Op 19 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De verdachte heeft op 9 april 2024 in Groningen op klaarlichte dag met een vuurwapen geschoten in de richting van een slachtoffer en omstanders. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meermalen poging doodslag, omdat hij met opzet en met een aanmerkelijke kans op de dood van anderen heeft geschoten. De schietpartij vond plaats in een drukke omgeving, wat de ernst van de situatie vergrootte. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 40 maanden op, waarbij ook rekening werd gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor wapenbezit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich onverschillig heeft getoond voor het welzijn van anderen door een vuurwapen te gebruiken in een drukke openbare ruimte. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die immateriële schade had geleden door de schietpartij. De rechtbank heeft de revolver en de munitie die in beslag zijn genomen, onttrokken aan het verkeer, omdat deze zijn gebruikt bij het bewezen verklaarde feit.