
114 Pagina 1431.
115 Paginas 1431 en 1432.
116 Pagina 1404.
117 Pagina 1404.
118 Pagina 1432.
119 Pagina 1404.
120 Pagina 1432.
121 Paginas 1216 en 1217.
122 Paginas 1224 en 1226.
123 Pagina 1520.
124 Pagina 1513.
125 Pagina 1193.
126 Pagina 1181.
127 Pagina 1300.
128 Pagina 1236.
129 Paginas 1250, 1251, 1252 en 1260.
130 Pagina 1295.
131 Pagina 1319.
132 Paginas 584, 592 en 593.
133 Pagina 4 van het getuigenverhoor van [medeverdachte] bij de rechter-commissaris d.d. 1 april 2022.
134 Pagina 1404.
135 Paginas 1432 en 1433.
136 Pagina 1433.
137 Pagina 1181.
138 Pagina 1404.
139 Pagina 1434.
140 Pagina 1404.
141 Pagina 1435.
142 Pagina 1196.
143 Pagina 1404.
144 Pagina 1435.
145 Pagina 1513.
146 Pagina 1404.
147 Pagina 1404.
148 Pagina 1435.
149 Pagina 1435.
150 Pagina 1404.
151 Paginas 1435 en 1436.
152 Paginas 1204 en 1205.
153 Pagina 1209.
154 Pagina 1632.
155 Paginas 1643, 1644 en 1674.
156 Pagina 1684.
157 Paginas 1643, 1644, 1674 en 1675.
158 Pagina 1684.
159 Paginas 1643, 1644 en 1675.
160 Pagina 1684.
161 Pagina 1684.
162 Paginas 1456, 1457 en 1458.
163 Pagina 1462.
164 Pagina 1463.
165 Paginas 1465 en 1466.
166 Pagina 1466.
167 Paginas 1467 en 1468.
168 Paginas 1468, 1631, 1632 en 1633.
169 Pagina 1469 en 1472.
170 Paginas 1473 en 1474.
171 Paginas 1474 en 1475.
172 Pagina 1476.
173 Pagina 1476.
174 Pagina 1477.
175 Pagina 1478.
176 Pagina 757.
177 Pagina 1348 ev.
178 Pagina 1478.
179 Pagina 1363 ev.
180 Pagina 1478.
181 Pagina 1357 ev.
182 Pagina 1479.
183 Pagina 1479.
184 Pagina 1480.
185 Pagina 1358, 1360 en 1361
186 Paginas 1319 en1320.
187 Pagina 1406.
188 Pagina 1407.
189 Pagina 1632.
190 Pagina 635.
191 Pagina 1175.
192 Pagina 1407.
193 Pagina 1408.
194 Paginas 403, 1535 en 1536.
195 Paginas 1348, 1449, 1350.
196 Paginas 1500, 1501 en 1508.
197 Pagina 1501.
198 Pagina 1176.
199 Paginas 456, 457, 1580 en 1581.
200 Pagina 1512.
201 Paginas 456, 457, 1580 en 1581.
202 Pagina 1512.
203 Paginas 1415 en 1416.
204 Pagina 1418.
205 Paginas 1204 en 1205.