Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
"Franekeradeel-Harlingen"en vastgesteld door:
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 24 januari 2025 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure inzake de lijst der geldelijke regelingen (LGR) voor de herverkaveling Franekeradeel-Harlingen. Verzoekers, [A] en [B], hebben bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de LGR door Gedeputeerde Staten van Fryslân. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 29 november 2024, waarbij beide verzoekers aanwezig waren, bijgestaan door hun gemachtigde ir. S. Boonstra. Gedeputeerde Staten werd vertegenwoordigd door ing. mr. J. Heinen. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld en vastgesteld dat de verzoekers tijdig aanvullende gronden hebben ingediend. De rechtbank heeft vervolgens de bezwaren van de verzoekers tegen de verkavelingsklasse-indeling, de verrekening van overbedeling en de aanwezigheid van een storende laag op een perceel beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de bezwaren ongegrond zijn, omdat de verkaveling volgens de geldende regels is uitgevoerd en de gestelde storende laag niet voldoende is onderbouwd. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.