ECLI:NL:RBNNE:2025:1100

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
18.288726.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige mishandeling en vrijheidsberoving binnen een gezin met meerdere slachtoffers

Op 25 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn echtgenote en vier kinderen gedurende een lange periode heeft mishandeld en hen wederrechtelijk van hun vrijheid heeft beroofd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn echtgenote, [slachtoffer 1], meermalen heeft mishandeld door haar te slaan in het gezicht en met een stok tegen haar lichaam te slaan. Daarnaast heeft hij op 31 oktober 2023 geprobeerd zijn dochter [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door haar te slaan, te wurgen en een lipglossstaafje in haar keel te duwen. De mishandelingen vonden plaats in de woning van de slachtoffers, waar zij zich veilig zouden moeten voelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden en heeft maatregelen opgelegd, waaronder een locatieverbod en een contactverbod met de slachtoffers. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoeding is opgelegd voor immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.288726.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d . d . 25 maart 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] ),
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd in [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 11 maart 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. D .W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. I. Kluiter.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te [plaats] ,
zijn echtgenote, [slachtoffer 1] ,
heeft mishandeld door haar meermalen al dan niet met een vuistslag te
slaan en/of klappen te geven in/op haar gezicht/hoofd;
2.
hij in of omstreeks de periode 1 november 2016 tot en met 30 oktober 2023, te
[plaats] / [plaats] / [plaats] , althans in Nederland en/of Algerije,
zijn echtgenote, [slachtoffer 1] ,
heeft mishandeld door, op meerdere momenten binnen de genoemde
periode,
- haar te slaan, stompen en/of klappen te geven in/tegen/op haar
gezicht, hoofd en/of lichaam
- haar (met kracht) met een stok tegen/op haar lichaam te slaan;
3.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te [plaats] ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan zijn dochter [slachtoffer 2] (2008)
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- zijn dochter [slachtoffer 2] op de grond heeft gegooid en/of vervolgens
bovenop haar is gaan zitten en/of vervolgens zijn knieën op haar armen
heeft gedrukt, zodat zij zich niet meer kon bewegen
- zijn dochter al dan niet met een vuistslag in/op haar gezicht/hoofd
en/of keel heeft geslagen
- zijn dochter [slachtoffer 2] (met kracht) met een stok in/op/tegen haar
gezicht, hoofd en/of lichaam heeft geslagen
- zijn dochter [slachtoffer 2] bij haar keel heeft gegrepen en/of haar keel
heeft dichtgeknepen door met zijn duimen aan de voorzijde van haar
keel te drukken en/of vervolgens heeft gewurgd
- het staafje van de lipgloss in de keel van zijn dochter [slachtoffer 2] heeft
gestopt/gedrukt en/of vervolgens de inhoud van het lipgloss buisje in
haar keel heeft gegoten
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te [plaats] ,
zijn dochter [slachtoffer 2] (2008)
heeft mishandeld door
- zijn dochter [slachtoffer 2] op de grond te gooien en/of vervolgens
bovenop haar te gaan zitten en/of vervolgens zijn knieën op haar armen
te drukken, zodat zij zich niet meer kon bewegen
- zijn dochter al dan niet met een vuistslag in/op/tegen haar
gezicht/hoofd en/of keel en/of lichaam te slaan
- zijn dochter [slachtoffer 2] (met kracht) met een stok in/op/tegen haar
gezicht, hoofd en/of lichaam te slaan
- zijn dochter [slachtoffer 2] bij haar keel te grijpen en/of haar keel dicht te
knijpen door met zijn duimen aan de voorzijde van haar keel te drukken
en/of vervolgens te wurgen
- het staafje van de lipgloss in de keel van zijn dochter [slachtoffer 2] te
stoppen/drukken en/of vervolgens de inhoud van het lipgloss buisje in
haar keel te gieten;
4.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te [plaats] ,
zijn dochter [slachtoffer 3] (2006) en/of zijn zoon [slachtoffer 2] (2010)
heeft mishandeld door
- zijn dochter [slachtoffer 3] aan haar haren naar achteren te trekken en/of
vervolgens op de grond te gooien
- zijn dochter [slachtoffer 3] (met kracht) met een stok op/tegen haar hoofd
en/of lichaam te slaan
- zijn dochter [slachtoffer 3] in/op/tegen haar gezicht, hoofd en/of lichaam
te slaan
- zijn zoon [slachtoffer 2] in/op/tegen zijn gezicht, hoofd en/of lichaam te
slaan;
5.
hij in of omstreeks de periode 9 maart 2013 tot en met 30 oktober 2023,
te [plaats] en/of [plaats] , althans in Nederland,
zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) en/of zoon [slachtoffer 4] (2017),
heeft mishandeld door, op meerdere momenten binnen de genoemde
periode,
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) en/of zoon [slachtoffer 4] (2017) al dan niet met zijn vuist te
slaan, stompen en/of klappen te geven in/tegen/op haar/zijn gezicht,
hoofd en/of lichaam
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) en/of zoon [slachtoffer 4] (2017) te knijpen in haar/zijn
armen, benen, buik en/of lichaam
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en/of zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) te schoppen en/of trappen op/tegen haar/zijn hoofd
en/of lichaam
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), en/of zoon
[slachtoffer 2] (2010) te wurgen
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en/of zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) te slaan met een riem en/of een houten stok en/of de
steel van een bezem/dweil in/tegen/op haar/zijn gezicht, hoofd en/of
lichaam
- dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en/of zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) te slaan met een (platte) stok en/of liniaal op haar/zijn
hand en/of vinger(s)(topjes) en/of onderkant van haar/zijn voeten
- een mes voor/tegen de nek/hals en/of mond van zijn dochter [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2008) te zetten/houden en daarbij te zeggen: “Als je nu niet
goed opleest, dan snijd ik je keel door. Snijd ik je mond door” of
woorden van gelijke dreigende strekking
- met een mes in de richting van zijn dochter [slachtoffer 3] (2006) en
dochter [slachtoffer 2] (2008) te wijzen en daarbij te zeggen dat hij zijn
dochters zou uithuwelijken en/of vermoorden
- dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en/of zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) op te sluiten op de zolder en/of in de garage
- dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en/of zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) vast te binden op/aan een stoel en/of vervolgens die
stoel om te schoppcn/leggen en/of vervolgens hen daar een (lange) tijd
te laten liggen
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006) te slaan met een houten stoel op/tegen
haar lichaam;
- de armen en benen van zijn zoon [slachtoffer 2] (2008) vast te binden
achter zijn rug en/of hem vervolgens (ondersteboven) boven het trapgat
te houden en/of hem vervolgens op zijn buik neer te leggen en twee
tafels op zijn rug te leggen en/of vervolgens zijn, verdachtes, voet op zijn
hoofd te drukken;
6.
hij in of omstreeks de periode 9 maart 2013 tot en met 31 oktober 2023,
te [plaats] en/of [plaats] , althans in Nederland,
opzettelijk
op meerdere momenten binnen de genoemde periode,
zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010), zoon [slachtoffer 4] (2017) en/of zijn echtgenote [slachtoffer 1]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden
door:
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) op te sluiten op zolder en/of in de garage door ze naar
die ruimte te sturen en ze in die ruimte vast te binden aan een stoel
en/of die ruimte op slot te doen en/of zo’n dreigende situatie te creëren
dat zij die plek niet durfden te verlaten, althans die kinderen te
belemmeren/verhinderen die ruimte te verlaten
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] (2010) (onder tafel) vast te binden door hun handen en/of
voeten aan elkaar vast te binden, waardoor zij zich niet meer vrijelijk
konden bewegen
- zijn zoon [slachtoffer 4] (2017) (dagenlang) op te sluiten op zijn kamer door
hem naar die ruimte te sturen en zo'n dreigende situatie te creëren dat
hij die plek niet durfde te verlaten, althans hem te
belemmeren/verhinderen die ruimte te verlaten
- die [slachtoffer 1] (een week lang) op te sluiten op zolder door haar naar die
ruimte te sturen en zo'n dreigende situatie te creëren dat zij die plek niet
durfde te verlaten, althans haar te belemmeren/verhinderen die ruimte
te verlaten.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft overeenkomstig een door haar op schrift gesteld requisitoir veroordeling gevorderd voor feiten 1, 2, 3 primair, 4, 5 (met uitzondering van de gedragingen genoemd onder de gedachtestreepjes 7, 8 en 9) en 6.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft conform de door hem overgelegde pleitnota betoogd dat enkel een veroordeling kan volgen voor de feiten die zien op mishandeling door het slaan van zijn dochters [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] op 31 oktober 2023, te weten feiten 3 subsidiair en 4. Van de overige feiten, te weten feiten 1, 2, 3 primair, 4 (ten aanzien van zoon [slachtoffer 5] ), 5 en 6, dient verdachte te worden vrijgesproken.
De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte ontkent dat sprake is geweest van structureel geweld binnen het gezin. Hij ontkent zijn inmiddels ex-vrouw en zijn zoons op enig moment te hebben mishandeld en ontkent zich schuldig te hebben gemaakt aan wederrechtelijke vrijheidsberoving. Het dossier bevat bovendien onvoldoende objectief steunbewijs voor deze feiten. Ten aanzien van de verklaringen van de kinderen moet in aanmerking genomen worden dat de politie met hen heeft gesproken in elkaars aanwezigheid. Hierdoor bestaat het gevaar dat zij elkaar (onbedoeld) beïnvloed hebben en bovendien zijn zij pas een aantal dagen na de aanhouding van verdachte door de politie als getuigen gehoord. De verklaringen moeten daarom met voorzichtigheid tegemoet getreden worden, zeker wanneer geen sprake is van objectief bewijs en gesproken wordt over gebeurtenissen over een langere periode terwijl een deel van die gebeurtenissen ook geruime tijd geleden heeft plaatsgevonden. Verder heeft hij bepleit dat enige vrijheidsberoving, indien bewezen, niet als wederrechtelijk kan worden aangemerkt, nu deze heeft plaatsgevonden in een opvoedingssituatie.
Oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 11 maart 2025 afgelegde verklaring, inhoudend:
Ik was in de periode van 1 november 2016 tot en met 31 oktober 2023 getrouwd met [slachtoffer 1] . [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] zijn mijn dochters. [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] zijn mijn zoons. Op 31 oktober 2023 heb ik in onze woning te [plaats] mijn dochters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] op meerdere plaatsen op het lichaam geslagen. Ook heb ik een stok van een bezem in mijn handen gehad. Eerst heb ik [slachtoffer 2] geslagen en daarna [slachtoffer 3] . Het is eerder voorgekomen dat ik hen geslagen heb. Ik was een strenge vader.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 10 november 2023, opgenomen op pagina 145 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met onderzoeksnummer NN2R023124 van 21 januari 2024, inhoudend als verklaring van verdachte:
Op 31 oktober 2023 heb ik mijn dochters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] geslagen. Toen ben ik door het lint gegaan en heb ik ze meerdere klappen gegeven. Ze luisterden niet naar mijn advies. Ik heb ze op hun kleding en make-up aangesproken. Mijn doel is om mijn kinderen aan te moedigen om goed te leren en te presteren op school.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 2 november 2023, opgenomen op pagina 27 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer 1] :
Ik doe aangifte namens mijzelf en mijn kinderen tegen mijn man genaamd [verdachte] . Onze oudste dochter [slachtoffer 3] is in 2005 geboren, onze dochter [slachtoffer 2] in 2008, [slachtoffer 5] in 2010. Wij woonden eerst in [plaats] en gingen in de zomervakantie naar Algerije. Onze zoon [slachtoffer 4] is in 2017 geboren. Toen woonden wij in onze huidige woning in [plaats] .
In november 2016 was ik zwanger van [slachtoffer 4] . Wij woonden in onze huidige woning in [plaats] . Hij sloeg mij toen op mijn lichaam met een stok omdat ik de man had gebeld die bij ons laminaat kwam leggen. Ik was op dat moment 6 a 7 maanden zwanger. Ik lag op de grond in de foetushouding om mijn buik te beschermen. In 2017 heeft mijn man mij geslagen. Hij sloeg mij in het gezicht. Wij waren op dat moment in de woning van mijn familie in Algerije. Ik word geslagen als ik iets niet goed doe. Dit gebeurt ontzettend vaak.
Mijn man legde veel druk op de kinderen wat betreft leren en presteren. Bij slechte cijfers werden ze gestraft. Mijn man sloeg dan de kinderen op het lichaam. Dit gebeurde of met de hand of met een steel van een bezem of met een riem. Als mijn kinderen geslagen werden, zag je vaak blauwe plekken. Mijn man sloot ze op op zolder of in de garage. Op zolder worden de kinderen geslagen op hun lichaam. Dit is soms met een riem of een stok, maar soms slaat hij hen ook met kracht met zijn handen. Dan moeten ze op een stoel gaan zitten. Mijn man bindt ze dan vast aan de stoel bij hun armen. Hierop moeten de kinderen zich afzetten, zodat de stoel omvalt en ze met hun rug op de grond terecht komen. Door de val komt het hoofd met kracht op de grond. Ze liggen dan een paar uur zo vastgebonden aan de stoel op zolder. Ook in de garage zette hij de kinderen wel eens tot ze de waarheid vertelden. Het is een koude garage en koude vloer. In de garage worden ze dan voor een paar uur opgesloten tot ze de waarheid vertellen als ze iets fout hebben gedaan.
In de zomer van 2021 heb ik een keer een hele week op zolder moeten blijven. De eerste drie dagen kreeg ik alleen een beetje melk en klein stukje brood. Ik mocht de kinderen niet zien en zij mochten niet naar mij komen.
Januari 2023. Mijn dochter [slachtoffer 2] was thuis en had zich thuis opgemaakt en de kleding aangedaan die vader niet goedkeurde. Vader zag hoe [slachtoffer 2] zich had gekleed en opgemaakt en werd heel boos op haar en begon haar te slaan voordat ze naar school moest. Mijn man gaf aan dat ik niet wist wat onze dochters deden. Ik werd vervolgens geslagen en geduwd door mijn man. Als hij mij of mijn kinderen sloeg, was dit altijd met kracht. Augustus 2023. Mijn man en zoon zijn naar Engeland geweest. Bij thuiskomst in Nederland kon onze zoon een papiertje niet meer vinden. Ik was op dat moment boven en hoorde dat mijn man onze zoon sloeg. Ik ben naar beneden gegaan en zag vanaf de trap dat mijn man boven op onze zoon zat en hem met twee handen vast had bij zijn nek. Ik gaf aan mijn man aan dat hij zo onze zoon dood zou maken en dat hij geen adem kon krijgen zo. Mijn zoon had verschillende blauwe plekken in zijn nek.
Op een dag kwam [slachtoffer 4] thuis van school en hij vertelde mij dat hij tegen zijn juf had gezegd dat zijn vader vaak een stok pakt en dan vervolgens hiermee slaat. Ik ben de volgende dag naar de juf gestapt. Ik heb aangegeven dat er niets aan de hand was. Ik wist dat ik aan het liegen was.
Mijn man wil graag dat onze kinderen de Koran uit hun hoofd leren en overhoort de kinderen dan ook of ze uit de Koran hebben geleerd. Weten de kinderen het antwoord niet? Dan worden zij geslagen.
Op 29 oktober 2023 moet [slachtoffer 4] naar zwemles. Wanneer [slachtoffer 4] ook niet goed zijn best had gedaan dan werd hij geslagen door mijn man.
Op 31 oktober 2023 zag ik dat [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] samen thuiskwamen. Ik zag dat mijn man vervolgens ook thuiskwam. Ik hoorde hem schreeuwen tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] dat ze moesten blijven staan. Ik zag dat mijn dochters snel naar boven renden. [slachtoffer 2] naar haar kamer en [slachtoffer 3] naar de badkamer. Ik zag dat mijn man een stok pakte, naar boven ging en de slaapkamer van [slachtoffer 2] in liep. Ik zag dat mijn man [slachtoffer 2] vervolgens meerdere keren met kracht sloeg met de stok. Ik hoorde mijn man schreeuwen. [slachtoffer 2] schreeuwde heel hard door het slaan met de stok. Ik stapte de kamer van [slachtoffer 2] in. Dit zag mijn man en schreeuwde tegen mij: "Ga weg!" Ik werd vervolgens door mijn man geduwd met kracht de kamer uit. Ik voelde dat hij mij drie keer in mijn gezicht sloeg. Ik ben vervolgens weer de slaapkamer van [slachtoffer 2] ingegaan. Ik zag dat [slachtoffer 2] op de grond lag naast de deur. Ik zag dat mijn man boven op [slachtoffer 2] zat en haar gezicht vol smeerde. Ik hoorde mijn man naar [slachtoffer 2] roepen: "Hier heb je nog een keer make-up."
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 2 november 2023, opgenomen op pagina 69 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Op 31 oktober 2023 pakte mijn vader eerst [slachtoffer 2] in haar kamer. Hij ging haar heel lang slaan met de stok. Ik hoorde het vanuit de badkamer. Hij klopte op de badkamerdeur en ik moest naar buiten komen, anders zou [slachtoffer 2] nog meer klappen krijgen. Ik kreeg direct een klap en hij sleepte mij en [slachtoffer 2] naar mijn kamer. Hij sloeg mij met een stok. Hij sloeg ook met zijn hand op mijn hoofd. Hij schreeuwde heel erg en was erg agressief. Hij ging toen ook echt uithalen met de stok.
Het in elkaar slaan: hij doet het meest met zijn vuisten, maar ook met zijn handen, of hij verwurgt je. Hij pakt gewoon wat hij het eerst ziet en slaat daar mee. Gisteren sloeg hij met een stok. Hij slaat ons bijvoorbeeld met de stok van een bezem of van een dweil. Het slaan en echt in elkaar slaan, zoals op 31 oktober 2023, gebeurde dan ongeveer een keer per half jaar. Slaan op de hand gebeurde elke maand. Eerst moeten we de handen open voor ons houden en slaat hij vijftien keer met een platte stok of een liniaal. Daarna moeten we de bovenkant van de handen voor ons houden, dan slaat hij daar vijftien keer op. En daarna moeten we ook nog de vingers allemaal bij elkaar houden en dan slaat hij op de vingertopjes. En soms moeten we zodanig gaan staan dat hij aan de onderkant van de voeten slaat. Hij slaat ons allemaal, behalve de jongste. [slachtoffer 4] is hij wel mee begonnen met slaan.
Het begon in groep 3 met zwemles. Als ik niet goed mijn best had gedaan, of als ik niet goed mijn best op school had gedaan. In groep 5 had ik de Cito-toets heel slecht gemaakt. Hij was boos en ik werd heel hard geslagen door hem. Hij sloeg met zijn vuisten. Toen was ik een jaar of 7 en heeft hij mij in elkaar geslagen. Hij ging ook elk jaar een stap verder. [slachtoffer 2] werd al in groep 4 geslagen en [slachtoffer 5] in groep 3.
Ik werd geslagen en ook geknepen. Hij slaat ons ook op de kont. Soms moeten we in de garage zitten; daar moeten we dan ook blijven tot 3 uur 's nachts. Dat is vaak in de winter, omdat het dan koud is. Hij begint met slaan en daarna moeten we in de garage gaan zitten. Een straf is ook dat hij ons op zolder vastbindt op een stoel. De leuning ligt dan op de grond en wij zitten dan op de stoel. Soms staat de stoel nog rechtop en bindt hij ons vast en schopt hij de stoel om. Als hij boos is dan zegt hij dat ik naar zolder moet gaan. Op zolder slaat hij dan ook. Met een riem of wat hij maar heeft. Soms bindt hij ons ook beneden vast onder de tafel. Deze voorbeelden gebeuren ook bij [slachtoffer 2] en bij [slachtoffer 5] .
Waar ik van schrok was toen mijn moeder iemand belde voor het laminaat. Mijn moeder mag geen contact met mannen. Mijn moeder was toen zwanger van [slachtoffer 4] . Mijn vader stuurde ons naar buiten, we mochten zelfs naar [plaats] toe. Wij waren buiten en we hoorden dat hij mijn moeder sloeg. Maar we gingen niet weg, want als mijn vader zoiets zegt, betekent dat dat hij mijn moeder gaat mishandelen. Alleen dan mochten we dit soort dingen doen.
Hij zei kort geleden iets tegen mij en hij vond mijn reactie te brutaal. Hij werd toen boos op mij. Ik zat op dat moment te studeren aan de eetkamertafel achter mijn laptop. Mijn laptop viel op de grond toen hij mij aanviel. Hij sloeg echt in op mij. Hij werd ook boos omdat de laptop op de grond viel. Hij heeft toen nog een stoel kapotgeslagen op mij. Ik moest toen de stoel maken.
Het gebeurde best vaak dat hij heeft geprobeerd mij te wurgen. Vooral als ik niet stil wilde zijn. Hij duwt mij dan tegen de muur of op de grond. Of hij tilt me op terwijl hij zijn handen om mijn nek heeft. Dan kan ik eerst niet ademhalen, maar hij laat wel los. Hij laat los als hij merkt dat ik in paniek raak.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 6 november 2023, opgenomen op pagina 79 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik verklaar over 31 oktober 2023 het volgende. Ik zag en voelde dat mijn vader mij begon te slaan met de stok welke hij in zijn hand had. Hij begon mij ook te slaan met zijn handen en hij ging op een gegeven moment mijn keel dichtknijpen. Het ging allemaal erg snel en alles ging door elkaar. Ik voelde dat hij mij raakte op mijn benen en op mijn armen met de stok.
Ik voelde dat hij na het slaan met de stok mij met zijn handen aan de achterkant pakte bij mijn haar en ik voelde dat hij mij op de grond gooide. Ik zag en voelde dat hij toen mij begon te slaan met zijn beide handen. Als hij met zijn handen slaat dan is het meestal op het gezicht en richting de keel. Ik voelde ook dat mijn vader mij raakte in het gezicht. Hij sloeg met al zijn kracht met die stok en met zijn handen hetzelfde. Het zijn echt hele harde klappen. Hij slaat met zijn platte hand en met zijn vuisten. Dat was afgelopen dinsdag ook zo. Hij pakte mij vast met zijn beide handen en gooide mij op de grond en op de rand van mijn bed. Hierdoor viel de lipgloss uit mijn broek en deze viel op de grond. Ik zag dat hij de lipgloss pakte en deze opende. Ik voelde dat hij met zijn hand mijn wangen aan beide kanten vastpakte. Hierdoor opende ik mijn mond. De lipgloss was open en ik voelde en proefde dat hij het staafje van de lipgloss in mijn mond stopte. Ik zag dat hij probeerde de lipgloss die nog in het buisje zat in mijn mond te gieten. Ik proefde dat er wat in mijn mond kwam. Ik zag dat op dat moment mijn moeder binnenkwam en zij probeerde hem tegen te houden. Ik zag dat ze de deur opende en ik hoorde haar zeggen dat hij moest stoppen. Ik zag toen dat mijn vader opstond en mijn moeder uit de kamer duwde. Ik zag deels dat mijn vader toen mijn moeder een klap gaf. Toen hij weer naar binnenkwam zag ik dat hij de deur dichtdeed. De stok lag op de grond in de slaapkamer. Ik zag dat hij naar mij toekwam en ik voelde dat hij mij weer begon te slaan. Ik voelde dat hij dit keer mijn beide armen wijd naast mij neerlegde. Hij zat bovenop mij en ik voelde dat hij zijn ene knie op mijn ene arm deed en zijn andere knie op mijn andere arm deed, zodat ik mij niet kon verdedigen. Ik voelde dat dit mij veel pijn deed. Ik kon mij helemaal niet meer bewegen. Ik voelde dat hij mij vervolgens met zijn beide handen tegen de beide kanten van mijn gezicht ging slaan. Ik zag en voelde dat hij dit deed met zijn vlakke hand en met zijn vuist. Hij bleef op dezelfde manier op mij zitten en had mij dus nog steeds vast met zijn knieën op mijn armen. Toen zag en voelde ik dat hij zijn beide handen om mijn keel kneep en ik voelde dat hij zijn beide duimen aan de voorkant tegen mijn keel drukte. Tegen mijn luchtpijp. Hij drukte die dus in en hij bleef ook langere tijd drukken. Hij liet niet los na één of twee seconden. Ik probeerde te ademen, maar dit lukte helemaal niet. Ik probeerde tegen te stribbelen, maar dit lukte ook niet, omdat hij nog steeds op mij zat. Ik begon ook te trappelen met mijn voeten en na een tijdje liet hij los. Ik zag dat hij de stok weer pakte. Ik lag nog op de grond. Ik zag en voelde dat hij mij weer begon te slaan met de stok. Ik hoorde hem toen schreeuwen dat mijn zus de deur open moest doen. Uiteindelijk deed mijn zus de deur open. Ik zag toen dat mijn vader mijn zus pakte. Ik zag dat hij mijn zus van achteren bij de haren vastpakte en ik zag dat mijn zus op de grond werd gegooid. Ik zag dat mijn zus op eenzelfde manier werd geslagen zoals mijn vader mij daarvoor had geslagen. Ik zag dat mijn zus met de stok op haar benen werd geslagen en ik zag ook dat mijn zus met de handen werd geslagen. Ze lag ook op de grond. Op een gegeven moment was mijn vader naar buiten gegaan om mijn moeder te zoeken. [slachtoffer 5] was voor hulp naar de buren gegaan. [slachtoffer 5] was ook weer thuis en mijn vader kwam ook binnen. Ik hoorde mijn vader schreeuwen tegen [slachtoffer 5] waarom hij bij de buren was. [slachtoffer 5] en ik moesten beiden naar boven. Ik hoorde dat mijn vader vroeg wat hij bij de buren had gedaan. Ik hoorde dat [slachtoffer 5] op een gegeven moment naar beneden moest.
Dit soort situaties gebeurt ongeveer elk half jaar wel een keer, maar we krijgen ook kleine strafjes. Als we, ik, [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] , bijvoorbeeld geen boek hebben gelezen en geen moeilijke woorden hebben opgeschreven, dan pakt hij een stok en dan slaat hij ons op onze kont. Hij gebruikt meestal een bezemsteel.
Mijn vader kneep ook altijd in het water. In de armen of in de benen. Dit deed hij bij ons allemaal.In groep 4 begon mijn vader mij te slaan in verband met rapporten. Het in elkaar slaan begon toen. Bij [slachtoffer 5] begon het slaan in groep 3. We werden dan met de hand, met de stok en met de riem geslagen.
In 2016 of 2017, een jaar na de verhuizing naar [plaats] , werden mijn zus en ik ook heel erg in elkaar geslagen.
We moesten ook uit ons hoofd zoveel mogelijk teksten uit de Koran leren. Wanneer we dit niet kunnen dan ging hij ook slaan met een stok. We moesten dan onze handen met de handpalm naar boven ophouden en dan slaat hij op de handen.
Een keer ging een ritsje van een vliegtuigkussentje kapot. Ik weet dat het toen koud was buiten. Mijn vader werd boos op [slachtoffer 3] , [slachtoffer 5] en mij. Wij moesten omstreeks 23:00 uur naar de garage. We hadden ook niet veel kleding aan. We moesten dan op de grond zitten en hij deed de deur dicht. Ik hoorde hem zeggen dat hij over een paar uur terug zou komen en dat we dan moesten zeggen wie het had gedaan. Anders zouden we er de hele nacht moeten blijven zitten. Ik zag dat hij de deur op slot deed. Omstreeks 01:00 uur kwam hij weer naar ons toe. Mijn broertje had het gedaan dus we moesten wel zeggen dat [slachtoffer 5] het had gedaan, anders zouden we er nog veel langer zitten.
Mijn moeder moest eens meerdere dagen op zolder blijven. Als mijn vader boos op ons wordt, geeft hij mijn moeder altijd de schuld. Ongeveer drie keer moest mijn moeder een aantal dagen op zolder blijven en mag dan niet naar beneden. Ze krijgt dan in de ochtend een glas water met een beetje brood en in de avond een glas melk met een beetje brood.
Ik ben zelf één keer ook op zolder vastgebonden met mijn handen op de rug met een touw, mijn voeten vastgebonden aan de stoelpoten en toen kieperde hij mij om, zodat ik op de rug lag. Ik heb daar toen een paar uren gelegen. [slachtoffer 5] en [slachtoffer 3] is dit vaker overkomen. We mogen dan niet eerder los totdat we iets opbiechten.
Hij heeft een keer [slachtoffer 5] , [slachtoffer 3] en mij met handen en voeten vastgebonden met touwen. We lagen dan opgevouwen en toen moesten we onder de tafel liggen. Dit was ook in de nacht en we mochten pas weer daar weg toen hij het genoeg vond.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 6 november 2023, opgenomen op pagina 92 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] :
Op 31 oktober 2023 sloot [slachtoffer 3] zich op in de badkamer en [slachtoffer 2] ging naar de slaapkamer. Ik hoorde dat er werd geslagen met een stok en ik hoorde geschreeuw. Het was een houten bezemstok. Toen mijn vader weg was om mijn moeder te zoeken, ben ik naar de buren gegaan. Mijn vader was er weer en ik hoorde mijn vader vragen waarom ik bij de buren was en wat ik had gezegd. Korte tijd later ging mijn vader verder vragen wat we deden. Ik verzon een smoes. Hij bracht mij weer naar beneden en ging mij verder vragen wat we deden. Daar heeft hij mij een keer op het hoofd geslagen. Hij sloeg mij met een vlakke hand op mijn hoofd. Daarna kwam de politie aan de deur.
In groep 3 begon hij echt al wel te slaan en werd het heftiger. Meestal als het echt heftig wordt dan gebeurt alles in een keer. Hij slaat dan, duwt, schopt, gooit je op de grond en dan sta je weer overeind en slaat hij weer. Hij slaat met een vlakke hand en ook met de vuist. Hij slaat ook met verschillende stokken.
In groep 3 begon hij mij heftig te slaan. Met zijn handen. Hij sloeg een tand eruit. Met een hand had hij mijn achterhoofd vast en met andere (vlakke) hand sloeg hij mij op mijn mond. In groep 6: ik deed het gebed niet goed. Hij heeft mij toen ook heel erg geslagen. Ik had een bloedlip en een bloedneus en een blauw oog. Hij sloeg mij toen vooral met zijn vuisten en ook wurgen heel erg. Hij had mij op de bank gelegd en drukte met zijn handen tegen mijn keel. Ik kreeg toen weinig adem. In groep 8 zei de meester dat ik wel af en toe aan het praten was in de klas. Mijn vader werd heel boos op mij. Ik ben toen ook heel veel geslagen. Overal: gezicht, lichaam. Ik werd met vuisten geslagen en met de stok.
Dit jaar was hij ook boos op [slachtoffer 3] . Ik zag dat hij haar sloeg. De laptop viel, hoorde ik later van [slachtoffer 3] . Ze werd vervolgens geslagen met een houten stoel en deze sloeg hij kapot op haar rug. Ze moest daarna naar de garage.
Over de garage. We moeten daar dan blijven zitten met niks. In dit geval moest [slachtoffer 3] de stoel repareren. We moeten er wel zitten en dan zonder jas. Ik heb er wel een paar keer gezeten. Soms worden we er met z'n allen heen gestuurd. [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] en ik. Dan kun je er soms wel uitkomen, maar dan wel met angst. We zijn dan bang om weg te gaan. Soms deed hij de deur ook wel op slot. Een keertje ging hij mij ook slaan in de garage. Soms moeten we er een paar minuten blijven, maar het kan ook uitlopen tot uren daar blijven.
Het was juli 2019. Mijn moeder was in het ziekenhuis, omdat mijn jongste broertje [naam] werd geboren. Er ging iets kapot. Ik moest samen met [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] naar de garage en we moesten zeggen wie het kapot had gemaakt. We waren alle drie best een tijd in de garage en ik had gezegd dat ik het kapot had gemaakt. Hij werd toen heel boos en ging mij slaan. Hij sloeg met de stok en met zijn handen. Ik moest daarna naar de eerste verdieping van het huis en daar bond hij mij vast. Hij bond mijn handen en voeten aan elkaar vast achter mijn rug. Hij pakte mij op en hield mij vervolgens boven het trapgat. Hij ging soort van 'spelen' en deed alsof hij mij los ging laten. Dit was wel heel eng. Het duurde wel een tijdje. Ik voelde ook dat ik duizelig werd, want ik had een aantal minuten ondersteboven gehangen. Daarna ging hij mij weer slaan. Vervolgens legde hij mij op mijn buik en legde op mijn rug twee kleine tafels die ongeveer een meter bij meter groot waren en ik voelde toen dat hij zijn voet op mijn hoofd legde en ging drukken. Een andere keer was de rits van een nekkussen van mijn vader kapot gegaan. [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] en ik moesten weer naar de garage. We hebben daar toen gezeten van ongeveer 23.00 uur tot ongeveer 01.00 uur. Hij was er boos over en we moesten in de garage blijven zitten. Het was vrij koud. We gingen niet uit de garage uit angst. We zijn bang wat er gaat gebeuren als we eruit gaan.
Op zolder bond hij [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] en mij vast met een touw om de middel en om de voeten aan een stoel. Die stoel legde hij dan op de rugleuning, zodat we met de rug op de grond lagen. Ik heb er ook een keer alleen gelegen op dezelfde manier. Hij liet mij er toen lang liggen.
Begin september 2023 was ik met mijn vader naar Engeland geweest. Ik was een briefje kwijt. Ik zag dat mijn vader heel boos werd en voelde dat hij mij ging slaan met zijn handen en met de stok. Ik voelde ook dat hij mij weer ging wurgen en hiervan had ik een blauwe plek in mijn nek. Ik werd ook op de grond gegooid. Ik kreeg ook nog een kopstoot op mijn voorhoofd. Met de stok werd ik op mijn benen en mijn arm geraakt.
We zijn ook een keer laat in de avond alle drie vastgebonden, waarbij [slachtoffer 3] onder de eettafel was en [slachtoffer 2] en ik op de vloer. Onze handen waren vastgebonden op onze rug. Aan onze handen waren ook weer onze benen vastgebonden en toen moesten we op onze buik op de grond liggen.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal van bevindingen van 5 maart 2025, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 9 november 2023 werd gehoord als getuige [slachtoffer 4] (2017). Hij verklaarde het volgende: Papa werd boos met zwemmen. Hij ging me de hele tijd knijpen en slaan. Heel hard. Hij heeft mij ook wel heel hard geslagen op mijn bovenbeen. Ik voelde heel veel pijn.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 7 november 2023, opgenomen op pagina 106 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik ben leerkracht en had [slachtoffer 4] in het schooljaar 2022/2023 in de klas. Naar aanleiding van een verhaal in een prentenboek had [slachtoffer 4] wat gezegd. Ik vroeg: “Hoe gaat dat dan bij jullie als er bijvoorbeeld ruzie is?” En toen antwoordde [slachtoffer 4] : "Mijn vader slaat met een stok". En toen vroeg ik: "Doet hij dat bij jou?" Toen zei hij: "Nee bij mijn broer". Ik heb dat met zijn moeder besproken.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 31 oktober 2023, opgenomen op pagina 37 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 31 oktober 2023 was ik samen met mijn collega in de woning van [adres] te [plaats] . Kort daarvoor was ik gebeld door een meisje dat in paniek belde en vroeg of we snel wilden komen. Bij aankomst had ik gezien dat er een meisje voor het slaapkamerraam stond en met gevouwen handen smeekte dat we binnenkwamen. In de kamer zag ik een man op de bank zitten en naast hem zat een jongen van een jaar of 12. Boven hoorde ik de meisjes roepen en huilen. Ik ben direct naar boven gelopen en daar zag ik twee jonge dames in tranen. Op een andere slaapkamer zag ik nog twee jongens van ongeveer 4 en 5 jaar. De meisjes vertelden mij dat ze doodsbang waren en dat ze vaak door hun vader waren geslagen, ook met een stok en een riem. Ik hoorde dat ze vertelden dat ze vaker waren vastgebonden op zolder. Op zolder hebben ze mij uitgelegd wat hun was gebeurd. Dat ze op een gekantelde stoel werden vastgebonden door hun vader dan uren zo moesten blijven liggen. Ze vertelden mij dat hun vader vandaag heel boos was geworden en dat hij had gedreigd hen dood te maken. Dat deed hij wel vaker. Hij zei dan dat hij ze naar Algerije zou brengen en ze daar dood zou maken. Een van de meisjes liet mij haar linker onderbeen zien. Ik zag dat ze meerdere blauwe striemen op haar been had. Het meisje vertelde mij ook dat haar vader haar korte tijd geleden met een stok tegen de benen had geslagen. Ze vertelde dat ze vanmiddag tegen haar mond was geslagen en dat dit bloedde en dat het haar pijn had gedaan. De dochters vertelden dat ze ook meerdere keren in de garage waren opgesloten en dan uren daar moesten blijven tot diep in de nacht. Ze lieten mij foto's zien van hun oudste broertje. Ik zag op de foto's dat hij in zijn nek blauwe/donkere plekken had. De jongen vertelde mij dat hij in het begin van het schooljaar door zijn vader bij de nek was gegrepen. Ook deze jongen was zichtbaar bang zoals ik zag.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 21 januari 2024, opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
De data uit de telefoon van [slachtoffer 2] werden bekeken. Hierin was te zien dat er op 8 september 2023 door de gebruiker van de mobiele telefoon een viertal foto’s werd verstuurd naar een contact genaamd [slachtoffer 3] . Op de afbeeldingen is het gedeelte rondom de hals te zien van een persoon, in de hals zijn rode strepen te zien en rode plekken. Er zit geen tekst bij. [slachtoffer 2] verklaarde in haar verhoor dat zij foto’s had gemaakt van verwondingen van haar broertje [slachtoffer 5] . Deze verwondingen waren toegebracht door haar vader nadat [slachtoffer 5] een kaartje was kwijtgeraakt na een trip naar Engeland.
Verder was te zien dat er een gesprek via Whatsapp had plaatsgevonden tussen “ [naam] ” ( [naam] ) en “ [slachtoffer 2] " ( [naam] ). Dit gesprek was op 4 maart 2022:
[naam] : “Ik hoor letterlijk niks doordat hij op mijn oor sloeg”
[naam] : “Met een stok”
[naam] : “Uit mijn linkeroor”
[naam] : “En zijn hand”
[naam] : “Ik hoor wel wat maar ik hoor zo'n piep"
[naam] : “En toen hij je geslagen heeft, zat hij te bekijken of je litteken had ofzo”
[naam] : "Geen idee"
Verder was te zien dat er meerdere berichten tussen “ [naam] ”en “ [slachtoffer 2] " zijn waarin wordt gezegd: “Hij is weg”, “Hij is naar moskee”. En “hij is thuis”.
Opmerking verbalisant: Verbalisant heeft op maandag 13 november 2023 contact opgenomen met [slachtoffer 2] om te vragen wie de persoon is die zij als “ [naam] ”, heeft opgeslagen in haar telefoon. Hierop antwoorde zij mij, dat dit haar zus [slachtoffer 3] is, die ze zo in haar telefoon had staan.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 1 november 2023, opgenomen op pagina 155 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 1 november 2023 was ik in de woning aan de [adres] in [plaats] . In de woning zijn de volgende goederen aangetroffen:
- Een houten stok van ongeveer anderhalve meter lang. Een dochter van verdachte verklaarde dat daarmee was geslagen op 31 oktober 2023.
- Een bezem. Ik hoorde een dochter van verdachte verklaren dat haar vader de steel wel los van de bezem draaide en dan met de steel van de bezem sloeg.
- Een houten kinderstoeltje. Ik hoorde een dochter van verdachte verklaren dat ze daarmee was geslagen door haar vader. Het stoeltje ging toen kapot en de dochter werd met het stoeltje opgesloten in de garage. In de garage moest ze het stoeltje weer repareren.
12. Een letselrapportage van 1 november 2023, opgemaakt en ondertekend door [naam] , forensisch arts, opgenomen op pagina 264 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring:
Letselonderzoek van [slachtoffer 3] op 1 november 2023. Zij vertelt dat zij op 31 oktober 2023 met de hand op het hoofd en een houten stok op de benen geslagen is. Verder is zij meermaals op de vloer gegooid, waarbij zij bij de laatste val met haar hoofd tegen de ijzeren rand van het bed is gevallen, en is geprobeerd haar mond dicht te duwen waartegen zij zich verweerd heeft.
Samenvatting letsel: Meerdere bloeduitstortingen op het lichaam. De letsels op de benen en de heupen laten een duidelijk patroon zien van een zogeheten tramline bruisings: dit zijn streepvormige bloeduitstortingen, doordat de elasticiteit van de huid wordt ingedrukt
op de plaats van slaan met een (fors formaat) stok of een lat. De huid erom heen blijft op gelijk niveau waardoor de haarvaten overrekken.
Het gemelde tijdsinterval past goed bij het letsel. De gemelde toedracht past goed bij het letsel. Aan de voorzijde van de hals en in het kuiltje boven het sleutelbeen is een huidverkleuring zichtbaar. Er zijn huidverkleuringen zichtbaar op beide armen en op beide benen, waaronder op beide heupen en op de linkervoet. Soort: bloeduitstorting.
13. Een letselrapportage van. 1 november 2023, opgemaakt door [naam] , forensisch arts, opgenomen op pagina 274 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring:
Letselonderzoek van [slachtoffer 2] op 1 november 2023. Zij vertelde dat zij op 31 oktober 2023 met de hand en een houten stok op het hoofd, de rug en de benen is geslagen en van voren bij de keel is gegrepen.
Bloeduitstortingen. Kneuzingen onderste ribben links en de linkerheup. De tramline bruisings (patroon bloeduitstortingen) op de benen zijn kenmerkend voor het slaan met een (fors formaat) stok of lat. Op het hoofd, waaronder het gezicht, zijn meerdere huidverkleuringen zichtbaar die passen bij klappen in het gezicht. Ook zijn deze zichtbaar op beide armen, op de rug en op de beide benen. Soort: bloeduitstorting.
Bewijsoverwegingen
Algemene bewijsoverwegingen
Betrouwbaarheid en geloofwaardigheid verklaringen en steunbewijs
De rechtbank stelt voorop dat getuigenverklaringen in het algemeen, maar in zaken als de onderhavige in het bijzonder, zorgvuldig moeten worden beoordeeld. In dit geval blijkt uit het dossier dat meerdere gezinsleden na de aanhouding van verdachte in elkaars bijzijn tegenover de politie hebben verklaard over de handelingen van verdachte en dat de gezinsleden een aantal dagen na de aanhouding van verdachte verhoord zijn. De rechtbank treedt deze verklaringen daarom met de nodige voorzichtigheid tegemoet.
Bij de beantwoording van de vraag of de verklaringen betrouwbaar en geloofwaardig zijn, neemt de rechtbank allereerst de wijze waarop de politie het gezin op 31 oktober 2023 aantreft in aanmerking. Beschreven wordt dat de politie de kinderen bij aankomst in de woning in paniek aantreft en dat zij zeer geëmotioneerd en angstig zijn. De kinderen verklaren op dat moment niet alleen spontaan over wat er op 31 oktober 2023 heeft plaatsgevonden, maar ook over eerdere gebeurtenissen. Later verklaren zij hier in de getuigenverhoren uitgebreider over. De verklaringen die aangeefster en de kinderen vervolgens afleggen zijn bovendien gedetailleerd met betrekking tot een aantal specifieke voorvallen. In deze verklaringen geven zij aan wat zij gezien en gehoord hebben, maar ook wat zij niet gezien en gehoord hebben en alleen van horen zeggen kennen. De verklaringen zijn genuanceerd in die zin dat aangeefster en de kinderen hun verklaringen niet hebben aangedikt. Bovendien worden de verklaringen op bepaalde punten ondersteund door ander bewijs. De rechtbank wijst onder meer op het bij de dochters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] aangetroffen letsel, de in de woning aangetroffen voorwerpen en een WhatsAppgesprek waarin melding wordt gemaakt van eerder gepleegd geweld. Ook is er een verklaring van een schooljuf waarin zij een eerder door een van de kinderen gedane uitlating noemt over het slaan met stokken door verdachte.
Gelet op het voorgaande gaat de rechtbank uit van de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de door haar gebruikte verklaringen.
Ten aanzien van de vraag of er voor de verschillende feiten voldoende steunbewijs is, overweegt de rechtbank het volgende. Volgens het tweede lid van artikel 342 Sv kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling heeft betrekking op de tenlastelegging in haar geheel en niet op een onderdeel daarvan. Zij beoogt de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing te waarborgen, in die zin dat artikel 342, tweede lid Sv de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen als de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vereist een beoordeling van het concrete geval.
Zoals hiervoor reeds aangegeven, staan de verklaringen van aangeefster en de kinderen niet op zichzelf, maar ondersteunen deze elkaar over en weer in voldoende mate en is er bovendien sprake van ondersteunend ander bewijs. Zo komt in de verklaringen naar voren dat verdachte een strenge man was die hoge eisen aan de kinderen stelde met betrekking tot de manier waarop zij zich gedroegen en hoe zij presteerden. Dit heeft verdachte ter zitting ook bevestigd. Uit de verklaringen komt verder naar voren op welke manieren hier vervolgens door verdachte op werd gereageerd, wanneer hij het niet eens was met door de kinderen gedragen kleding, met hun gedrag of prestaties of wanneer hij op andere wijze in zijn beleving teleurgesteld werd door zijn vrouw of kinderen. Daarbij is hij op een vergelijkbare wijze te werk gegaan; hij heeft op een overeenkomstige manier met vergelijkbare geweldshandelingen gereageerd.
Mishandeling en pijn en letsel
Voorafgaand aan de bespreking van de ten laste gelegde feiten, hecht de rechtbank eraan op te merken dat – zoals de raadsman heeft opgemerkt – in de verklaringen van aangeefster en de kinderen niet steeds expliciet wordt benoemd dat de gedragingen van verdachte pijn of letsel hebben veroorzaakt. De rechtbank is echter van oordeel dat uit algemene ervaringsregels volgt dat de ten laste gelegde en vervolgens bewezenverklaarde handelingen pijn of letsel hebben veroorzaakt en merkt deze daarom aan als mishandeling.
Bewijsoverwegingen per feit
Feiten 1 en 2
Deze feiten hebben betrekking op mishandeling van aangeefster [slachtoffer 1] , de toenmalige echtgenote van verdachte op 31 oktober 2023 en de periode daaraan voorafgaand.
De rechtbank overweegt dat zij op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van aangeefster, de verklaring van getuige [slachtoffer 2] en de verklaringen over de context waarbinnen het feit zich op 31 oktober 2023 heeft afgespeeld, wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte aangeefster die dag meerdere klappen heeft gegeven.
Ook acht zij bewezen dat verdachte aangeefster in de periode daaraan voorafgaand meerdere malen heeft mishandeld door haar tegen het gezicht te slaan en met een stok tegen het lichaam te slaan. De verklaring van aangeefster wordt op dit punt ondersteund door de verklaring van getuige [slachtoffer 3] ten aanzien van een specifiek incident bij het leggen van laminaat in de woning. Daarnaast verklaren ook andere kinderen dat verdachte hun moeder sloeg. Dit feit acht de rechtbank daarom eveneens wettig en overtuigend bewezen. Dat niet (steeds) exact kan worden vastgesteld hoe vaak en op welke specifieke data en onder welke specifieke omstandigheden dit heeft plaatsgevonden, doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af.
Feit 3 primair
Dit feit heeft betrekking op de primair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling van dochter [slachtoffer 2] op 31 oktober 2023.
De rechtbank overweegt dat zij dit feit bewezen acht op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van [slachtoffer 2] , die ondersteund wordt door de verklaring van moeder die een deel van het door verdachte gepleegde geweld heeft gezien en de verklaringen van getuigen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] die verdachte hebben horen schreeuwen en de klappen hebben gehoord. Ook volgt uit de letselrapportage dat het slachtoffer letsel heeft opgelopen, waaronder zogenaamde tramlinebruises die passen bij het slaan met een stok.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte op de betreffende datum in blinde woede op verschillende manieren aan zijn dochter [slachtoffer 2] pijn en letsel heeft toegebracht. Hij heeft haar met kracht met een stok op verschillende plaatsen tegen het lichaam geslagen. Daarnaast heeft hij haar meermalen met zijn vlakke handen en met zijn vuisten met kracht tegen haar lichaam geslagen, ook terwijl zij in een weerloze positie lag en zich hiertegen niet kon verdedigen. Verder heeft hij haar bij haar keel gegrepen, deze dichtgeknepen en dicht gehouden waardoor het [slachtoffer 2] enige tijd niet lukte om adem te halen. Ook toen verdachte hoorde dat [slachtoffer 2] moeite had met ademen, ging hij door en stopte niet. Daardoor is het aannemelijk dat verdachte meer dan enige tijd en met meer dan enige kracht de keel heeft dichtgedrukt. Tijdens de woede-uitbarsting heeft verdachte voorts een staafje van lipgloss in de keel van [slachtoffer 2] gedrukt en lipgloss in haar keel gegoten. Uit de letselrapportage volgt dat [slachtoffer 2] op veel plaatsen van haar lichaam blauwe plekken heeft opgelopen en dat er sprake is van kneuzingen van een aantal ribben en van haar heup.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte door zijn gedragingen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn dochter hierdoor zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Uit zijn gedragingen blijkt een grote explosie van uiteenlopende soorten heftig geweld. De verschillende soorten geweldshandelingen kunnen ieder voor zich, maar zeker in combinatie met elkaar, naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer op zwaar lichamelijk letsel gericht te zijn dat het, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op het betreffende gevolg bewust heeft aanvaard. Van dergelijke contra-indicaties is de rechtbank niet gebleken.
De rechtbank acht het onder 3 primair ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4
Dit feit betreft de mishandelingen van dochter [slachtoffer 3] en zoon [slachtoffer 5] op 31 oktober 2023.
De rechtbank acht deze feiten bewezen op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen, waaronder de verklaringen van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] die ondersteund worden door de verklaring van getuige [slachtoffer 2] en de overige verklaringen waaruit de context volgt, waarbinnen de feiten zich hebben afgespeeld.
Feit 5
Dit feit ziet op mishandelingen van dochters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] en zoons [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] in een periode voorafgaand aan 31 oktober 2023.
Deze feiten acht de rechtbank bewezen op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen, waaronder de verklaringen van de kinderen over hetgeen henzelf en hun zus(sen) en/of broer(s) is aangedaan en de verklaring van moeder. Zoals hiervoor reeds aangegeven, staan deze verklaringen niet op zichzelf, maar ondersteunen deze elkaar over en weer ook in voldoende mate en worden deze daarnaast ondersteund door ander bewijs. Dat verdachte de genoemde kinderen voorafgaande aan 31 oktober 2023 heeft mishandeld, volgt namelijk niet alleen uit hun verklaringen, maar wordt -ten aanzien van dochters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] - ook ondersteund door de verklaring van verdachte. Daarnaast blijkt dit ook uit de verklaring van de schooljuf van [slachtoffer 4] en uit op de telefoon van [slachtoffer 2] aangetroffen foto’s van letsel in de nek van [slachtoffer 5] .
Feit 6
Dit feit heeft betrekking op wederrechtelijke vrijheidsberovingen van dochters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] , zoons [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] en aangeefster in een periode voorafgaand aan 31 oktober 2023.
De rechtbank overweegt dat uit bovengenoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte zijn dochters [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] en zoon [slachtoffer 5] heeft vastgebonden in verschillende ruimtes. Ook heeft hij hen opgedragen om gedurende geruime tijd op de zolder en in de garage te verblijven. Uit angst voor geweld van hun vader durfden zij die ruimte dan niet te verlaten, totdat ze daar toestemming voor kregen. Naar het oordeel van de rechtbank leveren deze handelingen een vrijheidsberoving op. De kinderen waren op die momenten niet vrij om zich te bewegen en konden niet gaan en staan waar zij wilden. Het verblijf in de ruimtes was, ook als ze niet vastgebonden of opgesloten waren, angstig en onaangenaam. Deze manier van straffen kan naar het oordeel van de rechtbank geenszins als een proportionele ouderlijke straf in een opvoedingssituatie worden gezien. Dit heeft tot gevolg dat de rechtbank de vrijheidsberovingen - ook in de opvoedingssituatie waarin zij zich bevonden- wederrechtelijk acht.
Uit de bewijsmiddelen volgt voorts dat aangeefster op meerdere momenten naar zolder moest en dat zij de zolder dan van verdachte niet mocht verlaten. Ze mocht op die momenten de kinderen niet zien. Deze situatie duurde meerdere dagen, waarop zij enkel wanneer verdachte de woning verliet, de kans zag om de zolder korte tijd te verlaten. Ook deze handelingen merkt de rechtbank aan als een wederrechtelijke vrijheidsberoving. Aangeefster was op die momenten niet vrij om zich te bewegen en kon niet gaan en staan waar zij wilde. Daaraan doet niet af dat de zolder niet een afgesloten ruimte was, in aanmerking genomen dat aangeefster, evenals de overige gezinsleden, onder voortdurende dreiging stond van het geweld van verdachte.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zijn dochters, oudste zoon en aangeefster gedurende enige tijd wederrechtelijk van hun vrijheid heeft beroofd en beroofd heeft gehouden.
Ten aanzien van de vrijheidsberoving van zoon [slachtoffer 4] komt de rechtbank tot een ander oordeel, nu uit het dossier onvoldoende blijkt over de duur en omstandigheden waaronder hij op zijn kamer moest blijven. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit gedeelte van de tenlastelegging.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 31 oktober 2023 te [plaats] zijn echtgenote, [slachtoffer 1] , heeft mishandeld door haar meermalen te slaan in haar gezicht;
2.
hij in de periode 1 november 2016 tot en met 30 oktober 2023 te [plaats] en in Algerije zijn echtgenote, [slachtoffer 1] , heeft mishandeld door op meerdere momenten binnen de genoemde periode,
- haar te slaan in/tegen/op haar gezicht, hoofd en/of lichaam
- haar met kracht met een stok tegen/op haar lichaam te slaan;
3. primair
hij op 31 oktober 2023 te [plaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn dochter [slachtoffer 2] (2008) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- zijn dochter [slachtoffer 2] op de grond heeft gegooid en bovenop haar is gaan zitten en vervolgens zijn knieën op haar armen heeft gedrukt, zodat zij zich niet meer kon bewegen
- zijn dochter al dan niet met een vuistslag in/op haar gezicht/hoofd en/of keel heeft geslagen
- zijn dochter [slachtoffer 2] met kracht met een stok op/tegen haar lichaam heeft geslagen
- zijn dochter [slachtoffer 2] bij haar keel heeft gegrepen en haar keel heeft dichtgeknepen door met zijn duimen aan de voorzijde van haar keel te drukken
- het staafje van de lipgloss in de keel van zijn dochter [slachtoffer 2] heeft gestopt/gedrukt en vervolgens de inhoud van het lipgloss buisje in haar keel heeft gegoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 31 oktober 2023 te [plaats] zijn dochter [slachtoffer 3] (2006) en zijn zoon [slachtoffer 2] (2010) heeft mishandeld door
- zijn dochter [slachtoffer 3] aan haar haren naar achteren te trekken en vervolgens op de grond te gooien
- zijn dochter [slachtoffer 3] met kracht met een stok op/tegen haar lichaam te slaan
- zijn dochter [slachtoffer 3] in/op/tegen haar gezicht, hoofd en/of lichaam te slaan
- zijn zoon [slachtoffer 2] op zijn hoofd te slaan;
5.
hij in of omstreeks de periode 9 maart 2013 tot en met 30 oktober 2023 te [plaats] en/of [plaats] , althans in Nederland, zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2] (2010) en zoon [slachtoffer 4] (2017), heeft mishandeld door op meerdere momenten binnen de genoemdeperiode,
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2] (2010) en zoon [slachtoffer 4] (2017) al dan niet met zijn vuist te slaan, stompen en/of klappen te geven in/tegen/op haar/zijn gezicht, hoofd en/of lichaam
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2] (2010) en zoon [slachtoffer 4] (2017) te knijpen in haar/zijn armen, benen, buik en/of lichaam
- zijn zoon [slachtoffer 2] (2010) te schoppen en/of trappen op/tegen zijn lichaam
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en zoon [slachtoffer 2] (2010) met zijn handen de keel dicht te drukken
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en zoon [slachtoffer 2] (2010) te slaan met een riem en/of een houten stok en/of de steel van een bezem/dweil in/tegen/op haar/zijn gezicht, hoofd en/of lichaam
- dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en zoon [slachtoffer 2] (2010) te slaan met een platte stok of liniaal op haar/zijn hand en/of vinger(s)(topjes) en/of onderkant van haar/zijn voeten
- dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008) en zoon [slachtoffer 2] (2010) vast te binden op/aan een stoel en/of vervolgens die stoel om te schoppen/leggen en/of vervolgens hen daar een (lange) tijd te laten liggen
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006) te slaan met een houten stoel op/tegen haar lichaam
- de armen en benen van zijn zoon [slachtoffer 2] (2008) vast te binden achter zijn rug en hem vervolgens ondersteboven boven het trapgat te houden en hem vervolgens op zijn buik neer te leggen en twee tafels op zijn rug te leggen en vervolgens zijn, verdachtes, voet op zijn hoofd te drukken;
6.
hij in of omstreeks de periode 9 maart 2013 tot en met 31 oktober 2023 te [plaats] en/of [plaats] , opzettelijk op meerdere momenten binnen de genoemde periode zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2] (2010), en zijn echtgenote [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden door:
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2] (2010) op te sluiten op zolder en in de garage door ze naar die ruimte te sturen en ze in die ruimte vast te binden aan een stoel en/of die ruimte op slot te doen en/of zo’n dreigende situatie te creëren
dat zij die plek niet durfden te verlaten
- zijn dochter [slachtoffer 3] (2006), dochter [slachtoffer 2] (2008), zoon [slachtoffer 2] (2010) (onder tafel) vast te binden door hun handen en voeten aan elkaar vast te binden, waardoor zij zich niet meer vrijelijk konden bewegen
- die [slachtoffer 1] een week lang naar de zolder te sturen en zo'n dreigende situatie te creëren dat zij die plek niet durfde te verlaten.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn echtgenoot;
2. mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn echtgenoot, meermalen gepleegd;
3. primair: poging tot zware mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind;
4. mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd;
5. mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd;
6. opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor feiten 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden. Daarnaast heeft zij de oplegging van de maatregel van artikel 38v Sr gevorderd, inhoudende een locatieverbod voor de woning van [slachtoffer 1] en de kinderen en een contactverbod met hen voor de duur van 5 jaren, tenzij dit contact met instemming en onder begeleiding van de betrokken hulpverleningsinstanties plaatsvindt. Hierbij heeft zij een vervangende hechtenis gevorderd van 2 weken, met een maximum van 6 maanden, voor iedere keer dat verdachte niet aan deze maatregel voldoet. De maatregel dient dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard. Ook heeft zij de oplegging van de maatregel van artikel 38z Sr gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een gevangenisstraf, waarvan het onvoorwaardelijke gedeelte gelijk is aan de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de deskundigen van het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC) en de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende een zeer lange periode schuldig gemaakt aan meerdere ernstige mishandelingen van zijn toenmalige echtgenote en vier van zijn kinderen. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van een van zijn dochters. Tijdens deze mishandelingen sloeg hij niet alleen met zijn vlakke hand, maar gebruikte hij ook zijn vuisten en sloeg hij hen met voorwerpen, zoals stokken. Verder heeft hij meermalen zijn handen stevig om de keel van een aantal van de kinderen gelegd, waardoor zij in ademnood raakten. Daarnaast heeft hij meerdere gezinsleden op verschillende momenten en op verschillende manieren wederrechtelijk van hun vrijheid beroofd. Het geweld ging gepaard met ernstige bedreigingen, waarbij verdachte meermalen een mes heeft getoond. Zijn vrouw en kinderen leefden onder een permanente dreiging van nog meer geweld en werden ook geconfronteerd met het richting andere gezinsleden geuite geweld. Het geweld heeft bovendien plaatsgevonden in de woning van de slachtoffers; de plek waar zij zich veilig en geborgen zouden moeten kunnen voelen. Door zijn handelen heeft verdachte dan ook op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische gezondheid van zijn toenmalige vrouw en zijn kinderen. De ervaring leert dat slachtoffers van (kinder)mishandeling hiervan ook op lange termijn vaak nog de gevolgen ondervinden.
Verdachte is onderzocht in het PBC. De deskundigen rapporteren onder meer dat verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek ter plaatse. Hij weigerde echter machtigingen te tekenen voor het opvragen van informatie bij de medische dienst en andere instanties, waardoor informatie die verdachte zelf heeft verschaft niet goed te verifiëren is. Onafhankelijke referenten ontbreken en ook de taalbarrière speelde een beperkende rol in het onderzoek. Op basis van het verrichte onderzoek kunnen de deskundigen wel vaststellen dat er geen sprake is van een psychiatrische stoornis in engere zin. Een persoonlijkheidsstoornis is niet te onderbouwen, maar laat zich evenmin definitief uitsluiten als gevolg van de beperkingen van het onderzoek. Zij beschrijven dat op basis van de beschikbare informatie het beeld ontstaat van een man die tot het moment dat hij zijn werk verloor over het algemeen goed heeft gefunctioneerd. Er deed zich een kantelpunt voor toen hij door lichamelijk klachten thuis kwam te zitten. Nadien lijkt sprake van een steeds meer beperkende frustratietolerantie en emotieregulatie, gebrekkige copingvaardigheden en een toename van somatiseren, externaliseren en krenkbaarheid, waarbij hij volgens zijn gezin excessief toegewijd is aan prestatie in de vorm van een opleiding of sport en waarbij hij overmatig consciëntieus en scrupuleus te werk kan gaan. Er zijn daarnaast aanwijzingen voor een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid en een vorm van overmatige behoefte aan bewondering en/of respect, waarbij hij zichzelf afspiegelt als succesvol, liefdevol hoofd van een gezin met uitstekend presterende kinderen en een gelukkige vrouw. De deskundigen merken echter ook op dat na een gesprek met een cultureel antropoloog is gebleken dat een en ander binnen bepaalde grenzen echter als een ‘normaal’ fenomeen zou kunnen worden beschouwd binnen de Arabische cultuur. De impuls- en agressieregulatie is gedurende zijn verblijf in het PBC voldoende en hij maakt een vooral rustige en beheerste indruk. Uit het dossier komen wel aanwijzingen van agressie naar voren, maar hier hebben de deskundigen vanwege zijn ontkenning onvoldoende zicht op gekregen. De deskundigen kunnen onvoldoende tot diagnostische conclusies komen en geven aan evenmin verantwoorde uitspraken over een eventueel recidiverisico te kunnen doen.
In het reclasseringsadvies wordt onder meer het volgende beschreven. Doordat verdachte de feiten grotendeels ontkent en hij geneigd is alles buiten zichzelf te leggen, kunnen wij niet tot de kern van de problematiek komen. Uit het risicotaxatie-instrument komt een algemeen laag recidiverisico en een laag risico op geweld naar voren. Vanuit professioneel oordeel wordt dat echter als hoog-gemiddeld aangemerkt. Er is sprake geweest van jarenlange mishandeling van meerdere gezinsleden en daarmee van een gedragspatroon. De oplegging van bijzondere voorwaarden, zoals een behandeling of interventie wordt niet geadviseerd, nu dit het risico op herhaling niet zal beperken en de reclassering onvoldoende zicht op verdachte zal kunnen krijgen. Wel wordt geadviseerd om de maatregel van 38v Sr op te leggen, inhoudende een contactverbod met de slachtoffers en een locatieverbod voor het adres waar de kinderen verblijven. De contacten die verdachte tijdens zijn detentie met zijn twee jongste kinderen onderhield, zullen bij een invrijheidsstelling onder begeleiding van een instantie moeten plaatsvinden.
De rechtbank ziet, mede op grond van de inhoud van de deskundigenrapportage, geen aanleiding om tot het oordeel te komen dat de feiten verdachte niet of in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank acht verdachte derhalve volledig toerekeningsvatbaar.
Gelet op het voorgaande, waaronder met name de ernst en duur van de feiten en de impact die deze op de slachtoffers heeft gehad en ook in de toekomst nog zal hebben, is de rechtbank van oordeel dat de oplegging van een forse gevangenisstraf, van een duur zoals gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden is.
De rechtbank zal daarnaast ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van recidive de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid van artikel 38v Sr in de vorm van een locatieverbod rondom de woning van de slachtoffers opleggen. Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal zij niet overgaan tot de oplegging van een contactverbod met de slachtoffers. De rechtbank overweegt daartoe dat uit het onderzoek ter zitting is gebleken dat er inmiddels voorzichtig enig contact tussen enkele gezinsleden en verdachte plaatsvindt en een contactverbod zou dit mogelijk verstoren. Aangeefster acht het verder van belang dat de jongste twee kinderen omgang met hun vader hebben. Verder is niet duidelijk geworden of de (oudere) kinderen in de (nabije) toekomst enig contact met verdachte, hun vader, willen opbouwen.
De rechtbank zal bepalen dat de maatregel van artikel 38v Sr dadelijk uitvoerbaar is, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend jegens slachtoffers zal gedragen, nu verdachte de feiten gedurende een lange periode ten aanzien van meerdere slachtoffers heeft gepleegd.
Daarnaast zal de rechtbank de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38z Sr opleggen, zodat langdurig toezicht mogelijk is na afloop van de gevangenisstraf. De rechtbank acht dit van belang, nu verdachte de feiten gedurende een lange periode en ten aanzien van meerdere kinderen heeft gepleegd en er sprake lijkt te zijn van een gedragspatroon. Op dit moment is niet uitgesloten dat verdachte in de toekomst weer een deel van de opvoeding van zijn jongste kinderen op zich zal nemen. De rechtbank acht de oplegging van deze maatregel dan ook in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen. De beoordeling van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de maatregel en het eventuele bepalen van specifieke voorwaarden zal in de laatste fase van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf plaatsvinden. Een risicotaxatie van het dan aanwezige recidivegevaar dient in het kader van die beoordeling plaats te vinden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 2] , vertegenwoordigd door haar moeder [slachtoffer 1] , tot een bedrag van
€ 2.000,-- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 3] , tot een bedrag van € 2.000,-- ter zake van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 5] , vertegenwoordigd door zijn moeder [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 1.000,-- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten waarop de vorderingen zien niet bewezen kunnen worden. Voor het geval wel een bewezenverklaring volgt, heeft hij een matiging van de vorderingen bepleit.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen de gestelde schade hebben geleden ten gevolge van de veelvuldige mishandelingen door verdachte en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte onvoldoende door of namens verdachte is betwist, zullen daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 38v, 38z, 45, 55, 57, 282, 300, 302 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
De maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, inhoudende dat de veroordeelde zich voor de duur van 3 jaren niet zal ophouden in het gebied binnen een straal van één kilometer rondom de woning aan de [adres] te [plaats] .
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van de vervangende hechtenis bedraagt 2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. De totale duur van de ten uitvoer gelegde vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste 6 maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
De maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.
Ten aanzien van feiten 3 primair en 5: [slachtoffer 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 2] te betalen:
- het bedrag van € 2.000,-- (zegge: tweeduizend euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.000,-- (zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van feiten 4 en 5: [slachtoffer 3]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 3] te betalen:
- het bedrag van € 2.000,-- (zegge: tweeduizend euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.000,-- (zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van feiten 4 en 5: [slachtoffer 5]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 5] te betalen:
- het bedrag van € 1.000,-- (zegge: duizend euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.000,-- (zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Zwarts, voorzitter, mr. A. Nieuwenhuis en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. A. Dijkstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 maart 2025.
mr. Van Sloten en mr. Dijkstra zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.