ECLI:NL:RBNNE:2025:1606

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
29 april 2025
Zaaknummer
LEE 23/3624, 23/3625, 23/3626, 23/3627 en 23/3628
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep van vijf voetbalclubs tegen het bevel van de burgemeester van Leeuwarden inzake meereizende supporters in het Cambuurstadion

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland de beroepen van vijf voetbalclubs tegen het bevel van de burgemeester van Leeuwarden, dat meereizende supporters van deze clubs tijdens wedstrijden niet aanwezig mogen zijn in het Cambuurstadion. De rechtbank oordeelt dat de voetbalclubs geen procesbelang meer hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroepen, omdat de feitelijke omstandigheden met de opening van een nieuw Cambuurstadion per voetbalseizoen 2024/2025 ingrijpend zijn veranderd. Dit betekent dat de situatie niet langer vergelijkbaar is met die ten tijde van het nemen van de bestreden besluiten. De rechtbank stelt vast dat de burgemeester in de toekomst opnieuw een besluit kan nemen om uitsupporters te weren, maar dat dit beoordeeld moet worden op basis van de nieuwe omstandigheden.

De rechtbank behandelt de beroepen op 25 maart 2025 en concludeert dat de eisers, ondanks hun argumenten over toekomstig procesbelang, geen recht hebben op een inhoudelijke beoordeling. De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk, wat betekent dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk zal behandelen. De eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op 25 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE 23/3624, LEE 23/3625, LEE 23/3626, LEE 23/3627 en LEE 23/3628

uitspraak van de meervoudige kamer van 25 april 2025 in de zaken tussen

BVO RKC Waalwijk B.V., uit Waalwijk, eiseres in de zaak LEE 23/3624,

FC Emmen B.V.uit Emmen, eiseres in de zaak LEE 23/3625,
Feyenoord Rotterdam N.V., uit Rotterdam, eiseres in de zaak LEE 23/3626,
Football Club Utrecht B.V., uit Utrecht, eiseres in de zaak 23/3627,
Go Ahead Eagles Voetbal B.V., uit Deventer, eiseres in de zaak LEE 23/3628,
gezamenlijk te noemen: eisers
(gemachtigden: mr. M.I. van Dijk en mr. S.R.A. Drieshen),
en

de burgemeester van de gemeente Leeuwarden, de burgemeester

(gemachtigden: mr. E. Verdoorn en mr. M.R.A. Schellingerhout).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen het bevel van de burgemeester dat meereizende supporters van eisers niet aanwezig mogen zijn in het Cambuurstadion, tijdens wedstrijden van deze Betaald Voetbal Organisaties (BVO’s) tegen SC Cambuur in het eredivisieseizoen 2022/2023.
1.1.
Met de bestreden besluiten van 21 juli 2023 op de bezwaren van eisers is de burgemeester bij zijn besluit gebleven.
1.2.
De burgemeester heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
Nadat partijen zijn uitgenodigd voor de zitting, hebben partijen nadere stukken aan de rechtbank toegezonden. Deze stukken zijn doorgestuurd.
1.4.
De rechtbank heeft de beroepen op 25 maart 2025 gelijktijdig op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigden van eisers, bijgestaan door
N. Kok (werkzaam voor het legal department van Feyenoord Rotterdam N.V.) en de gemachtigden van de burgemeester.

Totstandkoming van het besluit

2. Op 9 januari 2023 heeft de politie de burgemeester geadviseerd. Aanleiding hiervoor was dat er in de eerste helft van het voetbalseizoen 2022/2023 meerdere geweldsincidenten zijn geweest rondom de uitstroom en bij het vertrek van uitsupporters bij voetbalclub SC Cambuur. De politie adviseert om de rest van het voetbalseizoen 2022/2023 supporters van alle bezoekende voetbalclubs een verplichte bus-combinatie regeling op te leggen.
2.1.
Bij besluit van 19 januari 2023 heeft de burgemeester aan een BVO (Fortuna Sittard) het bevel gegeven dat meereizende supporters van deze BVO het voetbalseizoen 2022/2023 gebruik maken van een bus-combinatie regeling binnen de gemeente Leeuwarden.
2.2.
Op 9 februari 2023 heeft de politie het advies van 9 januari 2023 aangevuld. De politie heeft geadviseerd om de rest van het voetbalseizoen 2022/2023 supporters van alle bezoekende voetbalclubs een verplichte bus-combinatie regeling op te leggen. Hiertoe heeft de politie overwogen dat de maatregel van een verplichte bus-combinatie regeling de eerste drie thuiswedstrijden van de tweede seizoenshelft ook van kracht was en dat de politie heeft ervaren dat het (verplichte) vervoer per bus minder capaciteit kost.
2.3.
Bij besluit van 16 februari 2023 heeft de burgemeester het bevel gegeven dat meereizende supporters van een viertal BVO’s het voetbalseizoen 2022/2023 gebruik dienen te maken van een bus-combinatie regeling.
2.4.
Op 23 februari 2023 heeft de politie, naar aanleiding van de situatie rond de wedstrijd van SC Cambuur tegen SC Heerenveen op 19 februari 2023, de burgemeester aanvullend geadviseerd. In dit advies heeft de politie geadviseerd om de rest van het voetbalseizoen 2022/2023 zonder supporters van bezoekende voetbalclubs te spelen.
3. Bij het primaire besluit heeft de burgemeester het bevel gegeven dat meereizende supporters van eisers niet aanwezig mogen zijn in het Cambuurstadion tijdens de resterende wedstrijden van deze BVO’s tegen SC Cambuur in het eredivisieseizoen 2022/2023. Daarnaast heeft de burgemeester aan SC Cambuur de aanwijzing gegeven om tijdens deze wedstrijden geen meereizende supporters van de genoemde BVO’s in het Cambuurstadion te ontvangen.
3.1.
Bij de bestreden besluiten heeft de burgemeester het primaire besluit – onder verwijzing naar het advies van de adviescommissie – in stand gelaten. De adviescommissie heeft in het advies van 17 juli 2023 overwogen dat de burgemeester in redelijkheid het belang van de veiligheid en gezondheid van meereizende supporters en overige aanwezigen in het stadiongebied zwaarder heeft mogen wegen dan de belangen van eisers bij de aanwezigheid van hun supporters (middels een bus-combinatie regeling). Hiertoe heeft de adviescommissie aangegeven dat de dreiging van ordeverstoringen, die blijkt uit de adviezen van de politie, voldoende aanleiding geeft om het besluit te nemen.

Beoordeling door de rechtbank

4. Voordat de rechtbank de beroepen inhoudelijk kan behandelen, moet zij beoordelen of eisers belang hebben bij een uitspraak over hun beroepen, het zogenaamde procesbelang. Zonder procesbelang kan de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk behandelen.
5. De rechtbank oordeelt dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn. Hiertoe overweegt de rechtbank dat in de onderhavige zaken het procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van de beroepen in de loop van de beroepsprocedure is komen te vervallen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
6. Eisers stellen dat zij – ondanks dat de wedstrijden waar het om gaat inmiddels al zijn gespeeld – belang houden bij een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Hiertoe hebben eisers aangegeven dat zich in de (nabije) toekomst mogelijk dezelfde rechtsvraag gaat voordoen. Ook in de komende competities zouden eisers SC Cambuur namelijk kunnen treffen in het stadion van SC Cambuur en bestaat de kans dat de burgemeester wederom een bevel als het onderhavige zal geven. Daarnaast hebben eisers ook gewezen op het algemene belang dat om competitievervalsing tegen te gaan zoveel mogelijk met dezelfde maat wordt gemeten door burgemeesters van de verschillende gemeentes waar de BVO’s hun stadion hebben en dat voorkomen moet worden dat bepaalde voetbalclubs onder vergelijkbare omstandigheden vaker zonder uitpubliek spelen dan andere clubs.
7. Volgens vaste rechtspraak is sprake van voldoende procesbelang als het resultaat dat de indiener van een beroepschrift met het instellen van beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het bereiken van dat resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben. Het hebben van een louter formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van voldoende procesbelang [1] .
8. De rechtbank begrijpt het standpunt van eisers zo dat zij van de rechtbank een oordeel willen over de vraag of de burgemeester in de toekomst weer een gelijksoortig bevel aan hen kan geven en dat eisers van mening zijn dat daarin hun procesbelang is gelegen. Eisers beroepen zich dus met name op hetgeen hiervoor onder overweging 7, laatste volzin, is aangegeven. Niet in geschil is tussen partijen dat de burgemeester in beginsel op grond van artikel 174 van de Gemeentewet de bevoegdheid heeft een bevel als hier aan de orde te geven. Wel in geschil is of de specifieke omstandigheden en risicofactoren die zich ten tijde van het geven van het bevel voordeden, maken dat dit bevel geschikt, noodzakelijk en evenredig is.
8.1.
De rechtbank stelt in dat verband vast dat het in de bestreden besluiten opgelegde bevel in hoofdzaak berust op de adviezen van de politie omtrent te verwachten geweldsincidenten bij de aanvoer en het vertrek van meereizende supporters. De belangrijkste risicofactor is daarbij geweest de complexe infrastructuur rondom het toenmalige Cambuurstadion. Hierbij is aangegeven dat de ligging van het stadion in een woonwijk en de vele straten en stegen rond de aanvoer- en vertrekroute van meereizende supporters de situatie zeer slecht beheersbaar maken bij (dreigende) ongeregeldheden.
8.2.
Sinds het seizoen 2024/2025 speelt SC Cambuur echter in een nieuw stadion, dat is gelegen in een ander deel van Leeuwarden. Dit nieuwe stadion ligt niet in een woonwijk en de uitgang van de uitsupporters in de zuidwesthoek van het stadion ligt op korte afstand van (en staat in directe verbinding met) verschillende uitvalswegen. Door de ingebruikname van dit nieuwe stadion met ingang van het voetbalseizoen 2024/2025 zijn de feitelijke omstandigheden dusdanig ingrijpend veranderd dat deze niet langer vergelijkbaar zijn met de situatie ten tijde van het nemen van de bestreden besluiten. Mocht de burgemeester in de toekomst wederom een besluit menen te moeten nemen om uitsupporters te weren, dan dient zo’n besluit te worden beoordeeld op grond van deze nieuwe – wezenlijk andere – feitelijke situatie. Het enkele feit dat het nieuwe stadion is gelegen binnen dezelfde gemeentegrenzen maakt naar het oordeel van de rechtbank niet – anders dan eisers stellen – dat sprake is van een (volledig) vergelijkbare situatie. De complexe infrastructuur rondom het oude Cambuurstadion en de ligging daarvan in een woonwijk – die aan de in deze procedure opgelegde bevelen ten grondslag is gelegd – doet zich immers niet meer voor. De genoemde situatie in de jurisprudentie van de ABRS waarnaar in rechtsoverweging 7. is verwezen waarin het procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van de beroepen behouden blijft, doet zich dan ook niet voor.
8.3.
Gelet op vorenstaande hoeft de rechtbank niet toe te komen aan de vraag of eisers als belanghebbend bij de bestreden besluiten kunnen worden aangemerkt.

Conclusie en gevolgen

9. Omdat eisers geen procesbelang hebben worden de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. Dit heeft als gevolg dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk zal behandelen. Eisers krijgen het griffierecht niet terug en ook krijgen zij geen vergoeding van de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, voorzitter, en mr. T.F. Bruinenberg en mr. J.J.W. Lamme, leden, in aanwezigheid van mr. S.I. Havinga, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 25 april 2025.
griffier
voorzitter
(de voorzitter is verhinderd de uitspraak mede te ondertekenen)
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de ABRS) van 19 maart 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1124.