In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 29 februari 2024, is de verdachte, geboren in 1989 en thans gedetineerd, beschuldigd van brandstichting in een flatwoning in Smallingerland op 7 maart 2023. De verdachte heeft opzettelijk de gasslang losgemaakt en open vuur in aanraking gebracht met het uitstromende gas, wat leidde tot brand en gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor andere bewoners. Tijdens de zittingen op 23 november 2023 en 15 februari 2024 heeft de verdachte bekend, maar de rechtbank heeft geconstateerd dat zij leed aan een psychische stoornis, waardoor het feit niet aan haar kan worden toegerekend. De officier van justitie heeft ontslag van alle rechtsvervolging gevorderd, wat door de verdediging werd ondersteund. De rechtbank heeft de conclusies van de deskundigen overgenomen, die stelden dat de verdachte lijdt aan een psychotische stoornis en dat haar handelen volledig werd bepaald door deze stoornis. Daarom heeft de rechtbank de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd, om de veiligheid van de maatschappij te waarborgen. De rechtbank heeft daarbij de artikelen 37a, 37b, 57 en 157 van het Wetboek van Strafrecht toegepast.