ECLI:NL:RBNNE:2025:1763

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
9 mei 2025
Zaaknummer
11466709 BU VERZ 24-3115
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) na beroep tegen beslissing officier van justitie

Op 16 april 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin aan de betrokkene een boete was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 459,00 was opgelegd omdat de betrokkene geen verzekering had afgesloten voor zijn motorrijtuig, een land- of bosbouwtrekker, op 16 november 2023. Betrokkene had tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 16 april 2025 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. P. Veenstra, de zaak toegelicht. Betrokkene voerde aan dat het voertuig voor de datum van controle nog in reparatie was en dat hij tijdig had aangegeven dat het kentekenbewijs geschorst kon worden. De vertegenwoordiger van de officier van justitie was van mening dat de sanctie met 50% gematigd moest worden, gezien de omstandigheden dat betrokkene het voertuig niet op de openbare weg had gebruikt en het voertuig op 30 november 2023 alsnog was geschorst.

De kantonrechter heeft overwogen dat betrokkene aannemelijk heeft gemaakt dat het voertuig niet op de openbare weg is geweest en dat hij het voertuig tijdig heeft geschorst. Daarom heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen met 50% tot € 234,00, inclusief administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie is vernietigd en de betrokkene krijgt het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling terug. De uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 263521897
zaaknummer: 11466709 BU VERZ 24-3115
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 16 april 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats].

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De gedraging waarvoor de boete is opgelegd is: ‘voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden’. Deze gedraging is op 16 november 2023 om 17:11 uur vastgesteld door de RDW [1] in Veendam via een registercontrole en gaat over een land- of bosbouwtrekker met kenteken [kenteken]. De opgelegde boete bedraagt € 459,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 16 april 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig: de vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. P. Veenstra.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
Standpunten
2. Betrokkene voert, onder verwijzing naar bijlagen, aan dat het voertuig voor de datum van controle nog steeds in reparatie was. Hij heeft voor 16 november 2023 aan de RDW doorgegeven dat het kentekenbewijs geschorst zou kunnen worden, omdat ze nog steeds bezig zijn met het herstellen van het voertuig.
3. De vertegenwoordigster is van mening dat de sanctie gematigd moet worden met 50%. Betrokkene dient op tijd het voertuig te verzekeren en de gedraging kan worden vastgesteld. Maar betrokkene heeft er niet mee gereden en heeft het voertuig op 30 november 2023 alsnog geschorst.
Overwegingen
4. Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan ter verklaring. Daarmee is de gedraging komen vast te staan. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de boete.
4.1.
De kantonrechter ziet aanleiding om de boete te matigen met 50% tot € 234,00 (inclusief administratiekosten). Betrokkene heeft aannemelijk gemaakt dat het voertuig niet op de openbare weg is geweest. Daarnaast heeft betrokkene het voertuig, kort nadat hij bekend was geworden met de gedraging, alsnog geschorst.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt de sanctie tot € 234,00 (inclusief administratiekosten);
  • bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Rijksdienst voor Wegverkeer.