18.12uur zendmasten in [plaats] aanstraalt.187
Op 11 januari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) naar [nummer] ( [medeverdachte] ) dat ze volgende week [
de rechtbank begrijpt: vanaf 18 januari 2021] starten met 150 goede meth olie in een grote plaats en dat hij het later met hem hierover zal hebben.188
Op 12 januari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) naar [nummer] ( [medeverdachte] ) dat zijn [medeverdachte] na het weekend wil beginnen met het grote werk. Hij wil vier tot vijf dagen doorwerken en daarna pauze.189
Op 14 januari 2021 stuurt [telefoonnr:] ( [verdachte] en tevens de eigenaar van de schuur waar de restanten van het drugslaboratorium zijn aangetroffen190) naar [telefoonnr:] ( [medeverdachte]191) dat het komende week [
de rechtbank begrijpt: vanaf 18 januari 2021] bij hem losgaat. Als ze het bij hem op de rit hebben gaan ze een goede week later naar [medeverdachte] (de eigenaar van de loods waar het drugslaboratorium in [plaats] is aangetroffen).192
Op 15 januari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) naar [nummer] ( [medeverdachte] ) dat [medeverdachte] maandag [
de rechtbank begrijpt: 18 januari 2021] wel kan beginnen. [nummer]
( [medeverdachte] ) geeft daarbij aan dat hij denkt dat het eerst met oude olie kan, maar zal dit nog navragen.193
Op 20 januari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) naar [nummer] ( [medeverdachte] ) dat [medeverdachte] zegt dat alleen paar kg in de oude olie is en dat hij liever gelijk begint met nieuwe meth olie. Ook vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) aan [nummer] ( [medeverdachte] ) of hij morgen een afspraak kan maken naar Groningen. [medeverdachte] wil eerst bezoeken en kijken of alles klaar is om te beginnen. Hij wil liever eerst met groot aantal meth werken en daarna samen collect nummer 2 werken, dat is makkelijk en snel. Ook vraagt [nummer] ( [medeverdachte] ) of [nummer] ( [medeverdachte] ) 1 of 2 liter voor hem heeft. [nummer] ( [medeverdachte] ) zal het laten testen en als het goed is kan hij misschien wel direct afdraaien. Uiteindelijk wordt afgesproken dat [nummer] ( [medeverdachte] ) overmorgen op vrijdag [
de rechtbank begrijpt: 22 januari 2021] eerst met [medeverdachte] naar Utrecht komt bij [nummer] ( [medeverdachte] ) en dat ze daarna naar Groningen gaan.194
Op 30 januari 2021 straalt [telefoonnr:] ( [medeverdachte]195) en IMEI [nummer]
( [medeverdachte]196) rond hetzelfde tijdstip (16.36 uur en 16.46 uur) zendmasten aan in [plaats] .197 Deze plaats ligt op een afstand van tien kilometer van [plaats] .198
Op 1 februari 2021 stuurt [telefoonnr:] ( [verdachte] ) om 18:41 uur een bericht naar [telefoonnr:]
( [medeverdachte] ) dat ze bij hem zouden leeghalen en dan naar [medeverdachte] toe zouden brengen. Een uur later geeft [medeverdachte] aan dat ze net wat hebben gebracht.199 Op diezelfde dag straalt de telefoon [telefoonnr:] ( [medeverdachte] )200 tussen 18.26 en 20.01 uur een zendmast aan in
[plaats] .201
Op 2 februari 2021 stuurt [nummer] ( [medeverdachte] ) naar [nummer] ( [medeverdachte] ) dat ze alles hebben verhuisd. Op diezelfde dag straalt de telefoon [telefoonnr:] ( [medeverdachte] )202 tussen 10.45 en 13.43 uur zendmasten aan in onder meer [plaats] en [plaats] .203
Op 5 februari 2021 klaagt [nummer] ( [medeverdachte] ) bij [nummer] ( [medeverdachte] ) dat hij niet de spullen en het materiaal heeft om te kunnen beginnen met werken en dat ze alleen maar afval hebben gebracht dat hij op de andere plek had achtergelaten.204 Dit herhaalt [nummer] ( [medeverdachte] ) op 6 februari 2021.205
Uit het tapgesprek tussen [verdachte] en [naam] van 3 maart 2021 volgt dat [verdachte] na de politie inval bij [medeverdachte] had verwacht dat de politie ook bij hem zou invallen. Hij vertelt dat [medeverdachte] hem kort voor de inval nog had gebeld en toen heeft hij nog wat kunnen regelen voor de volgende ochtend. In datzelfde gesprek geeft [verdachte] aan dat het spul bij hem weg is en dat er in principe niks meer bij hem staat. Ook benadrukt hij dat iemand specifiek van de situatie daar [
de rechtbank begrijpt: bij [medeverdachte]] moet hebben geweten, want anders waren ze ook wel bij hem geweest. [verdachte] is blij dat hij [medeverdachte] vaak gewaarschuwd heeft dat het op eigen risico is en dat hij, wat er ook gebeurt, keihard moet liegen, onthouden wat je hebt gezegd en dit vol moet houden.206
Verdachte heeft bekend dat hij voor het ter beschikking stellen van zijn schuur is betaald.207
Overwegingen medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking, zoals hiervoor onder feit 1 geschetst.
Het handelen van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank niet van voldoende gewicht om te komen tot een bewezenverklaring van het voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het opzettelijk produceren van harddrugs. Niet blijkt van een gezamenlijke uitvoering van de productie van harddrugs en ook blijkt niet dat verdachte daar op andere wijze bij betrokken is geweest.
Verdachte heeft verklaard dat hij de beschikkingsmacht over het deel van de schuur waarin het drugslaboratorium zich bevond volledig had overgedragen aan onbekenden. Na de ontdekking van het drugslaboratorium in [plaats] heeft verdachte het slot moeten openbreken om in het afgesloten deel van zijn schuur te komen. De rechtbank stelt vast dat deze verklaring van verdachte niet in strijd is met enig bewijsmiddel, zodat deze niet als onaannemelijk en ongeloofwaardig terzijde kan worden geschoven. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat verdachte de beschikkingsmacht had over het deel van de schuur waar het drugslaboratorium zich bevond.
Het enkel ter beschikking stellen van een schuur levert naar het oordeel van de rechtbank niet een bijdrage van voldoende gewicht op om te komen tot een bewezenverklaring van medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs.
De rechtbank zal verdachte daarom van feit 2 primair vrijspreken.
Overwegingen voorbereidingshandelingen
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde komt de rechtbank tot een bewezenverklaring en overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt vast dat verdachte tegen betaling een deel van zijn schuur beschikbaar heeft gesteld, wetende dat er illegale activiteiten zouden gaan plaatsvinden, namelijk naar eigen zeggen het telen van hennep. Verdachte heeft daarbij de beschikkingsmacht over dat deel van zijn schuur volledig aan onbekenden gegeven. Desondanks heeft verdachte wel kennis van het tijdspad omtrent de illegale activiteiten, omdat hij weet wanneer de werkzaamheden zullen starten en wanneer de verhuizing naar een andere locatie, te weten die van [medeverdachte] in [plaats] , zal plaatsvinden.
Verdachte heeft verklaard dat hij toestemming heeft gegeven voor een hennepkwekerij in zijn schuur, maar expliciet zou hebben geweigerd als hij wist dat het zou gaan om de productie van harddrugs.
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op voorbereidingshandelingen die zien op het produceren van harddrugs. Verdachte heeft immers onbekenden de volledige beschikkingsmacht over een deel van zijn schuur gegeven. Het betreft een schuur op het afgelegen platteland in Groningen, gelegen aan een doodlopende weg.208 Daarbij wist verdachte van meet af aan dat dit deel van zijn schuur zou worden gebruikt voor illegale activiteiten.
Verdachte heeft daarmee bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn schuur gebruikt zou worden voor de productie van harddrugs in plaats van hennepteelt.
Van de andere ten laste gelegde voorbereidingshandelingen (samengevat: het vervoeren van medeverdachten naar de schuur en het voorhanden hebben van voorwerpen en stoffen ten behoeve van de productie van metamfetamine en MDMA) is niet gebleken van enige betrokkenheid van verdachte, zodat verdachte van die onderdelen zal worden vrijgesproken.
Eveneens blijkt niet dat verdachte met een ander/anderen een deel van zijn schuur ter beschikking heeft gesteld, zodat vrijspraak volgt van het medeplegen van de voorbereidingshandeling.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en overwegingen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 23 juli 2020 tot en met 31 januari 2021 schuldig heeft gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen voor het opzettelijk vervaardigen van metamfetamine en MDMA door zijn schuur hiervoor beschikbaar te stellen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. subsidiair)
[medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] in de periode van 30 januari 2021 tot en met 26 februari 2021, te [plaats] , in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk hebben bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
tot het plegen van voornoemd misdrijf verdachte, in de periode van 9 december 2020 tot en met 26 februari 2021, in Nederland,
opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een locatie voor een drugslaboratorium te regelen aan de [adres] te [plaats] en
- daartoe die [medeverdachte] te vragen een gedeelte van een ruimte van het pand aan de [adres] ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] , [medeverdachte] en
- die [medeverdachte] in contact te brengen met onbekend gebleven personen en
- contact te hebben en onderhouden met onbekend gebleven personen en
- in voornoemde ruimte aan de [adres] een tussenwand te maken en
- in voornoemde ruimte aan de [adres] ramen te blinderen;
2 ( subsidiair)
Hij in de periode van 23 juli 2020 tot en met 31 januari 2021, te [plaats] , om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden, te weten:
- het opzettelijk vervaardigen,
van hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine en MDMA, zijnde metamfetamine en MDMA, middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
- daartoe gelegenheid heeft verschaft, immers heeft verdachte
- een schuur aan de [adres] te [plaats] laten gebruiken voor de productie van synthetische drugs.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. subsidiair
ten aanzien van het bereiden, bewerken en verwerken
medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het vervaardigen
medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
2 subsidiair om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, een ander gelegenheid tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1 primair en 2 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit, indien enige bewezenverklaring volgt, een taakstraf op te leggen met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Een taakstraf als strafmodaliteit is passend, gelet op de persoon van verdachte.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapporten, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zijn schuur (op het platteland van Groningen) ter beschikking gesteld voor de productie van synthetische drugs (i.c. metamfetamine en MDMA). Vervolgens heeft hij zich ook schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan de productie van metamfetamine bij een ander drugslaboratorium in Friesland. Door zijn handelen heeft verdachte het produceren van harddrugs gefaciliteerd en vormde hij een essentiële schakel in het geheel. Zonder het gebruik van daartoe geschikte locaties is het produceren van harddrugs immers niet mogelijk.
Het produceren van synthetische drugs is een zeer ernstig strafbaar feit.
De productie van synthetische drugs, zoals de harddrugs metamfetamine en MDMA, brengt ernstige gevaren met zich mee. Zo bestaat er gevaar voor brand, ontploffing en het vrijkomen van giftige stoffen. Uit het dossier blijkt dat de kok (medeverdachte [medeverdachte] ) herhaaldelijk wijst op het dodelijke gevaar van de in zijn ogen gebrekkige ventilatie. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de
productie van synthetische drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat zeer schadelijk is voor het milieu.
Ook gaat de productie van en de handel in harddrugs gepaard met diverse vormen van ondermijnende criminaliteit, omdat er snel en veel geld wordt verdiend. Dit gaat veelal gepaard met zware en georganiseerde criminaliteit, waarbij geweld dan wel dreiging daarmee niet wordt geschuwd.
Tevens is het een feit van algemene bekendheid dat harddrugs schadelijk zijn voor de gezondheid en sterk verslavend werken. Verslaafden aan harddrugs plegen, om in hun dagelijkse behoefte te voorzien, vaak vermogensdelicten.
Documentatie
De rechtbank heeft kennis genomen van het uittreksel justitiële documentatie van 25 februari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld wegens een strafbaar feit.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het (meest recente) reclasseringsrapport van 18 maart 2025, opgesteld door [naam] , reclasseringswerker van de Reclassering Nederland (Leeuwarden). Hieruit blijkt onder meer dat verdachte spijt heeft van zijn aandeel bij de feiten. Verdachte stelt dat hij niet mee had gewerkt als hij had geweten dat het ging om harddrugs. Verdachte heeft in de periode waarop de verdenking ziet antisociale keuzes gemaakt. De reclassering ziet momenteel geen risicofactoren meer. Het strafrechtelijk ingrijpen heeft een afschrikwekkend effect gehad op verdachte. Daarnaast is mede vanwege de verdenking het huwelijk van verdachte uitgelopen op een scheiding. Verdachte heeft zijn leven op de rit en heeft zelf de nodige veranderingen in zijn leven aan weten te brengen. Door de reclassering wordt het risico op recidive ingeschat als laag. Geadviseerd is een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat tegenover de verdachte een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem voor een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie heeft niet steeds als een zodanige handeling te gelden. Wel moeten de inverzekeringstelling van de verdachte en de betekening van de dagvaarding als zon handeling worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
In deze zaak is de redelijke termijn aangevangen bij de inverzekeringstelling van verdachte op 10 maart 2021 en geëindigd op 9 maart 2023. Er is derhalve sprake van een overschrijding. Er zijn geen feiten en/of omstandigheden bekend aan de zijde van het openbaar ministerie dan wel de verdediging die deze overschrijding verontschuldigen. De rechtbank is van oordeel dat de overschrijding dient te worden verdisconteerd in de straf op nader te bepalen wijze.
Straf
Vanwege het ondermijnende en lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs moeten straffen voldoende afschrikwekkende werking hebben. Voor deelname aan een drugslaboratorium worden daarom in de regel doorgaans langdurige gevangenisstraffen opgelegd.
De rechtbank houdt er rekening mee dat verdachte, hoewel betrokken bij twee drugslaboratoriums, wordt vrijgesproken voor de daadwerkelijke productie van harddrugs. Ook is er sprake van een forse overschrijding van de redelijke termijn. Gelet op de rol van verdachte en met name gelet op het tijdsverloop vindt de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op dit moment niet meer passend. De rechtbank zal daarom aan verdachte een taakstraf opleggen voor de duur van 360 uren. Nu sprake is van meerdaadse samenloop, waarvoor één taakstraf wordt opgelegd, mag deze de maximum duur van 240 uren overschrijden.209
Om de ernst van de feiten te benadrukken zal de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 6 maanden, die tevens dient te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 48 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en 2 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Een taakstraf voor de duur van 360 uren.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 180 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar
de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling.
Een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. H. van der Werff en
mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. M. Linde en mr. R.G. Bakker-Dees, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 mei 2025.
Mr. H. van der Werff en mr. H.M. Lenting zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpaginas, zijn dit paginas uit het dossier van de politie
Eenheid Noord-Nederland, Dienst Regionale Recherche, met het proces-verbaal nummer 2021052624 (genaamd SORA), doorgenummerd 1 tot en met 1684, met losse aanvullingen. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van voornoemd dossier.
2 Paginas 1056A en 1058.
3 Paginas 1120 en 1151.
4 Paginas 1120 en 1151.
5 Paginas 1121 en 1151.
6 Pagina 1152.
7 Pagina 719.
8 Pagina 635.
9 Pagina 1174.
10 Pagina 1174.
11 Pagina 1174.
12 Pagina 1175.
13 Pagina 1175.
14 Pagina 1175.
15 Pagina 1210.
16 Pagina 1175.
17 Pagina 1210.
18 Paginas 1357 tot en met 1362.
19 Paginas 1348 tot en met 1353.
20 Paginas 1409 en 1410.
21 Pagina 1176.
22 Pagina 972.
23 Paginas 149, 1492 en 1512.
24 Paginas 403, 1227 en 1315.
25 Paginas 1492 en 1508.
26 Feit van algemene bekendheid: uit Google maps blijkt de afstand tussen [plaats] en [plaats] ongeveer 6
kilometer te zijn.
27 Paginas 1492 en 1501.
28 Paginas 1363 tot en met 1367.
29 Pagina 1411.
30 Pagina 1176.
31 Paginas 1527 tot en met 1530.
32 Pagina 1286.
33 Paginas 1492 en 1512.
34 Pagina 1176.
35 Pagina 1286.
36 Paginas 1493 en 1512.
37 Pagina 1411.
38 Paginas 1176 en 1177.
39 Pagina 1286.
40 Pagina 1494.
41 Pagina 1412.
42 Pagina 1412.
43 Pagina 1413.
44 Pagina 1414.
45 Pagina 1414.
46 Pagina 1177.
47 Paginas 1177 tot en met 1179.
48 Pagina 1414.
49 Pagina 1404.
50 Pagina 1414.
51 Paginas 1445 en 1446.
52 Pagina 1414.
53 Pagina 1404.
54 Pagina 1414.
55 Paginas 1286, 1494, 1495 en 1512.
56 Paginas 1319 en 1494.
57 Feit van algemene bekendheid: uit Google maps blijkt de afstand tussen [plaats] en [plaats] ongeveer 5
kilometer te zijn.
58 Paginas 1494 en 1508.
59 Pagina 1192.
60 Pagina 1180.
61 Google translate: tartaric in het Engels betekent in het Nederlands wijnsteenzuur.
62 Pagina 1415.
63 Pagina 1415.
64 Paginas 1415 en 1416.
65 Pagina 1417.
66 Pagina 1417.
67 Paginas 1418 en 1419.
68 Pagina 1419.
69 Pagina 1179.
70 Pagina 1179.
71 Pagina 1192.
72 Paginas 1286, 1495 en 1512.
73 Pagina 1420.
74 Pagina 1420.
75 Pagina 1421.
76 Pagina 1422.
77 Pagina 1422.
78 Pagina 1422.
79 Paginas 1422, 1423 en 1424.
80 Paginas 1424 en 1425.
81 Pagina 1179.
82 Pagina 1425.
83 Paginas 1169 tot en met 1172 en 1182 tot en met 1184.
84 Paginas 1425 en 1426.
85 Paginas 1425 en 1426.
86 Pagina 1527
87 Pagina 1193.
88 Paginas 1290, 1496 en 1513.
89 Pagina 1260.
90 Pagina 1243.
91 Pagina 1260.
92 Pagina 1244.
93 Pagina 1245.
94 Pagina 1260.
95 Pagina 1246.
96 Paginas 1247 en 1260.
97 Pagina 1319.
98 Pagina 1518
99 Pagina 1315 tot en met 1317
100 Pagina 1520.
101 Pagina 1316.
102 Paginas 1426 en 1427.
103 Pagina 1427.
104 Pagina 1428.
105 Pagina 1428.
106 Pagina 1180.
107 Pagina 1180.
108 Pagina 1260.
109 Paginas 1248 en 1249.
110 Pagina 1193.
111 Pagina 1291.
112 Pagina 1513.
113 Pagina 1180.
114 Pagina 1431.
115 Paginas 1431 en 1432.
116 Pagina 1404.
117 Pagina 1404.
118 Pagina 1432.
119 Pagina 1404.
120 Pagina 1432.
121 Paginas 1216 en 1217.
122 Paginas 1224 en 1226.
123 Pagina 1520.
124 Pagina 1513.
125 Pagina 1193.
126 Pagina 1181.
127 Pagina 1300.
128 Pagina 1236.
129 Paginas 1250, 1251, 1252 en 1260.
130 Pagina 1295.
131 Pagina 1319.
132 Paginas 584, 592 en 593.
133 Pagina 4 van het getuigenverhoor van [medeverdachte] bij de rechter-commissaris d.d. 1 april 2022.
134 Pagina 1404.
135 Paginas 1432 en 1433.
136 Pagina 1433.
137 Pagina 1181.
138 Pagina 1404.
139 Pagina 1434.
140 Pagina 1404.
141 Pagina 1435.
142 Pagina 1196.
143 Pagina 1404.
144 Pagina 1435.
145 Pagina 1513.
146 Pagina 1404.
147 Pagina 1404.
148 Pagina 1435.
149 Pagina 1435.
150 Pagina 1404.
151 Paginas 1435 en 1436.
152 Paginas 1204 en 1205.
153 Pagina 1209.
154 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 maart 2025.
155 Pagina 1632.
156 Paginas 1643, 1644 en 1674.
157 Pagina 1684.
158 Paginas 1643, 1644, 1674 en 1675.
159 Pagina 1684.
160 Paginas 1643, 1644 en 1675.
161 Pagina 1684.
162 Pagina 1684.
163 Paginas 1456, 1457 en 1458.
164 Pagina 1462.
165 Pagina 1463.
166 Paginas 1465 en 1466.
167 Pagina 1466.
168 Paginas 1467 en 1468.
169 Paginas 1468, 1631, 1632 en 1633.
170 Pagina 1469 en 1472.
171 Paginas 1473 en 1474.
172 Paginas 1474 en 1475.
173 Pagina 1476.
174 Pagina 1476.
175 Pagina 1477.
176 Pagina 1478.
177 De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 24 maart 2025.
178 Pagina 1348 ev.
179 Pagina 1478.
180 Pagina 1363 ev.
181 Pagina 1478.
182 Pagina 1357 ev.
183 Pagina 1479.
184 Pagina 1479.
185 Pagina 1480.
186 Pagina 1358, 1360 en 1361
187 Paginas 1319 en1320.
188 Pagina 1406.
189 Pagina 1407.
190 Pagina 1632.
191 Pagina 635.
192 Pagina 1175.
193 Pagina 1407.
194 Pagina 1408.
195 Paginas 403, 1535 en 1536.
196 Paginas 1348, 1449, 1350.
197 Paginas 1500, 1501 en 1508.
198 Pagina 1501.
199 Pagina 1176.
200 Paginas 456, 457, 1580 en 1581.
201 Pagina 1512.
202 Paginas 456, 457, 1580 en 1581.
203 Pagina 1512.
204 Paginas 1415 en 1416.
205 Pagina 1418.
206 Paginas 1204 en 1205.
207 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 maart 2025.
208 Pagina 1643.