Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en de standpunten van de belanghebbenden
4.De beoordeling
5.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 30 januari 2024 een beschikking gegeven inzake het herstel van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, hierna te noemen [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 14 december 2023 een verzoek ingediend tot herstel van het gezag van de moeder, na een periode waarin [minderjarige] onder toezicht stond en eerder bij zijn grootouders en later bij zijn vader heeft gewoond. De rechtbank heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de Raad en de voogd aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds augustus 2022 bij zijn moeder en stiefvader woont en dat deze situatie hem goed doet. De Raad en de GI hebben het verzoek tot herstel van het gezag ondersteund, ondanks zorgen over drugsgebruik binnen het gezin. De rechtbank heeft overwogen dat herstel van het gezag in het belang van [minderjarige] is, omdat de moeder in staat is om de verantwoordelijkheid voor zijn verzorging en opvoeding te dragen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het gezag van de moeder over [minderjarige] onmiddellijk hersteld is. De rechtbank heeft ook benadrukt dat het belang van het kind voorop staat in deze beslissing.