Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het subsidiair ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 80 uren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor het opleggen van een taakstraf. Volgens de raadsman is artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) niet van toepassing is, omdat er geen sprake is van een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport van 3 oktober 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 januari 2024, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met het slachtoffer van 15 jaar oud. Verdachte is via een app in contact gekomen met het slachtoffer, die zich voordeed als meerderjarige jongen en heeft tweemaal met hem afgesproken. Het slachtoffer heeft tegen betaling van geld, alcohol en een seksspeeltje seksuele handelingen bij verdachte verricht. De afspraken vonden plaats in de auto van verdachte. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij onvoldoende heeft gedaan om de leeftijd van het slachtoffer te controleren. Hij heeft belangrijke signalen genegeerd en enkel ter bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften gehandeld.
De wet beschermt minderjarigen jonger dan 16 jaar tegen het ondergaan van seksuele handelingen. Zij moeten zich veilig kunnen ontwikkelen op seksueel gebied. Vanwege hun jeugdige leeftijd kan van hen niet worden verwacht dat zij zelf voldoende in staat zijn om hun seksuele integriteit te bewaken. Het plegen van seksuele handelingen met een minderjarige is daarom ook strafbaar in het geval waarin het slachtoffer zelf het initiatief neemt of instemt met de seksuele handelingen, zoals in deze zaak.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van seksueel misbruik vaak nog lange tijd lichamelijke en psychische gevolgen ondervinden van het misbruik. Uit de slachtofferverklaringen van het slachtoffer en van zijn moeder blijkt dat het slachtoffer nog altijd psychische gevolgen ondervindt van het misbruik. Verdachte is daar mede voor verantwoordelijk.
Persoonlijke omstandigheden
Naast de aard en ernst van het feit houdt de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor dergelijke strafbare feiten.
Over verdachte is een reclasseringsrapport opgemaakt. Daaruit blijkt dat het recidiverisico als laag wordt ingeschat. Bij verdachte is sprake van stabiliteit op alle leefgebieden. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Artikel 22b Sr
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat artikel 22b Sr niet van toepassing is. In deze zaak heeft het slachtoffer seksuele handelingen bij verdachte verricht die bestonden uit het aanraken van het geslachtsdeel van verdachte. Hierbij is van dwang geen sprake geweest. Verdachte heeft geen seksuele handelingen bij het slachtoffer verricht. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat het feit een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad.
Op te leggen straf
De rechtbank vindt de eis van de officier van justitie passend, maar zal geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen waarbij van belang is dat artikel 22b Sr niet van toepassing is. Alles afwegende acht de rechtbank een taakstraf van 80 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen, met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. Met het opleggen van de voorwaardelijke gevangenisstraf wordt de ernst van het feit tot uitdrukking gebracht.