ECLI:NL:RBNNE:2025:1429

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
16 april 2025
Zaaknummer
18-340101-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie

Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De verdachte is op 25 oktober 2024 in de gemeente Waadhoeke aangehouden met verschillende wapens en munitie, waaronder een gecamoufleerd geweer, een gaspistool, en diverse soorten kogelpatronen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van wapens van categorie II en III, en heeft deze feiten wettig en overtuigend bewezen verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De in beslag genomen wapens en munitie zijn onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de verdachte aanwezig was en werd bijgestaan door een advocaat. De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd, terwijl de verdediging pleitte voor een straf gelijk aan de duur van het voorarrest. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot de opgelegde straf.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/340101-24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 15 april 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats], verblijvende te [adres],
thans gedetineerd in de [instelling].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 1 april 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. ​
hij op of omstreeks 25 oktober 2024 te [plaats], in elk geval in de gemeente Waadhoeke, een of meer wapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een (gecamoufleerd) geweer, type K98, kaliber 8x57 Mauser (voorzien van een nacht-
/warmtebeeldkijker), en/of
- een gaspistool, van het merk Umarex, type Glock 17 Gen 5, kaliber 9mm PAK,
zijnde (een) vuurwapens in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 25 oktober 2024 te [plaats], in elk geval in de gemeente Waadhoeke, munitie van categorie II van de Wet wapens en munitie, te weten
  • drie, althans een of meer kogelpatronen van het kaliber 8x57 Mauser, type soft-point, en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
  • negen, althans een of meer kogelpatronen van het kaliber 8x57 Mauser, type volmantelspits, en/of
  • tien, althans een of meer kogelpatroonhulzen van merk Prvi Partizan, kaliber 8x57 Mauser, en/of
  • vier, althans een of meer kogelpatroonhulzen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7,65 mm, en/of
  • 42, althans een of meer kogelpatronen van het merk Prvi Partizan, kaliber 8x57 Mauser, type Volmantel- Spits,
voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 25 oktober 2024 te [plaats], in elk geval in de gemeente Waadhoeke,
  • een wapen van categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, type TW10, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, en/of
  • twee, althans een of meer wapens van categorie II onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten pepperspray, type Pfeffer KO FOG, zijnde (een) voorwerpen bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen,
voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 25 oktober 2024 te [plaats], in elk geval in de gemeente Waadhoeke, een of meer wapens van de categorie I onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten
- twee, althans een of meer ploertendoders, en/of
- een (gecamoufleerde) geluidsdemper (geschikt voor een geweer, type K98, kaliber 8x57 Mauser), voorhanden heeft gehad;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1, 2, 3 en 4.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de feiten 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 april 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2024, opgenomen op pagina 13 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2024292205 d.d. 17 maart 2025, inhoudend het relaas van verbalisanten [naam] en [naam];
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2024, opgenomen op pagina 20 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [naam] en [naam];
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming d.d. 25 oktober 2024, opgenomen op pagina 59 e.v. van voornoemd dossier;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming d.d. 25 oktober 2024, opgenomen op pagina 62 van voornoemd dossier;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming d.d. 25 oktober 2024, opgenomen op pagina 63 van voornoemd dossier;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming d.d. 25 oktober 2024 , opgenomen op pagina 67 van voornoemd dossier;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming d.d. 25 oktober 2024, opgenomen op pagina 68 van voornoemd dossier;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming d.d. 25 oktober 2024, opgenomen op pagina 73 van voornoemd dossier;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces verbaal onderzoek wapen d.d.
31 oktober 2024, opgenomen op pagina 85 van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [naam];
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces verbaal onderzoek wapen d.d.
31 oktober 2024, opgenomen op pagina 87 van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [naam];
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces verbaal onderzoek wapen d.d.
31 oktober 2024, opgenomen op pagina 89 van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [naam];
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen (met fotobijlagen) d.d. 17 december 2024, opgenomen op pagina 97 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant GRN05312;

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de feiten 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. ​
hij op 25 oktober 2024 te [plaats], in de gemeente Waadhoeke, wapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
  • een gecamoufleerd geweer, type K98, kaliber 8x57 Mauser voorzien van een nacht-/warmtebeeldkijker, en
  • een gaspistool, van het merk Umarex, type Glock 17 Gen 5, kaliber 9mm PAK, zijnde vuurwapens in de vorm van een geweer en pistool, voorhanden heeft gehad;
hij op 25 oktober 2024 te [plaats], in de gemeente Waadhoeke, munitie van categorie II van de Wet wapens en munitie, te weten
  • drie kogelpatronen van het kaliber 8x57 Mauser, type soft-point, en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
  • negen kogelpatronen van het kaliber 8x57 Mauser, typevolmantelspits, en
  • tien kogelpatroonhulzen van merk Prvi Partizan, kaliber 8x57 Mauser, en
  • vier kogelpatroonhulzen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7,65 mm, en
  • 42 kogelpatronen van het merk Prvi Partizan, kaliber 8x57 Mauser, type Volmantel-Spits, voorhanden heeft gehad;
hij op 25 oktober 2024 te [plaats], in de gemeente Waadhoeke,
  • een wapen van categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, type TW10, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, en
  • twee wapens van categorie II onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten pepperspray, type Pfeffer KO FOG, zijnde voorwerpen bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen, voorhanden heeft gehad;
hij op 25 oktober 2024 te [plaats], in de gemeente Waadhoeke,
wapens van de categorie I onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten
  • twee ploertendoders, en
  • een gecamoufleerde geluidsdemper geschikt voor een geweer, type K98, kaliber 8x57 Mauser, voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot wapens van categorie II, meermalen gepleegd
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1, 2, 3 en 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, met aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportage van Reclassering Nederland van 27 oktober 2024 en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een geweer, voorzien van een nachtkijker en een geluiddemper, een gaspistool, verschillende soorten munitie, een stroomstootwapen, twee busjes pepperspray, en ploertendoders voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie levert in het algemeen het risico van het feitelijk gebruik van die wapens op, met alle gevolgen van dien. De rechtbank rekent de verdachte deze feiten dan ook zwaar aan.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS), waarin uitgangspunten voor strafoplegging van soortgelijke strafbare feiten zijn opgenomen. Bij het voorhanden hebben van een geweer en een gaspistool is volgens de oriëntatiepunten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van respectievelijk vier maanden en één maand het uitgangspunt. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van nog meer wapens en munitie.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat uit de justitiële documentatie van verdachte is gebleken dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Gezien de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Om ervoor te zorgen dat verdachte doordrongen blijft van de ernst van zijn handelen en hem ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen, ziet de rechtbank aanleiding om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen
Alles afwegende zal de rechtbank daarom een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden opleggen, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

Inbeslaggenomen goederen

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen goederen moeten worden onttrokken aan het verkeer.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd zich te kunnen vinden in het standpunt van de officier van justitie.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen (vermeld op de beslaglijst onder nummer 1 tot en met 8) te weten:
een wapen, merk Glock 17 Gan5,
een patroonhouder, merk Glock,
een geweer,
12 stuks goudkleurige munitie,
42 stuks munitie,
een stroomstootwapen,
twee busjes pepperspray, Pfeffer Ko,
twee slagwapens,
vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder feit 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 3 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan de duur van de aan verdachte onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen:

een wapen, merk Glock 17 Gan5;
een patroonhouder, merk Glock;
een geweer;
12 stuks goudkleurige munitie;
42 stuks munitie;
een stroomstootwapen;
twee busjes pepperspray, Pfeffer Ko;
twee slagwapens.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Spooren, voorzitter, mr. S.T. Kooistra en
mr. H.K. de Haan, rechters, bijgestaan door C. Vellinga-Terpstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 april 2025.
Mr. De Haan is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.