ECLI:NL:RBNNE:2024:977
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens overtreding van de Leerplichtwet en beoordeling van levensbeschouwelijke bezwaren
In deze zaak heeft de kantonrechter op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het niet inschrijven van haar kind op school, in strijd met de Leerplichtwet 1969. De verdachte, geboren in 1987, heeft aangevoerd dat zij haar dochter thuisonderwijs geeft omdat er geen school in de buurt is die aansluit bij haar levensbeschouwing, het seculier humanisme. De officier van justitie vorderde een geldboete van € 501,00 of 10 dagen vervangende hechtenis, maar de kantonrechter oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat zij in overtreding was van de Leerplichtwet.
De kantonrechter heeft de argumenten van de verdachte zorgvuldig gewogen. De verdachte stelde dat de scholen in de omgeving niet aansluiten bij haar levensbeschouwing en dat zij ernstige bezwaren heeft tegen het onderwijs dat daar wordt aangeboden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bezwaren van de verdachte voldoende concreet en zwaarwegend zijn, en dat het seculier humanisme kan worden aangemerkt als een serieuze levensbeschouwing. De rechter concludeerde dat de verdachte en haar partner in staat zijn om thuisonderwijs te geven en dat de sociale ontwikkeling van hun dochter voldoende wordt gewaarborgd door deelname aan activiteiten met andere kinderen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat niet bewezen is dat de verdachte in strijd heeft gehandeld met de Leerplichtwet, en heeft zij de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Dit vonnis benadrukt de noodzaak om de levensbeschouwelijke bezwaren van ouders serieus te nemen in het kader van de Leerplichtwet.