ECLI:NL:RBNNE:2025:1017

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 februari 2025
Publicatiedatum
19 maart 2025
Zaaknummer
18-036565-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan online handelsfraude en witwassen met recidive

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 25 februari 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan online handelsfraude en witwassen. De verdachte heeft zich als medeplichtige schuldig gemaakt aan het gewoonte maken van online handelsfraude, waarbij hij goederen aanbood op Marktplaats.nl zonder deze daadwerkelijk te leveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn bankrekening en pinpas ter beschikking heeft gesteld aan medeverdachten, waardoor hij een faciliterende rol heeft gespeeld in de fraude. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van geldbedragen die afkomstig waren van deze frauduleuze activiteiten. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de lange geschiedenis van delictgedrag van de verdachte, die meermaals onherroepelijk is veroordeeld voor vermogensdelicten en al meer dan dertig jaar recidive vertoont. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de reeds ondergane voorlopige hechtenis. Tevens zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/036565-24
ter terechtzitting gevoegde parketnummers 18/307903-24 en 18/398209-24
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummers 21/000128-21 en 21/001201-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 25 februari 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1969 te [geboorteplaats] , wonende te de [adres]
,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 januari 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Broerse.
Het onderzoek ter terechtzitting is gesloten ter terechtzitting van 25 februari 2025.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging ex. artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ten laste gelegd dat:
In de zaak met parketnummer 18/036565-24
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een beroep of gewoonte heeft/hebben gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen en/of het verlenen van diensten tegen betaling, met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s), telkens (ongeveer 33 keer, althans een groot aantal keren), Lego en/of fitnessapparaten en/of fietsendrager(s) en/of stofzuigers en/of elektronica (waaronder beamers, drones, fotocameras, Playstations) en/of servies, althans een of meer goed(eren) aangeboden door middel van (een) advertentie(s) op "www.marktplaats.nl" en daarvoor betalingen ontvangen zonder (steeds) dit/deze goederen te leveren,
waaronder aan de navolgende perso(o)n(en)/gedupeerde(n):
  • [slachtoffer 1] , die Lego heeft gekocht voor 206,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 5 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 2] , die Lego heeft gekocht voor 106,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 5 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 3] , die een koffiemachine (Jura E8 Piano Black) heeft gekocht voor 356,75,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 6 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 4] , die een Olympus fotocamera heeft gekocht voor 131,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 9 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 5] , die een Wahoo Kickr V5 fietstrainer heeft gekocht voor 515,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 11
januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 7] en [slachtoffer 6] , die een beamer Xgimi heeft gekocht voor 709,20 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 12 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 8] , die Lego heeft gekocht voor 156,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 13 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 9] , die een Tacx neo 2T smart trainer heeft gekocht voor 563,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 14 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 10] , die een Thule 993 fietsendrager heeft gekocht voor 381,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 16 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 11] , die een Wahoo Kickr core fietstrainer heeft gekocht voor 329,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 17 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 12] , die een Thule easfold XT 993 fietsendrager heeft gekocht voor 381,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 17 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 13] , die een beamer Xgimi heeft gekocht voor 709,20 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 20 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 14] , die een drone DJI mini 4 pro heeft gekocht voor 659,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 20 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 15] , die een Wahoo Kickr V5 fietstrainer heeft gekocht voor 450,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 20 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 16] , die een Wahoo Kickr V5 fietstrainer heeft gekocht voor 515,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 21 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 17] , die een Wahoo Kickr V5 fietstrainer heeft gekocht voor 500,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 22 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] , die een drone DJI mini 3 pro heeft gekocht voor 467,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 23 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 20] , die een drone DJI mini 3 pro heeft gekocht voor 509,20 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 23 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 21] , die een drone DJI mini 3 pro heeft gekocht voor 509,20 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 23 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 22] , die een fotocamera Fujifilm X-T30 heeft gekocht voor 607,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 24 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 23] , die een stofzuiger Dyson V15 detect absolute heeft gekocht voor 325,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 24 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 24] , die een fietstrainer Elite Suito-T heeft gekocht voor 300,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 26 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 25] , die servies Villeroy & Boch heeft gekocht voor 206,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 27 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 26] , die Lego heeft gekocht voor 175,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 27 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 27] , die een fotocamera Nikon F5 heeft gekocht voor 162,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 28 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 28] , die een Wahoo Kickr core fietstrainer heeft gekocht voor 309,25 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 28 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 29] , die een Go Pro Hero 11 heeft gekocht voor 250,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 28 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 30] , die Lego heeft gekocht voor 206,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 29 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 31] , die een PlayStation portable heeft gekocht voor 166,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 29 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 32] , die Lego heeft gekocht voor 256,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 30 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 33] , die een Thermomix TM6 heeft gekocht voor 550,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 30 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 34] , die een PlayStation 5 heeft gekocht voor 300,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks
1 februari 2024
- [ [slachtoffer 35] , die een Dyson V15 stofzuiger heeft gekocht voor 200,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 8 februari 2024;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of tot op heden onbekend gebleven mededader(s), op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een beroep of gewoonte heeft/hebben gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen en/of het verlenen van diensten tegen betaling, met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), telkens (ongeveer 33 keer, althans een groot aantal keren), Lego en/of fitnessapparaten en/of fietsendrager(s) en/of stofzuigers en/of elektronica (waaronder beamers, drones, fotocameras, Playstations) en/of servies, althans een of meer goed(eren) aangeboden door middel van (een) advertentie(s) op "www.marktplaats.nl"en daarvoor betalingen ontvangen zonder (steeds) dit/deze goederen te leveren, waaronder aan de navolgende perso(o)n(en)/gedupeerde(n):
  • [slachtoffer 1] , die Lego heeft gekocht voor 206,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 5 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 2] , die Lego heeft gekocht voor 106,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 5 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 3] , die een koffiemachine (Jura E8 Piano Black) heeft gekocht voor 356,75,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 6 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 4] , die een Olympus fotocamera heeft gekocht voor 131,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 9 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 5] , die een Wahoo Kickr V5 fietstrainer heeft gekocht voor 515,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 11 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 7] en [slachtoffer 6] , die een beamer Xgimi heeft gekocht voor 709,20 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 12 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 8] , die Lego heeft gekocht voor 156,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 13 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 9] , die een Tacx neo 2T smart trainer heeft gekocht voor 563,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 14 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 10] , die een Thule 993 fietsendrager heeft gekocht voor 381,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 16 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 11] , die een Wahoo Kickr core fietstrainer heeft gekocht voor 329,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 17 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 12] , die een Thule easfold XT 993 fietsendrager heeft gekocht voor 381,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 17 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 13] , die een beamer Xgimi heeft gekocht voor 709,20 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 20 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 14] , die een drone DJI mini 4 pro heeft gekocht voor 659,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 20 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 15] , die een Wahoo Kickr V5 fietstrainer heeft gekocht voor 450,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 20 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 16] , die een Wahoo Kickr V5 fietstrainer heeft gekocht voor 515,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 21 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 17] , die een Wahoo Kickr V5 fietstrainer heeft gekocht voor 500,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 22 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] , die een drone DJI mini 3 pro heeft gekocht voor 467,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt /afgegeven op of omstreeks 23 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 20] , die een drone DJI mini 3 pro heeft gekocht voor 509,20 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 23 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 21] , die een drone DJI mini 3 pro heeft gekocht voor 509,20 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 23 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 22] , die een fotocamera Fujifilm X-T30 heeft gekocht voor 607,75 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 24 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 23] , die een stofzuiger Dyson V15 detect absolute heeft gekocht voor 325,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 24 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 24] , die een fietstrainer Elite Suito-T heeft gekocht voor 300,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 26 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 25] , die servies Villeroy & Boch heeft gekocht voor 206,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 27 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 26] , die Lego heeft gekocht voor 175,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 27 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 27] , die een fotocamera Nikon F5 heeft gekocht voor 162,50 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 28 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 28] , die een Wahoo Kickr core fietstrainer heeft gekocht voor 309,25 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/ afgegeven op of omstreeks 28 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 29] , die een Go Pro Hero 11 heeft gekocht voor 250,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 28 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 30] , die Lego heeft gekocht voor 206,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft
overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 29 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 31] , die een PlayStation portable heeft gekocht voor 166,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 29 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 32] , die Lego heeft gekocht voor 256,95 euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 30 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 33] , die een Thermomix TM6 heeft gekocht voor 550,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 30 januari 2024, en/of
  • [slachtoffer 34] , die een PlayStation 5 heeft gekocht voor 300,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 1 februari 2024
  • [slachtoffer 35] , die een Dyson V15 stofzuiger heeft gekocht voor 200,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 8 februari 2024, bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024 te Assen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • zijn persoonsgegevens en/of inloggegevens en/of bankrekeningnummer(s) en/of pinpas(sen) en/of pincode(s) en/of ID-kaart ter beschikking te stellen, en/of
  • het door hem, verdachte, van onbekende personen ontvangen geld over te maken naar een andere bankrekening(en) en/of te pinnen en/of over te maken naar [medeverdachte] ;
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een voorwerp te weten een of meerdere geldbedragen (van ongeveer 7844,05,- euro en/of 3405,94,- euro en/of 4087,24,- euro en/of 9756,94,- euro), althans een of meer voorwerpen,
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld, dan wel
  • heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
  • heeft verborgen en/of heeft/hebben verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden
had(den) Sub b
  • heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft overgedragen, heeft/hebben omgezet, en/of
  • gebruik heeft/hebben gemaakt terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
  • en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
In de zaak met parketnummer 18-307903-24
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een beroep of gewoonte heeft/hebben gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen en/of het verlenen van diensten tegen betaling, met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), telkens (in samenhang bezien met parketnummer 18-036565-24), Lego en/of fitnessapparaten en/of fietsendrager(s) en/of stofzuigers en/of elektronica (waaronder beamers, drones, fotocameras, Playstations) en/of servies, althans een of meer goed(eren) aangeboden door middel van (een)
advertentie(s) op "www.marktplaats.nl"en daarvoor betalingen ontvangen zonder (steeds) dit/deze goederen te leveren, waaronder aan de navolgende perso(o)n(en)/gedupeerde(n):
- [ [aangever] , die een Thermomix TM6 heeft gekocht voor 559,50,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 12 januari 2024;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of tot op heden onbekend gebleven mededader(s), op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari
2024, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een beroep of gewoonte heeft/hebben gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen en/of het verlenen van diensten tegen betaling, met het oogmerk om zonder volledige
levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), telkens, (in samenhang bezien met parketnummer 18-036565-24), Lego en/of fitnessapparaten en/of fietsendrager(s) en/of stofzuigers en/of elektronica (waaronder beamers, drones, fotocameras, Playstations) en/of servies, althans een of meer goed(eren) aangeboden door middel van (een) advertentie(s) op "www.marktplaats.nl" en
daarvoor betalingen ontvangen zonder (steeds) dit/deze goederen te leveren, waaronder aan de navolgende perso(o)n(en)/gedupeerde(n):
- [ [aangever] , die een Thermomix TM6 heeft gekocht voor 559,50,- euro, althans enig geldbedrag, welk geldbedrag voornoemde slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op of omstreeks 12 januari 2024, bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of
omstreeks de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024 te Assen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft, door
- zijn persoonsgegevens en/of inloggegevens en/of bankrekeningnummer(s) en/of pinpas(sen) en/of pincode(s) en/of
ID-kaart ter beschikking te stellen, en/of
- het door hem, verdachte, van onbekende personen ontvangen geld over te maken naar een andere bankrekening(en) en/of te pinnen en/of
over te maken naar [medeverdachte] ;
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een voorwerp te weten een of meerdere geldbedragen (van ongeveer 559,50,- euro), althans een of meer voorwerpen,
Sub a
  • de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld, dan wel
  • heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
  • heeft verborgen en/of heeft/hebben verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) Sub b
  • heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft overgedragen, heeft/hebben omgezet, en/of
  • gebruik heeft/hebben gemaakt terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
lid 1
- en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, (in samenhang bezien met parketnummer 18-036565-24);
In de zaak met parketnummer 18-398209-24
1
hij op of omstreeks 3 september 2024, meermalen, althans eenmaal,
  • een geldbedrag (van ongeveer 450 euro) te Hoogeveen, althans in Nederland, en/of
  • een geldbedrag (van ongeveer 2458 euro) te Groningen, althans in Nederland,
in elk geval een geldbedrag (van in totaal ongeveer 2908 euro), dan wel enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 36] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) van die [slachtoffer 36] en hiermee een of meerdere geldbedrag(en) te pinnen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 september 2024 te Hoogeveen en/of Groningen, althans in Nederland, (van) een of meerdere bankpas(sen) en/of geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 2908 euro), althans één of meerdere voorwerpen
Sub a
  • de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) Sub b
  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
  • gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die bankpas(sen) en/of geldbedrag(en), dan wel voorwerp(en), - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
2.
hij op of omstreeks 16 september 2024, meermalen, althans eenmaal,
  • een geldbedrag (van ongeveer 2500 euro) te Groningen, althans in Nederland, en/of
  • een geldbedrag (van ongeveer 950 euro) te Roden, althans in Nederland,
in elk geval een geldbedrag (van in totaal ongeveer 3450 euro), dan wel enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 37] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) van die [slachtoffer 37] en hiermee een of meerdere geldbedrag(en) te pinnen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 september 2024 te Groningen en/of Roden, althans in Nederland, (van) een of meerdere bankpas(sen) en/of geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 3450 euro), althans één of meerdere voorwerpen
Sub a
  • de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) Sub b
  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
  • gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die bankpas(sen) en/of geldbedrag(en), dan wel voorwerp(en), - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
3.
hij op of omstreeks 27 september 2024 te Haren Gn, gemeente Groningen, althans in Nederland, een geldbedrag (van in totaal ongeveer 2230,82 euro), dan wel enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 38] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) van die [slachtoffer 38] en hiermee een of meerdere geldbedrag(en) te pinnen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 september 2024 te Haren Gn, gemeente Groningen en/of Groningen, althans in Nederland, (van) een of meerdere bankpas(sen) en/of geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 2230,82 euro), althans één of meerdere voorwerpen
Sub a
  • de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) Sub b
  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
  • gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die bankpas(sen) en/of geldbedrag(en), dan wel voorwerp(en), - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
4.
hij op of omstreeks 27 september 2024 te Groningen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een geldbedrag (van in totaal ongeveer 1200 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 38] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, zonder toestemming gebruik heeft gemaakt van de bankpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) van die [slachtoffer 38] en hiermee een of meerdere geldbedrag(en) heeft gepind, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 september 2024 te Groningen, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (van) een of meerdere geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 1200 euro), althans één of meerdere voorwerpen
Sub a
  • de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing te verbergen en/of te verhullen, dan wel
  • te verbergen en/of te verhullen wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
  • te verbergen en/of te verhullen wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) Sub b
  • te verwerven, voorhanden te hebben, over te dragen, om te zetten en/of
  • gebruik te maken,
zonder toestemming gebruik heeft gemaakt van de bankpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) van die [slachtoffer 38] en hiermee een of meerdere geldbedrag(en) heeft gepind,
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die geldbedrag(en), dan wel voorwerp(en), - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

2.Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft in de zaken met parketnummer 18/036565-24 en 18-307903-24 veroordeling gevorderd ter zake van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde en het onder 2 ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat de beide zaken in onderlinge samenhang moeten worden bezien. In totaal gaat het om 34 aangiften van online handelsfraude. De verklaring van aangever [aangever] is later in beeld gekomen, zodat deze zaak onder een afzonderlijk parketnummer is aangebracht. Het gaat echter om
hetzelfde feitencomplex.
Aangevers hebben een advertentie gezien op Marktplaats.nl, in de meeste gevallen hanteerde de aanbieder de gebruikersnaam [verdachte] . Na betaling door de aangevers werden de advertenties verwijderd. Op verzoek van de aanbieder hebben de aangevers geld overgemaakt naar verschillende bankrekeningen, die allemaal op naam van verdachte stonden. Hoewel er verschillende bankrekeningen werden gebruikt, is het -gelet op de gelijke modus operandi- aannemelijk dat de bankrekeningen door dezelfde persoon of personen werden gebruikt.
Het geld van de aangevers is -onder meer- via de bankrekeningen van verdachte op de bankrekeningen van medeverdachte [medeverdachte] terechtgekomen. Medeverdachte [medeverdachte] had de beschikking over alle bankrekeningen, met uitzondering van de ING-rekening waarover verdachte [verdachte] de beschikking had, te weten [rekeningnummer] .
Vaststaat dat verdachte [verdachte] de beschikking heeft gehad over deze ING-rekening en dat hij geld afkomstig van online handelsfraude heeft ontvangen. Ook staat vast dat verdachte het geld heeft doorgesluisd naar andere rekeningen. Daarnaast staat vast dat verdachte ofwel andere bankrekeningen heeft geopend die voor fraude zijn gebruikt, ofwel zijn bankpas en ID-kaart ter beschikking heeft gesteld, waardoor deze fraude kon plaatsvinden. Verdachte is daarmee opzettelijk behulpzaam geweest bij de online handelsfraude. Medeverdachte [medeverdachte] moet als pleger van de online handelsfraude worden aangemerkt, terwijl verdachte als medeplichtige moet worden aangemerkt. Dit maakt dat verdachte in de beide zaken van het onder 1 primair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken, maar dat het onder 1 subsidiair ten laste gelegde wel kan worden bewezen verklaard.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde moet in beide zaken worden uitgegaan van de bedragen die verdachte heeft ontvangen op de voornoemde ING-rekening. Dit betreft zowel directe betalingen van de gedupeerden als de bedragen die van andere bankrekeningen op deze ING-rekening zijn overgeschreven. Verdachte heeft deze bedragen, waarvan hij wist dat deze bedragen een criminele herkomst hadden, overgedragen en omgezet. Hij heeft hiervan een gewoonte gemaakt, zodat in beide zaken het onder 2 ten laste gelegde is bewezen.
In de zaak met parketnummer 18/398209-24 wordt aan verdachte -in het kort- verweten dat hij op 3, 16 en 27 september 2024 gepind zou hebben met een pas die afkomstig was van bankhelpdeskfraude.
Aangevers [slachtoffer 36] , [slachtoffer 37] en [slachtoffer 38] hebben beschreven hoe zij zijn gebeld door zogenaamde bankmedewerkers. Hun pincodes zijn op listige wijze ontfutseld, waarna er iemand bij aangevers aan de deur is geweest om de bankpassen op te halen. Vervolgens is er met deze passen geld van de rekening gepind. Bij aangever [slachtoffer 38] is de poging om te pinnen mislukt. Van de pintransacties zijn camerabeelden opgevraagd en geanalyseerd. Op de beelden is telkens een pinner te zien. Verdachte is door verbalisanten op de camerabeelden herkend als degene die heeft gepind.
Opvallend is dat de jas die de pinner op één van de fotos draagt exact overeenkomt met de jas die verdachte op zijn ID-staatfoto draagt. Weliswaar zijn er van de tweede pintransactie met de pas van aangever [slachtoffer 36] en de eerste pintransactie met de pas van aangever [slachtoffer 38] geen beelden, maar omdat verdachte de andere transacties heeft verricht, mag van verdachte een ontzenuwende verklaring worden verwacht met betrekking tot deze transacties. Deze verklaring is echter uitgebleven, zodat ook ten aanzien van deze transacties is bewezen dat verdachte degene is geweest die met deze passen heeft gepind.
Dit maakt dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte degene is geweest die telkens heeft gepind, met telkens een op listige wijze verkregen bankpas en pincode. Dit maakt dat ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde telkens het primair ten laste gelegde is bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het in de zaken met parketnummer 18/036565-24 en 18/307903-24 onder 1 -zowel primair als subsidiair- ten laste gelegde.
Daartoe heeft hij aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest die de advertenties op Marktplaats.nl heeft geplaatst. Er is geen onderzoek gedaan naar het IP-adres van degene die de advertenties heeft geplaatst. Hierdoor is er geen bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde, anders dan dat het geld is binnengekomen op bankrekeningen die op naam van verdachte stonden. Evenals de officier van justitie heeft de raadsman daarom aangevoerd dat verdachte niet als medepleger kan worden aangemerkt ten aanzien van de onder 1 ten laste gelegde online handelsfraude. Voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige, maar ook dat zijn opzet was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict). Verdachte heeft erkend dat hij zijn bankpas heeft afgegeven aan medeverdachte [medeverdachte] . Daarna zijn er meerdere bankrekeningen op naam van verdachte geopend. Verdachte is digibeet, hetgeen bevestigd wordt door de verklaring van getuige [getuige] . Verdachte heeft aan medeverdachte [medeverdachte] gevraagd waarvoor de bankrekening gebruikt zou worden. De bankrekening zou gebruikt worden voor handelsgelden via Telegram. Verdachte was zich niet bewust van datgene waar [medeverdachte] zich mee bezighield. Dit maakt dat bij verdachte het opzet op de online handelsfraude ontbrak, zodat verdachte ook van de ten laste gelegde medeplichtigheid moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het in de zaken met parketnummer 18/036565-24 en 18-307903-24 onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat alleen kan worden bewezen verklaard dat verdachte het geld voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/398209-24 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat de geverbaliseerde herkenningen van verdachte onvoldoende duidelijk zijn. Er wordt onvoldoende beschreven op grond van welke onderscheidende kenmerken verbalisanten verdachte op de camerabeelden hebben herkend als degene die de pintransacties verrichte. Uit het rapport met gelaatsvergelijkend onderzoek blijkt dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte de persoon op de afbeeldingen is geweest. Bij die herkenningen door verbalisanten kunnen daarom vraagtekens worden geplaatst. Ook de mogelijke koppeling van verdachte aan medeverdachte [medeverdachte] biedt onvoldoende aanknopingspunten om vast te kunnen stellen dat verdachte bij de ten laste gelegde pintransacties betrokken is geweest. Er is daarom onvoldoende overtuigend bewijs voor het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde. Verdachte moet van deze feiten integraal worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Oordeel van de rechtbank
2.1.
In de zaak met parketnummer 18/036565-24
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 subsidiair en het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen1 die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij op Marktplaats.nl contact heeft gehad over een Lego trein, van 200,-. De gebruikersnaam van de aanbieder betrof [gebruikersnaam] . Aangeefster betaalde op 5 januari 2024 door middel van een Tikkie, inclusief verzendkosten 206,75. De bankrekening van de aanbieder had het bankrekeningnummer [rekeningnummer] en stond op naam van [verdachte] .2
Aangeefster [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij op 5 januari 2024 een advertentie voor Lego zag op Marktplaats.nl. Aangeefster is met de verkoper, die de gebruikersnaam [gebruikersnaam] hanteerde, overeengekomen dat zij de helft van het bedrag vooraf zou betalen en de helft achteraf. Zij heeft -via een Tikkie- 106,95 overgemaakt naar [rekeningnummer] , op naam van [verdachte] .3
Aangever [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij op Marktplaats.nl een advertentie zag voor een koffiemachine. Hij is met de verkoper een prijs van 350,00 overeengekomen, exclusief verzendkosten. Na de betaling heeft hij echter niets meer van de verkoper vernomen.4 De advertentie betrof een koffiezetapparaat van het merk Jura, type E8 Piano Black.5 Hij heeft op 6 januari 2024 356,75 overgemaakt naar [rekeningnummer] . Deze bankrekening stond op naam van [verdachte] .6
Aangever [slachtoffer 34] heeft verklaard dat hij via Marktplaats.nl een Sony Playstation 5 heeft gekocht. De verkoper gebruikte de naam [verdachte] .7 Op 31 januari 2024 kwamen aangever en de verkoper een bedrag van 300,- overeen. Op 1 februari 2024 maakte aangever het bedrag over naar [rekeningnummer] , op naam van [verdachte] . Nadat hij het geld had overgemaakt zag aangever dat de advertentie en de chatberichten waren verwijderd.8
Verbalisant [verbalisant] heeft onderzoek gedaan naar de gevorderde bankafschriften van rekeningnummer [rekeningnummer] , op naam van [verdachte] . Deze afschriften waren gevorderd over de periode 1 januari 2024 t/m 31 januari 2024. Op 5 januari 2024 werd er via een tikkie overboeking 206,75 euro op de rekening gestort. Het geld was afkomstig van
[slachtoffer 39] e.o. [slachtoffer 1] , van de bankrekening [rekeningnummer] . Op 5 januari 2024 werd de rekening voor het eerst gebruikt. Er werd 106,75 euro via een Tikkie-overboeking gestort op de rekening van verdachte. Het geld was afkomstig van Hr. [slachtoffer 2] Mw. [slachtoffer 2] , van de bankrekening [rekeningnummer] . 9 In de periode 5 januari 2024 t/m 31 januari 2024 wordt er in totaal 3405,94 euro op de rekening gestort en 2599,93 euro afgeschreven.10
Verbalisant [verbalisant] heeft de gevorderde beelden van de Geldmaat aan het [adres] te Assen bekeken. Dit betreffen de beelden die horen bij rekeningnummer [rekeningnummer] . In één van de bestanden, getiteld [bestandsnaam] , is te zien dat er op 12 januari 2024, om 17:58:05 uur een persoon in beeld komt. Dit betreft de persoon die door verbalisanten is herkend als verdachte [medeverdachte] . Op de beelden was te zien dat [medeverdachte] een pintransactie verrichtte. In een ander bestand, getiteld [bestandsnaam] , was te zien dat om 17:57:55 uur een persoon in beeld verscheen, die verbalisant meteen herkende als verdachte. Om 17:58:23 uur pakte verdachte uit zijn rechterzak een oranje bankpas, die hij in de geldautomaat stak. Om 17:59:06 uur draait verdachte zich om bij de geldautomaat. Op dat moment zag verbalisant dat [medeverdachte] ook weer in beeld verscheen. Vervolgens pakte verdachte geld uit de automaat. Verdachte telde het geld. Verbalisant zag dat hij tien biljetten van vijftig euro in zijn handen had. Verdachte gaf een aantal biljetten aan medeverdachte [medeverdachte] . [medeverdachte] telde het geld, en verbalisant zag dat hij vijf of zes biljetten van vijftig euro in handen had. Medeverdachte [medeverdachte] stopte het geld in zijn rechterbroekzak. Om 18:00 uur gaven medeverdachte [medeverdachte] en verdachte elkaar een boks met de vuisten, waarna zij uit beeld verdwenen.11
Medeverdachte [medeverdachte] heeft tijdens zijn verhoor bij de politie op 28 februari 2024 verklaard dat hij samen met verdachte meerdere malen geld heeft gepind, ook met de bankpas van
verdachte.12 Voorts heeft hij verklaard dat de online handelsfraude op naam van verdachte geschiedde.13 Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij en verdachte degenen waren op de camerabeelden van de Geldmaat aan het [adres] te Assen, van 12 januari 2024. Hij herkende zichzelf en verdachte op de beelden als degenen die gezamenlijk de pintransactie verrichtten.14
Verdachte heeft ter terechtzitting van 28 januari 2025 verklaard dat hij zijn ING-bankpas aan medeverdachte [medeverdachte] had afgegeven. Ook heeft hij zijn ID-kaart bij hem achtergelaten en een selfie voor hem gemaakt. Er is geld afkomstig van 33 aangevers op bankrekeningen terechtgekomen die op zijn naam stonden. Hij had echter alleen de beschikking over de ING-rekening. Verdachte heeft ook geld gepind van deze bankrekening, ook samen met medeverdachte [medeverdachte] . Tijdens zijn verhoor bij de politie op 14 februari 2024 heeft verdachte verklaard dat verbalisanten een stopgesprek met hem hebben gevoerd op 26 januari 2024. Ook heeft hij verklaard wel geldbedragen te hebben overgemaakt nadat medeverdachte [medeverdachte] hem Tikkies stuurde.15
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 subsidiair en het onder 2 ten laste gelegde
Online handelsfraude
Verschillende aangevers in deze zaak in totaal 33 hebben verklaard dat zij op Marktplaats.nl een advertentie hebben gezien. Het ging veelal om relatief dure artikelen, zoals elektronica. Na de betaling van de koopprijs werd de advertentie verwijderd; de goederen werden niet geleverd. De verkoper gebruikte in veel gevallen de naam [verdachte] . Op verzoek van de verkoper werd het geld naar verschillende bankrekeningen overgemaakt. Al deze bankrekeningen stonden op naam van verdachte. Alle aangevers hebben betaald via een op WhatsApp of een in de chatfunctie op Marktplaats.nl ontvangen betaalverzoek/Tikkie of via een bankoverschrijving op verschillende bankrekeningen van ASN, SNS of ABN en KNAB. De aangevers hebben na de koop van de goederen en nadat levering uitbleef enige tijd berichten uitgewisseld met de verkoper over het uitblijven van de levering van de goederen of terugbetaling van het reeds betaalde bedrag. Zij ontvingen geen reactie meer op hun berichten en ook levering van de betaalde goederen bleef uit.
Naar het oordeel van de rechtbank staat, gelet daarop, vast dat de verkoper nimmer de intentie heeft gehad om de goederen te leveren. De rechtbank leidt dit onder meer af uit de verklaringen van aangevers dat er uiteindelijk niet meer werd gereageerd op hun berichten over het uitblijven van de levering of hun verzoek om terugbetaling en dat in sommige gevallen de advertenties werden verwijderd na de betaling. Ook voor het overige bevat het dossier geen aanwijzingen dat de verkoper van plan was de verkochte goederen te leveren. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de goederen zijn verkocht met het oogmerk deze niet te leveren. Telkens is gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling van de verkoper om na betaling van de goederen deze niet te leveren. De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van alle aangevers kan worden vastgesteld dat zij het slachtoffer zijn geworden van online handelsfraude.
Gelet op de korte periode waarin de oplichtingen hebben plaatsgevonden, het aantal aangevers en de modus operandi (via Marktplaats, dezelfde goederen, gebruikte namen) die naar voren komt in de aangiftes, is daarmee sprake van het meermalen verrichten van gelijksoortige feiten, die in onderling verband staan en gericht zijn op het ontvangen van gelden van derden die vervolgens de betaalde goederen niet geleverd krijgen. Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van een gewoonte als bedoeld in artikel 326e van het Wetboek van Strafrecht.
Betrokkenheid van verdachte
De rechtbank is, met de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat het strafdossier, naast de omstandigheid dat de meeste advertenties en de begunstigde bankrekeningen op naam van verdachte stonden, geen aanknopingspunten bevat om vast te kunnen stellen dat verdachte als (mede)pleger betrokken is geweest bij de ten laste gelegde online handelsfraude. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het onder 1 primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachtes feitelijke bijdrage bestond uit het ter beschikking stellen van zijn ING-bankrekening, bijbehorende inloggegevens en zijn ID-kaart aan medeverdachte [medeverdachte] , en het meerdere keren opnemen van geldbedragen van de ING-bankrekening en verrichten van doorbetalingen via Tikkies op verzoek van medeverdachte [medeverdachte] .
Met het beschikbaar stellen van zijn ING-bankrekening, bankpas en pincode aan medeverdachte [medeverdachte] heeft verdachte minst genomen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn bankrekening gebruikt zou worden voor het plegen van fraude. Verdachte wist op enig moment ook van de fraude, gelet op het stopgesprek dat verbalisanten met hem hebben gevoerd; niettemin vinden daarna nog altijd frauduleuze transacties plaats op de ING-bankrekening. Verdachte had zelf ook de beschikking over zijn ING-rekening, maakte daar gebruik van en moet op de hoogte zijn geweest van de geldbedragen van aangevers die binnen kwamen op zijn ING-rekening en de omschrijvingen die bij die transacties gegeven werden. Verdachte heeft hier geen vragen over gesteld of onderzoek naar gedaan. Daarmee heeft verdachte een faciliterende en bevorderende rol gehad. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte opzet op zijn minst genomen in voorwaardelijke zin had op de door de onbekend persoon gepleegde fraude en op zijn rol van medeplichtige door zijn ING-bankrekening ter beschikking te stellen, geld van die rekening te pinnen en af te geven en doorbetalingen te verrichten.
Verdachte heeft, zowel ter terechtzitting als tijdens zijn verhoren bij de politie, verklaard dat hij niet op de hoogte was van het bestaan van de overige rekeningen die op zijn naam stonden (de SNS- rekening, KNAB-rekening en ABN-rekening). Uit het strafdossier komt naar voren dat medeverdachte [medeverdachte] de controle heeft gehad over deze bankrekeningen. Medeverdachte [medeverdachte] is ten aanzien van de overige bankrekeningen namelijk telkens degene die zelfstandig contant geld opneemt bij de geldautomaten. Dat verdachte beschikkingsmacht over deze andere bankrekeningen heeft gehad, blijkt niet uit het dossier. De verklaring van verdachte kan daarom niet als onaannemelijk terzijde worden geschoven. Het enkele feit dat verdachte zijn ID-kaart ter beschikking heeft gesteld aan medeverdachte [medeverdachte] is verder onvoldoende voor het aannemen van opzettelijke behulpzaamheid bij fraude die via door [medeverdachte] geopende rekeningen is gepleegd. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken ter zake van de aangevers die geldbedragen hebben overgemaakt naar de overige bankrekeningen, waarover verdachte geen beschikking had.
Gewoontewitwassen
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde is overwogen, bewezen is dat de geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren en dat verdachte dat wist. De geldbedragen van aangevers die werden overgeboekt op de ING-bankrekening van verdachte heeft de verdachte contant opgenomen, laten opnemen of doorbetaald. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte de van misdrijf afkomstige geldbedragen op zijn rekening verworven, voorhanden gehad en overgedragen.
Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van gewoontewitwassen, gelet op de periode waarbinnen het ten laste gelegde heeft plaatsgevonden en het aantal keren dat verdachte bedragen op zijn rekening gestort kreeg.
De rechtbank is aldus van oordeel dat op grond van voorgaande overwegingen in samenhang met de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 subsidiair en het onder 2 ten laste gelegde.
2.2.
In de zaak met parketnummer 18/307903-24:
Vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
In het verlengde van het hiervoor overwogene, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van zowel het onder 1 als het onder 2 ten laste gelegde. Op basis van het strafdossier kan niet buiten redelijke twijfel
worden vastgesteld dat verdachte de beschikking heeft gehad over andere bankrekeningen dan zijn eigen ING-rekening. Nu aangever [aangever] het geld heeft overgemaakt naar een KNAB-rekening, waarover medeverdachte [medeverdachte] de beschikking had, kan de betrokkenheid van verdachte niet worden vastgesteld.
2.3.
In de zaak met parketnummer 18/398209-24:
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 primair, het onder 2 primair, het onder 3 primair en het onder 4 primair ten laste gelegde
De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen16 die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.
Aangiftes
Aangeefster [slachtoffer 36] heeft verklaard dat zij op 22 augustus 2024 in de middag werd gebeld op haar vaste telefoon, door een anoniem nummer. Zij hoorde een mannenstem die zich voorstelde als [slachtoffer 17] , medewerker van de Nederlandse Bank. Zij hoorde de man zeggen dat er geprobeerd was om geld van haar bankrekening te halen. Zij moest haar pinpas in een enveloppe doen. Op de enveloppe moest zij alleen haar naam schrijven. Deze [slachtoffer 17] zei dat ze net op tijd de pinpas hebben kunnen blokkeren. Een nieuwe pas was niet nodig, en de oude hoefde niet te worden vernietigd. De man gaf aan dat aangeefster geluk had gehad. [slachtoffer 17] gaf een code, dit was een registratienummer. Op 3 september werd zij opnieuw gebeld door een anoniem nummer. Zij hoorde een mannenstem,17 die zich opnieuw voorstelde als [slachtoffer 17] . Zij hoorde ook gelijkenis in zijn stem. Hij vroeg haar of zij de code nog wist. Zij moest ook haar pincode tweemaal inspreken.
De pinpas moest nu opgehaald worden. Er zou een koerier bij haar langs komen om de enveloppe op te halen. Terwijl zij deze [slachtoffer 17] aan de telefoon had, ging de deurbel. De koerier liet een code zien, die overeenkwam met de code die zij van deze [slachtoffer 17] had gekregen. Zij gaf daarom de enveloppe. Tot 19.00 uur s avonds mocht aangeefster haar telefoon niet gebruiken.
Op 4 september kwam aangeefster erachter dat er een bedrag van in totaal 2908,00 EUR van haar rekeningnummer [rekeningnummer] was afgeschreven.18 De afschrijvingen waren gedaan bij Geldmaat [adres] te Hoogeveen op 3 september om 14:53 uur.19
Aangeefster [slachtoffer 37] heeft verklaard dat zij op 16 september 2024 werd gebeld. Haar man overhandigde haar de telefoon. De persoon aan de andere kant van de lijn gaf aan dat hij van de SNS- bank was, van de fraudehelpdesk. De man gaf aan dat er een verdachte transactie had plaatsgevonden, die hij wilde onderzoeken. De rekening hebben zij daarom geblokkeerd. Aangeefster moest om die reden inloggen op internetbankieren via haar computer. De man benoemde een naam en een bedrag van een afschrijving. Dit was een afschrijving die zij zelf niet gedaan had. De man gaf aan dat hij dat er iemand van de SNS Spoeddienst zou langskomen om de bankpassen op te halen zodat ze goed geblokkeerd konden worden. Aangeefster kreeg een code van de man, deze betrof: [code] .20 Daarnaast moest zij de bankpassen in een dichte enveloppe stoppen en daarop "inname" schrijven.
Vervolgens stond er een man aan de deur, die zich voorstelde als medewerker van de SNS-helpdesk. Hij noemde de code die de man aan de telefoon had genoemd. Aangeefster gaf de enveloppe aan de man. Later kreeg aangeefster argwaan en belde zij met SNS-bank. Zij kreeg toen te horen dat zij was opgelicht. In totaal was er 3450 euro van de rekening was afgeschreven door twee transacties. De eerste transactie vond plaats op 16 september 2024 om 15.21.25 uur, 2500,00 euro bij [bedrijf] in Groningen, de tweede transactie vond plaats op 16 september 2024 om 16.21.02 uur, 950,00 euro, bij Geldmaat [adres] in Roden.21
Aangever [slachtoffer 38] heeft verklaard dat hij op 27 september 2024 werd gebeld op zijn vaste telefoonlijn. Een man, die zich voorstelde als dhr. [slachtoffer 17] van de Rabobank, gaf aan dat er een vreemde transactie had plaatsgevonden. De rekening was daarom geblokkeerd. De man gaf aan dat
de bankpas moest worden opgehaald, omdat deze vervangen moest worden.
Iets na 15:00 uur kwam er een jongeman aan de deur om de pas op te halen. Al snel voelde het niet goed, waarna aangever en zijn dochter de bank hebben gebeld. Er waren meerdere transacties verricht met de rekening van aangever, [rekeningnummer] . De eerste transactie had plaatsgevonden op 27 september 2024 om 15:30 uur, bij [adres] Haren terminal 2Z59BF, 2230,82 euro. De tweede transactie betrof een poging tot een pintransactie op 27 september 2024 om 16:01 uur, bij de geldautomaat [adres] Groningen, automaat 810176, 1200,00 euro.22
Camerabeelden
Verbalisant [verbalisant] heeft camerabeelden bekeken van de Geldmaat aan de [adres] te Groningen (de mislukte transactie vanaf de bankrekening van aangever [slachtoffer 38] ). Toen hij de beelden het team instuurde, kreeg hij een reactie van verbalisant [verbalisant] , die de aangifte van [slachtoffer 36] had opgenomen. Verbalisant heeft de beelden gezien en kon met zekerheid zeggen dat de persoon die in Hoogeveen [adres] gepind heeft (een van de pintransacties van de bankrekening van aangeefster [slachtoffer 36] ), dezelfde persoon is als die bij de Geldmaat in Groningen gepind heeft.23
Verbalisant [verbalisant] heeft vier fotos (stills) van camerabeelden van pintransacties bekeken (namelijk van de een van de pintransacties van de bankrekening van aangeefster [slachtoffer 36] , een van pintransacties van de bankrekening van aangeefster [slachtoffer 37] , en de mislukte pintransactie van de bankrekening van aangever [slachtoffer 38] ). Hij herkende hierop onmiddellijk verdachte [verdachte] . Hij herkende hem omdat hij verdachte driemaal had verhoord en herkende hem aan zijn totaalbeeld van zijn kenmerken. Hij herkende hem omdat hij meerdere keren langere tijd tegenover verdachte had gezeten tijdens een verhoor.24 Verbalisant [verbalisant] heeft eveneens de beelden bekeken. Hij herkende de persoon op dezelfde beelden als de hem ambtshalve bekende verdachte [verdachte] , omdat hij hem in 2024 had gesproken.25
De rechtbank heeft eveneens deze fotos bekeken en heeft waargenomen dat verdachte sterke gelijkenissen vertoont met de persoon op deze fotos. Bovendien vertoont de jas die de persoon op afbeelding 4 draagt sterke gelijkenissen met de foto die verdachte draagt op de foto van de informatiestaat van 14 februari 2024.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 primair, het onder 2 primair, het onder 3 primair en het onder 4 primair ten laste gelegde
Aan verdachte wordt, -in het kort- verweten dat hij op 3, 16 en 27 september 2024 gepind zou hebben (of althans een poging daartoe heeft gedaan) met een pas die afkomstig was van bankhelpdeskfraude, gepleegd tegen aangevers [slachtoffer 36] , [slachtoffer 37] en [slachtoffer 38] . Verbalisanten hebben camerabeelden van de pintransacties bekeken en stills van deze camerabeelden gemaakt.
Verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] hebben verdachte herkend op deze stills.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of deze herkenningen betrouwbaar zijn en als bewijs kunnen worden gebruikt. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de voornoemde stills van de camerabeelden in het dossier op zichzelf voldoende duidelijk en helder om een gezichtsherkenning op te kunnen baseren, en zijn er voldoende gezichtskenmerken te zien om een herkenning mogelijk te maken.
Daarmee nauw in verband staat de vraag hoe goed de herkenner verdachte kent. Hoe beter men de verdachte (visueel) kent, hoe minder visuele informatie nodig is voor een betrouwbare herkenning. Daarbij geldt dat de visuele kennis waardevoller is als deze is ontstaan uit ontmoetingen in levenden lijve dan wanneer deze van een foto of andere beelden afkomstig is. Tevens zijn de aard, frequentie en het tijdsverloop sinds de ontmoeting(en) van belang. Daarnaast is van belang het aantal in aanmerking komende herkenningen, die onafhankelijk van elkaar zijn gedaan. Hoe meer dat er zijn, hoe hoger de bewijskracht. Ten slotte heeft de rechtbank nog gekeken of er feiten en omstandigheden zijn die een herkenning mogelijk zouden kunnen falsificeren of onbetrouwbaar zouden (kunnen)
maken.
Verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] hebben elk op ambtseed of -belofte een eigen proces- verbaal hebben opgemaakt, zonder dat is gebleken dat zij door elkaar zijn beïnvloed, waardoor sprake is van twee opzichzelfstaande herkenningen van verdachte. Zij herkenden verdachte omdat zij verdachte kenden in verband met hun werkzaamheden als agent.
Gelet op het voorgaande en nu verder geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die de herkenningen van de verbalisanten mogelijk hebben gefalsificeerd of onbetrouwbaar hebben gemaakt, is de rechtbank van oordeel dat beide herkenningen betrouwbaar zijn en als bewijs kunnen worden gebruikt. De rechtbank weegt daarbij de eigen waarnemingen mee, zoals aangehaald bij de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht daarom bewezen dat het verdachte is geweest die met behulp van de op listige wijze verkregen pinpas en pincode van aangevers, zijnde een valse sleutel, op 3, 16 en 27 september 2024 pintransacties heeft verricht. Dat geldt ook voor de pintransacties waarvan geen beelden beschikbaar zijn. Die andere pintransacties zijn in hetzelfde tijdsbestek gedaan en verdachte had de pinpas; zonder ontzenuwende verklaring moet het ervoor worden gehouden dat verdachte ook die pintransacties heeft verricht.
Het onder 1, 2, 3 en 4 (primair) ten laste gelegde is dus wettig en overtuigend bewezen.

3.Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
In de zaak met parketnummer 18/036565-24:
1. Subsidiair:
[medeverdachte] en/of tot op heden onbekend gebleven mededader(s), die op meerdere tijdstippen in de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024, te Assen, tezamen en in vereniging, een beroep of gewoonte hebben gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen, met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen te verzekeren, immers hebben zij, telkens Lego en elektronica (waaronder een Playstation), aangeboden door middel van advertenties op "www.marktplaats.nl" en daarvoor betalingen ontvangen zonder steeds deze goederen te leveren, waaronder aan de navolgende personen:
  • [slachtoffer 1] , die Lego heeft gekocht voor 206,75 euro, welk geldbedrag voornoemd slachtoffer heeft overgemaakt op of omstreeks 5 januari 2024, en
  • [slachtoffer 2] , die Lego heeft gekocht voor 106,95 euro, welk geldbedrag voornoemd slachtoffer heeft overgemaakt op 5 januari 2024, en
  • [slachtoffer 3] , die een koffiemachine (Jura E8 Piano Black) heeft gekocht voor 356,75,- euro, welk geldbedrag voornoemd slachtoffer heeft overgemaakt/afgegeven op 6 januari 2024, en
  • [slachtoffer 34] , die een PlayStation 5 heeft gekocht voor 300,- euro, welk geldbedrag voornoemd slachtoffer heeft overgemaakt op 1 februari 2024,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024 te Assen, opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk gelegenheid en middelen heeft verschaft, door
  • zijn bankrekeningnummer en pinpas, pincode(s) en ID-kaart ter beschikking te stellen, en
  • het door hem, verdachte, van onbekende personen ontvangen geld over te maken naar andere bankrekeningen en te pinnen en/of over te maken naar [medeverdachte] ;
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 5 januari 2024 tot en met 13 februari 2024, te Assen, tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen, te weten meerdere geldbedragen, heeft verworven, heeft overgedragen en heeft omgezet, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
In de zaak met parketnummer 18-398209-24
1. Primair:
hij op 3 september 2024, meermalen,
  • een geldbedrag (van 450 euro) te Hoogeveen, en
  • een geldbedrag (van 2458 euro) te Groningen,
een geldbedrag van in totaal 2908 euro, dat aan [slachtoffer 36] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas en bijbehorende pincode van die [slachtoffer 36] en hiermee meerdere geldbedragen te pinnen;
2. Primair:
hij op 16 september 2024, meermalen,
  • een geldbedrag (van 2500 euro) te Groningen, en
  • een geldbedrag (van 950 euro) te Roden,
een geldbedrag van in totaal 3450 euro, dat aan [slachtoffer 37] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas en bijbehorende pincode van die [slachtoffer 37] en hiermee meerdere geldbedragen te pinnen;
3. Primair:
hij op 27 september 2024 te Haren Gn, gemeente Groningen, een geldbedrag van 2230,82 euro, dat geheel aan [slachtoffer 38] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming gebruik te maken van de bankpas en bijbehorende pincode van die [slachtoffer 38] en hiermee een geldbedrag te pinnen;
4. Primair:
hij op 27 september 2024 te Groningen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een geldbedrag van in totaal 1200 euro, dat geheel of ten dele aan
[slachtoffer 38] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en dat weg te nemen goed onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, zonder toestemming gebruik heeft gemaakt van de bankpas en bijbehorende pincode van die [slachtoffer 38] en hiermee heeft gepind, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer 18/036565-24:
subsidiair: medeplichtigheid aan een beroep of gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen of verlenen van diensten tegen betaling met het oogmerk om zonder volledige levering zich of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren;
medeplegen van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
In de zaak met parketnummer 18-398209-24
primair: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
primair: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
primair: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
primair: poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

5.Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
6
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft primair gevorderd dat aan verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) wordt opgelegd. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat verdachte een lange geschiedenis van delictgedrag heeft, waarbij in de laatste vijf jaren aan verdachte al tweemaal de ISD-maatregel is opgelegd. Aan verdachte zijn sindsdien (onder meer) forse voorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. Dit heeft hem er niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. Tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis is verdachte bovendien meermalen vervallen in het plegen van nieuwe strafbare feiten. Het risico op recidive moet als hoog worden ingeschat. De maatschappij moet daarom beschermd worden tegen het hardnekkig criminele gedrag van verdachte. Om die reden moet aan verdachte de ISD-maatregel worden opgelegd, voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van voorlopige hechtenis.
Subsidiair heeft de officier van justitie een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de ISD-maatregel niet passend is. De rapportages van de reclassering zijn ambivalent ten aanzien van de vraag of aan verdachte een ISD-maatregel moet worden opgelegd. De raadsman acht langdurige vrijheidsbeneming bovendien disproportioneel, mede gelet op de rol die verdachte heeft gehad bij de strafbare feiten.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich als medeplichtige schuldig gemaakt aan een gewoonte maken van online handelsfraude. Op Marktplaats werden goederen te koop aangeboden, die na ontvangst van de betaling door de slachtoffers niet werden geleverd. Verdachte heeft zijn bankrekening en zijn pinpas ter beschikking gesteld en heeft meerdere keren geld gepind en geld laten pinnen door de dader. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door zijn handelen een wezenlijk bijdrage heeft geleverd aan de oplichting. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van geldbedragen.
Verdachte heeft op deze wijze bijgedragen aan de instandhouding van vermogenscriminaliteit. Verdachte heeft kennelijk enkel met het oog op persoonlijk gewin gehandeld. Mede door de handelwijze van verdachte zijn slachtoffers financieel benadeeld. Daarnaast wordt door dit soort feiten ook het algemene vertrouwen dat de maatschappij in online handel en het nakomen van afspraken heeft, aangetast.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het plegen van diefstal met valse sleutels, in verband met bankhelpdeskfraude. Bankhelpdeskfraude is een veelvoorkomende en ingrijpende vorm van fraude, waarbij misbruik wordt gemaakt van het gewekte vertrouwen bij de slachtoffers. Verdachte heeft enkel uit financieel gewin gehandeld en heeft geen oog gehad voor de kwetsbaarheid en de belangen van
de slachtoffers. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte blijkens het hem betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 8 januari 2025 eerder meermaals onherroepelijk is veroordeeld voor vermogensdelicten. Er is al gedurende meer dan dertig jaar sprake van hardnekkige recidive. Hoewel in de afgelopen vijf jaren aan verdachte tweemaal de ISD-maatregel is opgelegd, heeft dit niet tot het gewenste resultaat geleid. Gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis heeft verdachte zich opnieuw schuldig gemaakt aan soortgelijke strafbare feiten.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 14 januari 2025, waaruit blijkt dat het risico op recidive als hoog moet worden ingeschat. Verdachte is gediagnosticeerd met beneden gemiddelde intelligentie, met antisociale trekken, een stoornis in het middelengebruik en een stoornis in impulsbeheersing. De reclassering ziet geen beschermende factoren. Verdachte heeft geen wens tot gedragsverandering of behandeling. De reclassering ziet dan ook geen mogelijkheden tot interventies of toezicht.
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat de maatschappij voor een langere duur moet worden beschermd tegen het hardnekkige criminele gedrag van verdachte. Gelet op het feit dat in de laatste vijf jaren reeds tweemaal een ISD-maatregel is opgelegd, kennelijk zonder effect, acht de rechtbank het thans onwenselijk om aan verdachte nogmaals een ISD-maatregel op te leggen. Omdat de rechtbank minder feiten bewezen acht en de rechtbank ook gewicht heeft toegekend aan de (mindere) rol die verdachte bij de feiten heeft vervuld, zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie geëist. De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de reeds ondergane voorlopige hechtenis, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
In de zaak met parketnummer 18/036565-24:
1. [slachtoffer 23] , tot een bedrag van 325,95 ter zake van materiële schade en
500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ [slachtoffer 5] , tot een bedrag van 515,90 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ [slachtoffer 14] , tot een bedrag van 659,50 ter vergoeding van materiële schade, en 250,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ [slachtoffer 20] , tot een bedrag van 329,95 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ [slachtoffer 11] , tot een bedrag van 515,90 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met
wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
6. [ [slachtoffer 33] , tot een bedrag van 550,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
6. [ [slachtoffer 22] , tot een bedrag van 607,75 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
6. [ [slachtoffer 32] , tot een bedrag van 256,95 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
6. [ [slachtoffer 15] , tot een bedrag van 50,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
6. [ [slachtoffer 35] , tot een bedrag van 200,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
6. [ [slachtoffer 16] , tot een bedrag van 515,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 10] , tot een bedrag van 381,75 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 25] , tot een bedrag van 200,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 27] , tot een bedrag van 612,50 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 18] , tot een bedrag van 467,50 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 21] , tot een bedrag van 500,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 28] , tot een bedrag van 309,25,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 7] en [slachtoffer 6] , tot een bedrag van 709,20 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 4] , tot een bedrag van 131,75 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 1] , tot een bedrag van 206,75 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 30] , tot een bedrag van 206,95 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
12. [ [slachtoffer 2] , tot een bedrag van 106,75 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
In de zaak met parketnummer 18-398209-24:
23. [ [slachtoffer 37] , tot een bedrag van 3.450,- ter vergoeding van materiële schade, en tot een bedrag van 600,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
23. [ [slachtoffer 36] , tot een bedrag van 520,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft in de zaak met parketnummer 18/036565-24 toewijzing gevorderd van alle benadeelde partijen, voor zover de vorderingen zien op materiële schade. Hij vordert daarbij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toewijzing van de wettelijke rente.
In de zaak met parketnummer 18-398209-24 heeft de officier van justitie volledige toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich in de zaak met parketnummer 18/036565-24, gelet op de door hem bepleite integrale vrijspraak ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde, primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering. Subsidiair heeft hij aangevoerd dat de verzoeken tot vergoeding van immateriële schade niet voor toewijzing in aanmerking komen.
De vorderingen die in de zaak met parketnummer 18/398209-24 zijn ingediend heeft de raadsman niet betwist.
Oordeel van de rechtbank
In de zaak met parketnummer 18/036565-24 en 18/307903-24:
Voor zover de rechtbank de betrokkenheid bij het ten laste gelegde bewezen heeft geacht en het gaat om vergoeding van overgemaakte geldbedragen, is het naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partijen de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde; [slachtoffer 1] voor een bedrag van 106,95 en [slachtoffer 2] voor een bedrag van 206,75. Deze vorderingen, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zullen daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit telkens samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom telkens bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank telkens schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte telkens veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Benadeelde partijen [aangever] , [slachtoffer 24] en [slachtoffer 13] hebben zich als benadeelde partij in het strafgeding gevoegd, maar hebben geen bedragen gevorderd. Zij zullen in hun vordering niet- ontvankelijk worden verklaard. Datzelfde geldt voor de resterende benadeelde partijen die vorderingen hebben ingediend, maar ter zake waarvan de rechtbank betrokkenheid van verdachte niet bewezen acht.
In de zaak met parketnummer 18/398209-24:
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partijen [slachtoffer 37] en [slachtoffer 36] de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 primair en het onder 2 primair bewezen verklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zullen daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit telkens samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom telkens bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank telkens schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte telkens veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

8.Vorderingen na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 juni 2022, gewezen onder parketnummer 21/000128-21, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 14 juli 2022 en loopt tot 14 juli 2026. De proeftijd is namelijk verlengd met één jaar bij vonnis van de politierechter van 13 december 2023. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 13 januari 2025 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf.
Voorts is, bij onherroepelijk arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 juni 2022, gewezen onder parketnummer 21/001201-21, verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 14 juli 2022 en loopt tot 14 juli 2025. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 13 januari 2025 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf.

9.Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 47, 48, 57, 311, 326e, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 18/036565-24 onder 1 primair, en hetgeen in de zaak met parketnummer 18/307903-24 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18/036565-24 onder 1 subsidiair en het onder 2 ten laste gelegde, en het in de zaak met parketnummer 18/398209-24 onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 1] te betalen:
  • het bedrag van 206,75 (zegge: tweehonderdzes euro en vijfenzeventig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van 206,75 (zegge: tweehonderdzes euro en vijfenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 januari
2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 2] te betalen:
  • het bedrag van 106,75 (zegge: honderd zes euro en vijfenzeventig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van 106,75 (zegge: honderd zes euro en vijfenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 23] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 23] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 5] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 5] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 14] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 14] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 20] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 20] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 11] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 11] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 33] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 33] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 22] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 22] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 32] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 32] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 15] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 15] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 35] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 35] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 16] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 16] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 10] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 10] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 25] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 25] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 27] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 27] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 18] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 18] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 21] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 21] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 28] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 28] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 7] en [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 7] en [slachtoffer 6] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 4] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 30] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 30] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 13] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 13] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [slachtoffer 24] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer 24] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/0365565-24, feit 1 subsidiair:
Verklaart de vordering van [aangever] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [aangever] de eigen proceskosten draagt.
Ten aanzien van parketnummer 18/398209-24, feit 1 primair:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 36] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 36] te betalen:
  • het bedrag van 4.050,- (zegge: vierduizendvijftig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 september 2024 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 36] aan de Staat te betalen een bedrag van 4.050,- (zegge: vierduizendvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 september 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 3.450,- aan materiële schade en 600,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van parketnummer 18/398209-24, feit 2 primair:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 37] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 37] te betalen:
  • het bedrag van 520,- (zegge: vijfhonderdtwintig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 september 2024 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 36] aan de Staat te betalen een bedrag van 520,- (zegge: vijfhonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 21/000128-21:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden] van 29 juni 2022, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 21/001201-21:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden] van 29 juni 2022, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. L.W. Janssen, rechters, bijgestaan door mr. D.H. Röben, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 februari 2025.
mr. L.W. Janssen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde
opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces- verbaal met OPS-dossiernummer PL0100-2024014464, gesloten op 15 maart 2024.
2 Pagina 31.
3 Pagina 34.
4 Pagina 1 van een aanvullend proces-verbaal van aangifte, geregistreerd onder PL0100-2024119994-2.
5 Pagina 2 van een aanvullend proces-verbaal van aangifte, geregistreerd onder PL0100-2024119994-2.
6 Pagina 3 van een aanvullend proces-verbaal van aangifte, geregistreerd onder PL0100-2024119994-2.
7 Pagina 96.
8 Pagina 97.
9 Pagina 122.
10 Pagina 123.
11 Pagina 167.
12 Pagina 498.
13 Pagina 499.
14 Pagina 500.
15 Pagina 454.
16 De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde
opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces- verbaal met OPS-dossiernummer PL0100-2024276328, gesloten op 9 december 2024.
17 Pagina 12.
18 Pagina 13.
19 Pagina 14.
20 Pagina 43.
21 Pagina 44.
22 Pagina 56.
23 Pagina 16.
24 Pagina 28.
25 Pagina 26.