ECLI:NL:RBNNE:2025:1406
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- H. Brouwer
- C. Brouwer
- A.H. Veltkamp
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van witwassen wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid van verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 april 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen. De verdachte, geboren in 1965, werd bijgestaan door mr. P.Th. van Jaarsveld, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. A.J. Kemkers. De tenlastelegging betrof het verwerven en/of voorhanden hebben van geldbedragen, afkomstig van misdrijf, in de periode van 16 november 2021 tot en met 12 augustus 2022. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van drie maanden, stellende dat de verdachte betrokken was bij het witwassen van geld dat afkomstig was van oplichting.
De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de bankrekening die op zijn naam stond. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de betrokkenheid van de verdachte bij het witwassen van de geldbedragen niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank oordeelde dat de enkele registratie van een bedrijf op naam van de verdachte niet voldoende was om zijn betrokkenheid bij het witwassen vast te stellen.
Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. Tevens werden de vorderingen van benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat het feit niet bewezen was waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank bepaalde dat de benadeelde partijen hun eigen proceskosten moesten dragen.