ECLI:NL:RBNNE:2024:592

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
23-03214
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rijgeschiktheid van een eiser na doorverwijzing naar een psychiater alcohol

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de mededeling van het CBR dat hij niet rijgeschikt is, beoordeeld. Eiser had in 2022 een gezondheidsverklaring ingediend en werd doorverwezen naar een keurend arts. Na een tweede gezondheidsverklaring in 2023 werd hij ook doorverwezen naar een psychiater alcohol, die alcoholmisbruik vaststelde. Eiser betwist de rechtmatigheid van de doorverwijzing en de deugdelijkheid van het psychiatrisch rapport. De rechtbank oordeelt dat de doorverwijzing naar de psychiater op goede gronden is gedaan, gezien de informatie van de keurend arts en de wetgeving omtrent rijgeschiktheid. De rechtbank concludeert dat het rapport van de psychiater deugdelijk is en dat de inhoud ervan het besluit van het CBR rechtvaardigt. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 23/3214

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 februari 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. B.M.J.C. van Lee),
en

De directie van het CBR, verweerder

(gemachtigde: M. Ouhbib).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de mededeling van 11 juli 2023 dat eiser niet rijgeschikt is.
1.1.
Met het bestreden besluit van 27 juli 2023 op het bezwaar van eiser is verweerder bij die mededeling gebleven.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 13 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Totstandkoming van het besluit

2. Eind 2022 heeft eiser bij verweerder een gezondheidsverklaring ingediend. Eiser is daarop doorverwezen naar een keurend arts. In februari 2023 heeft eiser een tweede gezondheidsverklaring ingediend. Naar aanleiding van de tweede verklaring is eiser, naast de verwijzing naar de keurend arts, voor nader onderzoek ook doorverwezen naar een psychiater alcohol. Deze heeft de diagnose alcoholmisbruik in de zin der wet gesteld, waarbij geen stopdatum kan worden gesteld. Verweerder heeft eiser daarop meegedeeld dat hij wegens actueel alcoholmisbruik niet rijgeschikt is.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
5.1.
Eiser voert in beroep ten eerste aan dat hij ten onrechte naar de psychiater is doorverwezen. Bij het invullen van de tweede aanvraagformulier voor de gezondheidsverklaring heeft eiser - bij de vraag of hij de afgelopen vijf jaren misbruik heeft gemaakt van verslavende middelen - het jaar 2017 genoteerd. Eiser geeft aan dat hij daarmee enkel heeft bedoeld eerlijk te zijn over zijn verleden met alcoholmisbruik. Omdat dit jaartal buiten de gevraagde periode van vijf jaren valt, stelt eiser dat deze informatie niet tot een doorverwijzing had mogen leiden. Verweerder heeft de rapportage van de psychiater meegewogen in zijn beslissing. Eiser stelt zich op het standpunt dat het besluit daardoor onrechtmatig is.
5.2.
Verweerder voert aan dat uit het verslag van de keurend arts blijkt, dat eiser bekend is met alcoholmisbruik. Hoewel de arts heeft opgetekend dat eisers alcoholmisbruik binnen de grenzen is van het aanvaardbare, heeft deze in zijn verslag niet nader gespecificeerd wat dat aanvaardbare is. Voor de beoordeling of er sprake is van alcoholmisbruik, is bovendien een specialistisch rapport vereist. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser daarom op goede gronden naar een psychiater alcohol is verwezen.
5.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 101 van het Reglement rijbewijzen geeft verweerder de bevoegdheid te vorderen dat de aanvrager van de gezondheidsverklaring zich laat keuren door een of meer door verweerder aangewezen deskundigen, indien de verklaring of een geneeskundig verslag daartoe aanleiding geeft. Die aanleiding blijkt voldoende uit het verslag van de keurend arts. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder eiser op goede gronden doorverwezen naar een psychiater alcohol.
6.1.
Ten tweede voert eiser aan dat het rapport van de psychiater ondeugdelijk is. Volgens eiser bevat deze onvoldoende onderbouwing voor zijn conclusie dat er sprake is van actueel alcoholmisbruik. Eiser stelt dat daarom aan de juistheid van de conclusie moet worden getwijfeld.
6.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat het psychiatrisch rapport deugdelijk is. De bevindingen van de psychiater zijn voldoende concreet beschreven. Verweerder wijst erop dat daaruit naar voren komt dat eiser nog altijd 32 eenheden alcohol per week drinkt en een verleden heeft met alcoholproblematiek.
6.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Volgens vaste rechtspraak mag verweerder afgaan op het psychiatrisch rapport dat aan hem is uitgebracht, nadat het is nagegaan of dit rapport op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Deze verplichting is neergelegd in artikel 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft in de rapportage geen aanleiding gevonden om aan de inhoud dan wel de conclusie te twijfelen. Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van een deugdelijk psychiatrisch rapport.
7. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigt de inhoud van het verslag het besluit van verweerder om op grond van de bijlage van de Regeling eisen rijgeschiktheid 2000, H8 § 8.8, eiser niet rijgeschikt te achten.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, rechter, in aanwezigheid van
K.D. Bosklopper, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Algemene wet bestuursrecht
Artikel 3:9
Indien een besluit berust op een onderzoek naar feiten en gedragingen dat door een adviseur is verricht, dient het bestuursorgaan zich ervan te vergewissen dat dit onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.
Reglement rijbewijzen
Artikel 101
1. Het CBR is bevoegd te vorderen dat de aanvrager zich op eigen kosten laat keuren door een of meer door het CBR aangewezen artsen of andere deskundigen dan wel dat de aanvrager zich onderwerpt aan een technisch onderzoek, verricht door een door het CBR aangewezen deskundige, of aan een rijproef, afgenomen door een door het CBR aangewezen deskundige, indien:
a. de door de aanvrager overgelegde eigen verklaring dan wel, indien een geneeskundig verslag wordt vereist, het geneeskundig verslag daartoe aanleiding geeft;
Regeling eisen rijgeschiktheid 2000
Bijlage, hoofdstuk 8. Psychiatrische stoornissen
8.8.
Misbruik van psychoactieve middelen (zoals alcohol en drugs)
Voor de beoordeling of sprake is van misbruik van psychoactieve middelen is een specialistisch rapport vereist.
Personen die misbruik maken van dergelijke middelen zijn zonder meer ongeschikt.
Indien zij aannemelijk of aantoonbaar zijn gestopt met dit misbruik, dient een recidiefvrije periode van een jaar te zijn gepasseerd voordat zij door middel van een herkeuring - op basis van een specialistisch rapport geschikt - kunnen worden geacht.
Een strenge opstelling van de keurend arts is aangewezen, gezien de gevaren die het gebruik van deze middelen oplevert voor de verkeersveiligheid.