ECLI:NL:RBNNE:2024:5236

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
18-262348-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot 30 maanden gevangenisstraf voor verdachte wegens zes bedrijfsinbraken en zes pogingen daartoe

Op 17 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich in de periode van 23 juni 2023 tot en met 19 oktober 2023 schuldig heeft gemaakt aan zes bedrijfsinbraken en zes pogingen daartoe. De verdachte heeft bekend en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich de toegang tot de bedrijfspanden heeft verschaft door middel van braak. De feiten hebben geleid tot aanzienlijke materiële schade voor de slachtoffers, die de rechtbank als ernstig heeft beoordeeld. De verdachte is eerder veroordeeld voor strafbare feiten, maar recent niet voor soortgelijke delicten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en de invloed van zijn sociale omgeving. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij enkele vorderingen zijn toegewezen en andere niet-ontvankelijk zijn verklaard. De rechtbank heeft ook beslist over de inbeslaggenomen goederen, die onttrokken zijn aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-262348-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 december 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het inhoudelijk onderzoek ter terechtzitting van 3 december 2024. De strafzaak tegen verdachte is eerder behandeld op de zittingen van 15 februari 2024, 23 april 2024, 4 juni 2024, 27 augustus 2024 en 5 november 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Landsman, advocaat te Utrecht.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. A.H.P. Polstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging d.d. 4 juni 2024, ten laste gelegd dat:
1
(zaak 1, aangifte zie pagina 396)
hij op of omstreeks 5 juli 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Ooststellingwerf, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, een grote hoeveelheid sigaretten en/of shag, althans een grote hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan het [bedrijf] en/of [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2
(zaak 2, aangifte zie pagina 446 en zaak 10, aangifte zie pagina 772)
hij in of omstreeks de periode van 5 september 2023 tot en met 19 september 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan of bij het [adres] , aldaar, (telkens) een grote hoeveelheid sigaretten, althans (telkens) een grote hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3
(zaak 3, aangifte zie pagina 495)
hij op of omstreeks 10 september 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente De Fryske Marren, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] aldaar, een grote hoeveelheid sigaretten en/of shag, althans een grote hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren)onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
4
(zaak 4, aangifte zie pagina 553 en zaak 15, aangifte pagina 910)
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2023 tot en met 25 september 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, in/uit een bedrijfspand, te weten de [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, (telkens) een grote hoeveelheid sigaretten en/of shag, althans (telkens) een grote hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
5
(zaak 5, aangifte zie pagina 590)
hij op of omstreeks 1 oktober 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, een grote hoeveelheid E-sigaretten, althans een grote hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan het bedrijf [bedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
6
(zaak 6, aangifte zie pagina 647 en zaak 7, aangifte zie pagina 697)
hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2023 tot en met 3 oktober 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Noardeast-Fryslân, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] en/of het [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, (telkens) een grote hoeveelheid sigaretten en/of shag en/of E-sigaretten, althans (telkens) een grote hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] en/of [bedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
7
(zaak 8, aangifte zie pagina 737)
hij op of omstreeks 23 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Súdwest-Fryslân, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s),
  • zich opzettelijk naar dat [bedrijf] begeven en/of
  • de inbraakstrip uit de voordeur van dat [bedrijf] verwijderd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Súdwest-Fryslân, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de voordeur van [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
8
(zaak 9, aangifte zie pagina 753)
hij op of omstreeks 24 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Súdwest-Fryslân, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s),
  • zich opzettelijk naar dat [bedrijf] begeven en/of
  • ( met kracht) met een breekvoorwerp de voordeur van dat [bedrijf] geforceerd en/of dat [bedrijf] is/zijn binnengegaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
9
(zaak 11, aangifte zie pagina 807)
hij op of omstreeks 29 september 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s),
  • zich opzettelijk naar dat [bedrijf] begeven en/of
  • ( met kracht) met een breekvoorwerp de schuifdeuren van dat [bedrijf] geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 september 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de schuifdeuren van
het [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele toebehoorde aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
10
(zaak 12, aangifte zie pagina 829)
hij op of omstreeks 23 juni 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s),
  • zich opzettelijk naar voornoemde [bedrijf] begeven en/of
  • ( met kracht) met een breekvoorwerp de electrische schuifdeuren geforceerd en/of een of meer slot(en)van die schuifdeuren ingeboord en/of
  • aan de achterzijde van die [bedrijf] van een nooddeur het slot ingeboord/geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 juni 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de schuifdeuren en/of een nooddeur van [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele toebehoorde aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
11
(zaak 13, aangifte zie pagina 866)
hij op of omstreeks 19 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een [bedrijf] , gelegen aan of bij [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s),
  • zich opzettelijk naar voornoemde [bedrijf] begeven en/of
  • de deur van de personeelsingang geforceerd en/of een ruit van die deur vernield en/of
  • die [bedrijf] is/zijn binnengegaan en (vervolgens) de deur van het kantoor geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12
(zaak 14, aangifte zie pagina 884)
hij op of omstreeks 4 oktober 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Noardeast-Fryslân, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit (een loods van) een [bedrijf] , gelegen aan of bij de [adres] , aldaar, een kistje met kleingeld en/of een portemonnee (inhoudende ongeveer 1000 euro) en/of een sealbag en/of enveloppe met geld (in totaal ongeveer 4789,50 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
13
(zaak 16, aangifte zie pagina 922)
hij op of omstreeks 20 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Weststellingwerf, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s),
  • zich opzettelijk naar het bedrijfspand van [bedrijf] begeven en/of
  • een gat in het dak gemaakt en/of
  • dat bedrijfspand binnengegaan en/of (ondermeer) in het bedrijfspand een gat in een raam/ruit van de kantoormodule gemaakt en/of een raam uit het kozijn van een deur verwijderd en/of de verlichting in het kantoor onklaar gemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14
(zaak 17, aangifte zie pagina 949)
hij op of omstreeks 20 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Dantumadiel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan het bedrijf [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s),
  • zich opzettelijk naar het bedrijfspand van [bedrijf] begeven en/of
  • een metalen strip van de toegangsdeur van dat bedrijfspand verbogen en/of het bedrijfspand is/zijn binnen gegaan en/of een (kassa)lade geopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
15
(zaak 18, aangifte zie pagina 976)
hij op of omstreeks 19 oktober 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit de [bedrijf] , gelegen aan of bij de [adres] , aldaar, (onder meer) een kluis (inhoudende ondermeer een hoeveelheid Nederlandse guldens) en/of een antiek zilveren zakhorloge en/of autopapieren en/of overschrijvingsbewijzen van voertuigen en/of een enveloppe met geld (biljetten en/of kleingeld, in totaal ongeveer 530 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] en/of [bedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
16
(zaak 19, aangifte zie pagina 1023)
hij op of omstreeks 25 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Waadhoeke, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, een grote hoeveelheid sigaretten en/of shag, althans een grote hoeveelheid rookwaren ,in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
17
(zaak 20, aangifte zie pagina 1059-1075)
hij op of omstreeks 13 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan of bij [adres] , aldaar, een grote hoeveelheid sigaretten, althans een grote hoeveelheid rookwaren ,in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
18
(zaak 22, aangifte zie pagina 1162)
hij op of omstreeks 26 juni 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Ooststellingwerf, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, een cashbox, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] FR ., in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bewezenverklaring gevorderd voor feit 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 primair, 8, 9 primair,
10 primair, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18.
Kort gezegd heeft de officier van justitie ten aanzien van feit 1, 4, 7 primair, 8, 9 primair, 10 primair, 11,
14, 15, 17 en 18 gewezen op de bekennende verklaring van verdachte.
Voor de overige feiten (2, 3, 5, 6, 12, 13 en 16) heeft de officier van justitie gewezen op het gebruik van schakelbewijs, want er is telkens sprake van inbraken bij bedrijven in dezelfde regio, rond hetzelfde tijdstip, door twee personen (verdachte en de medeverdachte) terwijl niets blijkt van betrokkenheid van anderen. Daar komt bij dat telkens door verdachte gehuurde voertuigen op of nabij de plaats delict aanwezig zijn. Ten aanzien van feit 1, 2, 3, 5, 6 is bovendien telkens sprake van betrokkenheid van de medeverdachte, omdat de medeverdachte door verbalisanten is herkend als de mededader. Ten aanzien van feit 5 en 13 is ook de telefoon van verdachte op of nabij de plaats delict geweest rond de pleegdata.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat feit 1, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 14, 15, 17 en 18 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden vanwege de bekennende verklaring van verdachte.
Voor de overige zaken, te weten feit 2, 3, 5, 6, 12, 13 en 16 heeft de raadsman vrijspraak bepleit gelet op de ontkennende verklaring van verdachte. De bij de inbraken gehanteerde modus operandi is niet dusdanig specifiek of onderscheidend dat deze als schakelbewijs kan dienen. Daar komt bij dat verdachte voor de door hem gehuurde voertuigen die op of nabij de plaatsen delict zijn geweest een verklaring heeft gegeven die niet als ongeloofwaardig terzijde kan worden geschoven.
Het oordeel van de rechtbank1
Bewijsmiddelen
De verdachte heeft bekend dat hij de onder feit 1, 4, 7 primair, 8, 9 primair, 10 primair, 11, 14, 15, 17 en 18 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, zoals hierna blijkt uit de bewezenverklaring. Door of namens hem is niet om vrijspraak van deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat, op grond van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv), daarom met een opgave van de bewijsmiddelen zonder de inhoud ervan weer te geven.
Feit 1
De aangifte van [slachtoffer]2, de beschrijving van de camerabeelden3 en de bekennende verklaring van verdachte4.
Feit 4 (zaaksdossier 4)
De aangifte van [slachtoffer]5, de bekennende verklaring van verdachte6, het proces-verbaal van bevindingen7, de kennisgeving van inbeslagneming8 en het NFI rapport9.
Feit 4 (zaaksdossier 15)
De aangifte van [slachtoffer]10 en de bekennende verklaring van verdachte11.
Feit 7 primair
De aangifte van [slachtoffer]12 en de bekennende verklaring van verdachte13.
Feit 8
De aangifte van [slachtoffer]14, de beschrijving van de camerabeelden15 en de bekennende verklaring van verdachte16.
Feit 9 primair
De aangifte van [slachtoffer]17en de bekennende verklaring van verdachte18.
Feit 10 primair
De aangifte van [slachtoffer]19, de beschrijving van de camerabeelden20 en de bekennende verklaring van verdachte21.
Feit 11
De aangifte van [slachtoffer]22 de beschrijving van de camerabeelden23 en de bekennende verklaring van verdachte24.
Feit 14
De aangifte van [slachtoffer]25 en de bekennende verklaring van verdachte26.
Feit 15
De aangifte van [slachtoffer]27 en de bekennende verklaring van verdachte28.
Feit 17
De aangifte van [slachtoffer]29, de beschrijving van de camerabeelden30 en de bekennende verklaring van verdachte31.
Feit 18
De aangifte van [slachtoffer]32, de beschrijving van de camerabeelden33 en de bekennende verklaring van verdachte34.
Partiële vrijspraak medeplegen
Ten aanzien van de feiten 4 (zaaksdossier 15)
,7 primair en 15 overweegt de rechtbank dat er geen camerabeelden in het dossier aanwezig zijn en verdachte zich niet heeft uitgelaten over mededader(s),
zodat direct bewijs voor betrokkenheid van twee of meer personen in het geheel ontbreekt.
Ten aanzien van feit 14 overweegt de rechtbank eveneens dat er geen camerabeelden in het dossier aanwezig zijn en verdachte zich niet heeft uitgelaten over mededader(s). De rechtbank overweegt voorts dat de aanwezigheid op of nabij de plaats delict van meerdere door verdachte gehuurde voertuigen onvoldoende bewijs is voor medeplegen, omdat hieruit niets blijkt van de materiële en/of intellectuele bijdrage van mededader(s).
De rechtbank zal ten aanzien van de feiten 4 (zaaksdossier 15)
,7 primair, 14 en 15 verdachte daarom (partieel) vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen.
Vrijspraken
De rechtbank zal verdachte telkens vrijspreken van feit 2 (zaaksdossier 2 en 10)
,3, 5, 6 (zaaksdossier 6
en 7), 12, 13, 16 en overweegt hiertoe het volgende.
Er is geen direct bewijs voor betrokkenheid van verdachte bij de feiten 2 (zaaksdossier 2 en 10)
,3, 5, 6 (zaaksdossier 6 en 7), 12, 13, 16.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of gebruik gemaakt kan worden van schakelbewijs, omdat bij deze feiten telkens sprake is van een (poging tot) bedrijfsinbraak. Schakelbewijs is een bewijsvoering waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de uit één of meer bewijsmiddelen blijkende omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. De vraag of de redengevendheid van dergelijk in diverse varianten voorkomend schakelbewijs begrijpelijk is, moet worden beoordeeld in het licht van de gehele bewijsvoering. Daarbij kan van belang zijn of en in hoeverre de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de onderscheidene feiten zijn begaan, op essentiële punten overeenkomen.35
Zoals hiervoor uit de opgesomde bewijsmiddelen blijkt acht de rechtbank een twaalftal (pogingen tot) inbraak bewezen. In vier gevallen gaat het om inbraken bij [bedrijf] waarbij telkens rookwaren zijn weggenomen en in twee gevallen gaat het om een poging tot inbraak bij [bedrijf] . De overige bewezenverklaarde feiten gaan om een voltooide diefstal bij een [bedrijf] en vijf pogingen tot diefstal bij verschillende bedrijven. Voorts blijkt bij de meeste inbraken dat er één of twee door verdachte gehuurde bestelautos aanwezig zijn en straalt verdachtes telefoon aan op of nabij de plaats delict.
Ten aanzien van feit 12 overweegt de rechtbank dat is ingebroken bij een [bedrijf] waarbij een kistje met inhoud is weggenomen. Weliswaar zou dit kunnen passen bij voornoemd delictpatroon van de bewezen verklaarde feiten, maar uit het dossier blijkt dat er bij feit 12 een andersoortige auto is gebruikt, te weten een VW T-Cross. De rechtbank stelt vast dat dit, anders dan de bij de bewezen verklaarde feiten, geen bestelauto is. Vanwege deze afwijking in het delictpatroon komt de rechtbank niet tot toepassing van schakelbewijs, zodat verdachte van feit 12 zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 13 overweegt de rechtbank dat geprobeerd is in te breken bij een [bedrijf] . Weliswaar zou dit feit kunnen passen bij voornoemd delictpatroon van de bewezenverklaarde feiten, maar de gehanteerde werkwijze wijkt in sterke mate af. Uit het dossier blijkt immers dat is geprobeerd het pand te betreden door gaten in het dak te boren en is de internetverbinding verbroken. Vanwege deze afwijking in het delictpatroon komt de rechtbank niet tot toepassing van schakelbewijs, zodat verdachte ook van feit 13 zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 16 overweegt de rechtbank dat is ingebroken bij een [bedrijf] waarbij rookwaar is weggenomen. Dit feit zou kunnen passen bij voornoemd delictpatroon van de bewezenverklaarde feiten. Uit de camerabeelden blijkt dat een donkere bestelauto is gebruikt. De rechtbank kan echter niet vaststellen dat deze bestelauto daadwerkelijk de door verdachte gehuurde VW Caddy betreft. Er is immers geen kenteken zichtbaar. Daarbij komt dat er van deze door verdachte gehuurde VW Caddy geen track & trace gegevens bekend zijn die kunnen bijdragen aan het bewijs dat dit voertuig te zien is op de plaats delict. De overeenkomende onderdelen van het delictpatroon zijn niet dusdanig onderscheidend om als schakelbewijs te kunnen dienen. De rechtbank zal verdachte dan ook van feit 16 vrijspreken.
Ten aanzien van feit 2, 3, 5 en 6 overweegt de rechtbank dat telkens is ingebroken bij een [bedrijf] waarbij rookwaar is weggenomen. Deze feiten kunnen passen bij voornoemd delictpatroon van de bewezenverklaarde feiten. Daarbij komt dat telkens gebruik is gemaakt van één of twee door verdachte gehuurde voertuigen.
Verdachte heeft ten aanzien van de door hem gehuurde voertuigen verklaard dat hij deze verhuurde dan wel uitleende. Deze verklaring van verdachte kan niet als onaannemelijk terzijde worden geschoven. Het is immers evident dat verdachte niet gelijktijdig meerdere voertuigen kan besturen, zodat in elk geval anderen ook op dan wel nabij de plaats delict aanwezig zijn geweest. Bij feit 13 is vastgesteld dat een door verdachte gehuurd voertuig (gelet op de track & trace gegevens) op de plaats delict aanwezig is geweest, terwijl vrijspraak van het feit volgt vanwege een afwijkend delictpatroon. Dit ondersteunt de door de verdediging opgeworpen veronderstelling dat de aanwezigheid van een door verdachte gehuurd voertuig geen directe relatie oplevert voor de fysieke aanwezigheid van verdachte op een plaats delict. Ook uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] blijkt dat hij met een ander dan verdachte inbraken pleegde, zodat de mogelijkheid dat anderen dan verdachte bij deze feiten betrokken zijn niet kan worden uitgesloten.
Daarnaast zijn er bij feit 2, 3, 5 en 6 geen zendmastgegevens waaruit blijkt dat de telefoon van verdachte op de plaats delict is geweest. Ook is er telkens geen sprake van een herkenning van verdachte als een van de daders die te zien is op de camerabeelden. Hoewel er enige overeenkomsten zijn is de rechtbank dus van oordeel dat de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, niet op essentiële punten overeenkomen zodat toepassing van schakelbewijs niet mogelijk is. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van feit 2, 3, 5 en 6.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1, 4, 7 primair, 8, 9 primair, 10 primair, 11, 14, 15, 17 en 18 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
(zaak 1, aangifte zie pagina 396)
hij op 5 juli 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Ooststellingwerf, tezamen en in vereniging met een ander
en, in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] , aldaar, een grote hoeveelheid sigaretten en shag, die geheel of ten dele aan het [bedrijf] en/of [slachtoffer] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
4
(zaak 4, aangifte zie pagina 553)
hij op 25 september 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een ander
en, in/uit een bedrijfspand, te weten de [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, een grote hoeveelheid sigaretten en, die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
(zaak 15, aangifte pagina 910)
hij op 28 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Opsterland, in/uit een bedrijfspand, te weten de [bedrijf] , gevestigd aan of bij de [adres] , aldaar, een grote hoeveelheid sigaretten en shag, die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
7
(zaak 8, aangifte zie pagina 737)
hij op 23 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Súdwest-Fryslân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn gading, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers heeft hij
  • zich opzettelijk naar dat [bedrijf] begeven en
  • de inbraakstrip uit de voordeur van dat [bedrijf] verwijderd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8
(zaak 9, aangifte zie pagina 753)
hij op 24 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Súdwest-Fryslân, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van hun gading, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers hebben hij en zijn mededader
  • zich opzettelijk naar dat [bedrijf] begeven en
  • ( met kracht) met een breekvoorwerp de voordeur van dat [bedrijf] geforceerd en dat [bedrijf] zijn binnengegaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
9
(zaak 11, aangifte zie pagina 807)
hij op 29 september 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van hun gading, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe
te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers hebben hij en zijn mededader
  • zich opzettelijk naar dat [bedrijf] begeven en
  • ( met kracht) met een breekvoorwerp de schuifdeuren van dat [bedrijf] geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10
(zaak 12, aangifte zie pagina 829)
hij op 23 juni 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van hun gading, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers hebben hij en zijn mededader
  • zich opzettelijk naar voornoemde [bedrijf] begeven en
  • ( met kracht) met een breekvoorwerp de elektrische schuifdeuren geforceerd en sloten van die schuifdeuren ingeboord en
  • aan de achterzijde van die [bedrijf] van een nooddeur het slot ingeboord/geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
(zaak 13, aangifte zie pagina 866)
hij op 19 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Opsterland, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om in/uit een [bedrijf] , gelegen aan [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van hun gading, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde(n), te weten aan [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers hebben hij en zijn mededader
  • zich opzettelijk naar voornoemde [bedrijf] begeven en
  • de deur van de personeelsingang geforceerd en een ruit van die deur vernield en
  • die [bedrijf] zijn binnengegaan en vervolgens de deur van het kantoor geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14
(zaak 17, aangifte zie pagina 949)
hij omstreeks 20 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Dantumadiel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] , aldaar, geld en/of (een) goed(eren) van zijn gading, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n), te weten aan het bedrijf [bedrijf] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers heeft hij
  • zich opzettelijk naar het bedrijfspand van [bedrijf] begeven en
  • een metalen strip van de toegangsdeur van dat bedrijfspand verbogen en het bedrijfspand is binnen gegaan en een (kassa)lade geopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
15
(zaak 18, aangifte zie pagina 976)
hij op 19 oktober 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Achtkarspelen, in/uit de [bedrijf] , gelegen aan de [adres] , aldaar, onder meer een kluis (inhoudende onder meer een hoeveelheid Nederlandse guldens) en een antiek zilveren zakhorloge en autopapieren en overschrijvingsbewijzen van voertuigen en een enveloppe met geld (biljetten en kleingeld, in totaal ongeveer 530 euro), die geheel of ten dele aan [bedrijf] en/of [bedrijf] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
17
(zaak 20, aangifte zie pagina 1059-1075)
hij op 13 augustus 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Achtkarspelen, tezamen en in vereniging met een ander, in/uit een bedrijfspand, te weten het [bedrijf] , gevestigd aan [adres] , aldaar, een grote hoeveelheid sigaretten, die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
18
(zaak 22, aangifte zie pagina 1162)
hij op 26 juni 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Ooststellingwerf, tezamen en in vereniging met een ander, in/uit een bedrijfspand, te weten [bedrijf] , gevestigd aan de [adres] , aldaar, een cashbox, die geheel of ten dele aan [bedrijf] FR ., toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
4 Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
en
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
7. primair Poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
8. Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de
schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
9 primair Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de
schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
10 primair Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de
schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
11 Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de
schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
14. Poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
15. Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht, door middel van braak.
17 Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
18 Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 primair, 8, 9
primair, 10 primair, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en daarbij de bijzondere voorwaarden op te leggen zoals geadviseerd door de reclassering.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte ter zake feiten 1, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 14, 15, 17 en 18 te veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 maanden en een taakstraf voor de duur van 240 uren. De raadsman heeft bepleit geen bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat verdachte daartoe niet gemotiveerd is.
Het oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en reclasseringsrapporten, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode van 23 juni 2023 tot en met 19 oktober 2023 schuldig gemaakt aan zes bedrijfsinbraken en zes pogingen daartoe.
Dergelijke feiten veroorzaken materiële schade en praktische overlast voor de slachtoffers. Verdachte heeft kennelijk telkens het belang van de slachtoffers ondergeschikt gemaakt aan zijn drang naar geldelijk gewin. Verdachte geeft er geen blijk van enig respect te hebben voor andermans eigendom.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op het de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 12 november 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld wegens strafbare feiten, maar recentelijk niet voor soortgelijke feiten.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft verder rekening gehouden met het meest recente advies van de reclassering van 20 februari 2024. De reclassering beschouwt de leefgebieden financiën en dagbesteding als criminogeen en risicoverhogend. De leefgebieden sociaal netwerk en psychosociaal functioneren worden door de reclassering beschouwd als delictgerelateerd. Verdachte is al op jonge leeftijd in aanraking gekomen met delinquente vrienden en blowen. Hij stak geen energie in het opbouwen van zijn leven, hing veel rond op straat en koos er op jeugdige leeftijd al voor om zijn geld te verdienen middels criminele activiteiten.
Beschermende factoren worden door de reclassering gezien in de relatie met zijn familie, zijn destijds op komst zijnde, - en inmiddels geboren - kind en het voornemen van verdachte om iets van zijn leven te gaan maken. Gelet hierop wordt het recidiverisico door de reclassering ingeschat als gemiddeld.
Geadviseerd wordt een deels voorwaardelijke straf aan verdachte op te leggen, waarvan een groot deel voorwaardelijk met de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, de gedragsinterventie cognitieve vaardigheden, de gedragsinterventie praktische vaardigheden en een locatiegebod met elektronische monitoring.
LOVS oriëntatiepunten
Naast de omstandigheden de persoon van verdachte betreffende heeft de rechtbank tevens acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (verder: LOVS). De oriëntatiepunten van het LOVS gaan voor een inbraak in een bedrijfspand uit van een taakstraf van 120 uren en in geval van recidive van een gevangenisstraf van 10 weken tot 4 maanden. De rechtbank houdt tevens rekening met de strafvermeerderende factoren van het medeplegen, de omvang van de schade en de waarde van de weggenomen goederen.
Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met het aantal (pogingen tot) bedrijfsinbraken in een relatief korte periode. De rechtbank neemt daarom in dit geval als uitgangspunt een gevangenisstraf van 3 maanden per bedrijfsinbraak en een gevangenisstraf van 2 maanden per poging daartoe.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat een vrijheidsstraf de enige passende straf is, omdat de aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel moeten leiden, acht de rechtbank niet aanwezig. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een deels voorwaardelijke straf op te leggen, nu verdachte ter terechtzitting heeft aangegeven dat hij niet wil meewerken aan een reclasseringstoezicht.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van voornoemd uitgangspunt van 3 maanden gevangenisstraf per bedrijfsinbraak en 2 maanden gevangenisstraf per poging daartoe en legt daarom aan verdachte op een gevangenisstraf van 30 maanden.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
Inbeslaggenomen goederen
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen gascilinders voor onttrekking aan het verkeer vatbaar zijn.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de aan verdachte toebehorende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten zeven gascilinders, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu zij bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten zijn aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan of ter voorbereiding van soortgelijke feiten, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[bedrijf] (feit 1), tot een bedrag van 435,00, bestaande uit materiële schade;
[bedrijf] (feit 2), tot een bedrag van 2.500,00, bestaande uit materiële schade;
[bedrijf] Balk (feit 3), tot een bedrag van 13.095,89, bestaande uit materiële schade;
[bedrijf] (feit 4 (zaaksdossier 4)), tot een bedrag van 1.050,00, bestaande uit immateriële schade;
[bedrijf] (feit 5) heeft het schadebedrag ter terechtzitting naar boven bijgesteld tot een bedrag van 8.398,00, bestaande uit materiële schade;
[bedrijf] (feit 6 (zaaksdossier 6)), tot een bedrag van 6.885,90, bestaande uit materiële schade;
[bedrijf] (feit 7 primair), tot een bedrag van 3.474,48, bestaande uit materiële schade;
[bedrijf] (feit 9 primair), tot een bedrag van 10.000,00, bestaande uit materiële schade;
[bedrijf] (feit 13), tot een bedrag van 6.990,02, bestaande uit materiële schade;
[bedrijf] (feit 18), tot een bedrag van 1.023,33, bestaande uit materiële schade.
Alle benadeelde partijen hebben verzocht de vordering te verhogen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan en daarbij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
Vorderingen zonder schadebedrag
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer] (feit 4 (zaaksdossier 15)), [bedrijf] (feit 6 (zaaksdossier 7)), [bedrijf] (feit 10) en [bedrijf] (feit 16) niet-ontvankelijk verklaard moeten worden, omdat telkens geen schadebedrag is ingevuld.
Vorderingen met schadebedrag
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [bedrijf] (feit 1), [bedrijf] (feit 2), [bedrijf] (feit 3), [bedrijf] (feit 4), [bedrijf] (feit 5), [bedrijf] (feit 6 (zaaksdossier 6)), [bedrijf] (feit 7 primair), [bedrijf] (feit 9 primair), [bedrijf] (feit 13) en [bedrijf] (feit 18) voor toewijzing vatbaar zijn, omdat de ontstane schade rechtstreeks verband houdt met de strafbare feiten. Telkens hoofdelijk, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr. Voor wat betreft de hoogte van de schade heeft de officier van justitie zich telkens gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het standpunt van de verdediging
Vrijspraken
De raadsman heeft bepleit de vorderingen van de benadeelde partijen [bedrijf] (feit 2), [bedrijf] (feit 3), [bedrijf] (feit 5), [bedrijf] (feit 6 (zaaksdossier 6)), [bedrijf] (feit 6 (zaaksdossier 7)), en [bedrijf] (feit 13) niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak.
Bevoegdheid tot indiening van een vordering tot schadevergoeding
De raadsman heeft primair bepleit de vorderingen van de benadeelde partijen [bedrijf] (feit 1), [bedrijf] (feit 4 (zaaksdossier 4)), [bedrijf] (feit 7), [bedrijf] (feit 9), en [bedrijf] (feit 18) niet-ontvankelijk te verklaren, omdat telkens niet is gebleken dat de indiener bevoegd is de rechtspersoon te vertegenwoordigen.
Subsidiair heeft de raadsman zich ten aanzien van de vordering van [bedrijf] (feit 1) gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de vorderingen van [bedrijf] (feit 4 (zaaksdossier 4)) en [bedrijf] (feit 9) heeft de raadsman subsidiair bepleit tot afwijzing, omdat beide vorderingen niet zijn onderbouwd. Ten aanzien van de vordering van [bedrijf] (feit 7) heeft de raadsman bepleit dat deze toewijsbaar is tot een bedrag van 2.594,71, te weten de totale schade exclusief btw en minus de reeds vergoede schade.
Het oordeel van de rechtbank
Vorderingen zonder schadebedrag
De rechtbank stelt vast dat in het dossier formulieren aanwezig zijn die zien op een vordering tot schadevergoeding ten aanzien van de benadeelde partijen [slachtoffer] (feit 4 (zaaksdossier 15)), [bedrijf] (feit 6 (zaaksdossier 7)), [bedrijf] (feit 10 primair) en [bedrijf] (feit 16). De rechtbank zal op deze vorderingen echter geen formele beslissing nemen, omdat hetzij geen schadebedrag is ingevuld, hetzij de vordering geheel blanco is.
Vrijspraken (feit 2, 3, 5, 6 en 13)
Ten aanzien van de vorderingen van [bedrijf] (feit 2), [bedrijf] (feit 3), [bedrijf] (feit 5), [bedrijf] (feit 6 (zaaksdossier 6)) en [bedrijf] (feit 13) acht de rechtbank de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan telkens niet bewezen. Deze benadeelde partijen zullen daarom telkens niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
Bevoegdheid tot indiening van een vordering tot schadevergoeding
Ten aanzien van de vorderingen van [bedrijf] (feit 1), [bedrijf] (feit 4 (zaaksdossier 4)), [bedrijf] (feit 7 primair) en [bedrijf] (feit 9 primair) is de rechtbank van oordeel dat de indieners van de schadeverzoeken telkens vertegenwoordigingsbevoegd zijn en overweegt hiertoe als volgt.
De vordering van een benadeelde partij die een rechtspersoon is, zal door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger moeten worden ingesteld. De vertegenwoordiging kan volgen uit de wet (Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek), de statuten van de rechtspersoon en/of uit een volmacht.
De rechtbank stelt vast dat, hoewel een volmacht of KVK-uittreksel ontbreekt, de vorderingen inzake feit 1, 4 (zaaksdossier 4), 7 primair en 9 primair telkens zijn ingediend door personen die verbonden zijn aan de rechtspersonen. Uit het procesdossier volgt immers dat [slachtoffer] eigenaar is van het [bedrijf] (feit 1), [slachtoffer] eigenaar is van de [bedrijf] in [plaatsnaam] (feit 4 (zaaksdossier 4)), [slachtoffer] eigenaar is van [bedrijf] (feit 7 primair) en [slachtoffer] eigenaar is van [bedrijf] (feit 9 primair). De rechtbank is daarom van oordeel dat aangenomen kan worden dat voornoemde personen telkens als eigenaar bevoegd zijn om namens de rechtspersoon een vordering in te dienen. De rechtbank verwerpt om die reden het primaire verweer van de verdediging inzake feit 1, 4 (zaaksdossier 4), 7 primair en 9 primair.
Naar het oordeel van de rechtbank is voorgaande niet van toepassing op de vordering van [bedrijf] (feit 18). De vordering tot schadevergoeding is namens de rechtspersoon ingediend door [slachtoffer] . De rechtbank overweegt dat bij de vordering geen stukken zijn gevoegd waaruit blijkt dat [slachtoffer] de rechtspersoon mag vertegenwoordigen. Ook uit het procesdossier kan dit niet worden opgemaakt. Uit de aangifte van [slachtoffer] blijkt immers dat zij niet de eigenaar is van [bedrijf] .
Gelet op het voorgaande kan de rechtbank niet vaststellen dat het schadeverzoek is ingediend door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de benadeelde partij. In beginsel dient de benadeelde partij de gelegenheid te worden geboden tot herstel van dit gebrek. De rechtbank is echter van oordeel dat het bieden van een herstelmogelijkheid in dit geval een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Het belang van verdachte bij een voortvarende afdoening van de strafzaak weegt naar het oordeel van de rechtbank zwaarder dan het belang van de professionele benadeelde partij in kwestie bij schadeverhaal via de strafzaak. De rechtbank zal de benadeelde partij [bedrijf] (feit 18) daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering en bepalen dat zij haar vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bevoegd ingediende vorderingen tot schadevergoeding
* [bedrijf] (feit 1)
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte ( 435,00) niet door verdachte en diens raadsman is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 5 juli 2023.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde
partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
* [bedrijf] (feit 4 (zaaksdossier 4))
Hoewel opgevoerd als immateriële schade, zal de rechtbank de gestelde posten reiskosten en loonkosten extra aanmerken als materiële schade. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij bestaat uit 250,00 aan materiële schade en 850,00 aan immateriële schade.
Ten aanzien van de materiële schade is de rechtbank van oordeel dat de posten onvoldoende zijn onderbouwd. Niet is gebleken waar de reis- en loonkosten voor zijn gemaakt. De vordering tot vergoeding van materiële schade wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.
De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Ten aanzien van de immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gevoelens van angst en schrik vormen nog geen aantasting van de persoon als bedoeld in artikel 6:106 BW. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd. De vordering tot vergoeding van immateriële schade wordt dan ook afgewezen.
* [bedrijf] (feit 7 primair)
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 7 primair bewezen verklaarde.
Uit de bijlagen van het schadeverzoek volgt dat het totale schadebedrag exclusief btw is vastgesteld op 4.189,43. De rechtbank stelt vast dat dit het bedrag is dat in beginsel voor vergoeding in aanmerking komt. De verzekeraar heeft echter aangegeven dat dit bedrag volledig zal worden vergoed met uitzondering van het eigen risico à 500,00. Tevens volgt uit de bijlagen dat de schade volledig is hersteld. De rechtbank is daarom van oordeel dat de vordering toewijsbaar is tot een bedrag van 500,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 23 augustus 2023. Voor het overige wordt de vordering niet- ontvankelijk verklaard.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
* [bedrijf] (feit 9 primair)
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 9 primair bewezen verklaarde.
De rechtbank is echter van oordeel dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. De kosten voor de automatische schuifdeur zijn niet middels een factuur, offerte of anderszins aangetoond. De rechtbank zal de vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36d, 36f, 45, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2, 3, 5, 6, 12, 13 en 16 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 4, 7 primair, 8, 9 primair, 10 primair, 11, 14, 15, 17 en 18 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeerde in beslag genomen 7 stuks gascilinders (1660642).

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf] , feit 1:

Wijst de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [bedrijf] te betalen:
  • het bedrag van 435,00 (zegge: vierhonderdvijfendertig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 juli 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [bedrijf] aan de Staat te betalen een bedrag van 435,00 (zegge: vierhonderdvijfendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf] , feit 2:

Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] haar eigen proceskosten draagt.

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf] , feit 3:

Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] haar eigen proceskosten draagt.

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf], feit 4 (zaaksdossier 4):

Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] ten aanzien van de materiële schade niet- ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Wijst de vordering ten aanzien van de immateriële schade af.
Bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] haar eigen proceskosten draagt.

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf] , feit 5:

Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] haar eigen proceskosten draagt.

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf], feit 6 (zaaksdossier 6):

Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] haar eigen proceskosten draagt

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf], feit 7 primair:

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [bedrijf] te betalen:
  • het bedrag van 500,00 (zegge: vijfhonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 augustus 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [bedrijf] aan de Staat te betalen een bedrag van 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 augustus 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf] , feit 9 primair:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] haar eigen proceskosten draagt.

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf] , feit 13:

Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] haar eigen proceskosten draagt.

Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf] , feit 18:

Verklaart de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf] haar eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. R.B. Maring en mr. T.H. Kapinga, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 december 2024.
Mr. T.H. Kapinga is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpaginas, zijn dit paginas uit het dossier van de politie
Eenheid Noord-Nederland Districtsrecherche Fryslân met proces-verbaalnummer 2023264483 (Soputan), doorgenummerd 1 tot en met 1465. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakt proces-verbaal.
2 Ordner 3, pagina 396.
3 Ordner 3, paginas 416 tot en met 419.
4 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
5 Ordner 3, pagina 553 en 554.
6 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
7 Ordner 3, pagina 569.
8 Ordner 3, pagina 571.
9 Ordner 3, paginas 579 en 580.
10 Ordner 5, paginas 910 en 920.
11 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
12 Ordner 4, pagina 737
13 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
14 Ordner 4, pagina 753 en 754.
15 Ordner 4, pagina 763 en 764.
16 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
17 Ordner 4, pagina 807 en 808.
18 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
19 Ordner 5, pagina 829 en 830.
20 Ordner 5, pagina 846 en 847.
21 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
22 Ordner 5, pagina 866.
23 Ordner 5, pagina 875.
24 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
25 Ordner 5, pagina 949
26 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
27 Ordner 5, pagina 976 en 977.
28 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
29 Ordner 5, pagina 1059
30 Ordner 5, pagina 1087 en 1088.
31 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
32 Ordner 5, pagina 1162.
33 Ordner 5, pagina 1165 tot en met 1167.
34 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024.
35 HR 23 april 2024, r.o. 2.4, ECLI:NL:HR:2024:654.