Op 9 december 2024 vond een zitting plaats in de Rechtbank Noord-Nederland, waar de Noordelijke Fraudekamer zich boog over een grootschalig witwasonderzoek, aangeduid als onderzoek Lenwe. Tijdens deze zitting waren de rechters J. van Bruggen (voorzitter), W.S. Sikkema en H. Brouwer aanwezig, samen met griffier G. Langius. De officieren van justitie, G. Wilbrink en J. Houwink, waren ook aanwezig. De verdachte, geboren in 1969, was ter terechtzitting aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsman, L.J.B.G. van Kleef. De rechtbank hervatte het onderzoek in de stand waarin het zich bevond na een eerdere schorsing in maart 2022. De zaak werd behandeld in samenhang met andere zaken, maar zonder deze te voegen.
De officier van justitie schetste de lange en complexe procesgang van het onderzoek, dat een internationale component heeft. Er waren procesafspraken gemaakt, maar de rechtbank kon zich hier niet mee verenigen. De rechtbank benadrukte dat zij niet gebonden is aan deze afspraken en dat de beoordeling van de strafoplegging nog niet definitief was. De rechtbank besloot het onderzoek niet te sluiten, maar voor onbepaalde tijd te schorsen, met de intentie om op een later tijdstip de voortgang van de zaak te bespreken. De voorzitter gaf aan dat de verdachte op een later tijdstip opnieuw zal worden opgeroepen voor de zitting, waarbij de rechtbank de mogelijkheid openhield om de zaak opnieuw te bekijken in het licht van de procesafspraken en de ernst van de feiten.