Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde]
Procesverloop
Standpunt van de officier van justitie
Standpunt van de verdediging
Bewijsmiddelen
Beoordeling
5.000,-
Rechtbank Noord-Nederland
Op 14 maart 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vastgesteld op € 2.500,-. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot ontneming van voordeel dat de veroordeelde heeft genoten uit een strafbaar feit, in dit geval diefstal door twee of meer verenigde personen. De officier van justitie had op 23 januari 2024 gevorderd dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel zou vaststellen op een bedrag van € 13.575,21. Tijdens de zitting op 29 februari 2024 heeft de veroordeelde, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt naar voren gebracht. De verdediging stelde dat het ontnemingsbedrag verlaagd moest worden, omdat de veroordeelde niet gedurende de gehele ten laste gelegde periode op de hoogte was van de onrechtmatige handelingen. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld, waaronder verklaringen van getuigen en proces-verbaal van de politie. Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat de veroordeelde samen met zijn medeveroordeelde een geschat bedrag van € 5.000,- aan wederrechtelijk voordeel had genoten, waarvan de helft, € 2.500,-, aan de staat moest worden betaald. De rechtbank heeft ook de mogelijkheid van gijzeling voor 50 dagen bepaald als de veroordeelde niet aan de betalingsverplichting voldoet.