ECLI:NL:RBNNE:2025:1183

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 maart 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
18.158916.21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor deelname aan een criminele organisatie en witwassen van voertuigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 maart 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en witwassen van voertuigen. De tenlastelegging omvatte deelname aan een organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder diefstal en witwassen van voertuigen. De verdachte, geboren in 1982, werd bijgestaan door advocaat mr. F.L.C. Schoolderman, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers. Tijdens de zittingen op 1 maart 2024, 20 februari 2025 en 21 maart 2025 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder DNA-bewijs en telecomgegevens. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 15 maanden, maar de verdediging betoogde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de criminele activiteiten. De rechtbank oordeelde uiteindelijk dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van deelname aan de criminele organisatie en witwassen, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij op de hoogte was van de criminele activiteiten. Tevens werden de vorderingen van benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de rechtbank het feit niet bewezen achtte.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.158916.21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 21 maart 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1982 te [geboorte plaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 1 maart 2024, 20 februari 2025 en 21 maart 2025.
Ter terechtzitting van 20 februari 2025 is verdachte verschenen, bijgestaan door
mr. F.L.C. Schoolderman, advocaat te Rotterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 12 november 2019 te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te
Hoogeveen en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of te [plaats] en/of een of meer ander(e) plaats(en) in Nederland, in elk geval in Nederland, heeft
deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van
natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte]
en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten (onder meer) de misdrijven als bedoeld in artikel 310/311 lid 1 onder 4 en/of
5 en/of artikel 420bis/ter;
2.
hij in of omstreeks het jaar 2017 en/of het jaar 2018 en/of het jaar 2019 (tot en met 12 november 2019), te [plaats] en/of een of meerdere (andere) plaatsen in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, van meerdere voorwerpen, te weten een of meer meerdere (bedrijfs)auto's en/of onderdelen van die voornoemde (bedrijfs)auto's en/of een of meer andere (in die auto's aanwezige) voorwerpen, te weten (onder meer) (van) de navolgende auto's en/of voorwerpen(en),
(aangetroffen op de locatie [adres] )
  • ( zaak 1) een (bedrijfs/personen)auto van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 2) een (bedrijfs/personen)auto van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 3) een (bedrijfs)auto van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 4) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 5) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 6) een (bedrijfs/personen)auto van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 7) een (bedrijfs)auto, van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 8) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 9) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 10) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 11) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 12) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 13) een (bedrijfs)auto van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 15) een (bedrijfs)auto van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 16) een (bedrijfs)auto van het merk Peugeot Boxer, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 17) een (bedrijfs)auto van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 18) een (bedrijfs)auto, van het merk Volkswagen Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 19) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 21) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 22) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 23) een (bedrijfs)auto van het merk VW Transporter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 24) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 25) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken] en/of
  • ( zaak 26) een (bedrijfs)auto van het merk Mercedes-Benz Sprinter, kenteken
[kenteken] ,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten die voornoemde voorwerpen, was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp, te weten die voornoemde voorwerpen, voorhanden heeft gehad en/of die voornoemde voorwerpen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat voorwerp, te weten die voornoemde voorwerpen, geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
zulks terwijl verdachte en/of zijn mededaders de hiervoor omschreven feiten van
witwassen heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van zijn/hunner beroep en/of bedrijf, althans van de hiervoor omschreven feiten van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, middels haar op schrift gestelde requisitoir, veroordeling gevorderd voor de feiten 1 en 2 tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest. Zij heeft daartoe aangevoerd dat uit het onderzoek duidelijk is geworden dat in de loods aan de [adres] te [plaats] diverse gestolen bestelbussen werden gestript. De onderdelen werden afzonderlijk verkocht en wat overbleef van de bestelbussen werd als autowrak verkocht aan de sloperij. Gelet op de notities van [medeverdachte] , het aangetroffen DNA van verdachte in handschoenen, op een beker en een autosleutel, de verklaring van [medeverdachte] dat de verklaring van [verdachte] niet klopt, de telecom gegevens en de ondersteuning van getuige [getuige] , acht de officier van justitie bewezen dat verdachte [verdachte] een rol heeft gespeeld in de ontmanteling van de voertuigen die aanwezig waren in de loods in [plaats] en daarmee de voertuigen voorhanden heeft gehad. Door het strippen van grote hoeveelheden autos, het wegvoeren van de karkassen en het verkopen van de onderdelen is de herkomst van de goederen en de rechthebbenden daarop verborgen en verhuld. De hoeveelheid aangetroffen en aangevoerde voertuigen is hoog, hetgeen zou moeten hebben geleid tot wetenschap omtrent het feit dat de voertuigen van diefstal afkomstig waren. Temeer nu deze voertuigen werden geleverd door personen die ook bij de medeverdachten bekend waren als stelers van deze voertuigen.
De officier van justitie acht dan ook het onder 2 ten laste gelegde, witwassen in vereniging van een grote hoeveelheid voertuigen en onderdelen bewezen. Gelet op de grote hoeveelheid autos is er sprake van gewoonte maken van het witwassen.
De officier van justitie verzoekt verdachte van het onderdeel in de uitoefening van beroep of bedrijf partieel vrij te spreken.
Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie aangevoerd dat er in deze zaak sprake is van een organisatie die bestelautos steelt, ontmantelt en daarna verkoopt in onderdelen of omkat en de restanten omzet in schroot. Een professionele organisatie waarbij wekelijks en soms dagelijks gestolen voertuigen werden verwerkt. Het oogmerk van deze organisatie is uitsluitend het stelen, al dan niet in vereniging, middels valse sleutels en verbreking van voertuigen en het verbergen en verhullen van de herkomst en rechthebbende van deze bestelautos en de onderdelen daarvan. Gelet op voorgaande overwegingen omtrent het witwassen van voertuigen en verdachte zijn rol in de ontmanteling van een grote hoeveelheid voertuigen, blijkt dat verdachte onderdeel was van de criminele organisatie en daaraan heeft meegeholpen. Er kan dan ook wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van gekwalificeerde diefstallen en witwassen in de uitoefening van beroep of bedrijf of gewoontewitwassen in de periode van 1 januari 2018 tot en met 12 november 2019.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft -middels haar pleitnota- betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Zij heeft ten aanzien van feit 2 aangevoerd dat voor een bewezenverklaring het noodzakelijk is dat verdachte betrokkenheid heeft gehad bij de gestolen voertuigen.
Uit het dossier wordt niet duidelijk wat de rol van verdachte bij de voertuigen zou zijn geweest. Er is geen materiële bijdrage in de zin van demonteren en ook niet in de zin van het uitvoeren van de diefstallen of overbrengen van voertuigen naar [plaats] . De telecomgegevens en het aantreffen van het DNA zijn onvoldoende om dergelijke gedragingen te veronderstellen. Ook van een intellectuele bijdrage blijkt niet. Het voorhanden hebben vraagt meer dan het enkel een keer aanwezig zijn in een ruimte of pand waar een (gestolen) onderdeel aanwezig zou zijn. Daarbij is ook van belang dat er geen aanwijzingen zijn dat verdachte wist van de criminele aard van de activiteiten in de loods. De aard van activiteiten -sleutelen aan autos en demontage- is niet illegaal. Verdachte wist niet beter dan dat [medeverdachte] in voertuigen handelde. De ruimte was ook duidelijk bedoeld als garage en bij verdachte zijn tweede bezoek aan de loods waren de activiteiten open en bloot en stonden er meerdere voertuigen. Kortom, alles had de uiterlijke verschijning van legale activiteit en voor een bewezenverklaring van feit 2 is dan ook geen feitelijke basis.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat ook hier het verwijt strandt op wetenschap, nu nergens uit blijkt dat verdachte wist van illegale activiteiten in de garage.
Er kan geen sprake zijn van deelname aan een criminele organisatie, als iemand niet op de hoogte is van het criminele oogmerk van de organisatie (o.a. HR 5juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:969, r.o. 2.4.3). De raadsvrouw is van mening dat, voor zover er sprake zou zijn van een georganiseerde samenwerking met een bepaalde duurzaamheid en structuur, geldt dat verdachte niet als deelnemer aan die organisatie kan worden bestempeld vanwege het gebrek aan wetenschap van het oogmerk.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Uit hetgeen uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen kan worden afgeleid dat verdachte op enig moment aanwezig is geweest in de loods in [plaats] . Verdachte heeft verklaard dat hij tweemaal in de loods is geweest waarbij hij de eerste keer schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht. Verdachtes verklaring over het aantreffen van zijn DNA en de uitkomsten van het telecom onderzoek, is dan ook niet onaannemelijk. Op basis van het dossier kan de rechtbank niet vast stellen dat verdachte betrokken is geweest bij de gestolen voertuigen en wat zijn aandeel zou zijn geweest bij het ontmantelen van de voertuigen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Nu niet kan worden bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij het onder 2 ten laste gelegde feit en het dossier ook anderszins geen bewijsmiddelen bevat waaruit afgeleid kan worden dat verdachte (opzettelijk) deelnemer is geweest aan een criminele organisatie, dient ook vrijspraak te volgen voor de onder 1 ten laste gelegde deelneming aan een criminele organisatie.

Benadeelde partijen

De volgende (rechts)personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
Feit 2, zaak 1, Volkswagen Transporter, kenteken [kenteken]
1. [slachtoffer] , tot een bedrag van 1.065,68 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Feit 2, zaak 3, Volkswagen Transporter, kenteken [kenteken]
2. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 15.539,50 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Feit 2, zaak 4, Mercedes-Benz Sprinter, kenteken [kenteken]
3. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 39.413,79 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Feit 2, zaak 13, Volkswagen Transporter, kenteken [kenteken]
4. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 11.092,93 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Feit 2, zaak 16, Peugeot Boxer, kenteken [kenteken]
5. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 12.070,18 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Feit 2, zaak 23, Volkswagen Transporter, kenteken [kenteken]
6. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 4.802,49 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen het volgende:
De rechtbank acht feit 2 niet bewezen waaruit de schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partijen zullen daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen in de zaak met parketnummer 18/158915-21:
Ten aanzien van feit 2, zaak 1:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] haar eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van feit 2, zaak 3:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] haar eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van feit 2, zaak 4:

Verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] haar eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van feit 2, zaak 13:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] haar eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van feit 2, zaak 16:
Verklaart de vordering van
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] haar eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van feit 2, zaak 23:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] haar eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. M.M. Spooren en
mr. H.C.L. Vreugdenhil, rechters, bijgestaan door C. Vellinga-Terpstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 maart 2025.