ECLI:NL:RBNNE:2024:5281

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
11037542 BU VERZ 24-668
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen sanctie voor parkeren op een plaats bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen

Op 5 december 2024 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een opgelegde sanctie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had op 27 april 2023 om 19:53 uur geparkeerd aan de Hoendiepskade te Groningen, op een plaats die bestemd is voor onmiddellijk laden en lossen van goederen. De opgelegde sanctie bedroeg € 109,00. Betrokkene heeft administratief beroep ingesteld, maar de officier van justitie verklaarde dit ongegrond. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld tegen deze beslissing, wat leidde tot een openbare zitting op 12 november 2024, waar zowel betrokkene als haar gemachtigde, mr. M. Lagas, aanwezig waren. De vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. S. Bayram, was ook aanwezig.

De kantonrechter heeft het beroep beoordeeld aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden. Betrokkene stelde dat zij bezig was met verhuizen en dat het ophalen van een meubel niet onder de definitie van parkeren viel, maar onder onmiddellijk laden en lossen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie betoogde echter dat er gedurende een periode van ongeveer 10 minuten geen activiteit rond het voertuig was waargenomen, wat volgens de jurisprudentie betekent dat er geen sprake was van onmiddellijk laden of lossen.

De kantonrechter concludeerde dat de handelingen van betrokkene niet voldeden aan de vereisten voor onmiddellijk laden en lossen. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene beter had kunnen parkeren op een andere plek en het meubel op een toegestane manier had kunnen verplaatsen. Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond en handhaafde de beslissing van de officier van justitie. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier mr. R. Krikke en is openbaar uitgesproken op 5 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 255251341
zaaknummer: 11037542 BU VERZ 24-668

uitspraak van de kantonrechter van 5 december 2024

inzake

[betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] ,
gemachtigde: mr. M. Lagas, Appjection B.V.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een sanctie opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verweten gedraging betreft R397h – ‘onmiddellijk laden en lossen van goederen: bord E7 bijlage 1 RVV 1990’, verricht op 27 april 2023, om 19:53 uur aan de Hoendiepskade te Groningen, gemeente Groningen, met een personenauto, gekentekend [kenteken] . De opgelegde sanctie bedraagt € 109,00 (inclusief administratiekosten).
1.1
Betrokkene heeft administratief beroep ingesteld tegen de inleidende beschikking. De officier van justitie heeft het administratieve beroep ongegrond verklaard.
1.2
Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie. De behandeling van het beroepschrift heeft plaatsgevonden op de openbare zitting van 12 november 2024. Als waarnemer van gemachtigde is O. Acar verschenen. Betrokkene is zelf ook ter zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. S. Bayram (hierna: de vertegenwoordiger).

Beoordeling door de kantonrechter

2 De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de door gemachtigde en betrokkene aangevoerde beroepsgronden.
3 De kantonrechter komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Betrokkene heeft geparkeerd op een plaats bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen en de kantonrechter ziet in de feiten en omstandigheden rondom de verboden gedraging geen aanleiding tot het achterwege laten of matigen van de sanctie. Hierna legt de kantonrechter uit hoe hij tot zijn oordeel komt.
Vaststellen van de gedraging
4 Betrokkene en gemachtigde voeren aan dat geen sprake was van parkeren, maar van het onmiddellijk laden en lossen van goederen. Betrokkene zegt dat zij bezig was met verhuizen en dat zij op het moment van de gedraging een meubel uit een woning moest ophalen, om dit vervolgens te vervoeren naar de andere woning. Zij stelt dat het van boven naar beneden halen van een meubel soms langer dan 10 minuten duurt, maar dat er alsnog sprake kan zijn van laden en lossen. Gemachtigde verwijst naar een door betrokkene overgelegde brief, waaruit blijkt dat zij op het moment van de gedraging aan het verhuizen was.
5 De vertegenwoordiger stelt zich op het standpunt dat laden en lossen te allen tijde onmiddellijk moet, waarbij 10 minuten de tijd is die hiervoor nodig is. Zij verwijst naar de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht, waaruit blijkt dat hij gedurende een tijd van ongeveer 10 minuten geen activiteit rond het voertuig in de vorm van het laden of lossen van goederen heeft waargenomen,. De vertegenwoordiger meent dat het naar beneden en boven brengen van spullen geen onmiddellijk laden en lossen is, waardoor het voertuig van betrokkene in dit geval dus geparkeerd stond.
6 In de jurisprudentie is het volgende vastgelegd. Onder onmiddellijk laden of lossen van goederen wordt verstaan: het onmiddellijk, nadat het voertuig tot stilstand is gebracht, bij voortduring inladen of uitladen van goederen gedurende de tijd die daarvoor nodig is. [1] Het moet gaan om goederen die niet of moeilijk anders dan per voertuig ter plaatse kunnen worden opgehaald of gebracht. [2] Vastgesteld moet worden, of het voertuig uitsluitend heeft stilgestaan zo lang als nodig was voor het ononderbroken verrichten van het geheel van handelingen, dat redelijkerwijs noodzakelijk is om de goederen in of uit de auto te laden. [3]
7 De omstandigheid dat er 10 minuten geen activiteit bij het voertuig heeft plaatsgevonden, zoals de verbalisant heeft vastgesteld, brengt mee dat niet aan het vereiste van onmiddellijkheid is voldaan. Dat kan anders zijn, indien aannemelijk wordt gemaakt dat er meer tijd nodig is geweest voor het laden van het meubel. Daarbij is mede van belang of er een alternatief voorhanden was.
8 Naar het oordeel van de kantonrechter slaagt de beroepsgrond niet en is sprake geweest van parkeren. De door betrokkene beschreven handelingen zijn niet aan te merken als het onmiddellijk en bij voortduring laden en lossen van goederen. Het verplaatsen van een meubel van boven naar beneden valt niet onder het geheel van handelingen dat redelijkerwijs noodzakelijk is om het meubel in het voertuig te laden. Daarmee staat vast dat de gedraging is verricht. Betrokkene had er in dit geval beter voor kunnen kiezen om de auto op een plek te parkeren waar dit mogelijk en toegestaan was, vervolgens het meubel van boven naar beneden te halen en dit tijdelijk onderin de woning neer te zetten en daarna terug te komen om het meubel naar de andere woning te vervoeren.
Omstandigheden
9 De kantonrechter ziet, net als de vertegenwoordiger, in de aangevoerde omstandigheden onvoldoende aanleiding om de sanctie te wijzigen.

Conclusie

10 De gedraging kan worden vastgesteld en de kantonrechter ziet geen reden tot matiging of het achterwege laten van de sanctie. Dit betekent dat hij het beroep ongegrond verklaart en dat de beslissing van de officier van justitie in stand blijft.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. R. Krikke, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 december 2024.
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.HR 12 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2760.
2.HR 10 juni 1975, LJN:AJ4297.
3.Hof Arnhem-Leeuwarden 12 oktober 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7639.