ECLI:NL:RBNNE:2024:5084

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
27 december 2024
Zaaknummer
C/18/234339 HA ZA 24-102
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vergoeding van misgelopen winst door koude acquisitie afgewezen

In deze civiele zaak heeft Technisi B.V. een vordering ingesteld tegen Equans Noord-Nederland B.V. wegens misgelopen winst als gevolg van koude acquisitie. Technisi stelt dat zij een kandidaat heeft voorgesteld aan Equans, maar dat deze kandidaat binnen een jaar na de introductie door Technisi in dienst is getreden bij Equans zonder dat Technisi hiervoor een vergoeding heeft ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van Technisi niet zijn aanvaard door Equans, en dat er geen rechtsgrond is voor de vordering. Technisi had de bewijslast om aan te tonen dat de algemene voorwaarden van toepassing waren, maar heeft niet kunnen aantonen dat Equans deze voorwaarden heeft aanvaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen door Equans, aangezien de kandidaat zelf heeft gesolliciteerd en niet door Equans is benaderd. De vordering van Technisi is afgewezen, en Technisi is veroordeeld in de proceskosten van Equans.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Groningen
Zaaknummer: C/18/234339 / HA ZA 24-102
Vonnis van 11 december 2024
in de zaak van
TECHNISI B.V.,
te Groningen,
eisende partij,
hierna te noemen: Technisi,
advocaat: mr. E.T. van Dalen,
tegen
EQUANS NOORD-NEDERLAND B.V.,
te Roden,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Equans,
advocaat: mr. K.L. Maes.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 juni 2024;
- de mondelinge behandeling van 30 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Technisi exploiteert een onderneming op het gebied van uitzending en detachering voor technische professionals in de techniek. Technisi stelt potentiële kandidaten voor aan technische bedrijven.
2.2.
Equans exploiteert een onderneming in de technische dienstverlening.
2.3.
Eind oktober 2022 heeft Technisi telefonisch contact opgenomen met Equans om [kandidaat-monteur ] (hierna: [kandidaat-monteur ] ) als potentiële kandidaat voor te stellen. Vervolgens heeft Technisi op 28 oktober 2023 – voor zover van belang – de volgende e-mail naar Equans gestuurd:
‘Beste [naam] ,
We hebben net even telefonisch contact gehad over het voorstellen van een kandidaat omtrent een optie als monteur WTB. Daartoe hebben we afgesproken dat ik het beste zijn cv + profiel kon toe sturen.
[kandidaat-monteur ] (Monteur WTB)
(…)
Om de kwaliteit van onze dienstverlening zo hoog mogelijk te houden en de beste kandidaten voor u te kunnen selecteren, kunt u ons aan een aantal regels houden en waarderen wij het wanneer u zich ook aan deze spelregels houdt. Wanneer u aangeeft graag in contact te willen komen met onze kandidaten, gaat u akkoord met onze algemene voorwaarden, die u bijgaand aantreft en die u ook kunt lezen en kunt downloaden op www.technisi.nl/algemene-voorwaarden. Het is uiteraard niet de bedoeling dat u rechtsreeks een relatie aangaat met onze kandidaten.
Ik zie graag je reactie omtrent de mogelijkheden tegemoet (…)’
2.4.
In artikel 12.9 van de algemene voorwaarden van Technisi is het volgende bepaald:
‘Indien door tussenkomst van Technisi een Werknemer aan een (mogelijke) opdrachtgever is
voorgesteld c.q. met de mogelijke opdrachtgever in contact komt en die mogelijke opdrachtgever met die Werknemer binnen 12 maanden een rechtstreekse arbeidsverhouding aangaat voordat de opdracht tot stand komt, dient de opdrachtgever de onderneming
daarvan onverwijld, schriftelijk in kennis te stellen. De (mogelijke) opdrachtgever is dan aan de onderneming een vergoeding verschuldigd als volgt. Die vergoeding beloopt 25% van de vergoeding, dat voor de betrokken Werknemer gelet op diens uit te oefenen functie en arbeidstijd en dergelijke van toepassing zou zijn geweest indien de opdracht tot stand zou zijn gekomen, over 2.000 gewerkte uren lopende vanaf de aanvang van de rechtstreekse arbeidsverhouding dan wel verbeurt hij aan de onderneming een direct opeisbare en niet voor rechterlijke matiging vatbare boete van € 5.000 per overtreding, alsmede een boete van € 500 voor ieder dag dat de overtreding voortduurt. Partijen zullen na kennisgeving in overleg treden ten einde de wens van de opdrachtgever te bespreken. Bij toestemming van de onderneming moet de opdrachtgever in elk geval een nader te bepalen bedrag aan de onderneming voldoen.’
2.5.
Equans heeft [kandidaat-monteur ] uitgenodigd voor een gesprek, welk gesprek op 9 november 2022 heeft plaatsgevonden. Dit gesprek heeft niet tot een dienstverband of detachering van [kandidaat-monteur ] bij Equans geleid.
2.6.
Bij e-mail van 24 november 2022 heeft Technisi [monteur] (hierna: [monteur] ) voorgesteld aan Equans. Technisi schrijft in deze mail:
‘We hebben net even telefonisch contact gehad over het voorstellen van een kandidaat omtrent een optie als monteur WTB. Daartoe hebben we afgesproken dat ik het beste zijn cv + profiel kon toe sturen.’
In diezelfde e-mail verwijst Technisi opnieuw naar haar algemene voorwaarden (zoals weergegeven onder 2.3).
2.7.
Op 29 november 2022 stuurde Technisi een herinnering naar Equans, zij schrijft:
‘Ik was benieuwd of er af iets bekend is over onderstaande kandidaat? Hij zou erg graag op gesprek komen bij jullie.’
2.8.
Waarop Equans dezelfde dag heeft gereageerd:
‘Voorlopig zien we nog even af van een gesprek.’
2.9.
Op 13 maart 2023 heeft [monteur] , naar aanleiding van een openstaande vacature gesolliciteerd bij Equans. Naar aanleiding van die sollicitatie is [monteur] uitgenodigd voor een gesprek en per 1 juni 2023 bij Equans in dienst getreden in de functie van ‘Rotating Technicus’.
2.10.
Op 6 april 2023 heeft Technisi de volgende e-mail naar Equans gestuurd:
‘Afgelopen dinsdag hadden wij telefonisch contact omtrent [monteur] . Het verbaast ons dat [monteur] nu direct bij jullie in dienst gaat zonder tussenkomst van Technisi. Wij hebben begrepen van [monteur] dat hij vandaag of morgen zijn overeenkomst gaat ondertekenen bij Equans.
Zoals je zelf ook aangaf was er in december geen ruimte maar nu wel. Wij vinden het wel zo netjes als dit gaat verlopen via Technisi. Ik wil je dan ook vragen om dit te bespreken met [monteur] en de betrokken personen voordat hij zijn contract gaat ondertekenen bij Equans. Vervolgens kunnen we het administratief met elkaar afhandelen. [collega] heeft tevens de voorwaarden al gecommuniceerd.’
2.11.
Technisi heeft vervolgens meermaals via de e-mail geprobeerd om met Equans in gesprek te komen om te kijken of partijen tot een oplossing konden komen.
2.12.
Omdat Equans niet met Technisi in gesprek wilde gaan, heeft Technisi op 5 juni 2023 (onder meer) het volgende naar Equans gemaild:
‘Technisi heeft Equans van tevoren de mogelijkheid gegeven om met Technisi om tafel te gaan om deze kwestie op te lossen, maar daar voelt Equans zich blijkbaar te groot voor . Dat is op zich geen probleem, maar dan gaat Equans wel gewoon betalen.’
2.13.
Eveneens op 5 juni 2023 heeft Technisi op grond van artikel 12.9 van haar algemene voorwaarden een factuur ter hoogte van € 35.604,25 naar Equans gestuurd. Equans heeft deze factuur – ondanks meerdere sommaties – onbetaald gelaten.
2.14.
Bij e-mails van onder meer 3 juli 2023 en 14 augustus 2023 reageerde Equans –kortgezegd – dat zij geen enkele rechtsrelatie met Technisi is aangegaan, en dat er geen enkele grondslag is om tot betaling van de factuur over te gaan.

3.Het geschil

3.1.
Technisi vordert om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Equans te veroordelen tot betaling aan Technisi van een bedrag van € 35.604,25, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 20 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening en te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ad. € 1.158,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening. Daarnaast vordert Technisi om Equans te veroordelen in de proces- en de nakosten.
3.2.
Equans voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Technisi, dan wel tot afwijzing van de vorderingen en Technisi - uitvoerbaar bij voorraad – te veroordelen in de proceskosten, de nakosten en een bijdrage in de kosten van juridische bijstand van Equans daaronder begrepen, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Relatieve bevoegdheid rechtbank
4.1.
Gelet op het zaaksverdelingsreglement van de Rechtbank Noord-Nederland had de onderhavige zaak, vanwege de vestigingsplaats van Equans, moeten worden aangebracht bij de Rechtbank Noord-Nederland locatie Assen. Dat deze zaak is aangebracht bij de locatie Groningen leidt echter niet tot relatieve onbevoegdheid, omdat de bevoegdheidsregels van artikel 99 Rv en volgende geen betrekking hebben op de locaties (zittingsplaatsen) van een rechtbank, maar op de rechtbank als zodanig. [1]
Bovendien heeft Technisi aangevoerd dat partijen gelet op het bepaalde in artikel 23 lid 2 van haar algemene voorwaarden overeen zijn gekomen eventuele geschillen aan de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen voor te leggen. Equans heeft in reactie de geldigheid van die algemene voorwaarden betwist, maar tegelijkertijd te kennen gegeven er geen bezwaar tegen te hebben dat dit geschil door de locatie Groningen wordt behandeld. De rechtbank constateert dat partijen daarmee overeenstemming hebben over de aanwijzing van een bevoegde rechter als bedoeld in artikel 108 Rv, waarmee de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen hoe dan ook bevoegd is kennis te nemen van dit geschil.
Grondslag van de vordering
4.2.
Technisi vordert in deze procedure vergoeding door Equans van misgelopen winst en omzet, doordat een door Technisi aangedragen kandidaat ( [monteur] ) binnen een jaar bij Equans in dienst is getreden zonder Technisi daar een vergoeding voor te betalen. Primair legt Technisi artikel 12.9 van haar algemene voorwaarden aan de vordering ten grondslag en subsidiair onrechtmatig handelen.
Vergoeding op grond van de algemene voorwaarden
4.3.
De vraag die allereerst beantwoord dient te worden is of de algemene voorwaarden van toepassing zijn. De stelplicht en bewijslast van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden rusten op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv op Technisi.
4.4.
Voordat Technisi eind november 2022 [monteur] voorstelde aan Equans hadden zij eind oktober 2022 al contact gehad over detachering of een dienstverband van [kandidaat-monteur ] . Technisi heeft [kandidaat-monteur ] aan Equans voorgesteld, [kandidaat-monteur ] is op gesprek geweest bij Equans, hetgeen niet tot een detachering of dienstverband heeft geleid. Tussen partijen staat niet ter discussie dat partijen de algemene voorwaarden van Technisi ten aanzien van [kandidaat-monteur ] van toepassing hebben laten zijn. Immers, in de e-mail van 28 oktober 2023 waarbij [kandidaat-monteur ] werd voorgesteld heeft Technisi verwezen naar haar voorwaarden en te kennen gegeven dat wanneer Equans [kandidaat-monteur ] zou uitnodigen voor een gesprek, Technisi dat zou opvatten als aanvaarding van deze voorwaarden. Equans heeft daar niet tegen geprotesteerd en [kandidaat-monteur ] uitgenodigd. Daarmee hebben deze voorwaarden ten aanzien van [kandidaat-monteur ] als tussen partijen aanvaard te gelden. Meer concreet betekent dit dat Equans heeft aanvaard dat zij, indien zij [kandidaat-monteur ] in dienst zou nemen, een vergoeding verschuldigd zou zijn aan Technisi.
4.5.
De rechtbank is echter van oordeel, anders dan Technisi heeft betoogd, dat daarmee niet is aanvaard dat deze afspraak ook ten aanzien van [monteur] zou gelden. Daarbij acht de rechtbank van belang dat Technisi weliswaar stelt dat Equans haar – na de afwijzing van [kandidaat-monteur ] – een nieuwe zoekopdracht (voor dezelfde vacature) heeft gegeven, maar deze stelling heeft zij op geen enkele wijze onderbouwd. Zij heeft bijvoorbeeld geen correspondentie in het geding gebracht waaruit deze zoekopdracht blijkt. Daarentegen heeft Equans gemotiveerd betwist dat zij Technisi een concrete zoekopdracht heeft gegeven. Er was – zo stelt Equans – in het geval van [monteur] opnieuw sprake van koude acquisitie. Ter zitting heeft Equans bovendien onweersproken gesteld dat beide door Technisi voorgedragen kandidaten los van elkaar stonden, dat er geen afspraken waren gemaakt tussen Technisi en Equans en dat Equans geen vacature heeft gestuurd.
4.6.
Kort en goed komen de stellingen van Technisi er daarmee op neer dat wanneer de algemene voorwaarden in één geval zijn aanvaard, voor iedere persoon die zij nadien aan Equans voorstelt, ook wanneer dat ongevraagd gebeurt en ongeacht de reactie van Equans, zou gelden dat Equans die persoon vervolgens niet meer in dienst zou mogen nemen zonder een vergoeding aan Technisi verschuldigd te zijn. Onvoldoende is gesteld (of gebleken) dat Equans een dergelijke uitleg heeft of had moeten begrijpen op het moment dat zij in het geval van [kandidaat-monteur ] instemde met toepasselijkheid van de algemene voorwaarden.
4.7.
Dit alles leidt tot de conclusie dat de voorwaarden ten aanzien van [monteur] opnieuw door Equans moesten worden aanvaard, voordat de daarin opgenomen vergoedingsverplichting ook op hem van toepassing zou zijn.
4.8.
Technisi stelt (subsidiair) dat de algemene voorwaarden in het geval van [monteur] inderdaad opnieuw zijn aanvaard door Equans. Tussen partijen staat echter vast dat Equans de algemene voorwaarden niet direct na het door Technisi gedane aanbod (zijnde de e-mail van 24 november 2022 waarin [monteur] werd voorgesteld en opnieuw naar de voorwaarden werd verwezen) heeft aanvaard; zij is immers op dat moment niet met [monteur] in gesprek gegaan, terwijl Technisi schreef het aangaan van een gesprek te zullen beschouwen als aanvaarding. De rechtbank is van oordeel dat de Equans de algemene voorwaarden ook niet heeft aanvaard door, voorafgaand aan deze e-mail, telefonisch tegen Technisi te zeggen dat zij het cv van [monteur] via de e-mail mocht toesturen. De e-mail waarin opnieuw naar de algemene voorwaarden werd verwezen was op dat moment immers nog niet gestuurd, en gesteld noch gebleken is dat Equans er in dat telefoongesprek mee heeft ingestemd dat de algemene voorwaarden van toepassing zouden zijn. Daarmee resteert de vraag of Equans de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden op een later moment alsnog heeft aanvaard, namelijk toen zij in het voorjaar van 2023 alsnog in gesprek is gegaan met [monteur] (naar aanleiding van diens eigen sollicitatie). De rechtbank is van oordeel dat dat niet het geval is. Equans heeft de tekst in de e-mail (‘
Wanneer u aangeeft graag in contact te willen komen met onze kandidaten, gaat u akkoord met onze algemene voorwaarden’) naar het oordeel van de rechtbank zo mogen begrijpen dat de aanvaarding van de algemene voorwaarden puur ziet op het aanbod in de e-mail en dat aanbod heeft Equans op 29 november 2022 afgewezen (toen ze te kennen gaf “voorlopig af te zien” van een gesprek). Van een opschortende voorwaarde, zoals door Technisi op de mondelinge behandeling is betoogd, is dus geen sprake.
4.9.
Kortom, Equans heeft ten aanzien van [monteur] de algemene voorwaarden, en dus ook de daarin opgenomen vergoedingsverplichting, niet opnieuw aanvaard. De primaire grondslag kan daarmee niet tot toewijzing van de vordering leiden.
Onrechtmatig handelen?
4.10.
Daarmee komt de rechtbank toe aan de vraag of de vordering kan worden toegewezen op grond van de subsidiaire grondslag: onrechtmatig handelen. Technisi stelt dat Equans onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld doordat zij een door Technisi aangedragen kandidaat binnen een jaar in dienst heeft genomen zonder daarvoor enige vergoeding aan Technisi te (willen) betalen. Ook ten aanzien van deze grondslag rusten de stelplicht en de bewijslast op Technisi.
4.11.
De rechtbank is van oordeel dat Technisi onvoldoende heeft onderbouwd dat Equans onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. Daartoe is in de eerste plaats van belang dat Technisi [monteur] in november 2022 op eigen initiatief onder de aandacht van Equans heeft gebracht, zonder dat Equans daarom had gevraagd. Verder is van belang dat [monteur] in het voorjaar van 2023 niet is benaderd door Equans, maar zélf heeft gesolliciteerd en naar aanleiding van deze sollicitatie is aangenomen. Door Equans is onweersproken gesteld dat de mensen die [monteur] hebben aangenomen hem niet kenden. [de heer] , die eind november 2023 het cv van [monteur] heeft ontvangen, was bij deze sollicitatie ook niet betrokken. Gelet op deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat Equans niet onrechtmatig jegens Technisi heeft gehandeld.
Conclusie
4.12.
Omdat zowel de primaire als de subsidiaire grondslag niet tot toewijzing kunnen leiden, zal de vordering van Technisi worden afgewezen.
Proceskosten en wettelijke rente
4.13.
Technisi is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Equans worden begroot op:
- griffierecht
2.889,00
- salaris advocaat
1.572,00
(2 punten × € 786,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.639,00
4.14.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Technisi af;
5.2.
veroordeelt Technisi in de proceskosten van € 4.639,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Technisi niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
veroordeelt Technisi tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.2 en 5.3 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.S. Huizinga en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2024.
711/lw

Voetnoten

1.Per 1 januari 2013 zijn de rechtbanken Groningen, Leeuwarden en Assen samengevoegd tot één rechtbank Noord-Nederland. De voormalige drie rechtbanken bestaan nog slechts als locaties (zittingsplaatsen) van de rechtbank Noord-Nederland.