17.1uur en 13.47-16.31 uur een mast in [plaats] aanstralen.74 Ook blijkt dat [naam] ( [verdachte] ) dezelfde dag tussen 14.19-16.29 uur een mast in [plaats] aanstraalt.75 Een ander telefoonnummer [telefoonnummer] ( [verdachte]76) straalt om 15.17 uur een mast aan in [plaats] .7778
Overwegingen
De rechtbank stelt allereerst vast dat uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte de gebruiker is van het Sky account [naam] . Ook blijkt dat verdachte door anderen wordt aangeduid als de [naam] .
Uit de bewijsmiddelen blijkt ook dat [naam] aan een ander toestemming heeft gegeven om zijn schuur in [plaats] te gebruiken voor illegale activiteiten. Onbekend is gebleven of [naam] rechtstreeks aan [medeverdachte 2] die toestemming heeft gegeven. Wel blijkt dat [medeverdachte 2] met anderen spreekt over het produceren van harddrugs op deze locatie in [plaats] . [medeverdachte 2] wil verdachte daar laten werken. Vervolgens bezoeken [medeverdachte 3] en verdachte begin december 2020 die locatie in [plaats] .
Daarna bespreekt [medeverdachte 3] met verdachte dat zij vanaf 18 januari 2021 beginnen met het produceren van harddrugs. [medeverdachte 3] geeft deze planning door aan [medeverdachte 2] . Ook [naam] geeft aan [medeverdachte 4] door dat er vanaf 18 januari 2021 bij hem zal worden gestart, waarna de productielocatie zal overgaan naar [medeverdachte 4] .
Vervolgens blijkt dat het drugslaboratorium van [plaats] daadwerkelijk naar [plaats] is verplaatst. Verdachte heeft hierover geklaagd, want hij stelt dat het door hem achtergelaten afval is meegenomen. Verdachte is op dat moment aanwezig is in [plaats] .
Anders dan door de verdediging is betoogd, blijkt uit de bewijsmiddelen en overwegingen dat er harddrugs is geproduceerd in [plaats] . Ook blijkt van de betrokkenheid hierbij van verdachte. Uit de berichten kan afgeleid worden dat het verdachte is geweest die als kok heeft gewerkt in het drugslaboratorium.
Verdachte heeft immers in het drugslaboratorium afval achtergelaten, hetgeen duidt op het zelf uitvoeren van productiehandelingen. Verdachte heeft daarmee een belangrijke rol gehad bij de productie van deze harddrugs waarin hij door anderen is gefaciliteerd. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en overwegingen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het bereiden,
bewerken, verwerken en vervaardigen van hoeveelheden metamfetamine en MDMA in de periode van 1 december 2020 tot en met 1 februari 2021 in [plaats] .
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feit 1 en feit 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Feit 1
hij op 26 februari 2021, te [plaats] , in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd, een hoeveelheid metamfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Feit 2
hij in de periode van 1 december 2020 tot en met 1 februari 2021, te [plaats] , in de gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd, een hoeveelheid metamfetamine en MDMA, zijnde metamfetamine en MDMA, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1
ten aanzien van het bereiden, bewerken en verwerken
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het vervaardigen
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
Feit 2
ten aanzien van het bereiden, bewerken en verwerken
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
ten aanzien van het vervaardigen
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 en feit 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaren met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft tevens de opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis bij vonnis gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden op te leggen met een proeftijd van twee jaren. Verdachte is niet eerder veroordeeld wegens soortgelijke feiten en dient gecompenseerd te worden voor de lange duur waarin verdachte in vreemdelingendetentie heeft verbleven (18 maanden). Ook dient er rekening gehouden te worden met de overschrijding van de redelijke termijn.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapporten, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan de productie van metamfetamine en MDMA. Verdachte heeft als kok een belangrijke rol gehad (gekwalificeerd als medepleger) bij twee drugslaboratoriums op het platteland in Friesland en Groningen in de periode van december 2020 tot en met februari 2021. Verdachte heeft daarbij gebruik gemaakt van een cryptotelefoon (met de applicatie Sky), kennelijk met het doel om zelf zoveel mogelijk onder de radar te blijven.
Het produceren van synthetische drugs is een zeer ernstig strafbaar feit.
De productie van synthetische drugs, zoals de harddrugs metamfetamine en MDMA, brengt ernstige gevaren met zich mee. Zo bestaat er gevaar voor brand, ontploffing en het vrijkomen van giftige stoffen. Uit het dossier blijkt dat verdachte herhaaldelijk wijst op het dodelijke gevaar van de in zijn ogen gebrekkige ventilatie. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie van synthetische
drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat zeer schadelijk is voor het milieu.
Ook gaat de productie van en de handel in harddrugs gepaard met diverse vormen van ondermijnende criminaliteit, omdat er snel en veel geld wordt verdiend. Dit gaat veelal gepaard met zware en georganiseerde criminaliteit, waarbij geweld dan wel dreiging daarmee niet wordt geschuwd.
Tevens is het een feit van algemene bekendheid dat harddrugs schadelijk zijn voor de gezondheid en sterk verslavend werken. Verslaafden aan harddrugs plegen, om in hun dagelijkse behoefte te voorzien, vaak vermogensdelicten.
Documentatie
De rechtbank heeft kennis genomen van het uittreksel justitiële documentatie van 25 februari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld wegens een strafbaar feit.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de reclasseringsrapporten van 2 maart 2021 en 5 mei 2021, telkens opgesteld door [naam] , reclasseringswerker van de Reclassering Nederland (Leeuwarden).
Hieruit blijkt onder meer dat verdachte heeft verteld dat hij is gevlucht uit Mexico, omdat hij weigerde om voor een drugskartel te werken. Verdachte verblijft al twaalf jaren illegaal in Nederland en kan daardoor geen legaal inkomen krijgen. Verdachte is hartpatiënt en heeft een operatie nodig. Hij heeft het feit begaan vanuit financiële motieven om die operatie te kunnen bekostigen.
De reclassering ziet als criminogene factoren met name risicos op het gebied van inkomen, huisvesting, lichamelijke gezondheid, sociale contacten en illegaal verblijf. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog.
Overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat tegenover de verdachte een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem voor een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie heeft niet steeds als een zodanige handeling te gelden. Wel moeten de inverzekeringstelling van de verdachte en de betekening van de dagvaarding als zon handeling worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
In deze zaak is de redelijke termijn aangevangen bij de inverzekeringstelling op 27 februari 2021 en dus geëindigd op 26 februari 2023. Er is derhalve sprake van een overschrijding. Er zijn geen feiten en/of omstandigheden bekend aan de zijde van het openbaar ministerie dan wel de verdediging die deze overschrijding verontschuldigen. De rechtbank is van oordeel dat de overschrijding dient te worden verdisconteerd in de straf op nader te bepalen wijze.
Straf
Vanwege het ondermijnende en lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs moeten straffen voldoende afschrikwekkende werking hebben. Voor deelname aan een drugslaboratorium worden daarom in de regel doorgaans langdurige gevangenisstraffen opgelegd.
Hoewel er sprake is van een forse overschrijding van de redelijke termijn is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf de enige passende straf is, omdat de aard en de ernst van de feiten door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. De rechtbank ziet geen redenen om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. De lange duur die verdachte in vreemdelingenbewaring heeft doorgebracht maakt dit niet anders.
Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Daarnaast is de rol van verdachte vergeleken met die van de medeverdachten en de straffen die de rechtbank aan hen oplegt.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank stelt vast dat de voorlopige hechtenis van verdachte op 12 november 2021 is geschorst. Nadien heeft verdachte enige tijd in vreemdelingenbewaring verbleven en is uiteindelijk uit Nederland verwijderd. De rechtbank ziet in het enkele feit dat de rechtbank een veroordelend vonnis uitspreekt waarbij aan verdachte een langere straf wordt opgelegd dan het reeds ondergane voorarrest geen rechtvaardiging voor de opheffing van de schorsing.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. H. van der Werff en
mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. M. Linde en mr. R.G. Bakker-Dees, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 mei 2025.
Mr. H. van der Werff en mr. H.M. Lenting zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpaginas, zijn dit paginas uit het dossier van de politie
Eenheid Noord-Nederland, Dienst Regionale Recherche, met het proces-verbaal nummer 2021052624 (genaamd SORA), doorgenummerd 1 tot en met 1684, met losse aanvullingen. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van voornoemd dossier.
2 Paginas 1056A en 1058.
3 Paginas 1120 en 1151.
4 Paginas 1120 en 1151.
5 Paginas 1121 en 1151.
6 Pagina 1152.
7 Pagina 1074.
8 Pagina 1081.
9 Pagina 1268.
10 Paginas 584, 585 en 592.
11 Pagina 593.
12 Pagina 597.
13 Pagina 1149.
14 Pagina 1632.
15 Pagina 719
16 Paginas 1643, 1644 en 1674.
17 Pagina 1684.
18 Paginas 1643, 1644, 1674 en 1675.
19 Pagina 1684.
20 Paginas 1643, 1644 en 1675.
21 Pagina 1684.
22 Pagina 1684.
23 Paginas 1456, 1457 en 1458.
24 Pagina 1462.
25 Pagina 1463.
26 Paginas 1465 en 1466.
27 Pagina 1466.
28 Paginas 1467 en 1468.
29 Paginas 1468, 1631, 1632 en 1633.
30 Pagina 1469 en 1472.
31 Paginas 1473 en 1474.
32 Paginas 1474 en 1475.
33 Pagina 1476.
34 Pagina 1476.
35 Pagina 1477.
36 Pagina 1478.
37 Pagina 757.
38 Pagina 1348 ev.
39 Pagina 1478.
40 Pagina 1363 ev.
41 Pagina 1478.
42 Pagina 1357 ev.
43 Pagina 1479.
44 Pagina 1479.
45 Pagina 1480.
46 Pagina 1358, 1360 en 1361
47 Paginas 1319 en1320.
48 Pagina 1406.
49 Pagina 1407.
50 Pagina 1632.
51 Pagina 635.
52 Pagina 1175.
53 Pagina 1407.
54 Pagina 1408.
55 Paginas 1409 en 1410.
56 Pagina 1176.
57 Pagina 972.
58 Paginas 149, 1492 en 1512.
59 Paginas 403, 1227 en 1315.
60 Paginas 1492 en 1508.
61 Feit van algemene bekendheid: uit Google maps blijkt de afstand tussen [plaats] en [plaats] ongeveer 6
kilometer te zijn.
62 Paginas 1492 en 1501.
63 Paginas 403, 1535 en 1536.
64 Paginas 1348, 1449, 1350.
65 Paginas 1500, 1501 en 1508.
66 Pagina 1501.
67 Pagina 1176.
68 Paginas 456, 457, 1580 en 1581.
69 Pagina 1512.
70 Paginas 456, 457, 1580 en 1581.
71 Pagina 1512.
72 Paginas 1415 en 1416.
73 Pagina 1418.
74 Paginas 1286, 1494, 1495 en 1512.
75 Paginas 1319 en 1494.
76 Pagina 1536
77 Feit van algemene bekendheid: uit Google maps blijkt de afstand tussen [plaats] en [plaats] ongeveer 5
kilometer te zijn.
78 Paginas 1494 en 1508.