ECLI:NL:RBNNE:2024:939

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 maart 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
LEE 22/4503
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.R. Koning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring tenaamstelling kenteken landbouwvoertuig door RDW

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 13 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen de vervallenverklaring van de tenaamstelling van zijn landbouwvoertuig behandeld. Eiser had op 1 november 2021 een registratie aangevraagd voor zijn voertuig, maar de RDW verklaarde de tenaamstelling op 3 juni 2022 vervallen omdat het voertuig al eerder was ingeschreven onder een ander kenteken. Eiser stelde dat hij de juiste procedure had gevolgd en dat de RDW onterecht de tenaamstelling had vernietigd. De rechtbank oordeelt dat de RDW terecht heeft gehandeld, aangezien de inschrijving en tenaamstelling berustten op een fout. De rechtbank wijst erop dat de wetgeving vereist dat de RDW de tenaamstelling weigert indien het voertuig al geregistreerd is. Eiser had weliswaar een kenteken ontvangen, maar dit was abusievelijk gebeurd. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 22/4503

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 maart 2024 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

en

de directie van de Rijksdienst voor het wegverkeer, de RDW

(gemachtigde: I.J. Brouwer).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser met betrekking tot het vervallen verklaren van de tenaamstelling van het kenteken [kenteken 1].
1.1.
Met het bestreden besluit van 11 november 2022 op het bezwaar van eiser is de RDW bij de vervallenverklaring van de tenaamstelling gebleven.
1.2.
De RDW heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van de RDW.

Totstandkoming van het besluit

2. Op 1 november 2021 heeft eiser een registratie aangevraagd voor een landbouwvoertuig met internationaal voertuig identificatienummer (VIN) [VIN].
2.1.
Het voertuig is op 1 november 2021 geregistreerd door de RDW onder het kenteken [kenteken 1].
2.2.
De RDW heeft de tenaamstelling van het kenteken [kenteken 1] met het besluit van 3 juni 2022 vervallen verklaard omdat er voor het voertuig al een registratie bekend is.
2.3.
Eiser heeft op 15 juli 2022 een bezwaar ingediend tegen het besluit van
3 juni 2022. De RDW heeft het bezwaar met het bestreden besluit van 11 november 2022 ongegrond verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de RDW het bezwaar van eiser tegen de vervallenverklaring van de tenaamstelling van het kenteken [kenteken 1] terecht ongegrond heeft verklaard. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
4. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
5. Artikel 58y, eerste lid, van het Kentekenreglement (KR) zoals dat gold tot 1 januari 2022, bepaalde dat overeenkomstig de artikelen 58z en 58aa van het KR de eigenaar of houder de inschrijving en tenaamstelling aanvraagt van:
a. een landbouw- of bosbouwtrekker die, motorrijtuig met beperkte snelheid dat of aanhangwagen die uitsluitend bestemd is om te worden voortbewogen door een landbouw- of bosbouwtrekker, motorrijtuig met beperkte snelheid of mobiele machine, die voor 1 januari 2021 in het verkeer is gebracht en waarvoor de eerste inschrijving en tenaamstelling wordt gevraagd;
[…]
Artikel 58y, tweede lid, van het KR bepaalde dat indien geen sprake is van een voertuig als bedoeld in het eerste lid of niet aan de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 58z en 58aa van het KR, is voldaan, de inschrijving en tenaamstelling slechts kan geschieden overeenkomstig artikel 25 van het KR.
5.1.
Artikel 58aa, eerste lid, aanhef en onder b, van het KR, zoals dat gold tot
1 januari 2022, bepaalde dat de RDW de inschrijving en tenaamstelling weigert indien het voertuig reeds is ingeschreven en te naam gesteld.
5.2.
Artikel 51a, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw) bepaalt dat een tenaamstelling in het kentekenregister overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels vervallen wordt verklaard indien blijkt dat de tenaamstelling kennelijk abusievelijk heeft plaatsgevonden.
Is de tenaamstelling van 1 november 2021 terecht vervallen verklaard?
6. Eiser stelt dat het landbouwkenteken onterecht is vernietigd door verweerder. Hij voert hiervoor aan dat hij de volledige procedure van de RDW heeft gevolgd en hij daarop daadwerkelijk een kenteken heeft ontvangen. Ook voert eiser aan dat in de hele procedure van de RDW nergens stond dat eiser geen landbouwkenteken mocht aanvragen als het voertuig al een ander kenteken had op het moment van aanvraag. Ook stelt eiser zich op het standpunt dat door het verstrekken van een nieuw kenteken altijd de eerdere documenten vervallen en dat het gelet op het feit dat aan eiser een kenteken is verstrekt het dus wel mogelijk is aan eiser een kenteken te verstrekken. Tot slot voert eiser aan dat het in 2021 mogelijk was om tegen lagere kosten het voertuig als landbouwvoertuig te laten registeren. Nu komt hij, als hij alsnog het voertuig wil laten registreren als landbouwvoertuig, voor hogere kosten te staan omdat het voertuig nu gekeurd zou moeten worden bij een keuringsstation. Daarnaast geeft eiser nog aan, tweemaal een boete te hebben ontvangen van € 409,- omdat het voertuig niet APK is gekeurd. Tegen deze boetebesluiten heeft eiser naar eigen zeggen bezwaarprocedures lopen.
6.1.
De RDW voert aan dat de aanvraag tot inschrijving en tenaamstelling voor het voertuig met het VIN [VIN] op 1 november 2021 is toegewezen. Door een e-mail van
30 mei 2022 van eiser heeft RDW onderzoek naar deze tenaamstelling gedaan. Na dit onderzoek is gebleken dat er twee kentekens stonden geregistreerd voor het voertuig met het VIN [VIN]. Gebleken is, aldus de RDW, dat tijdens de aanvraag op 1 november 2021 sprake was van een andere merkcode dan zoals geregistreerd bij het kenteken [kenteken 2]. Hierdoor is het kenteken [kenteken 1] afgegeven. Omdat het voertuig al was ingeschreven met het kenteken [kenteken 2] had de aanvraag van 1 november 2021 op grond van artikel 58aa, eerste lid, aanhef en onder b, van het KR moeten worden geweigerd. De RDW stelt dat het kenteken [kenteken 1] abusievelijk is afgegeven. Daarom is op grond van artikel 51a, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wvw de tenaamstelling van het voertuig met het kenteken [kenteken 1] met ingang van 3 juni 2022 vervallen verklaard. Tot slot voert de RDW aan dat ook in 2021 gold dat een aanhanger bij een keuringsstation gekeurd zou moeten worden om aan te kunnen tonen dat de aanhanger is gewijzigd naar een landbouwvoertuig. Om die reden komt eiser volgens de RDW niet in aanmerking voor de conversie. Daarnaast is de boete met controledatum 30 mei 2022 ingetrokken omdat eiser toen nog in de veronderstelling was dat het kenteken [kenteken 2] niet meer geldig was, de boete met controledatum 29 november 2022 blijft van kracht omdat eiser bij besluit van 3 juni 2022 op de hoogte was dat het kenteken [kenteken 2] nog steeds op zijn naam stond.
6.2.
De rechtbank overweegt dat het vanaf 1 januari 2021 verplicht is om landbouwvoertuigen te registreren in het kentekenregister van de RDW. Voor landbouwvoertuigen die voor 1 januari 2021 al op de weg rondreden, was voorzien in een conversieperiode. De periode liep van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Landbouwvoertuigen konden in deze periode digitaal, zonder fysieke schouw, worden geregistreerd. Deze conversie gold enkel voor voertuigen die nog niet eerder waren geregistreerd. Voor voertuigen die niet aan de voorwaarden uit artikel 58y, eerste lid, van het KR, zoals dat destijds gold, voldeden, kon de inschrijving en tenaamstelling slechts plaatsvinden via het reguliere traject overeenkomstig artikel 25 van het KR. Het is de rechtbank duidelijk geworden dat eiser een aanvraag tot inschrijving en tenaamstelling heeft gedaan in de veronderstelling dat zijn voertuig met het kenteken [kenteken 2] aan de voorwaarden voor de conversie voldeed en dat hij daarmee zonder kosten te hoeven maken voor een schouw van het voertuig, het voertuig digitaal kon laten registreren.
6.3.
Ook al was eiser in de veronderstelling dat hij aan de voorwaarden voor de conversie voldeed, is de rechtbank van oordeel dat de RDW de tenaamstelling van het voertuig met het kenteken [kenteken 1] terecht vervallen heeft verklaard. Eiser heeft weliswaar een kenteken ontvangen voor het voertuig met het VIN [VIN], echter had de RDW op grond van artikel 58aa, eerste lid, aanhef en onder b, van het KR de inschrijving en tenaamstelling moeten weigeren omdat het voertuig al was ingeschreven en te naam gesteld onder het kenteken [kenteken 2]. De rechtbank is van oordeel dat de inschrijving en tenaamstelling berusten op een fout waardoor de RDW terecht op grond van artikel 51a, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wvw de tenaamstelling in het kentekenregister vervallen heeft verklaard.
6.4.
Eiser heeft gesteld dat hij, als hij zijn aanhanger nu zou omzetten naar een landbouwvoertuig, hogere kosten zou moeten maken. Voor zover hij daarmee
een verzoek wilde doen om vergoeding van de schade die hij als gevolg van het (bestreden) besluit heeft geleden, is de rechtbank van oordeel dat dit verzoek niet kan worden toegewezen, omdat geen sprake is van een door de RDW onrechtmatig genomen besluit. Daar komt bij dat eiser, nu zijn aanhanger al was geregistreerd, ook in de conversieperiode aangewezen zou zijn geweest op een zichtkeuring met de daaraan verbonden kosten. Voor zover eiser heeft beoogd op te komen tegen de hem opgelegde boetes overweegt de rechtbank dat de RDW de boete met controledatum 30 mei 2022 heeft ingetrokken. Tegen de boete met controledatum 29 november 2022 heeft eiser een bezwaarprocedure lopen, de rechtbank kan daar in deze zaak dan ook geen uitspraak over doen.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R. Koning, rechter, in aanwezigheid van
mr. K. Lenting, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.