V: [medeverdachte] . In de telefoon van de pres vinden wij een chat tussen jou en de pres ( [verdachte] ) dat de afspraak wordt gemaakt om bij hem langs te komen. De chat was op 31 augustus 2024. De afspraak was gepland rond kwart voor 4.
A: Dit ging inderdaad over [slachtoffer] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ). Dit was het voorbereiden van de afspraak in [adres] .
V: Je hebt verklaard dat de ruzie in [adres] begin september was geweest. Klopt dat? A: Ja.
V: Weet je nog wat voor dag dat was?
A: Een woensdag , dat is de dag dat de pres (de rechtbank begrijpt: verdachte) er altijd staat.
A: Het ging erom dat [slachtoffer] de nummers die op de simkaart stonden die ik had overgenomen op zijn eigen telefoon heeft gezet. Daar ben ik achter gekomen en heb dit tegen de pres verteld en daarom dus dat gesprek.
V: Je hebt verklaard dat de ruzie in [adres] begin september was geweest. Klopt dat? A: Ja.
V: Weet je nog wat voor dag dat was?
A: Een woensdag , dat is de dag dat de pres er altijd staat.
V: Nu vindt de woningoverval plaats op 14 september 2024, ongeveer 2 weken na het gesprek in [adres] . Wat is er in de tussen liggende periode gebeurd?
A: Ik heb [slachtoffer] erop betrapt hij de nummers overgenomen had ik wilde dit eerst ook met hem zelf bespreken. Ik heb het toen gemeld bij de pres. Ik heb zondag de telefoon in ontvangst genomen ik ben er diezelfde avond achter gekomen dat [slachtoffer] het nummers zelf had overgenomen. Ik kreeg namelijk een berichtje van iemand dat diegene nu 2 nummers kreeg waarop besteld kon worden. Toen wist ik dat [slachtoffer] het nummer voor zichzelf had gehouden en mij een dode lijn had gegeven. Nadat ik had geprobeerd om [slachtoffer] daar op een normale manier mee te confronteren en dit niet lukte heb ik de pres dus in kennis gesteld. Dit was op dezelfde zondag of de maandag. Dan hebben we het over begin september.
V: Wat was de reactie van de pres?
A: Oke, wordt geregeld. (Ik heb de pres dit onder 4 ogen verteld.) V: Er wordt bij jou thuis afgesproken hoe is dat gegaan?
A: Er werd contact opgenomen door [medeverdachte] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte] ). Ik moest van [medeverdachte] mee. Ik heb gezegd dat ik er ver vandaan moest blijven. [medeverdachte] zei dat we naar [slachtoffer] gingen. Dit was mij eerder al verteld maar ik weet niet meer wanneer dat was. De pres had dit gezegd. Er zou een bezoek worden gedaan aan [slachtoffer] . Er is mij niet verteld wanneer er een bezoek zou plaats vinden, wel in het weekend. Dit was op de woensdag ervoor gezegd. Dit was in [adres] bij de kraam van de pres.
A: Er werd mij gevraagd of ik naar mijn vriendin ging, of ik last had van mijn arm. Ik heb op beide nee gezegd. Toen moest ik die avond mee. Ik heb hier naar te luisteren omdat [medeverdachte] een full member is en [medeverdachte] en ik prospects. [medeverdachte] had gezegd dat [medeverdachte] en [medeverdachte] bij mij zouden komen. [medeverdachte] sliep al bij mij omdat hij ruzie had met zijn vriendin. [medeverdachte] ging ook mee.
V: Ze komen bij jou om bij te verzamelen. Wat is er voordat jullie vertrokken A: Alles meenemen uit het huis. Dan bedoel ik de verkoopwaar.
O: Eigenlijk was het dus een ripdeal. A: Ja uiteindelijk wel ja
V: Is er na de overval ook contact geweest met de pres?
A: Na de overval was ik er niet van op de hoogte dat er contact is geweest met de pres. Daar in tegen heb ik nadat de 3 jongens waren opgepakt de pres wel gezien. Pres kwam de zaterdag nacht naar mij toe.