ECLI:NL:RBNNE:2024:5140

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
2 januari 2025
Zaaknummer
11207140 BU VERZ 24-1522
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onvoldoende duidelijkheid over parkeerverbod leidt tot matiging van sanctie tot nihil

Op 17 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een betrokkene die een sanctie van € 109,00 had ontvangen voor het parkeren van zijn voertuig op een groenstrook aan de Anna Maria van Schurmansingel te Franeker op 16 juli 2022. De betrokkene was niet ter zitting verschenen, maar had wel zijn standpunt naar voren gebracht. Hij stelde dat het niet duidelijk was dat parkeren op de groenstrook verboden was, aangezien er veel andere voertuigen stonden en het verkeersbord niet duidelijk aangaf dat het verbod gold voor de verharde parkeerplaatsen achter de groenstrook.

De kantonrechter, mr. C.H. de Groot, overwoog dat de situatie ter plaatse onduidelijk was. De groenstrook was vol met auto’s en er stond een parkeerbord naast de strook. In het verleden had er een onderbord gehangen dat aangaf dat parkeren op het gazon niet was toegestaan, wat bijdroeg aan de verwarring. De kantonrechter concludeerde dat de verlaagde stoeprand leek op een oprit, wat de situatie verder complicaties gaf. Gezien deze omstandigheden besloot de kantonrechter de opgelegde sanctie te matigen tot nihil, ondanks het feit dat de betrokkene de gedraging niet betwistte.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke verkeersborden en de verantwoordelijkheid van verkeersdeelnemers om alert te zijn op hun omgeving, vooral als zij onbekend zijn met de locatie. De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie en bepaalde dat de zekerheidstelling aan de betrokkene moest worden terugbetaald. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, indien hij het niet eens is met deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 254406594
zaaknummer: 11207140 BU VERZ 24-1522
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van
17 december 2024 in het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. C.H. de Groot
als griffier : D.W. Veenstra
Betrokkene is niet ter zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. R.A. van der Velde (hierna: de vertegenwoordiger).
De verweten gedraging betreft R406 - ‘voertuig laten staan in park, plantsoen, openbare beplantingen of groenstroken’, geconstateerd op 16 juli 2022, om 15:45 uur, aan de Anna Maria van Schurmansingel te Franeker, gemeente Waadhoeke, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 109,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene voert aan dat niet zichtbaar was, dat niet op het gras geparkeerd mocht worden. Er stonden veel andere auto’s geparkeerd en door de plaatsing van het verkeersbord en de verlaagde trottoirband, leek het volgens betrokkene alsof het een parkeerterrein betrof. Het was voor betrokkene in ieder geval niet zichtbaar dat het verkeersbord gold voor de verharde parkeerplaatsen achter de groenstrook.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt.
Betrokkene betwist de gedraging niet. De verboden gedraging kan daarom worden vastgesteld.
De vertegenwoordiger stelt zich op het standpunt dat het feit dat betrokkene niet bekend was in Franeker, niet maakt dat hij in een groenstrook mocht parkeren. Van verkeersdeelnemers mag volgens haar juist verwacht worden dat zij alert zijn op de omgeving, als zij ter plaatse onbekend zijn. De vertegenwoordiger ziet geen aanleiding tot matiging in de omstandigheden, maar wel in het feit dat zowel de hoorplicht als de redelijke termijn zijn geschonden. Zij verzoekt de kantonrechter daarom, om de sanctie tweemaal met 25% te matigen.
De kantonrechter overweegt dat de situatie ter plaatse onduidelijk is geweest. De groenstrook stond vol met auto’s en naast de groenstrook stond een parkeerbord. Bij dit parkeerbord, heeft in het verleden een onderbord gehangen dat luidde “niet parkeren op het gazon”. Dit geeft aan dat de situatie onduidelijk is. Ook lijkt de verlaagde stoeprand op een oprit tot het veld. De kantonrechter ziet in deze omstandigheden, aanleiding om het sanctiebedrag te matigen tot nihil.
De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking in zoverre, dat het sanctiebedrag wordt gematigd tot nihil;
  • bepaalt dat de zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: