ECLI:NL:RBNNE:2024:4978

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
197504
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming wijziging verblijfsplaats minderjarige van pleegouders naar crisispleeggezin

Op 19 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, mr. J. Teertstra, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van de verblijfsplaats van een minderjarige. De moeder van de minderjarige had eerder een verzoek ingediend om de verblijfsplaats van haar kind te wijzigen van pleegouders naar een crisispleeggezin. Dit verzoek was eerder afgewezen, maar de omstandigheden waren veranderd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er toegenomen zorgen waren over de opvoedomgeving bij de pleegouders, vooral door het ontbreken van toezicht na het opzeggen van het pleegzorgcontract. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 1:253s van het Burgerlijk Wetboek toestemming verleend voor de wijziging van de verblijfsplaats van de minderjarige naar het crisispleeggezin. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de wijziging onmiddellijk kan worden doorgevoerd, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat de beslissing in het belang van de minderjarige is genomen, gezien de gewijzigde omstandigheden en de zorgen die door de Raad voor de Kinderbescherming zijn geuit. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de betrokken partijen, waaronder de moeder, de pleegmoeder en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/197504 / KG ZA 24-172
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, zoals bedoeld is in artikel 29a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, van 19 november 2024
inzake
[de moeder],
wonende te [adres] ,
hierna: de moeder,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
advocaat: mr. A.L. van Onna, kantoorhoudende te Franeker,
tegen
[pleegouders],
wonende te [adres] ,
hierna tezamen ook te noemen: de pleegouders,
gedaagde in conventie, eisers in reconventie,
advocaat: mr. S.C. Bosch, kantoorhoudende te Dokkum.

1.De procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het volgende:
- de concept-dagvaarding, ingekomen op 15 november 2024;
- de betekende dagvaarding met producties, ingekomen op 18 november 2024;
- een conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met producties, van mr. Bosch, ingekomen op 18 november 2024;
- een bericht van mr. Van Onna met productie 3, ingekomen op 18 november 2024.
1.2.
De zaak is inhoudelijk behandeld op de mondelinge behandeling van 19 november 2024 ten overstaan van mr. J. Teertstra, voorzieningenrechter, tevens kinderrechter, in aanwezigheid van G. Timmermans , griffier. Daarbij zijn de volgende personen verschenen en gehoord:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de pleegmoeder, bijgestaan door haar advocaat;
- [naam] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (Raad).

2.Beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter heeft op de mondelinge behandeling mondeling uitspraak gedaan. Daartoe is aan partijen mededeling gedaan van de navolgende gronden van de beslissing, zakelijk weergegeven:
in conventie
 Bij vonnis van 8 november 2024 heeft de voorzieningenrechter bepaald, dat [minderjarige] 1 week na de betekening van dit vonnis afgegeven moet worden aan de pleegouders. De vraag die vandaag voorligt is of er gewijzigde omstandigheden zijn die maken dat dat vonnis gewijzigd kan worden. Alleen bij gewijzigde omstandigheden is dit mogelijk. Er kan dan een nieuwe beoordeling plaatsvinden. De voorzieningenrechter is van oordeel, dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, te weten de opzegging van het pleegcontract door Jeugdhulp Friesland, het ontbreken van toezicht en begeleiding bij de terugkeer van [minderjarige] naar de pleegouders en de toegenomen zorgen op basis van wat de kinderen nu (steeds meer) vertellen en door de Raad is toegelicht. Dat maakt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling rechtvaardigen.
  • De volgende vraag die de voorzieningenrechter dan moet beantwoorden is of op grond van artikel 1:253s van het Burgerlijk Wetboek toestemming moet worden verleend om de verblijfsplaats van [minderjarige] te wijzigen. Indien de pleegouders geen toestemming geven, dan kan deze op verzoek van de ouder door die van de rechtbank worden vervangen. Dit verzoek wordt slechts afgewezen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk oordeelt. Dat heeft de voorzieningenrechter in voormeld vonnis van 8 november 2024 ook gedaan.
  • De voorzieningenrechter is van oordeel, dat gelet op de gewijzigde omstandigheden de toestemming moet worden verleend. Een afwijzing vindt de rechtbank, gelet op het standpunt van de Raad in het belang van [minderjarige] niet noodzakelijk. Integendeel de voorzieningenrechter vindt het in haar belang dat zij gelet op de huidige omstandigheden langer in het crisispleeggezin blijft. Dit is een ordemaatregel. Verwacht wordt, dat er zo spoedig mogelijk een bodemzaak aanhangig wordt gemaakt, waarin de Raad nader onderzoek kan doen. De Raad doet al onderzoek en kan in de bodemzaak nader onderzoek te doen. Deze toestemming geldt totdat in de bodemzaak door de rechtbank een beslissing in is genomen.
De beslissing zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
  • De vordering ten aanzien van de omgang ziet op situatie van de terugkeer van [minderjarige] naar de pleegouders. Dit zal nu niet gebeuren en devordering zal daarom afgewezen worden. In overleg met het crisispleeggezin en de Raad zal bekeken moeten worden wat er nu in haar belang is en hoe de omgang met de moeder vormgegeven moet worden.
  • Het meer of anders verzochte wordt afgewezen.
in reconventie
  • Gelet op beslissing in conventie zal de gevorderde dwangsom afgewezen worden, omdat dit ziet op de situatie dat het vonnis van 8 november 2024 in stand blijft.
  • De gevorderde onbegeleide weekendregeling wordt afgewezen, gelet op de zorgen over het opvoedklimaat bij de pleegouders en wat [minderjarige] daarover heeft verteld. Zij zit klem tussen de volwassenen. De verzochte omgang is ook niet in het belang van [minderjarige] gelet op wat de Raad heeft toegelicht en het ontbreken van voldoende zicht op het pleeggezin. In overleg kan wel begeleide omgang. Dat verzoek ligt niet voor, dat kunnen pleegouders met de Raad en crisispleegouders bespreken.
in conventie en reconventie
  • Compenseert de proceskosten gelet op de aard van de procedure en de rol die partijen daarin hebben.
  • De voorzieningenrechter deelt aan partijen mede dat zij binnen vier weken hoger beroep kunnen instellen voor zover dat open staat.
2.2.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens medegedeeld, dat als volgt wordt beslist:
Wijzigt het vonnis van de voorzieningenrechter van 8 november 2024 en beslist als volgt:
in conventie:
verleent vervangende toestemming die van de pleegouders vervangend om [minderjarige] [achternaam] , [geboortedatum] te [geboorteplaats] , tijdelijk te plaatsen in het huidige crisispleeggezin totdat een nadere beslissing is gegeven door de rechtbank in een zo spoedig mogelijk aanhangig te maken bodemprocedure;
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het verzochte onder 1. 3. en 4;
in reconventie
wijst de vorderingen onder 5. en 6. af;
in conventie en reconventie
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De voorzieningenrechter deelt partijen mee, dat partijen binnen vier weken na de uitspraak, voor zover dat open staat, hoger beroep kunnen instellen middels tussenkomst van een advocaat.
Deze uitspraak is gegeven door mr. J. Teertstra, voorzieningenrechter, bijgestaan door
G. Timmermans, griffier, en mondeling gegeven op 19 november 2024.
De schriftelijke uitwerking van de uitspraak is door de voorzieningenrechter vastgesteld op 22 november 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
fn: 433