In deze zaak verzoekt de moeder om vervangende toestemming om haar kind een gecombineerde geslachtsnaam te geven, omdat de vader hier geen toestemming voor geeft. De moeder heeft een verzoek ingediend bij de Rechtbank Noord-Nederland, maar is door de meervoudige kamer niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken. De moeder heeft een achtergrond als geadopteerde en wil de geslachtsnaam van haar biologische ouders aan de naam van haar kind toevoegen, om zo de band met beide ouders te benadrukken. De vader is van mening dat het onverstandig is om de geslachtsnaam van de moeder nu al toe te voegen, gezien de verschillende geslachtsnamen die de moeder in het verleden heeft gebruikt. De rechtbank oordeelt dat er geen geschil is in de zin van de wet en dat de verzoeken van de moeder niet ontvankelijk zijn. De rechtbank wijst de verzoeken af, omdat de wet geen mogelijkheid biedt voor een individuele procedure over de geslachtsnaamkeuze, en de gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders voor de naamkeuze centraal staat.