Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 4 januari 2023, te of bij [plaats] , in elk geval in de gemeente de Fryske Marren, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (te weten een
bedrijfs/bestelauto, merk Fiat, type Ducato), voorzien van het kenteken [nummer] , daarmede rijdende over de weg, de [snelweg] (komende vanuit [plaats] en gaande in de
richting van [plaats] ), alwaar een (langzaam rijdende en/of stilstaande) file was ontstaan ((mede) tengevolge van een gekantelde vrachtwagen), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden.
door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- een motorrijtuig te besturen en ondertussen een mobiel telefoontoestel vast te houden en/of
ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en/of daarop (voortdurend) berichten te verzenden en/of te ontvangen en/of
- een waarschuwingsbord waarop werd gewaarschuwd voor mogelijke filevorming en/of een
matrixbord/tekstkar met de tekst: kans op file (onopgemerkt) te passeren en/of in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, althans zodanig te regelen dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was (vervolgens) met (nagenoeg) onverminderde snelheid (ongeveer 111 km/h) door te rijden en/of vervolgens af te rijden op een of meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vóór hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen,
waardoor, althans mede waardoor, er een aanrijding of botsing is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en die een of meer zich (onmiddellijk) vóór hem op die weg bevindende motorrijtuigen, waaronder het motorrijtuig ( van het merk Peugeot, type 206), voorzien van het kenteken [nummer] , waardoor de bestuurster van dat motorrijtuig, genaamd
[slachtoffer 1] , zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) hersenletsel en/of drie gebroken ribben of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij of omstreeks 4 januari 2023, te of bij [plaats] , in elk geval in de gemeente de Fryske Marren, als bestuurder van een voertuig/motorrijtuig (te weten een bedrijfs/bestelauto, merk Fiat, type Ducato), voorzien van het kenteken [nummer] , daarmee rijdende op de weg, de [snelweg] , (komende vanuit [plaats] en gaande in de richting van [plaats] ), alwaar een (langzaam rijdende en/of stilstaande) file was ontstaan ((mede) tengevolge van een gekantelde vrachtwagen), zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- een motorrijtuig te besturen en ondertussen een mobiel telefoontoestel vast te houden en/of
ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en/of daarop (voortdurend) berichten (met bijlagen) te verzenden en/of te ontvangen en/of
- een waarschuwingsbord waarop werd gewaarschuwd voor mogelijke filevorming en/of een
matrixbord/tekstkar met de tekst: kans op file (onopgemerkt) te passeren en/of in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, althans zodanig te regelen dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was (vervolgens) met (nagenoeg) onverminderde snelheid (ongeveer 111 km/h) door te rijden en/of vervolgens af te rijden op een of meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vóór hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen,
waardoor, althans mede waardoor, er een aanrijding of botsing is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en die een of meer zich (onmiddellijk) vóór hem op die weg bevindende motorrijtuigen, waaronder het motorrijtuig (van het merk Peugeot, type 206),
voorzien van het kenteken [nummer] , waarin (onder meer) de bestuurster, [slachtoffer 1] was gezeten,
(mede) waardoor voornoemde bestuurster van dat motorrijtuig, zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) hersenletsel en/of drie gebroken ribben of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
2.
hij of omstreeks 4 januari 2023, te of bij [plaats] , in elk geval in de gemeente de Fryske Marren,als bestuurder van een voertuig/motorrijtuig (te weten een bedrijfs/bestelauto, merk Fiat, type Ducato), voorzien van het kenteken [nummer] , daarmee rijdende op de weg, de [snelweg] , (komende vanuit [plaats] en gaande in de richting van [plaats] ), alwaar een (langzaam rijdende en/of stilstaande) file was ontstaan ((mede) tengevolge van een gekantelde vrachtwagen), zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- een motorrijtuig te besturen en ondertussen een mobiel telefoontoestel vast te houden en/of
ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en/of daarop (voortdurend) berichten (met bijlagen) te verzenden en/of te ontvangen en/of
- een waarschuwingsbord waarop werd gewaarschuwd voor mogelijke filevorming en/of een
matrixbord/tekstkar met de tekst: kans op file (onopgemerkt) te passeren en/of in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, althans zodanig te regelen dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was (vervolgens) met (nagenoeg) onverminderde snelheid (ongeveer 111 km/h) door te rijden en/of vervolgens af te rijden op een of meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vóór hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen,
waardoor, althans mede waardoor, er een aanrijding of botsing is ontstaan tussen dat door verdachte bestuurde motorrijtuig en die een of meer zich (onmiddellijk) vóór hem op die weg
bevindende motorrijtuigen, waaronder (respectievelijk) het motorrijtuig ( van het merk Peugeot, type 206), voorzien van het kenteken [nummer] en/of het motorrijtuig (personenauto van het merk/type Nissan Note), voorzien van het kenteken [nummer] en/of het motorrijtuig (personenauto van het merk/type Renault Clio), voorzien van het kenteken [nummer] en/of het motorrijtuig (personenauto van het merk/type Peugeot 207SW), voorzien van het kenteken [nummer] ,
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) (respectievelijk) de inzittende [slachtoffer 2] en/of bestuur(st)(d)er(s), te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] van voornoemde motorijtuig(en) te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij of omstreeks 4 januari 2023, te of bij [plaats] , in elk geval in de gemeente de Fryske Marren, als bestuurder van een voertuig/motorrijtuig (te weten een bedrijfs/bestelauto, merk Fiat, type Ducato), voorzien van het kenteken [nummer] , daarmee rijdende op de weg, de [snelweg] , (komende vanuit [plaats] en gaande in de richting van [plaats] ), alwaar een (langzaam rijdende en/of stilstaande) file was ontstaan ((mede) tengevolge van een gekantelde), zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- een motorrijtuig te besturen en ondertussen een mobiel telefoontoestel vast te houden en/of
ondertussen in dat motorrijtuig allerlei handelingen met een mobiel telefoontoestel te verrichten en/of daarop (voortdurend) berichten (met bijlagen) te verzenden en/of te ontvangen en/of
- een waarschuwingsbord waarop werd gewaarschuwd voor mogelijke filevorming en/of een
matrixbord/tekstkar met de tekst: kans op file (onopgemerkt) te passeren en/of in plaats van de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te matigen/minderen, althans zodanig te regelen dat hij, verdachte, in staat was zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was (vervolgens) met (nagenoeg) onverminderde snelheid (ongeveer 111 km/h) door te rijden en/of vervolgens af te rijden op een of meerdere zich op dat moment (onmiddellijk) vóór hem, verdachte, op die weg in die file bevindende motorrijtuigen,
waaronder (respectievelijk) het motorrijtuig ( van het merk Peugeot, type 206), voorzien van het kenteken [nummer] en/of het motorrijtuig (personenauto van het merk/type Nissan Note), voorzien van het kenteken [nummer] en/of het motorrijtuig (personenauto van het merk/type Renault Clio), voorzien van het kenteken [nummer] en/of het motorrijtuig (personenauto van het merk/type Peugeot 207SW), voorzien van het kenteken [nummer] ,
waarin (respectievelijk) [slachtoffer 2] als inzittende en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] als bestuur(st)(d)ers van voornoemde motorrijtuigen waren gezeten,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1 primair en feit 2 primair. De officier van justitie heeft aangevoerd dat verdachte zich roekeloos in de zin van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) heeft gedragen en dat daarmee ook sprake is van roekeloosheid in de zin van artikel 6 van de WVW. Gezien de rijrichting van de verdachte was er op de vluchtstrook aan de rechterkant van de A6 een waarschuwingsbord geplaatst waarop aangegeven stond dat er kans op file was. Verdachte is dit waarschuwingsbord ongemerkt gepasseerd. Verdachte heeft met een snelheid van rond de 111 kilometer per uur gereden, terwijl de maximumsnelheid 100 kilometer per uur bedroeg. Daarnaast is uit het onderzoek duidelijk geworden dat verdachte zijn mobiele telefoon heeft gebruikt. In de auto is, na de aanrijding, geen houder voor de mobiele telefoon aangetroffen. Gelet hierop en gelet op de gebruikte afkorting indd in het WhatsApp-bericht is volgens de officier van justitie wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte zijn telefoon heeft vastgehouden en daarmee handelingen heeft verricht kort voor het ongeval. Verdachte heeft hiermee in ernstige mate verschillende verkeersregels overtreden. Bovendien is er in ieder geval sprake geweest van voorwaardelijk opzet omdat verdachte tijdens het rijden gebruik heeft gemaakt van zijn mobiele telefoon. Er is dus ook sprake van dubbel opzet op het schenden van de verkeersregels. Tot slot staat ook vast dat er sprake is van zwaar lichamelijk letsel bij slachtoffer [slachtoffer 1] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1 en feit 2. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat er geen sprake is van roekeloosheid. Verdachte heeft de maximale snelheid slechts in zeer geringe mate overschreden. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij het WhatsApp- bericht aan zijn telefoon heeft gedicteerd en dat hij zijn telefoon in een houder had. Bovendien zaten er een aantal seconden tussen het moment van het versturen van het WhatsApp-bericht en de aanrijding.
Dat verdachte ten tijde van het ongeval met zijn telefoon bezig was of deze in zijn handen had, kan dus niet worden bewezen. Ook heeft de raadsman erop gewezen dat meerdere slachtoffers verklaren het hierboven vermelde waarschuwingsbord niet te hebben gezien. Verdachte heeft de verkeersegels niet of slechts in zeer geringe mate overtreden. Er is sprake geweest van een tijdelijke onoplettendheid. Dat is onvoldoende om (voorwaardelijke) opzet of schuld aan te nemen.
Oordeel van de rechtbank1
Bewijsmiddelen
Op 4 januari 2023 stond er een file op de A6, komende uit de richting van [plaats] en gaande richting [plaats] , vlak voorbij de afslag [plaats] . Deze file werd veroorzaakt door een gekantelde vrachtauto verderop diezelfde weg en rijrichting.2
Door Rijkswaterstaat is om 16:34 uur bij hectometerpaal 292,5 een actiewagen geplaatst met daarop de tekst Let op kans op file en daaronder een waarschuwingsbord J33.3
Verdachte reed in een bedrijfsauto van het merk Fiat, type Ducato, met het kenteken [nummer] (hierna: de Fiat).4 Verdachte heeft verklaard dat hij op 4 januari 2023 rond 16:30 uur is vertrokken van zijn werk in [plaats] richting [plaats] en dat hij de actiewagen en het waarschuwingsbord niet heeft gezien.5 Verdachte reed op het moment van plaatsen van de voornoemde actiewagen nog op het industrieterrein van [plaats] . Hierdoor kan worden gesteld dat verdachte de actiewagen met daarop de waarschuwing dus gepasseerd moet zijn.6
Om 16:49:32 uur komt via 112 de eerste melding binnen van de aanrijding op de A6 bij [plaats] .7 Naar het ongeval is onderzoek gedaan. Uit de verkeersongevallenanalyse blijkt dat het ongeval in de buurt van hectometerpaal 297,4 heeft plaatsgevonden. Dit betreft een recht weggedeelte. De rijbaan is door middel van een onderbroken streep verdeeld in twee rijstroken. De ter plaatse toegestane maximum snelheid betreft op dit tijdstip 100 kilometer per uur.8
Uit het onderzoek volgt voorts dat verdachte met de voorzijde van de Fiat is gebotst tegen de achterzijde van een personenauto merk Peugeot, type 206, met kenteken [nummer] .9 Deze auto werd bestuurd door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] was als inzittende in deze auto aanwezig.10 Door de botsing roteerde de Peugeot 206 met de klok mee en botste vervolgens met de achterzijde tegen de achterzijde van een personenauto merk Nissan, type Note, met kenteken [nummer] .11 Dit voertuig werd bestuurd door de heer [slachtoffer 3] .12 De Nissan Note werd ook aangereden door de Fiat. De Fiat botste daarna tegen de achterzijde van een personenauto merk Renault, type Clio, met kenteken [nummer] .13 M.M.H. [slachtoffer 4] was de bestuurder van deze auto.14 Vervolgens botste de Fiat tegen de achterzijde van een personenauto merk Peugeot, type 207SW, met kenteken [nummer] , en bleef aan deze auto verhaakt.15Deze Peugeot werd door [slachtoffer 5] bestuurd.16 Volgens de verbalisanten is het ongeval niet te wijten aan technisch gebrek, maar moet worden gezocht in een rij- of beoordelingsfout van de bestuurder van de Fiat. De bestuurder van de Fiat heeft zijn voertuig niet tot stilstand kunnen brengen over de afstand waarover de weg vrij was en waarover de weg te overzien was.17
In de Fiat was een blackbox aanwezig waaruit gegevens zijn uitgelezen. Uit deze gegevens volgt dat verdachte gemiddeld 109 kilometer per uur heeft gereden tussen de oprit die hij heeft gebruikt om de A6 op te rijden en de plek van het ongeluk. Op de coördinaten nabij de botsing was de hoogst geregistreerde snelheid van het voertuig 111 kilometer per uur.18
Onder verdachte is een Samsung-telefoon in beslag genomen.19 De politie heeft onderzocht of deze telefoon werd gebruikt omstreeks het moment waarop het ongeval had plaatsgevonden. De politie zag vervolgens dat op 4 januari 2023 om 16:48:20 uur met deze telefoon het volgende Whatsapp-bericht was verstuurd:
Ik denk dat het met opmerkingen straks vanzelf wel af zal nemen. Het zal voor hem waarschijnlijk ook een stukje frustratie in combinatie met verdriet zijn wat er op de meest makkelijke manier uit komt, namelijk richting jou. Misschien klinkt het heel lullig wat ik nu zeg maar ik bedoel het niet kut ofzo. Ik probeer het iets in te schatten. Maar mocht ik wel redelijk goed zitten met mijn denkwijze, dan zal het straks vanzelf af nemen met de opmerkingen enzo. Maar ook dat heeft tijd nodig, en probeer er niet te veel aan te hangen indd.20
Verdachte heeft verklaard dat hij dit bericht heeft verstuurd.21
Slachtoffer [slachtoffer 1] is door een traumahelikopter naar het ziekenhuis in Zwolle gebracht. Zij heeft verklaard dat zij door het ongeluk onder andere hersenletsel en drie gebroken ribben heeft opgelopen.22
De geneeskundige verklaring bevestigt dit en geeft daarbij aan een geschatte duur van genezing van één jaar.23
Feitelijke conclusies van de rechtbank
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte vlak voor het ongeluk met zijn mobiele telefoon een WhatsApp- bericht heeft verstuurd. Door verdachte is naar voren gebracht dat hij dit bericht niet handmatig heeft getypt, maar heeft laten opstellen door middel van spraakdicteren. De rechtbank vindt deze verklaring van verdachte niet geloofwaardig en overweegt hiertoe als volgt. In het WhatsApp-bericht is de afkorting indd opgenomen. Door verdachte is ter zitting verklaard dat hij deze afkorting in het normale spraakgebruik niet gebruikt, maar het woord inderdaad voluit zegt. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat zijn telefoon het woord inderdaad voluit schrijft, als hij het woord inderdaad voluit zegt. Gelet op deze verklaring van verdachte vindt de rechtbank het niet geloofwaardig dat verdachte bij het dicteren van het WhatsApp- bericht de afkorting indd zou hebben gebruikt. Daarnaast kan op basis van de verklaring van verdachte ook worden uitgesloten dat zijn telefoon indd heeft geschreven terwijl verdachte inderdaad zou hebben gezegd. Daar komt bij dat uit het dossier volgt dat om een punt en komma in het bericht te plaatsen verdachte de woorden punt en komma hardop heeft moeten uitspreken. Ook dit ligt niet voor de hand. Tot slot weegt de rechtbank mee dat verdachte over het WhatsApp-bericht wisselende verklaringen heeft afgelegd. In eerste instantie heeft verdachte bij de politie verklaard dat hij zijn mobiel niet tijdens het rijden heeft gebruikt. Nadat verdachte werd geconfronteerd met het WhatsApp-bericht heeft hij eerst verklaard dat hij zich het bericht niet kon herinneren, waarna hij vervolgens heeft verklaard dat hij het bericht via spraak heeft verstuurd. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte het WhatsApp- bericht handmatig heeft gemaakt door dit in te typen en dat hij dit vervolgens handmatig heeft verstuurd.
Uit het rapport van de verkeersongevallenanalyse volgt dat de verbalisanten geen telefoonhouder in de Fiat die verdachte bestuurde hebben aangetroffen. Verdachte heeft ter zitting gemotiveerd aangegeven dat er, anders dan door de politie is geverbaliseerd, wel degelijk een telefoonhouder in de bedrijfsauto aanwezig was en dat zijn telefoon daarin zat. Hij heeft aangegeven dat hij een telefoonhouder uit de Fiat heeft gehaald en deze in een nieuwe bus van zijn werkgever heeft geplaatst. Verdachte heeft ter terechtzitting een foto overgelegd van zijn nieuwe bus met daarop zichtbaar twee telefoonhouders.
Volgens verdachte waren deze telefoonhouders op dezelfde wijze in de Fiat gemonteerd. De rechtbank stelt vast dat het dossier geen fotos of ander bewijsmateriaal bevat waaruit kan worden afgeleid dat er geen telefoonhouder in de Fiat van verdachte aanwezig was. In het dossier zijn daarnaast geen bewijsmiddelen aanwezig op basis waarvan kan worden vastgesteld dat verdachte tijdens het rijden zijn telefoon heeft vastgehouden. Het onderzoek naar de telefoon van verdachte geeft hier ook geen uitsluitsel over. Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank niet overtuigend bewezen dat verdachte zijn telefoon in zijn hand heeft gehad toen hij het bericht typte.
Dit neemt echter geenszins weg dat verdachte door handmatig het bericht te typen voor langere tijd afgeleid moet zijn geweest, ook als de telefoon steeds in een houder zou hebben gezeten. Het door verdachte handmatig verstuurde WhatsApp-bericht heeft namelijk meer dan 500 tekens. Gelet hierop kan het niet anders zijn dan dat verdachte zich voor een langere tijd heeft laten afleiden door zijn telefoon en heeft verdachte zijn aandacht niet of niet voortdurend op de weg voor hem gehouden. Anders dan door de verdediging bepleit is er dus geen sprake geweest van een tijdelijke onoplettendheid.
Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat verdachte bij het rijden over de A6 een tekstkar die daar was geplaatst door Rijkswaterstaat niet heeft gezien. Verdachte heeft dus niet gelet op het verkeersteken dat hem waarschuwde voor een mogelijke file. Bovendien volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte ten tijde van het ongeval met een snelheid van ongeveer 111 kilometer per uur reed terwijl de maximumsnelheid op dat tijdstip 100 kilometer per uur was. Verdachte heeft zich dus niet aan de maximumsnelheid
gehouden. De rechtbank merkt op dat het niet waarnemen van het waarschuwingsbord en de te hoge snelheid goed passen bij het voor langere tijd niet houden van de aandacht bij de weg door het typen van het bericht en het hierdoor te laat opmerken van de file.
Juridische conclusies van de rechtbank ten aanzien van feit 1
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld welke juridische conclusies aan deze feitelijke vaststellingen zijn te verbinden.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij als bestuurder van een motorrijtuig zodanig heeft gereden dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend te rijden.
Voor een bewezenverklaring ter zake van artikel 6 WVW is vereist dat verdachte ten aanzien van het verkeersongeval schuld in de zin van artikel 6 WVW kan worden verweten. Schuld in juridische zin kan bestaan in verschillende gradaties. Dit loopt van aanmerkelijk onvoorzichtig tot roekeloos handelen.
Roekeloos geldt hierbij als de zwaarste vorm van schuld. Onvoorzichtig of onoplettend handelen op zichzelf is niet voldoende om tot een bewezenverklaring van schuld te komen.
Bij de beantwoording van de vraag in welke mate er sprake is van schuld gaat het om het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst ervan en de overige omstandigheden van het geval. Uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer kan niet worden afgeleid dat er sprake is van schuld.
Aangezien de officier van justitie roekeloosheid ten laste heeft gelegd en hiervoor ook veroordeling heeft gevorderd, zal de rechtbank eerst beoordelen of sprake is van roekeloosheid.
Roekeloosheid ex artikel 5a WVW
Met de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten heeft de wetgever het begrip roekeloosheid nader ingevuld en zo het toepassingsbereik daarvan willen verbreden. Daartoe is in artikel 175 WVW, dat de strafbepaling van artikel 6 WVW bevat, aan het tweede lid toegevoegd dat van roekeloosheid in elk geval sprake is als het gedrag ook als overtreding van artikel 5a, eerste lid, WVW kan worden aangemerkt. De rechtbank zal dan ook eerst beoordelen of het gedrag van verdachte dat heeft geleid tot het ongeval voldoet aan de delictsomschrijving van het eerste lid van artikel 5a WVW. Is dat het geval, dan bestaat de schuld daarmee uit roekeloosheid.
Uit artikel 5a WVW volgt dat de rechtbank moet beoordelen of verdachte (a) verkeersregels heeft geschonden, (b) of hij dat in ernstige mate heeft gedaan, (c) of hij dat opzettelijk heeft gedaan en (d) of daarvoor gevaar te duchten was voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen.
( a)
Schending verkeersregels
In het eerste lid van artikel 5a WVW zijn onder a tot en met m verkeersgedragingen opgenomen die als grondslag voor een veroordeling ter zake van artikel 5a WVW aangemerkt zouden kunnen worden. De opsomming in artikel 5a WVW is niet limitatief.
Onder k is opgenomen tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden. Uit jurisprudentie volgt dat het enkel bedienen van een mobiele telefoon niet verboden is. Het moet gaan om het vasthouden van de telefoon.24 Zoals hierboven door de rechtbank is overwogen kan niet bewezen worden dat verdachte de telefoon daadwerkelijk heeft vastgehouden toen hij het bericht typte. Dit betekent dat de rechtbank wel bewezen vindt dat verdachte tijdens het rijden zijn mobiele telefoon heeft bediend, maar niet bewezen vindt dat hij zijn mobiele telefoon heeft vastgehouden. Daarmee valt deze gedraging dan ook niet onder lid één onder k van artikel 5a WVW.
De rechtbank stelt vast dat verdachte tijdens het rijden gedurende langere tijd handelingen met zijn telefoon heeft verricht, de maximumsnelheid heeft overschreden (artikel 5a lid 1 onder g WVW) en dat hij een verkeersteken, te weten een waarschuwingsbord (kans op file), heeft gepasseerd zonder dit waar te nemen. Verdachte heeft dus verkeersregels geschonden.
Uit de wetsgeschiedenis van artikel 5a WVW volgt dat dit artikel bedoeld is voor een beperkt aantal zaken. Het gaat hier om zaken waarin sprake is van zeer ernstige verkeersdelicten. 25 Met het verrichten van een of meer van de gedragingen zoals opgenomen in het artikel staat niet al vast dat opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels zijn geschonden.26 Bij het schenden van een verkeersregel in ernstige mate kan volgens de memorie van toelichting worden gedacht aan het meerdere malen negeren van een rood kruis, het meerdere keren rijden door rood licht, voor een langere periode met een hoge snelheid rijden, continu over een vluchtstrook blijven rijden terwijl dat niet is toegestaan of een combinatie van gedragingen.27
Verdachte heeft tijdens het rijden gedurende langere tijd handelingen met zijn telefoon verricht, één waarschuwingsbord gemist en de maximum snelheid met 11 kilometer per uur overschreden. Deze gedragingen, ook in samenhang gezien, zijn naar het oordeel van de rechtbank niet zodanig dat daarmee kan worden gesproken van een ernstige schending van de verkeersregels als bedoeld in artikel 5a WVW.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet is voldaan aan de delictsomschrijving van artikel 5a WVW. Gelet hierop kan niet door middel van de koppelbepaling van het tweede lid van artikel 175 WVW tot een bewezenverklaring van roekeloosheid worden gekomen.
Roekeloosheid ex artikelen 6 en 175 WVW
Nu niet is voldaan aan delictsomschrijving van artikel 5a WVW zal de rechtbank nog moeten beoordelen of wel is voldaan aan roekeloosheid zoals bedoeld in de artikelen 6 en 175 WVW. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat sprake is van roekeloosheid als door een buitengewoon onvoorzichtige gedraging van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen en dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn.28 Mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de gedragingen van verdachte niet kunnen worden aangemerkt als buitengewoon onvoorzichtige gedragingen. Ook van roekeloosheid in de zin van artikelen 6 en 175 WVW is naar het oordeel van de rechtbank dus geen sprake. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het bestanddeel roekeloosheid.
Zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend
Aangezien er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is van roekeloosheid, moet beoordeeld worden welke mate van schuld verdachte wel kan worden verweten.
De gedragingen en verkeersovertredingen van verdachte zijn naar hun aard en ernst zodanig dat de rechtbank van oordeel is dat verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden. De rechtbank stelt voorts vast dat het ongeval het gevolg is van het handelen van verdachte: door zijn onvoorzichtigheid en onoplettendheid heeft hij de file niet tijdig waargenomen en is het ongeval ontstaan.
Zwaar lichamelijk letsel
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van zwaar lichamelijk letsel kunnen de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel als algemene gezichtspunten gelden.
Het slachtoffer heeft onder meer drie gebroken ribben en hersenletsel opgelopen. De geschatte genezingsduur is gesteld op één jaar. De rechtbank is van oordeel dat het letsel dient te worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 6 WVW.
De rechtbank acht gelet hierop bewezen dat als gevolg van de ernstige schuld van de verdachte aan het verkeersongeval bij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel is ontstaan.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
Vrijspraak feit 2 primair
Aan verdachte is onder 2 primair verweten dat hij zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden en dat hierdoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was. Gelet op dat wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen ten aanzien van artikel 5a WVW zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder 2 primair ten laste gelegde.
Bewijsoverweging feit 2 subsidiair
Aan verdachte is onder feit 2 subsidiair verweten dat hij zich zodanig heeft gedragen dat daarmee gevaar op de weg wordt veroorzaakt. De rechtbank acht op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen, en dat wat hierboven is overwogen ten aanzien van feit 1 primair, feit 2 subsidiair wettig en overtuigend bewezen.