AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing subsidieaanvragen op basis van verboden staatssteun en de-minimisverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiseressen tegen de afwijzing van 45 subsidieaanvragen door Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat SNN terecht heeft geconcludeerd dat eiseressen als één onderneming moeten worden beschouwd in de zin van de Algemene de-minimisverordening. Dit oordeel is gebaseerd op de vaststelling dat de eiseressen, die elk eigenaar zijn van meerdere woningen in de gemeente Groningen, gezamenlijk economische activiteiten ontplooien en als één geheel opereren. De rechtbank bevestigt dat de afwijzing van de subsidieaanvragen, die het de-minimisplafond van € 200.000,- overschrijden, rechtmatig is. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep van eiseressen ongegrond is, en dat SNN niet verplicht is om meer subsidie te verlenen. De uitspraak is gedaan op 20 december 2024 en de rechtbank heeft de proceskosten niet vergoed.
Voetnoten
1.Zie de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 maart 2017, nr. WJZ/16152541, houdende regels over waardevermeerdering van woningen in verband met schade als gevolg van gaswinning Groningenveld.
2.Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun. Zie ook artikel 9 van de Subsidieregeling.
3.Zie het arrest (Bericap) van het HvJEU van 11 mei 2017, ECLI:EU:C:2017:370 (niet gepubliceerd).
4.Zie bijlage I onder artikel 3, derde lid, aanhef en onder a tot en met d, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening 2008.
5.Zie bijlage I onder artikel 3, derde lid, aanhef en onder a tot en met d, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening 2014. Zie ook de bijlage onder artikel 3, derde lid, aanhef en onder a tot en met d, van de KMO-aanbeveling.
6.Zie ook de arresten van het HvJEU (HaTeFo) van 27 februari 2014, ECLI:EU:C:2014:114 en (NMI Technologietransfer GmbH) van 24 september 2020, ECLI:EU:C:2020:754.
7.Zie overweging 4 van de Algemene de-minimisverordening.
8.Zie ook het arrest van het HvJEU (HaTeFo) van 27 februari 2014, ECLI:EU:C:2014:114, rechtsoverweging 36 en 37.