ECLI:NL:RBNNE:2024:5138

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
2 januari 2025
Zaaknummer
11210684 BU VERZ 24-1556
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handelen in strijd met geslotenverklaring bord C9 en de gevolgen voor de sanctie

Op 5 december 2024 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had op 27 april 2023 om 21:46 uur op de N361 bij Ulrum, gemeente Het Hogeland, gehandeld in strijd met een geslotenverklaring, weergegeven door bord C9. De opgelegde sanctie bedroeg € 119,00, inclusief administratiekosten. De betrokkene heeft administratief beroep ingesteld, maar de officier van justitie verklaarde dit beroep ongegrond. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij zijn echtgenote als vertegenwoordiger optrad.

Tijdens de openbare zitting op 12 november 2024 heeft de kantonrechter de beroepsgronden van de echtgenote beoordeeld. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene inderdaad in strijd had gehandeld met de geslotenverklaring, aangezien de omschrijving van bord C9 ten tijde van de gedraging geen uitzondering maakte voor landbouwvoertuigen, ongeacht hun constructiesnelheid. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die konden leiden tot vermindering of het achterwege laten van de sanctie. De kantonrechter erkende de omstandigheden die de echtgenote aanvoerde, maar concludeerde dat er alternatieve routes beschikbaar waren, waardoor de betrokkene niet gedwongen was om de N361 te berijden.

De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde de beslissing van de officier van justitie. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 257485159
zaaknummer: 11210684 BU VERZ 24-1556

uitspraak van de kantonrechter van 5 december 2024

inzake

[betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een sanctie opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verweten gedraging betreft R556 - ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring: bord C9 bijlage I RVV 1990’, verricht op 27 april 2023, om 21:46 uur, op de N361 bij Ulrum, gemeente Het Hogeland, met een opleggertrekker, met kenteken [kenteken] . De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft administratief beroep ingesteld tegen de inleidende beschikking. De officier van justitie heeft het administratieve beroep ongegrond verklaard.
1.2.
Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie. De behandeling van het beroepschrift heeft plaatsgevonden op de openbare zitting van
12 november 2024. Betrokkene is ter zitting vertegenwoordigd door zijn echtgenote, mevrouw [echtgenote] (hierna: [echtgenote] ). Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. S. Bayram (hierna: de vertegenwoordiger).

Beoordeling door de kantonrechter

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de door [echtgenote] aangevoerde beroepsgronden.
3. De kantonrechter komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met een geslotenverklaring en heeft geen feiten en omstandigheden aangevoerd, die kunnen leiden tot het verminderen of achterwege laten van de sanctie. Hierna legt de kantonrechter uit, hoe hij tot zijn oordeel komt.
De toepasselijkheid van het verkeersbord C9
4. Volgens [echtgenote] betekende het bord C9, ten tijde van de gedraging, dat de weg gesloten was voor ruiters, veewagens en motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 kilometer per uur en brommobielen, fietsers, bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen. Sinds 1 januari 2021 mogen landbouwvoertuigen met kentekenplaten harder rijden dan 25 kilometer per uur. Betrokkenes trekker is voorzien van een kentekenplaat en mag harder dan 25 kilometer per uur rijden, dus gold het bord C9 niet voor de trekker. Later is de definitie van het bord veranderd, waardoor het bord C9 nu wel geldt.
5. De vertegenwoordiger stelt zich op het standpunt dat het betrokkene ten tijde van de gedraging niet was toegestaan de N361 te berijden vanwege de geslotenverklaring op basis van het bord C9.
6. De beroepsgrond slaagt niet. De omschrijving/betekenis van bord C9 uit bijlage 1 bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 (binnen welke periode de verweten gedraging heeft plaatsgevonden) luidde: “Gesloten voor ruiters, vee, wagens, landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines, brommobielen, fietsen, snorfietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen”. De constructiesnelheid is hierbij niet vermeld. Hierdoor was het op de datum van de verweten gedraging niet toegestaan om het verkeersbord C9 te passeren met een landbouwvoertuig, ongeacht de constructiesnelheid. De verboden gedraging kan daarom worden vastgesteld. Een afdruk van de omschrijving/betekenis bij het verkeersbord C9 ten tijde van de gedraging is bij deze uitspraak gevoegd.
Omstandigheden
7. [echtgenote] voert aan dat ervoor gekozen is om over de N361 te rijden, omdat de straten in Ulrum te smal zijn om erdoor te rijden met een groot landbouwvoertuig en er op die dag – het was Koningsdag – te veel auto’s dicht op de rijbaan geparkeerd stonden. Daar rijden met een landbouwvoertuig, was onveilig geweest. Omrijden via een andere weg was eventueel mogelijk geweest, volgens [echtgenote] .
8. De vertegenwoordiger ziet in de gestelde omstandigheden geen rechtvaardiging voor de gedraging.
9. De kantonrechter heeft begrip voor de omstandigheden, maar nu een andere route tot de mogelijkheden behoorde is het dus niet zo, dat betrokkene niet anders kon handelen en de N361 moest berijden, ondanks de geslotenverklaring. Daarom ziet de kantonrechter geen aanleiding om het sanctiebedrag te matigen of de sanctie achterwege te laten.

Conclusie

10. De gedraging kan worden vastgesteld en de kantonrechter ziet geen reden tot matiging of het achterwege laten van de sanctie. Dit betekent dat hij het beroep ongegrond verklaart en dat de beslissing van de officier van justitie in stand blijft.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, kantonrechter, in aanwezigheid van
D.W. Veenstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 december 2024.
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: