Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- die [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Dit is een overval. Dit is geen grapje" en/of (daarbij)
- opzettelijk dreigend een (op een) pistool (gelijkend voorwerp) op het lichaam van die [slachtoffer 1] te richten en/of (vervolgens)
- in de jaszakken van die [slachtoffer 1] te graaien en/of
- een door die [slachtoffer 1] gedragen tas en/of jas van het lichaam van die [slachtoffer 1] te rukken en/of te trekken;
Oordeel van de rechtbank 1
- de verklaringen van [slachtoffer 1]
- de bekennende verklaring van verdachte
4;
- het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting telefoontaps)
- he proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon medeverdachte [medeverdachte 1] )
- de bekennende verklaring van verdachte
- de uiterlijke verschijningsvorm van de voorbereidingsmiddelen;
- het gebruik daarvan;
- het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik voor ogen had.
- het proces-verbaal van doorzoeking
- de kennisgeving van inbeslagneming
- het proces-verbaal van bevindingen (beschrijving wapen)
- de bekennende verklaring van verdachte
Bewezenverklaring
- die [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Dit is een overval. Dit is geen grapje" en daarbij
- opzettelijk dreigend een op een pistool gelijkend voorwerp op het lichaam van die [slachtoffer 1] te richten en vervolgens
- in de jaszakken van die [slachtoffer 1] te graaien en
- een door die [slachtoffer 1] gedragen tas en jas van het lichaam van die [slachtoffer 1] te trekken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
100,00. De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen en voor het overige deel afwijzen.
40,00zal worden toegewezen.
70,35daarom toewijzen.
220,00zal worden toegewezen.
430,35aan materiële schade toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2023.
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
een gedeelte, groot 12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, de hierna te noemen voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
- veroordeelde heeft binnen zeven dagen na het ingaan van de proeftijd de eerste meldplicht bij de reclassering Leger des Heils. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
- veroordeelde laat zich opnemen in de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Berkelland in Rekken of soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de Divisie Individuele Zaken (DIZ). De opname start bij het ingaan van de proeftijd. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
- aansluitend aan klinische behandeling verblijft veroordeelde in een nader te indiceren instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start na een klinische behandeling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
- veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , feit 1:
- het bedrag van 930,35 (zegge: negenhonderddertig euro en vijfendertig cent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 mei 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
- de post telefoon voor het meer gevorderde dan de toegewezen 100,00;
- de post Quechua tas.