ECLI:NL:RBNNE:2024:5048
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van schuldsanering met betrekking tot huurschuld
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 11 december 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, bijgestaan door KBNL, had een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij een percentage van 48,03% aan preferente schuldeisers en 24,02% aan concurrente schuldeisers had voorgesteld. Dit aanbod was gebaseerd op een saneringskrediet en was bedoeld om een gunstigere uitkomst te bieden dan een wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft vastgesteld dat de meerderheid van de schuldeisers, die samen ongeveer 90,23% van de totale schuldenlast vertegenwoordigen, met het aanbod heeft ingestemd, terwijl de schuldeiser, die slechts 9,77% vertegenwoordigt, het aanbod heeft afgewezen.
De rechtbank overweegt dat het een schuldeiser in beginsel vrijstaat om zijn medewerking aan een schuldregeling te weigeren, maar dat er onder bijzondere omstandigheden een bevel tot instemming kan worden gegeven. In dit geval heeft de rechtbank geoordeeld dat de belangen van de verzoeker en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan de belangen van de schuldeiser die zich verzet tegen het akkoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aangeboden regeling voor alle betrokkenen een gunstigere uitkomst biedt dan de WSNP, en heeft daarom het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord toegewezen. De rechtbank heeft het subsidiaire verzoek tot toelating tot de WSNP als ingetrokken beschouwd.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.