In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen het besluit van de directie van het CBR, dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard. Eiser, die in detentie verbleef, had zijn adresgegevens niet tijdig doorgegeven, wat leidde tot de termijnoverschrijding van zijn bezwaar. De rechtbank heeft op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij eiser niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde. De rechtbank concludeert dat eiser zelf verantwoordelijk is voor het tijdig doorgeven van zijn adresgegevens, ook tijdens zijn detentie. Eiser had een Educatieve Maatregel Gedrag (EMG) opgelegd gekregen, maar had deze niet volledig gevolgd, wat de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs rechtvaardigde. Eiser stelde dat de penitentiaire inrichting (PI) verantwoordelijk was voor het doorgeven van zijn adreswijziging, maar de rechtbank oordeelt dat de primaire verantwoordelijkheid bij eiser zelf ligt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor eiser geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt.